Dagblad voor Schiedam en Omstreken "ïïSsr f 2Ü0 f100 A f100 JZ., f on rr f ifi De Oorlog. Oog om Oog. Gratis Ongevallen verzekering {*1(1(1(1 38ste Jaargang. Maandag 18 Januari 1915. No. 11131 oTereeflkomstig op ie polis Yermelde Toonaarden, 8 I U (J U Buitenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Bureau: Boterstraat 50, Teief. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden 1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. 1—6 regels 92 ct.; elke regel daarboven 15 ct. berekend. Ingezonden mededeelingen 3o ct. p. herhaaldelijk adverteeren. per regel; Handelsadvertentiën *3 maal plaatsen wordt 2 maal regel. Speciale conditiën voor 1 U U wijsvinger I |U bij verlies van eiken ande ren vinger. Het Na een muguungen strijd zijn ae uuukuo roepen er in geslaagd bij Soissons den vijand 12 succes der Duitschers. langdurigen strijd zijn de Duitsche l°t 15 K.M. ver terug te drijven. Volgens Duit in dit gevecht, dat vijf sche berichten streden J®gen duurde aan Fransche zijde de 14de infan terie- en 55ste reserve-divisie, de gemengde jager- ""gade, een territoriaal infanterieregiment, en vendien Turco's, zouaven en Marokkaansche schutters. Van deze troepenmacht geraakten meer Jan 5000 man in Duitsche gevangénschap. De oorlogsbuit was zeer aanzienlijk. Er werden veroverd: Achttien zware en zeventien lichte kanonnen, verder revolverkanonnen, talrijke ma chinegeweren, lichtpistolen, geweer- en handgra- haten en ten slotte een groote hoeveelheid infan terie- en artillerie-munitie. De »Tagliehe Rundschau" schrijftGewichtiger Jan het aantal gevangenen en gedooden is het *e't, dat voor het eerst sedert weken in het pesten, op schitterende wijze goede vorderingen z«n gemaakt. Iu de „Post" wordt de veronderstelling uitge sproken, dat de Franschen het zeker niet aan vertwijfelende pogingen zullen laten ontbreken, 0In een doorbraak der Duitschers te verhinderen. De nederlagen van 12 tot 14 Januari hebben bunne vooruitzichten echter wel verminderd. De „Lokal Anzeiger" meent, dat de Fransche 'hie zich op deze zwaar getroffen plaats zal te rugbuigen en dat de invloed der overwinning zich m ReiDQs en zelfs tot de Argonne zal doen ge voelen. Van een doorbraak kan echter nog niet gesproken worden. Men mag zich echter afvragen of Je Franschen nog veel van dergelijke stooten verdragen kunnen. De sVorwarts" gelooft, dat de strategische be- teekenis der overwinning zich nog niet laat over rien, doch meent, dat het succes der Duitschers hetwelk gepaard ging met groote verliezen voor Je Franschen, wijst op de energie bij de Duitsche ^geraanvoering en op de bekwaamheid om zich teuten van den vijand ten nutte te maken. Het Duitsche communiqué van eergisteren Weidt Het in den laatsten tijd meermalen genoemde Da Boiselle, noordoostelijk van Albert, is gis- leren geheel verwoest en door de Franschen ont ruimd. Ten Het noordoosten van Soissons heerscht rust. aantal van de in de gevechten van 1211 Jezer vermeesterde Fransche kanonnen steeg tot 35. t Kleine, voor ons gelukkige gevechten hebben plaats gehad in Argonne en het Kosch van Con- sënvoye, ten noorden van Verdun. Een aanval op Ailly, zuidoostelijk van St. Mi- kiel, leed onder het zware vuur schipbreuk. In de Vog/on is niets van beteekenis gebeurd. D.d. 17 Januari wordt nog medegedeeld In Vlaanderen had aan beide rijden slechts een artilleriegevecht plaats. Bij Blang'y (ten Oosten van Atrecht; deden wij een groot fabrieksgebouw in de lucht sprin gen en maakten daarbij eenige gevangenen. Van het overige front is behalve artille iefj; vechten van afwisselende hevigheid en voortzet ting van de actie door middel van ondermijnin gen niets van belang te melden. In de Argonne hebben wij kleine vorderingen gemaakt. Aan de „Temps" wordt gemeld; aal de Duit ccheis niettegenstaande hun hevige aanvallen, bij Reims nOig; dezelfde posities innemen als v:er maanden geleden. Uit Parijs wordt gemeld: Onze troepen veroverden een loopg aal ih den omtrek van Perthes en het Bosch, 200 a 300 meter voor onze linies, ten Noorden van Beausé- jcur. Wij maakten voortdurend vorderingen in de streek van Nieuwpoort en Lombardzijde. Onze artillerie noodzaakte de biuitsehers de loopgraven te ontruimen, over een afstand van 200 meter en op het Groote Duin le retireeien; verder vernielde zij een schans, ten Noorden van die plaats en bombardeerde de versehansia gen van den vijand ten Zuiden van St. Joris. Er vonden artillerie-gevechten plaats bij pe ren. La Bassée en Lens, terwijl zich bij Blangy een levendige strijd ontwikkelde. De Duitschers veroverden een ijzergieterij, welke wij 's avonds onmiddellijk hernamen. Wij handhaafden pinze stellingen. Onze artillerie ging vport met ae vernieling dor loopgraven bij Laboisselle. Tussehen Ailly en Craonne aeed de vijand een vruchteloozen aanval. Van het Oostelijk oorlogster rein meldt de cor respondent van de „-Daily Chronicle dat de Russen in Oost-Pruisen en in Noord-Palen in drie richtingen oprukken. Zij hebben in de eerste plaats verscheidene versterkte dorpen genomen, aio deel uitmaken var. het verdedigingsstelsel in ae Johannisbuilg- sche bosschen, welke de toegangen naar de Ma- 2óerisphe meren van het Zuiden uit Beschermen. Die opmarsch g;aat dus in de richting* van Johan- riisburg. De tweede linie van opmarseh, zuidelijker, lo-opt m de richting van Mlawa. Eindelijk hebben de Russen nog aichter bij de Weichsel Sieipe bezet, dat 40 K.M. ten N. van Plock ligt. Daar gaat hun opmarseh in de rich ting van Thorn. De Duitsche troepen in die buurt hebben tot taak de verbindingslijn van hun hoofd macht te beschermen en te beletten, uat ae Rus sen den Weichsel overtrekken en oen spoorweg tussehen Thorn en Kutno afsnijden i Het is reeds gebleken, dat er groot gevaar bestaat voor een oprukken van de Russen naar VI oca wek. Uit Berlijn wordt gemeld, uat geen verandering in den toestand heeft plaats gehad. Sneeuwstormen belemmeren de '.krijgsverrich tingen. Uit den Kaukasus wordt van rmks'che zijde gemeld Onze in Kaulkasië opoieeienae troepen zetten sinds enkele dagen den verbitterden strijd tegen de Russen, die aanzienlijke versterkingen heb- den -ontvangen, voort. De bevelhebber van het Turksche leger deelt mede, dat de Russen als wilden, optreden en de regelen van het volkenrecht en de beschaving schenden. Hierna volgt dan een opsomming van gruwe len. die door Russische troepen in den KauKasuis zouden bedreven zijn. Zij vallen aan op de veldhospitalen, hakken gewonden in stukken en weigeren wat hun barbanrschheid de kroon opzet de Roode Halve Maan te eerbiedigen, die toch m de Con ventie van Genève als neutraal erkend is. Uit Petersburg wordt gemeld: De slag bij Kara Oergan, die drie dagen lang in een verblindende sneeuwjacht geween heeft, is met onze volkomen overwinning' geëindigd. Het verzet van den Vijand is gebréken en zijn achterhoeden zijn vernietigd. Het overschot van het Turksche in de richting van Erzeroem. De vervolging' duurt voort. vlucht één derde van zijn dossier had gebruik gemaakt en dus nog twee-derde te zijner beschikking had. Na de vruchtelooze pogingen van den gouverneur bij Zijne Eminentie, om het herderlijk schrijven van zoo min mogelijke beteekenis te doen schij nen, gaf de gouverneur-generaal von Bissing het bevel uit, waarin aan de geestelijkheid van het bisdom Mechelen opnieuw werd gelast, het her derlijk schrijven niet te verspreiden. Naar aanleiding van dit schrijven, heeft mgr. Evrard, deken van Brussel, een onderhoud gehad met Z- Era. kardinaal Mercier, met het gevolg, dat, Z. Hoogeerw. aan zijn priesters een brief deed toekomen van den volgenden inhoud „Niettegenstaande het schriftelijk verbod, giste renavond ontvangen, wil Zijne Eminentie, dat lezing van zijn brief gegeven wordt. - Dit schrif telijk verbod is handig, maar valsch. Z. Era. zeide mij„Noch mondeling noch schriltelyk heb ik iets teruggetrokken, noch heb ik iets terugge nomen van de vorige instructies Ik verzet mij tegen het geweld, dat aan myn herderlijk mi- nisterie wordt aangedaan". Ziedaar wat de Kardinaal mij meedeelde. „Z. Em. voegde erbij »Men heeft alles ge daan, om my verzachtingen aan myn brief te doen teekenen. Ik deed het niet. Nu zoekt men mijn geestelijkheid van my at te scheiden door te verhinderen, myu brief te lezen. Ik deed mijn plicht. Mijn geestelijkheid moet weten, of ook zy haar plicht zal doen." de 16) »Kom, kom, zooveel woorden om niets," viel zuster rustig lachend hem in de rede. „De gansche zaak is zoo weinig van beteekenis, dat Eet niet waard is dat wij er woorden om ver liezen. Doch hier ben ik, waar ik wezen moet Hartelijk dank, kapitein, voor uw geleide. Een verzoek nogverontschuldig mijne nalatigheid bij uwe verloofde en zeg haar, dat ik zoodra mogelijk Eet verzuimde zal goed maken." Kapitein Donald zag haar eenige oogenblikken zuchtend aan. Onwillekeurig maakte hij een ver gelijking tussehen hare edelmoedigheid en de ge voelloosheid en de wraakzucht die Alice toonde. Wel twijfelde hij niet aan haar goed hart. maar bet ontstemde en bedroefde hem toch, dat zij niettegenstaande zijne beden zoo hardvochtig in baar plannen van wraak bleef volharden en niet bet minste teeken van tegemoetkoming en betere gevoelens geven wilde. Zuchtend sprong hij te paard en reed naar het Bungalow. Zuster Antoinette scheen met den weg in het paleis goed bekend, want na aan een dienaar ge vraagd te hebben naar de dochter des huizes, begaf zij zich naar een hoogere verdieping, en daar door een groot salon naar het balkon. Een jonge Hindoesche ijlde haar tegemoet. Reeds bij den eersten blik herkende men in haar de her stellende, zoo even van een zware ziekte opge staan. De gang, de houding der sierlijke gestalte was nog wijtelend en onzeker en bleek en inge vallen haar gelaat. Thans liet het sneller-vloeiende bloed door het donkere incarnaat der wangen, het frissche rood eener blijde verrassing door schemeren. „Hoe goed van u, Mem-Sabib, dat gij u Zehma nog herinnert," sprak het meisje, de hand der zuster kussend, sik heb de uren gesteld tot dit oogenblik, waarop ik u mag wederzien." „Het was mij gisteren niet mogelijk u le be zoaken, mijn kind maar heden gold het eerste oogenblik, dat ik vrij had, Ik ben verheugd, dat gij er zoo goed uitzietweldra zult gij geheel hersteld zijn." „Brahma en gij, weest geprezen 1 De booze koorts is heengegaan. Thans gevoel ik mij wel en gelukkig." De zuster nam plaats op het Balkon, dat dooi jalouzieën zorgvuldig tegen de zon beschermd was. Zelima zette zich aau hare voeten neder. „Wie was de subadar, die u hierheen verge zelde, Mem-Sahib vroeg zij. «Het was kapitein Donald, die met Alice Sol- dins verloofd is." „Met die Faringa?.., gevloekt moge zij wezen... BELGIë. KARDINAAL MERCIER. De correspondent van j De Tijd" heeft te Meche len nadere inlichtingen ingewonnen en schrijfto.m. Aangezien Z Em. kardinaal Mercier om voor de hand liggende redenen be-Tist moet weigeren, in deze dagen iemand van de pers, wie dan ook' in zijn vertrekken toe te laten, was het onmoge lijk uit den mond van Z. Em. zelf een aaneen geschakeld verhaal te doen van gebeurtenissen, die nu het aartsbisdom Mechelen hebben plaats gehad. Ik kan echter vaststellen, dat aan Z. Em. Zaterdag 2 Jan. geboden werd in zyn paleis te blijven, en des Zondags 3 Jan. uitdrukkelijk verboden, om zich naar Antwerpen te begeven aangezien Z. Em. zich ter beschikking van den gouverneur moest houden en Mechelen niet mocht verlaten. Officieel is dit verbod tot op heden nog niet opgeheven, al hebben na eenig commentaar de Duitsche bladen het incident voor gesloten verklaard. Ik geloof in den geest van Z.Em. te handelen, indien ik de gebeurtenissen niet vooruitloop en mij voorloopig bepaal tot de mededeeling, dat Z. Em. tijdens het verhoor verklaarde, dat bij aanwijziDg en overtuiging van een enkele ODjuist heid in zijn herderlijk schrijven, zelfs ook maar :n de kleinste bijzonderheid, Z. Em. onmiddellijk bereid zou zijn, deze onjuistheid in het openbaar te herroepen. Ook verklaarde hy tegenover de bewering van Duitsche zijde, als zouden de feiten overdreven zijn voorgesteld, dat hij van slechts De »Echo de Paris" verneemt uit Rome De Pruisische gezant bij den H. Stoel zou den Paus een dossier overhandigd hebben betreflende het incident met kardinaal Mercier. De documenten zouden, zoo wordt uit Duitsche bron beweerd, bewijzen, dat de kardinaal niet in hechtenis ge nomen is, en dat de gouverneur van Brussel zich zou tevreden gesteld hebben met aan kardinaal Mercier een waarschuwing te zendon naar aanlei ding van zijn moedigen herderlijken briel. Z. Em. Kardinaal Mercier en het volkenrecht. In »Van onzen tijd" bespreekt Staatsraad Struy- cken het verband tussehen het herderlijk schrijven van Z. Em. Kardinaal Mercier en het volkenrecht De hoofdvraag blijft dezeheeft België niet reeds door zijne toetreding tot het genoemde tractaat de binnen de daarin omschreven grenzen door het Duitsche gezag te geven bevelen a priori gelegimiteerd Uitteraard wordt die vraag in het herderlijk schrijven, dat niet een velkenrechtelijk betoog, maar eene priesterlijke vermaning en opbeuring wilde zijn, niet in dezen vorm gesteld het trac taat, wordt zelfs niet erin aangeroerd. Toch is het treffend, hoe het door Kard. Mercier gegeven ant woord geheel bevestigd wordt door een onderzoek naar het volkenrechtelijk karakter van het Haag- sche Oorlogsreglement. De regelen van dat Reglement betreffende de verhouding van het militaire gezag tot de bevol- In de donkere oogen der Hindoe was weder voor een oogenblik felle haat te lezen. „Vloekt gij haar, Zelima?" „Vraagt gij dat nog. Mem Sahib Heeft de hoogmoedige u en mij met diep gehoond „En denkt gij daar nog aan, mijn kind vroeg de zuster, op milden, zacht verwijtenden toon. „Ik zal het nooit vergeten, nooit, voordat ik mij gewroken heb. Heb gij dit dan reeds ver „Al reeds lang, en ik dacht dat ook gij reeds 'T? "£-1" riep de Hmdoesehe met sleeiende oogen. aEerst wanneer de trotsche diep vernederd is, eerst dan zal ik met meer aan haar de»Maar dat is onrechtvaardig, om een onbedacht woord haar te haten. Herinnert gij u nog, wat ik onlangs vertelde van ons geloof en het gebod, dat wij ook onze vijanden moeten liefhebben »J,Vfb.rmner ik, MHf d« V«U'. ons niet voor, ook onze vyanden hef te hebben. Oog om oog, deze leer is schooner dan de uwe. „Zelima, kind, gij die zulk een week gemoed hebt, gij kunt onmogelijk instemmen met dit gruwelijk beginsel. Onze leer is zacht en geduldig, zij vordert overwinning en zelftieheersching, maar zij bereidt ook groote bevrediging. Beproef het eens met Alice te vergeven 1... „Gij zijt ,een engel, Mem-Sahib, en kunt u me toornig maken. Ik heb eens gezworenmyte wreken, ik zal dien eed houden als de tijd daar is Maar wat spreken wij over die witte slang, brak zij af, terwijl tegelijk alle haat uit hare trekken verdween. „Vergeet mij, dat ik mijn vader nog niet van uwe komst verwittigde." „Is hij teruggekeerd „Gisteren. Zijne zaken hebben hem zoo ang opgehouden. Hij verlangt vurig u zijn dank te beZehma verliet het balkon. Na eenige oogen blikken schoof zij het voorhangsel weder weg en trad binnen op den voet gevolgd door den grijs aard met den witten baard, den Baboe. „Dat Bhrahma u de volheid van zijn «gen schenken en Wischnu u behouden moge, Mem- Sahib," sprak hij buigend. „Murad Babor voelt zich gelukkig de zon van uw gelaat te mogen aanschouwen en uwe stem te vernemen, die zoeter klinkt dan het gezang van den Boeroeboel. Gij zijt een engel, door Brahma gezonden, om het zware leed der Hindoes te verzachten. Gelijk velen zijner broeders, zoo is ook Murad Babor u onu.t- sprekelijken dank verschuldigd, want gij heb voor hem behouden, wat hij inniger liefheeft dan zijn leven. Laat ik daarvoor mijn hartehjken dank betuigeD, Mem Sahib! „Op zulk een dank heb ik in 't geheel geen aanspraak," onderbrak de zuster hem. »Wat ik deed was een plicht die elk Christen aan iedere beproefde gehouden is te bewijzen.' Wordt vervolgdl- t vil liCi Ug 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 1