Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
finn t fijn rr f ik
TWEEDE BLAD.
I
w.
Gratis Ongevallenverzekering
4 La
38ste Jaargang.
Vrijdag 21 Mei 1915.
No. 11235
wilp
K
OTereeitonistig os ie polis Termelde yoorwaarflen.
Het opzeggen van het
Driebondsverdrag door Italië.
auy svp
Vschsfsf.
meJiï/mnW^
mitz/o Momerm
m
Btaten-GeaeraaL
Bureau: Boteratraat 60. Telef. 85- Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden f 1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., tranco p. post f 2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën
1—6 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
De Terzekering wordt
by
levenslange
geheele
invaliditeit
gewaarborgd door
by
verlies van
een hand,
voet of oog
Hoilandsche Algenteene
by verlies
i»y
dood
een duim;
Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam.
I U U een duim1 U U wijsvingerI j (J
bij
verlies van
eiken ande>
ren vinger.
De „Norddeutsche Allgemeine Zeitung" publi
ceert onder het opschrift, de „Opzegging van
het Driebondsverdrag" het volgende artikel:
„Het verdrag van den Driebond bepaalde, dat
een casus foederis tegelijkertijd voor de
drie mogendheden ontstond, wanneer één of twee
der bij het verdrag betrokkenen, zonder directe
provocatie hunnerzijds, door twee of drie groote
mogendheden aangevallen en in een oorlog ver
wikkeld zouden worden. Toen, na den aanslag
van Serajewo, Oostenrijk-Hongarije gedwongen
was om een actie tegen Servië te beginnen, ten
einde aan de voortdurende bedreiging zijner
vitale belangen, door de Groot Servische agitatie
een einde te maken, koos Rusland de zijde van
Servië. En terwijl Duitschland, op verzoek van
den tsaar, nog bezig was om te trachten het
conflict, dat tusschen Weenen en Petersburg
dreigde uit te breken, langs vredelievenden weg
te regelen, mobiliseerde Rusland zijn geheele
militaire macht en ontketende op deze wijze den
wereld-oorlog. De provocatie kwam dus van
Russische zijde. Niettemin meende de Italiaan-
sche regeering, dat een casus foed eris niet
ingetreden was, en voerde tot staving harer
meening het argument aan, dat Oostenrijk-Hon
garije agressief tegen Servië opgetreden was en
daardoor aanleiding tot de interventie van Rus
land had gegeven. Ook voerde zij aan, dat de
Oostenrij ksch- Hongaarsche regeering zich schuldig
gemaakt had aan een schending van artikel 7
van het Driebondsverdrag, daar het Italië niet
in kennis gesteld had van haar plan om Servië
een ultimatum te zenden. Genoemd artikel ver
plicht Oostenrijk-Hongarije en Italië om van te
voren met elkander tot een vergelijk te komen
°ver de wederzijdsche compensaties voor het
§eval, dat zich een der beide mogendheden ge
dwongen zag verandering te brengen in den
status quo op den Balkan, door een tijdelijke
°f blijvende bezetting.
Het beroep op artikel 7 zou gegrond geweest
z»jn. wanneer het Oostenrijk te doen ware ge
weest om een machtsuitbreiding op den Balkan.
Weenen had echter reeds vóór 't uitbreken van
den oorlog te Petersburg en ook te Rome ver
klaard, dat Oostenrijk-Hongarije niet streefde
haar uitbreiding van zijn grondgebied, ten koste
van Servië. Beide oorlogvoerende centrale mo
gendheden zouden derhalve het recht hebben
gehad om de juistheid van de argumenten, welke
door Italië aangevoerd werden, niet te erkennen.
Het het oog op den binnen- en buitenlandschen
toestand van Italië, die verre van gemakkelijk
was, namen zij echter met de verklaring een er
Welwillende neutraliteit, waartoe het verdrag
Italië ongetwijfeld verplichtte, genoegen. En of
schoon artikel 7 slechts betrekking had op com
pensaties, in geval van een machtsuitbreiding
°P den Balkan, verklaarde Oostenrijk zich, niet
temin in principe bereid om met Ijet oog op de
Hi het uitbreken van den oorlog ontstane moge-
Hjkheid eener machtsverschuiving eventueel com
pensaties in overweging te nemen.
Ha den dood van den minister, markies di
an Giuliano, bleek echter meer en meer, dat
lri Italië sterke invloeden aan het werk waren
hha uit de handhaving der neutraliteit nog een
Üzonder voordeeltje, ten koste van de Donau-
hmnarchie te slaan. De Italiaansche regeering
hgon militaire maatregelen te nemen en al
haarmate deze toeneming, stegen ook de eischen
der irrendisten. republikeinen, vrijmetselaars en
ahdere Fransch-gezinde elementen. Spoedig ging
let niet meer om het bezit van Trente, maar
hhi het verkrijgen van nog andere deelen van
e Gostenrijksche erflanden aan de Zuidelijke
grenzen der monarchie.
Als prijs daarvoor, dat Italië de in een hee-
en strijd gewikkelde bondgenooten niet in den
lug zou aanvallen, en geleid door het denkbeeld
odi Italië buiten den oorlog te houden en de
°stenrijksch Italiaansche betrekkingen op een
Nieuwe vriendschappelijke basis te stellen, heeft
eHeiJT0iïupSti'f'
ISEflEfZ
Jmt
n)>7 u \r(iesacff
ula
«TonalcP.
tcenza
wrfsMt.
w.csn
etnona
/nmac
M/rgïïMp-}
y 20 w 60 qo i^tiilorneier
Op dit kaartje is het door Italië betwiste Oostenrijksch gebied aangegeven.
de Duitsche regeering 't niet onbeproefd gelaten
een vergelijk tusschen Oostenrijk Hongarije en
zijn Italiaanschen bondgenoot tot stand te
brengen.
Langzaam werden de onderhandelingen aan.
geknoopt, doch van te voren werden zij reeds
bemoeilijkt door den wensch der Italiaansche
regeering, dat de overeen te komen gebieds-
afstand onmiddellijk van kracht zou worden.
Om den argwaan, die uit dezen wensch sprak,
weg te nemen, gaf de Duitsche regeering den
19den Maart 1915 waarborgen voor de tenuit
voerlegging van de overeenkomsten, onmiddel
lijk na afloop van den oorlog.
Op het eerste bepaalde aanbod van Oosten
rijk-Hongarije, dat einde Maart 1915 gedaan
werd en waarbij reeds het afstaan van het
Italiaansche taalgebied in Zuid-Tiról in uit
zicht gesteld werd, ging de Italiaansche re
geering niet in, maar haar eigen eischen
maakte zij eerst den Hen April aan de Oosten-
rijksche regeering bekend. Deze eischen luid
den als volgt
le. De absolute afstand van Trente, op de basis
van de in 1811 vastgestelde grenzen, d.w.z.
met inbegrip van den ver buitën 't Italiaansche
spraakgebied liggenden oer-Duitschen grond,
met afbakening van de grens, ten gunste van
Italië, aan de Isonzo met inbegrip van Görtz,
Gradiska en Monfalcone
2e. De verandering van Triest, met het ach
terland, tot aan de Isonzo grenzen, benevens
Capodistria en Pirano, in een onafhankelijken
vrijstaatde afstand van de eilandengroep
Curzolari met Lissa, Lesina, Curzolo, Lagosta,
Dazzes en Meleda. Dit alles zal onmiddellijk
worden afgestaan.
De bewoners, die uit deze landstreken af
komstig zijn, en in het Oostenrijksche leger
dienen, zullen onmiddellijk uit het leger ont
slagen worden.
Verder maakte Italië aanspraak op de vol
ledige souvereiniteit van Valona en Saseno
met het achterland en het afstand doen door
Oostenrijk-Hongarije van alle belangen in Al
banië. Daarentegen bood Italië aan, een be
drag in eens van 200 millioen francs te stor
ten, als aflossing van alle verplichtingen en
neemt tevens op zich, gedurende den oorlog
neutraal te blijven. Voor het voldoen aan ver
dere vorderingen, voortspruitende uit artike
7 van het verdrag van den Driebond, wilde
het voor den tijd van een oorlog afzien en ver
wacht hetzelfde van Oostenrijk Hongarije
met betrekking tot de bezetting van Dodeka
nesos.
Ofschoon deze eischen veel verder gingen
dan wat Italië tot bevrediging zijner nationale
verlangens vorderen kon, verbrak de keizer
lijk-koninklijke regeering de onderhandelingen
niet, doch beproefde verder met de Italiaan
sche regeering tot overeenstemming te komen.
De Duitsche regeering deed alles wat in haar
macht stond, om de Italiaansche regeering te
bewegen tot matiging harer aanspraken, in de
aanneming waarvan zij gerechtvaardigde be
langen had en die ook de Oostenrij ksch-Hongaar
sche monarchie zwaar getroffen zouden hebben.
Terwijl de onderhandelingen nog voortduurden
stelde de Italiaansche gezant te Weenen de
Oostenrijksch-Hongaarsche regeering den 4en Mei
onverwacht de verklaring ter hand, dat Italië
het driebondsverdrag met Oostenrijk-Hongarije
door diens optreden tegen Servië in Augustus
van het vorig jaar als verbroken beschouwde.
Tegelijkertijd verklaarde de gezant, dat hij al de
door zijn regeering tot dien datum gemaakte
aanbiedingen terugtrok.
Deze z g. opzegging van het nog tot 1920 loo-
pende verdrag ging dus terug tot de kritieke
Juli-dagen van het vorige jaar en nu in tegen
spraak niet alleen met de welwillende en vriend
schappelijke verklaringen van den koning van
Italië in Augustus 1914 en van de toenmalige
regeering, doch ook met de intusschen door de
tegenwoordige regeering, op grond van art. 7
van het verdrag kunstmatig opgebouwde com
pensatie-aanspraken.
Het moet nog een open vraag blijven, of de
toonaangevende personen in het Italiaansche
kabinet bij deze zwenking een door geheime
afspraken versterkte neiging voor de bondgenoo
ten van Italië volgden, of, dat zij toegaven aan
den druk der openbare meening, welke door het
voortdurend aanvuren van de in vreemden dienst
staande bladen, steeds meer teger. de centrale
mogendheden opgezet was.
Tegenover het Duitsche rijk bepaalde de Ita
liaansche regeering er zich toe, haar in kennis
te stellen van de den 4en Mei in Weenen afge
geven verklaring. v
De laatste poging, om het overloopen van den
bondgenoot naar het vijandelijk kamp te verhin
deren, werd den lOen Mei gedaan met de nog
aanzienlijk verder gaande concessies van Oosten*-
rijk Hongarije en welke de rijkskanselier den
18en Mei in den Rijksdag voorlas.
Tot zoover het geschiedkundig verloop. Vol
gens deze zakelijke uiteenzetting zal geen
groenboek er iets aan kunnen veranderen, dat
wanneer Italië tegen zijn vroegere bondgenoo
ten de wapens opneemt, het zulks doet onder
verbreking van woord en geloofwaardigheid en
tot verkrijging van meerdere macht, welke het
Italiaansche volk vrijwillig was aangeboden,
zonder dat bloed behoefde vergoten te worden."
Het standpunt van Italië vindt men weerge
geven in de rede, gister door den Italiaanschen
minister president Salandra iq de Kamer ge
houden. Wij verwijzen hiervoor naar de rubriek
Buitenland in ons Eerste blad.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag 20 Mei.
De Kanoer gaat in comité-generaal ter behan
deling van de raming der voor de Tweede Kamer
benoodigde uitgaven voor 1916.
Na heropening der zitting, worden de volgende
wetsontwerpen zonder discussie en z.h.st. aange
nomen
Onteigening ten behoeve van spoorweglijnen
van Ter Apel over Winschoten naar Delfzijl en
van Blijham naar Bellingwolde.
toekenning van een renteloos voorschot uit
s Rijks schatkist, ten behoeve van den aanleg van
een spoorweg van Oostvoorne naar Rockanje.
Algemeene bepalingen ten aanzien van de kwade
posten en de onverhaalbare kosten van vervolging
inzake de directe belastingen.
Verleenen van uitstel van betaling van de bij
dragen voor inkoop .voor pensioen van vóór 1
Juli 1912 in zydelingschen Staatsdienst doorge-
braohten diensttijd.
Verhooging van het IVe hoofdstuk der Staats-
begrooting voor 1914 (Subsidiën aan vereenigingen
ingevolge de Kinderwetten).
Bekrachtiging van den onderhandschen verkoop
van een stuk Staatsbouwterrein ten noorden van
het Prins Hendrikkaoaal te Katwjjk aan Zee aan
de Katwijksche bouwvereeniging te Katwijk.
Bestrijding Mond- en Klauwzeer.
Aan de orde zijn de wetsontwerpen tot verhoo
ging van hoofdstuk X der Staatsbegrootingen
1914 en 1915.
De heer de Jong is vol lof over de genomen
maatregelen, die wel duur. maar ook doeltreffend
zijn geweest. Spr. vraagt of de minister op deze
wijze wil voortgaan, ook nu het vee uit de stal
len en in de wei is.
De heer v. F o r e e s t verklaart dat de Hoi
landsche Maatschappij van Landbouw unaniem
van oordeel is dat het afmakingssysteem moet
worden stopgezet. Voor afmaking is spr. wanneer
de gevallen zeer sporadisch zijn. Wanneer echter
dan hier, dan daar gevallen 'uitbreken, acht spr.
het beter het uitziek-systeem toe te passen.
De heer B r u m m e I k a m p zegt dat hij met
den heer Lieftinck vrijwel de eenige was. die bet
afmakingssysteem bestreed. Het doet hem genoe
gen dat de heer v. Foreest zich thans aan zijn
zijde schaart. Spr. is den minister dankbaar voor
ril" verklaring dat ook hij in bepaalde gevallen
het afmakingssysteem wil prysgeven,
f
in n— inrii mi n i i
v.
r*