Dagblad voor Schiedam Omstreken Gratis Ongevallenverzekering f 1 f| H TWEEDE BLAD. 38ste Jaargang. Zaterdag 23 Januari 1915. No. 11136 OTereeatomstlg od de polis Termeide yoorwaarden, 1 8 IJ IJ Li m Land- en Tuinbouw. Verhalen van den oorlog. Gemengd Aieuws! BureauBoterstraat 50- Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand ct., franco p. post ƒ2.— p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regelHandelsadvertentiën i6 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale, conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. De verzekering wordt levenslange geheelo invaliditeit gewaarborgd door de verlies van een hand, voet of oog Uoilandsehe Algemeene V erzekeringshank. ojy verlies van een duim; gevestigd te Schiedam. "Al verlies van eiken ande ren vinger. Door Mond- en klauwzeer. is (l bestuur v. h. Ned. Landbouwcomité der 6 V°'^ende circulaire gericht aan de Besturen bou ^r°7v'nc'a^e) gewestelijke en plaatselijke Land- bonrWeDi8iDSen> Maatschappijen en Boeren- enOnder leiding vau het Bestuur van het j j er'andsche Landbouw comité werd op 16 Jan. 1 te Utrecht eene sameukomst gehouden met La0 rt V°0r2itte« der Provinciale en Gewestelijke te k°Uwvereen'g'Dgen! Maatschappijen en Boe- c.° °ndea in Nederlanden, ter bespreking van de rculaire van den Minister van Landbouw, Nijver- Afd Handel van 6 Januari j 1. no. 331, 3de ding8''0^' 'ïetre^ende mond- en klauwzeerbestrij- in deze circulaire wordt door den Minister het ^erzoek gedaan, te willen bevorderen dat door het ®reenigingsleven in elke plaats Commissies van ^aa 'zaamheid worden gevormd, d e op zich nemen ^eehouders te wijzen op hunne wettelijke ver achtingen en hun op het hart te binden, dat 8en Waakzaamheid het beste wapen is in den V tegen het mond- en klauwzeer, j e Minister zegt verder op hoogen prijs te stel- 'ndien de landbouwvereenigingen, door krach- medewerking in bovengenoemden zin, de Ükheden in den strijd tegen het mond- en vi Uvvzeer helpen overwinnen, en dat in die pro- bo C'é°' Wear Landbouwuuaatschappijen en Boeren kin 611 deze door onderlinge sameDwer- 8 het beoogde doei trachten te bereiken. het Het plan door eendrachtige samenwerking van het Comité heeft deze op- gaarne aanvaard en meent, om tot erne Uuiforme Fegeli den geheele landbouwvereenigingsleven, de strijd ^gen de gevreesde ziekte aan te binden, vond in be^ Ver®ader'ng algemeene instemming en uit de ^sPrekingen over deze aangelegenheid bleek, da1 k a%®vaardigden allen bereid waren om mede Werken aan de instelling van plaatselijke Com- 'ssies van Waakzaamheid. het Bestuur van het Nederlandsche Land tw-comité werd opgedragen, aan de besturen de Provinciale en Gewestelijke Vereenigingenj aatschappijen en Boerenbonden en van hunne ee'ingen en aan de besturen der plaatselijke of ^rpsvereenigingen, eene circulaire te zenden waarin wijze van samenstelling en de taak der Com- ls«ie van Waakzaamheid nader zouden worden Schreven. dr^ Hestuur van uitvoering te geraken, de navolgende la8 in overweging te moeten geven. Dc samenstelling der Commissies van Waak- eid. In elke stad, dorp of gehucht, waar veehou- rs Wonen, wordt eene Commissie van Waak- anaheid aangesteld. Deze commissie wordt be- ye,ïld door het Bestuur der afdeeling van de ^ereeniging of Maatschappij van den Boerenbond Van de dorpsvereenigii g, ter plaatse gevestigd. in eenige plaats twee of meer Besturen ge- 8t,gd, dan is het hoogst wenschelijk dat deze ^etatnenljjk in gemeen overleg tot de aanstelling ®r Commissie overgaan. Un de veehouders in twee of meer dorpen of 'nchten aangesloten, bij één afdeeling of één °rp8vereeniging. dan zal het wellicht raadzaam in elk dorp of gehucht eene afzonderlijke 0tamissie aan te stellen. Het aantal leden der Commissie wordt vast- ^®steld door het Bestuur of de Besturen aan wien Wie de benoeming is opgedragen. Er zal reke- 8 moeten worden gehouden met de grootte n den kring waarbinnen de Commissie werk- ^.atö zal zijn en met het aantal veehouders dat a°en dien kring gevestigd is. Tot leden der Commissie zullen moeten 0rden benoemd zelfstandige onafhankelijke en 8 rechtschapen menschen bekend staande per- wonende binnen den kring waarin zy Ul'ea werken. Omtrent de taak der Commissie wordt het vol- 8end, Van e gemeld e- Zoodra het mond en klauwzeer de grenzen de medewerking van alle veehouders binnen hun kring gevestigd door hun aandacht te schenken aan alle middelen die de veehouders zelf ter hand kunnen nemen om de uitbreiding der ziekte te voorkomen. 3e. Zij trachten de veehouders te overtuigen dat het noodzakelijk is dat elk verdacht geval terstond aangifte doen en geven hun inlichtingen welke maatregelen zij moeten nemen voor de komst van den veearts. 4e. Zij trachten het markten of verkoopen van besmet of verdacht vee en het vervoer van aller lei van besmette hoeven afkomstige artikelen te voorkomen zoolang daartoe door de bevoegde overheid geen vergunning is verleend. 5e. Zij doen aan de veehouders mededeeling van alle raadgevingen die van regeeringswege worden verspreid en plegen zoo noodig overleg met den Burgemeester van de gemeente. In de circulaire worden tenslotte nog verschil lende wenschelijkheden betoogd. °ns land nadert of'zich het eerste geval heeft Sedaan, treden de Commissies in functie. 2e' He leden der Commissies geven leiding aan Russische recruteering. Een merkwaardigen kijk op den toestand in Rusland geeft het volgende dat in de »Frankf. Ztg." een Duitscher, die aan een handelsschool als leeraar werkzaam is over het Russische leger en de recruteering, schrijft. Het blijft natuurlijk voor de verantwoording van net Duitsche blad. Er zijn ongetwijfeld veel soldalen in Rusland schrijft hij en goede soldaten ook, maar als iemand mij zou willen verzekeren dat Rusland zooveel meer soldaten heeft dan Duitschland, als het in verhouding meek inwoners telt, dan zou ik zoo vrij zijn hem dat tegen te spreken en hem voorhouden wat ik zelf omtrent de Russische re cruteering vernomen en beleefd heb. Op zekeren dag kwam een mijnheer, laat ons zeggen de heer Alexander Bobrikot, om zijn twee zoons als leer lingen voor onze school, een internationale han delsschool, te laten inschrijven. De jongens waren 15 en 13 jaar oud, en moesten in de lijst der leerlingen worden ingeschreven. »Hoe heet je?'' werd den oudste gevraagd. sGregorius Robrikof." »En jij f »Boris Ladoeschof." »Dat is toch niet mogelijk zei ik. Waarom niet mogelijk?" zei heel verwonderd de oude heer Robrikof. »Omdat uw jongere zoon toch geen anderen familienaam kan dragen dan u zelf. Bij den oudste kon dat nog denkbaar zijn, die kon van den eer sten man van uw vrouw zijn." »Poeh," zei de Rus, »mijn vrouw is nooit met een ander getrouwd geweest dan met mij, maar jelui Duitschers zijn toch rare en grappige lui bij ons vraagt nooit iemand naar zoo iets. Ik heb nog een jongeren zoon, die heet Wladimir Loe- belsky.« »Maar waarom dan »Iedere zoon is ingeschreven als eenige zoon en een eenige zoon behoeft geen soldaat te worden.® »En als u nu nog meer zoons krijgt »Wel dan laat ik ze als Amerikaansche of Zwitsersche burgers inschrijven.® »Gaat dat dan maar zoo gemakkelijk nEen stadsklerk is toch zoo'n groote meneer niet, voor honderd roebel schrijft hij wat ik wil.« »Dus dan moeten de zoons van arme menschen, die geen honderd roebel betalen kunnen, voor de rijken soldaat worden »Wat zijn jelui toch rare luiIk moet den arme soep geven en brood als hij honger heeft, of ik moet hem werk geven, maar ik zou mijn eigen zoon soldaat laten worden, omdat de arme man maar niet zou behoeven te dienen Ik zag dat onze conclusies verschillend waren en deed er 't zwijgen toe. Daar was een andere jongen, Ossip Baranofi die na afloop van den schoolcursus naar Rusland terugkeerde. Een jaar later zond hij aan de di rectie van de school zijn einddiploma terug met de mededeeling, dat hij met het oog op zijn aan staanden dienstplichtigen leeftijd zijn naam ver anderd had en nu Ladislaus Tjellakof heette en of hy nu asjeblieft een einddiploma met dien nieuwen naam er op mocht hebben. Ook deze jongen zal ongetwijfeld later gezegd hebben »Die Duitschers zijn toch rare lui I« toen hem zijn oude diploma werd teruggestuurd met de opmerking, dat diploma's slechts werden op gemaakt volgens de naamlijst in de registers der school. Een ander geval. Sasja Zepirof, een flinke, breedgeschouderde jongen van achttien jaar, zat als leerling in de hoogste klasse. Nog een kwar taal en hij zou den cursus geheel hebben afge- loopen. Kort voor de vacantie kwam er een aan- geteekenden brief. Sasja moest dadelijk thuiskomen om zijn dienstplicht te vervullen. Het leek ons wel wat vreemd, maar enfin, hij ging. Na de vacantie schreef pasja, dat hij pas acht dagen na het begin van het nieuwe kwartaal kon komen omdat zijn diensttjjd nog niet voorbij was. Sasja kwam terug en ik vroeg hem, omdat ik me ook voor niet-Duitsche militaire aangelegenheden in teresseer »is het met de militaire zaken in orde »Ja,« was het antwoord. Dat laconieke »Ja« was ik al van de Russen gewoon, maar ik wilde er meer van weten en vroeg dus door »Ben je vrij van dienst gesteld?® »Vrij vroeg hij verwonderd, swel neen 1 Ik heb gediend.® »Maar je kunt toch niet in vijf of zes weken je dienstplicht vervullen Waarom niet? Hier is mjjn paspoort, daar staat in dat ik vijf jaar gediend heb.® Hij liet me het paspoort zien en toen zag ik( dat Sasja in eens zeveu jaar ouder geworden was, dat hij op 20-jarigen leeftijd bij het zooveelste regiment te Tiflis was ingedeeld, dat hij vijf jaar lang tot volle tevredenheid van zijn meerderen had gediend en dat hij als onderofficier was af gedankt. Maar er stond nog iets in het paspoort, namelijk dat Sasja Zepirof een paar juchtleeren laarzen, eigendom van den staat, uit onachtzaam heid verloren had laten gaan en dat hij daarvoor 14 dagen arrest had gekregen. »Dat zaakje zal zeker wel een honderd roebei gekost hebben vroeg ik. sHonderd roebel antwoordde Sasja op een toon, waaruit duidelijk bleek, dat myn gebrek kige kennis van de toestanden in zijn land hem met verbazing vervulde, »eeu districts-comipandant doet zoo iets toch niet voor honderd roebel, het heeft me driehonderd roebel gekost, en dat hin dert me met, dat is de prijs, maar ik ben toch bij een gauwdief terecht gekomen, die me heeft beetgenomen en die me er in heeft laten loopen.« »Hoe dat zoo? Je hebt toch je paspooit?® »Ja, maar die heb ik pas gekregen, nauat ik voor de benoeming tot onderofficier nog vijftig roebel exira betaald had, en toen was hy nog niet tevreden, want toen moest ik voor dat paai laarzen, dat hij er op gezet had, nog twintig roebel schadevergoeding betalen.® Sasja was woedend. Ik lacnte. Die Russen zijn loch grappige lui lO n-der mijnjng van la o p g v a v en. Onlangls 'meldden de Duitsoiie cidnmuniqué's, d:at die Duitschers met groot succes ue loopgraven der Afrikaansche soldaten nabij1 Reims onaermijnd hadden. Een Fransch kapitein, aie in deze loop graven het bevel voerde, beschrijft thans a volgt wat er voorgevallen is. Hij was bezig een rapport te schrijven, toen hij den ine rak kreeg alsof er een aardbeving1 plaats bad. Hij werd plotseling omvergeworpen en met modder b dekt. De kaars, die de loopgraaf verlichtte, werd uitgedoofd. Hij1 haastte zich uit de over dekte gang te kruipen en zag1 dat ongeveer 40 man als 't ware begraven waren. Maat de man schappen van don rechtervleugel hadden geen hinder van de ontploffing ondervonden en wareh geen stap geweken, ofschoon zij' met modder en aarde overdekt waren. Zij begroeven hunne Kameraden, en terwijl zij hiermede bezig waren, begon liet plotse.ing' granaten te regenen. Toen de Kanonnade ophield, verschenen eensklaps 200 Duitschers, die waarschijnlijk dachten, dat geen en'kele Franschman na dit bombardement in leven 'kon gebleven zijn. Zij werden echter ontvangen door een lievig' geweervuur ion waren wel genoodzaakt onder achterlating van vele do-o-den en gewonden op de vlucht te g'aan De Frarrschen verloren 80 man aan oooden en ge wonden. De ontploffing veroorzaakte een gat in den grond met een diameter van 40 yards bij een diepte van 10 yards. De politiehonden aan het f-iont. Het bureau te Mülneim van oe Duitsche Vel eer, igdng van houders van politiehonden, heeft Let volgende bericht ontvangen: ...Het was een donkere nacht, dichte nevel, vóór ons bosch en veld. Boomen lagen op den weg, In het boisch lagen ze door elkaar en van beidt- kanten werden we beschoten. Nu gingen we op den zoek naar, gewonden. Onze bruin^ honden snelden vooruit, en wij zoo snel mogelijk achterna. De dieren kwamen ons reeds weer tege moet. Haastig gingen we met hen mee. Daar lag een klagende en jammerende soldaat, met de pogen opi ons gericht. „Help me kameraad, geef me wat te drinken. Ik heb zoo'n vreeset ijken dorst". Wij gaven den armen man koffie uit ue veld- flesch, die hij giretig uitdronk. Daarna lieten we dragers halen. Nauwelijks was de eene ge-wpnae weggevoerd, of de honden kwamen weer nieuwe gewonden melden. Velen achter elkaar, tat het slagveld afgezocht was. Doodmoe keerden wij in den morgen met onze viervoetige kameraden naar het kamp terug, waar wij onmiddellijk in diepen slaap vielen. Veertien gewpnden, die onze dieren hadaen ontdekt, zouden nooit door de hospitaal soldaten gevonden zijn. In een tweede bericht aan het bureau te Cas- sel, wordt verhaald, hoe de honden ook onge deerde maar van hun troepen afgedwaalde sol daten in den nacht terechtbrengen. Verder wordt dan, verteld, hoe zij gebruikt worden op oen slag veld,, dat door dragers en hospitaalsoldaten reeds was afgezocht. Toch vonden zij nog zeer vele gewonden. In heggen, op bietenvelden en der gelijke spoorden zij nog gedeeltelijk zwaar ge wonde infanteristen op. De sob.aicn zijn dan ook zeer dankbaar1 gestemd jegens ae dieren. Een van hun leiders vertelt: Ik kwam met mijn hond door den tuin van een garnizoenshospitaal. Aan den weg zat een soldaat, die blijkbaar nog ternauwernood van een zware wond genezen was Hij wenkte mij om naar hem toe Ie komen, daar het spreken hem moeilijk valt. Hij beeft een grpot verzoek, zooals hij zegt, hij wilde zoo graag den hond eens streelen, want aan ean van ohze honden had hij zijn leven te danken. Het wa;s' bij Reims, in een dicht kreupelhout. Hij lag met twee kamerraden op voorpost, toen er een shrapnel boven hem barstte. De beide anderen waren onmiddelijk dood, hij alleen in buik en borst getroffen. Uren vergingen, en nie mand kwam. De nacht brak aan en nu had hij alle hoop opgegeven. De arme man za;g een el- lendigen dood tegemoet. Plotseling hoorde hij ech ter een geluid. Twee donkere gedaanten nader den hem. Het waren twee Roodo Kruis-hontiein. Zoo stil als ze gekomen waren, vera wenen ze weer Met dezelfde verstandige trouwe oogen, waarmee nw hond kijkt, hadden ze mij aangezien, sptak hij met tranen in de co-gen. Daarom zou ik dien hond zoo graag willen streelen. De „Panther" naar Marokko. De „N. Arnh. Crt." ontleent eenige brokstukken aan een boek van een vroege ren Duitschcn -pion, zekeren Graves. We lezen daarin p-.a.: „Ook interessant is de wijze, waarop Gra ves:, in samenwerking met een gravin te Monte Carlo de besprekingen van Sir hJward Grey, Deloassé en een Russischen prins weet te volgen en vrij volledig aan zijn bureau te Berlijn le mel den Het blijkt daaruit dat, er sprake jf (vóór 1911) van verbindingen tusschen Frankrijk, Enge land cn Rusland. Er is uit af te leiden, dat bij een eventueelen oorlog Frankrijk *-n Engeiaod waarschijnlijk zullen samenwerken tegen Duitsch land. Wat men in Berlijn toen echter nog niet. wist, was: hoever die samenwerking zou gaan. Keizer Wilhelm wilde dit weten en hij kwam het te weten op een zeer origineere wijze. Het, was in de dagen van de Mar(ïkko-kwestie. Frank rijk en Engte-land schenen Duitschland tot een oorlog' te willen dwingen en ook in Duitschland was een zeer sterke strooming voor den oo-riog. De „Panther" werd naar Marokko gezondenuien verwachtte ieder oogênblik, dat do Engelsi ben of de Franschen een vijandelijke daad tegen hei Duitsche oorlogsschip' zouden plegen, waarop een III W il Mlllim liHIHUIIII by füOHtlü VOor,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 5