voor Schiedam en Omstreken. rnn lie s oUTlo EERSTE BLAD. De Oorlog. Gratis Ongevallenverzekering ft f) fifi 38&te Jaargaiug, Zaterdag 10 April 1915 No. 11201 OTereentomstiE op fle polis Yermelfle yoorwaarta, 1 I (J U U Dit nummer bestaat uit twee bladen en een Geïllustreerd Zondagsblad. Op St. Lid win a's Feest. Bnitenlandsch Nieuws. 50 ct, BureauBoterslraat 50- Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden f50, per week 12 cent, per maand franco p. post f 2.p, kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën 1—6 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. bii (lood by verlies van levenslange 1^ O O f) verlies van geheele #1111 een hand, invaliditeit1 LUU voet of oog8 g U U E I U U duimw De verzekering wordt gewaarborgd door de gollandsphe Algemeene Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam. Hi verlies van eiken ande» ren vinger. Weer is voor het katholieke Schiedam de schoone tijd aangebroken, dat het de gedachte nis zal vieren van het verscheiden uit dit aard- sche leven van zijn schutsheilige St. Lidwina, vooi Wje daarmede het glorierijke tijdperk intrad van haar leven in de eeuwige heerlijkheid, te raidden der Heiligen, voor den troon van God. raig bidden wij Haar nu weer, hare vaderstad e gedenken, voor ons allen Gods zegen te wil- ®n afsmeeken; en zoo gaarne stellen wij ons aar voor, geknield voor den Eeuwigen Vader, §e ijk zij zoo schoon is afgebeeld in haar fraaie kapel, in de kerk van O.L. V. Visitatie. Maar niet enkel door te bidden tot de H. -adwina van Schiedam, mogen hare stadge noten hunne liefde en vereering tot onze Hei ig6 betoonen. Hoe benijdenswaardig zijn wij en oe bevoorrecht boven velen, dat wij ons ver heffen en verheugen mogen in het bezit van een erkende heilige Stadgenoote. Hoe zeer zijn wy gehouden om door meer dan tot Haar te bidden en Hare voorspraak bij God in te roepen vooi ons, ook door geheel ons leven te toonen at wij dit voorrecht waardeeren en het ook eemgszins waardig zijn. Ongetwijfeld verlangt God dit van ons, zooals Hij het verlangde van de tijdgenooten van de H. Lidwina, die, hoewel getuigen van de vele wonderen welke door en °ra onze Heilige geschiedden, toch niet leefden als waardeerden zij die voorrechten, toch blijk baar niet toonden dat zij de zoo duidelijk be merkbare werkingen van God in Zijne smart volle dienares erkenden en met ontzag be schouwden. En God nam hun dit ook kwalijk en wilde hen daarvoor menigmaal bestraffen, doch herhaaldelijk kwam de H. Lidwina tusschen- mhe en wendde de dreigende straffen af, door zichzelve te stellen als verzoenster en zich aan om> door nog méér te lijden, voor de onuiü harer stadgenooten te voldoen. Maar niet altijd vermocht zij daarin te slagen, 6 maat liep somtijds over. En zoo gebeurde 16 dat God besloot aan Schiedam een ramp Vei te zenden, welke aan Lidwina vooraf be- "ene weid gemaakt. Verschillende malen had Z1J ultSeroepen de toorn Gods rust op de stad en ondei het storten van vele tranen verklaarde zij aan hare goede bekenden, dat zij zich aan nstus als zoenoffer had aangeboden maar Deze geweigerd had haar offer aan te ne- len. n op de Yraag wat er gebeuren zou ant- wooi de Lidwina, dat een groote brand Schiedam zou verwoesten, wijl de ongerechtigheid ten top ..aSu gestegen en het uur der straf nabij was a helaas, Gods toorn niet kunnen ontwa penen. Inderdaad brak ook in de maand Juli van et jaar 1428 een vreeselijke brand uit, welke de geheele stad in asch legde. .J3® H' Lidwina was hierover ten zeerste be ha-^ meende te moeten aannemen, dat haai gebed wellicht beter zou zijn verhoord gewor- dJnnfZUlverder was geweest, als zij den Brui- en&ppn 6en ontdecbt hart had aangeboden noe tP mmder bez°i'gden geestzij verweet zich, zich niptV aan hare wenschen te hechten, het aarrif tn°eSZaarn losSemaakt te hebben van in de geloof vf Zb smeekte haar Jezus, haar heid uit te boin^dforff °ngen°egZaam" en niinpn to aar met beleedigingen zooals Hii zelfV81 a 6n' d°°r baar te behandelen zooals Hij zelf eenmaal behandeld was Onaida7nti!dh iW6rd °nmiddel«k verhoord, van Bonrfnni a- Ve!'°Verde flippus, hertog ziine nicht ri 18 °P grond van erfrecht aan XLill' het bezit de van pin tprovmcien betwistte= aan het hoofd garnizoen S 61 ,Ggei de Nederlanden en legde 10? Oef I m verschillende steden. Den MarteWn r' °P den feeatdaS va* de HH. dam waar hre°n Victor'kwam hij in Schie- iJ met groote eerbewijzen werd ontvangen en genoodigd werd op een luisterrijk feest, waaraan al de overheden der stad, en ook de pastoor Jan Angeli deelnamen. Bij het einde van den maaltijd verzochten een viertal Picardiërs, die deel uitmaakten van het huis van den Hertog, aan den pastoor om hen bij die Lidwina te brengen, omtrent wie men hen zooveel wonderbaars had verhaald. De pastoor stemde toe en bracht hen en hunne dienaars in het huisje van de heilige. Doch nauwelijks waren zij binnen, toen zij rumoer begonnen te maken en den pastoor, die hen verzocht weer heen te gaan, beleedigdon en op gemeene wijze beschuldigden zelfs wierpen zij hem achter het kleine altaar, dat in de woning was opgericht ter ontvangst van het Lichaam van Christus, als. de zieke zou cpmmuniceeren. Hij bleef daar, bedroefd en uit het veld gesla gen. „Men kan niets zien hier in dit kot", riep een der onverlaten uit, en hij ontstak een kaars, rukte de gordijnen weg en trok de dekking van het bed en de kleeding van Lidwina, waarop het lichaam, door waterzucht hevig gezwollen, schandelijk werd ontbloottoen begonnen zij te razen, en beleedigden de heilige, door ook haar op lage wijze te beschuldigen. Het nichtje van Lidwina, de kleine Petronella, was getuige van dit tooneeltoen men haar tante aldus ontblootte bleef zij zich niet langer meester en wierp zich vooruit, om haar weer te bedekken. De schurken wilden haar dit be letten, maar zij bood heftigen weerstand. Daar op grepen zij haar op ruwe wijze aan en slin gerden haar tegen de treden van het altaar, met zooveel geweld, dat zij zich ernstig verwondde aan het onderliji en de. nieren en in onmacht viel. Door dit voorval werden de snoodaards nog meer verbitterd. Zij scholden Lidwina en be schuldigden haar, moeder van verscheidene kinderen te zijn, en terwijl hij die de kaars droeg de martelares uitschold en haar toehuilde men gaat IJ ontmaskeren, vuil beest, staken anderen hun vingers in het gespannen vleesch van den buik, welke daardoor open berste. Door drie openingen vloeide nu overvloedig water en bloed uit en' overstroomde het bed. De onverlaten gingen naar buiten om zich de handen te rei nigen, en keerden terug om Lidwina opnieuw te beleedigen. Lidwina, die slechts smartelijke zuchten had geslaakt bij deze martelingen, zag hen aan en zeide eindelijk„Hoe waagt gij het de hand te slaan aan het werk van God en vreest gij niet de straf, welke Zijne rechtvaardigheid u be reidt?" Zij bespotten haar echter nog meer en na een laatsten stortvloed van bedreigingen en beleedigingen, verlieten zij haar. Dadelijk daarop kwam de pastoor te voor schijn en ging uit om hulp te halen. De vrien dinnen van de heilige verschenen zij brachten Petronella weer bij, die zich te bed moest be geven, en zij verbonden de wonden van haar tante en vernieuwden het stroo van haar leger stede, welke met bloed was overstroomd. Den volgenden dag vertrok de hertog naar Rotterdam, zonder iets van dit voorval te we ten. Maar nauwelijks had zijn leger Schiedam verlaten, toen het bericht van den aanslag dooi de geheele stad werd verbreid. Een kreet van verontwaardiging tegen de schavuiten ging op, en de schepenen der stad kwamen tot de zieke, om haar te troosten en te zeggen, dat ook zij naar Rotterdam zouden gaan, om de bestraffing dier lieden te vragen. „Val den vorst om mijnentwil niet lastig, zeide LidwinaGod zal deze misdaad wreken en reeds is de straf der ongelukkigen bepaald. En inderdaad, deze bleef niet uit. Degene die de kaars had gehouden en de heilige zoo gro velijk had beleedigd, werd op het oogenblik dat hij in de haven van Rotterdam belandde, door waanzin aangegrepen. Als een razende holde hij rond over het schip, viel en verbrijzelde zich den schedel. Een andere verviel nabij Zierikzee in vreeselijke, woeste ijlkoortsen en werd neer gelaten in een boot, waar hij eenzaam stieri. De derde, die tot de zeemacht behoorde, werd in een slag tegen de Engelschen gedood, terwijl de vierde, die zich geneesheer noemde, nabij Sluis door een beroerte werd getroffen en van de spraak beroofd. Zijn bediende sprak hem toen over zijn misdaad tegen Lidwina, en ondervroeg hem of hij geen leedwezen daarover gevoelde; hij gaf door teekenen zijn instemming te kennen en overleed. Na zijne begrafenis kwam deze dienaar, die een braaf en godsdienstig man was, naar Schiedam, om in naam van zijn meester aan Lidwina vergeving te vragen; deze werd hem, naar men gelooven kan, gemakkelijk ver leend. Gedurende vele jaren treurde Lidwina over deze. droeve gebeurtenis. Zij weende niet over de wonden welke zij bekomen had, doch over de verdorvenheid van die deugnieten, welke hare gebeden niet hadden mogen reddenook mocht men haar niet beklagen over deze mishandelingen. „Beklaag uzelven, zeide zij eens tot den ma gistraat en andere overheden der stad, die haar weer over het voorval sprakenvrees, want ik zie U bedreigd door een groot, onvoorzien ge vaar. En werkelijk werden zij kort daarop door den Hertog van Bourgondië beschuldigd van verraad, en met onthoofding bedreigd. De H. Engelbewaarder van de H. Lidwina kwam na deze gebeurtenissen tot haar en zeide „Uw Bruidegom heeft U volgens Uw wensch deelgenoote gemaakt aan Zijn H. Lijden, want gij zijt beleedigd, met schaamte overdekt en ontbloot, en gij hebt water en bloed gestort uit Uwe wonden. Acht U gelukkig, mijne zus ter, want de boosheid van die Picardiërs zal V. Van het Westelijk oor 1 o ga t e r r e in wordt uit Parijs gemeld De Engelsche troepen sloegen in den nacht van 7 op 8 April een aanval der Duitschers tusschen Kemmel en Woverghem af. Bij de gevechten bij Eparges, die ons in het bezit van de Duitsche loopgraven stelden, vonden wij dezen vol gesneu velde Duitschers. Bij den strijd in het Bois d'Ailly vielen ons 6 mitrailleurs en 2 bommen werpers in handen. In het bosch van Montmarre, ten Noorden van Fleurey, kregen de Franschen vasten voet in de tot het defensief ingerichte stellingen van den vijand en handhaafden zich daar. Een zeer hevige tegenaanval, den 8sten April, des namiddags om 6 uur, ondernomen, werd door de Franschen af geslagen, die de behaalde voordeel geheel wisten te behouden. Ten Noord-Westen van het bosch vanApaunes werd de kabel van een Duitschen ballon captif door een granaat doorgeschoten. De ballon dreef naar de Fransche linies. Sedert den 4den April hebben de Franschen tusschen de Maas en de Moezel de volgende resul taten bereikt le. De terreinwinst ten Noord-Oosten en ten Oosten van Verdun, over een front van 20 Kilo meters. 2e. Op de hoogten aan de Maas, bij Les Epar ges, veroverden de Franschen bijna de geheele stelling der Duitschers op het plateau, dat Com- bres beheerscht. Zij wisten zich te handhaven, niettegenstaande de talrijke en uiterst verbitterde tegenaanvallen van den vijand. 3e. Meer naar het Zuiden bij St. Mihiel maakte de Franschen zich meester van het geheele Zuid- Westelijke gedeelte van het woud van Ailly, waar de Duitschers zich zeer versterkt hadden en dat zy, ondanks tal van tegenaanvallen niet konden heroveren. In Zuid-Woevre tusschen het bo3ch van Mont- mare en Le Prêtre kwamen de Franschen over een front van 8 K.M. 3 K.M. vooruit en verover den zij de dorpen Freyenhaye en Regnièville. Op al deze punten leden de Duitschers zeer zware verliezen, zooals uit het aantal gesneuvelden, ge vonden bij Les Eparges ten duidelijkste blijkt. Het Duitsche hoofdkwartier meldt Uit het volkomen in elkander geschoten plaatsje Drie Grachten aan de Yser werdeB de Belgen weder verdreven. Twee Belgische officieren, 100 manschappen en twee machinegeweren vielen daarbij in onze handen. Als antwoord op de be- beschieting der achter onze stellingen gelegen plaatsen, werd Reims, waar groote troepen- en batterijenconcentratie geconstateerd werden met brandgranaten gebombardeerd. Ten Noorden van het gehucht Beauséjour en Noord-Oostelijk van Le Mesnill veroverden wij gisteravond verschei dene loopgraven op de Franschen. Twee machine geweren werden buitgemaakt. Twee pogingen van den vijand, gedurende, den nacht ondernomen, om de loopgraven te hernemen, leverden geen resultaat op. In de Argonne mislukte een aanval der Franschen, waarby zij opnieuw van bommen met bedwelmende gassen gebruik maakten. De gevechten tusschen Maas en Moezel duren met toenemende heftigheid voort. De Franschen leden by hunne aanvallen, die weder in het ge heel geen succes hadden, zeer zware verliezen. In de Woevre-vlakte vielen zy des voormiddags en des avonds zonder resultaat aan. Bij verovering van de Maashoogten bij Com bres, brachten zij groote nieuwe troepenmachten in het veld. De aanval op het woud van Selouse, ten Noorden van St. Mihiel, kwam voor onze ver sperringen tot staan. In het bosch van Ailly, maken wij langzaam vorderingen. Ten Westen van Aprenaont, mislukte een aanval der Franschen. Ten Westen van Flirey, mis lukte een aanval der Franschen door ons allerie- vuur. Hier, had ten Noorden en ten Noord-Oos ten van het stadje een verbitterd handgemeen plaats, waarin onze troepen de overhand behielden en den vijand terugdreven. Alle aanvallen der Franschen mislukten op dit punt. Ook in het Bois-le-Prétre wonnen de Franschen geen terrein. Een pogiüg om het alsnog door ons bezette dorp Besanges-la-Chateau-Seline te nemen, werd verijdeld. Op den Sudelkopf werd een soldaat van het Fransche 334ste regiment gevangen genomen, die dum-dumkogels in zijn zak had. Bij den Hartmannsweilerkopf had slechts een artilleriegevecht plaats. Uit het bezette land. De ,XXe Siècle" bericht uit Brussel: Vele priesters en andere burgers zijn gear- resteewl onder beschuldiging van het vertrek der j'nge Belgen naar het leger te hebben verge- Tr.glkktaiijlkt. i Pater Van Bambeke, ae uitmuntende Jesuïet en directeur van die School van Kunsten en Ambachten te Cnreghem, is door Jen krijgs raad tot twee jaar dwangarbeid veroordeeld. Aobé Cuylits', den ijverigen pastoor van Maria Onbevlekt Ontvangen te Cnreghem, is onder heli elfde voorwendsel eveneens anderhalf jaar dwangarbeid opgelegd, welke straf sindJdien aan verscheidene andere leden der geest-lijk heid is beteek end. Van het Oostelijk front wordt uit Weenen officieel gemeld Aan het front in de Oost-Beskiden heerscht over het algemeen rust. In het woud-gebergte zet de vijand zijn aanvallen zonder zijn manschappen te sparen voort in een onophoudelijken stormaan val. Hoopen lijken en gewonden toonen de uit werking van ons geschut. Gisteren zijn 1600 niet gewonde vijanden in onze handen gevallen. Op de overige fronten geen nieuwe gebeurte nissen. Het Duitsche hoofdkwartier meldt Ten Oosten van Kalwarja ontwikkelden zich gevechten, die nog niet beëindigd zijn. Overigens viel er aan het Oostelijk front niets voor. In de Karpathen. De »Lokal-Anzeiger" meldt uit Budapest be treffende bet Karpathenfront het volgendeVan Uszock tot Zboro wordt overal gestreden. Ten noorden van de Uszockerpas staan onze troepen in voortreffelijke stellingen van waaruit de heftigste Russische aanvallen kunnen worden afgeslagen. Sedert den len dezer wordt dagelyks westelijk van Uszock, tusschen den Uszocker-pas en den bergkam van Pupkow gestreden. Aan beide zijden nemen groote troepenmassa's deel aan den strijd Hoewel de Russen voortdurend versterkingen aan voeren, heeft hun optreden weinig succes. Langs medewerken tot aanvulling van de paarlen, welke nog ontbreken aan Uw kroon, gelijk de Heer zelf U die eenmaal heeft getoond.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 1