Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
TWEEDE BLAD.
ibllxcJIO
WRAAK,
Gratis Ongevallenverzekering finnfj
38$te Jaargang
Zaterdag 4 December !9!5
11401
£S H fl TerlleÖ 1
De Advent.
feuilleton.
mreakmitK op de polis rermeMe Toorwaarflei. j y yfj
Liturgie.
Staten-Generaal.
Uit de Pers.
Bureau: Botersn-aai 60. Telef. 85-
Postbus
Abonnementen perS maanden f 1.50, per week 12 cent, per maand
00 ct., franco p. post f 2.— p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent
Be verzekering wordt
4^AiV^rtcS,nVën:./arnill?b!riChuei1 20 ct- Per re6el' Handeisauvertentiën
1—b regels 92 ct elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal
""dee"°g» 35 f' «f- Sp.ci.le condi.ié,
btj
levenslange
geheele
invaliditeit
gewaarborgd door de
toö
verlies van
een hand,
voet of oog
Moilandsche Algemeens
oUi verlies
van
A erzekeringsbank.
een duim
gevestigd te Schiedam
verlies van
eiken ande
ren vinger.
Wij zijn in den Advent, en bereiden ons voor
6rtl bet Hoogheilig Kerstfeest te vieren niet alleen
*^et uitwendige praal en luister, maar ook inwen-
gezuiverd van zonden en ongerechtigheden.
Daarom worden wij in deze dagen telken male
b&ar de woestijn geleid om er de prediking van
eb Boetgezant te vernemen Bereid den weg
es Heeren, maakt Zijn voetpaden recht. Wij
^°rden gewezen op het voorbeeld van den grooten
Prediker, die geen mensch was in zachte kleederen
^''gedost, maar een mensch verstorven en boet-
V8ardig.
Iu deze goede stemming van ernst en boetvaar-
'gheid, wijken onwillekeurig de ijdele verlangens
^aar het wereldsche om plaats te maken toor
e,langens naar den Messias, die redding brengen
awam.
In de 17de eeuw zongen onze voorvaderen
In een zoo duistre nachte,
En uit de wilde zee,
Hoorde ik een bittre klachte,
Vol jammer en vol wee
O wee, o wee erbarming
Riep daar een stemme bang
Verleen o Heer, ontferming I
O Heer, Gij blijft zoo lang.
n de duistere nacbte zagen zij echter in de
j^rte het blijde morgenrood; de Jonkvrouwe
aria, waaruit de Zon der Gerechtigheid zou ge-
°ren worden, en zij zongen
Ave, o blijde Morgen
De Zonne brengt Gij aan 1
't ls met geschrei en zorgen
En doften smart gedaan.
Geloofd, gedankt, geprezen.
Zij God in eeuwigheid
Die u heeft uitgelezen,
En ons den Dag bereid.
,ria, de Moeder van den Verlosser neemt dan
Ook de Lof- en Vespergezangen spreken ons
met bijzondere pieteit van Maria, de uitverkorene
onder duizenden. De schoone LofzangSalve
Regina van Drievuldigheids-Zondag af in onze
kerken gezongen moet plaats maken voor een
andere meer toepasselijk op den Advendtyd. Het
liefelijke »Alma Mater" ruischt door de gewelven
Alma Redemptoris Mater Gelukkige Moeder
des Verlossers, gij, wier machtige voorspraak ons
den Hemel opent, en de klippen dezer onstuimige
wereldzee doet vermijden, help door uwe gebeden
dit volk, dat van zijn val wil opstaan. Gij die,
door een wonderwerk, waarover de natuur ver
baasd gestaan heeft, uwen Schepper gebaard hebt,
zoowel te voren al daarna Maagd blijvende; Gij
die deze groetenis ontvangen hebt uit den mond
van Gabriël, ontferm u over ons zonders.
Waarna de priester aan het Altaar de bekende
oratie zingd»Gratiam tuam eet. Stort Heer
uwe geoade in onze harten enz.
Laten wij als kinderen aan de hand onzer
moeder in dezen H. Tijd van den Advent tot Jezus
gaan, tot Jezus, die 't Heelal behoudt,
Dien voor het eerste morgengoud,
De Vader in zijn gloriekracht,
Aan Hem gelijk heeft voorgebracht.
Smeeken wij in dezen H. Tijd dikwijls tot Hem
met de heerlijke melodie der Kerk^Creator
alme Siderum"
O Schepper aller sterren klaar,
En eeuwig Licht der Christenschaar,
O Jezus, die de wereld redt,
Aanhoor ons nederig smeekgebed.
een ruime plaats in in de Advent-Liturgie.
bn i z°ogenaamde Oratio de Beata in het mis-
afgedrukt op den lsten Zondag in den
yent wordt gedurende dien heiligen tijd dik-
herhaald.
Quatertemper-Woensdag wordt ons bij
^°nde van den profeet Isaiiis verkondigd hoe de
zal ontvangen, en een zoon baren, wiens naam
zal zijn. Het Evangelie van dien dag
q aalt ons het binnentreden van den Engel
r'el in het huisje van Nazareth, en hoe Hij
„„Maria de blijde tijding bracht van het God
lik Moederschap.
P Quatertemper, Vrijdag verbaalt ons het
StoaDge'ie Van ^'en 'lap' boe Maria met haaste op-
008 hare nicht Elisabeth te gaan begroeteD,
(jp6 b« het binnentreden van Maria verlicht door
*ie ^eest bet groote geheim ei kende, en
,P Vanwaar geschiedt bet mij, dat de moeder
Heeren tot mij komt.
119)
vragen scheen hem te gaan vervelen,
ir, i keerde Pierre den rng toe en begon
j0t e Poort heen en weer te loopen, maar de
Vrofhng hield hem nogmaals staande en
lo0r^r weer ój> jsoo vriendelijk mogelijken
ge mij niets meer zeggen, burger?
Neen.
Hoe was zij1 gekleed?
üjc, In het zwart en zij had een pakje bij
flat niet zwaar leek.
Was zij alleen
I\T
in l'ëmaals hervatte de man zijn wandeling
P'OOft en Pierre Lasson oordeelde het
?'?arn. dezen nu niet met verdere vra-
Vv,.rlastig te vallen, want de antwoorden
u stee<Is barscher en daarbij begon de
j_j.. hgm wantrouwend aan te zien.
$n jj keerde naar Jean de Trémazan terug
jde-elde nem den uitslag mede.
spoedig stonden de 'twee vrienden te-
TW1EDE KAMER
Vergadering van Vrijdag 3 December.
V o o i z 111 e r Mr. H. tioemau Boige.-uus.
Te 4.35 uur wordt de openbare vergadering ge
opeDd. Aan de orde is een
regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter stelt voor ook a.s. Dinsdag
avond en Donderdigavond van den volgendeu
week te veigaderen.
Aldus besloten.
De Voorzitter zegt voornemens te zijn ge
weest voor te stellen den spreektijd te zullen be
perken. Al is spr. niet optimistisch gestemd, hij
hoopt toch dat de Kamer zelf overtuigd zal zijn
dat beperkiDg noodig is. Hij zai dus geen
voorstel doen.
üe heer Teenstra vraagt de Kamer verlof
tot den Minister van Landbouw vragen te mogen
richten inzake het mond- en klauwzeer.
In de volgende vergadering zal over dit ontwerp
worden beraadslaagd.
De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag
ochtend elf uur. Dan wordt het comité-generaal
voortgezet.
TIJDELIJKE BEPALINGEN BETREFFENDE
HET VERVOER EN DE NEDERLAGE
1 VAN GOEDEREN.
Blijkens het afd:eelingsversla|gj over bovengen -cmd
wetsontwerp mjeirkten sommige leden op-, dat de
wetten ltic|g|en simdkfcelairijj evenals alle andere wet
ten tb-ebaor-ein tei warden geëerbiedigd en na-geleefd
en Idat, nu de toeneming; der' smokkelarij! aan de
gen-over elkaar en Jean mompelde, meer tegen
zichzelf dan togen Piorrc i
Waar is zij
Ja, waar was zij. de -ongelukkige, zonder
steun, zonder vrienden, zonder familie, die
zich alleen op de wereld waande, omdat zij'
haar vader en haar moeder naar het scha
vot had zien geleiden en niet beter wist, of
haar broeder was omgekomen, toen hij den
voet weer op den grond van Bretagne wilde
zetten.
Waar kon zij nu een schuilplaats zoeken?
Waarvan z-o-u zij nu moeten leven, terwijl
alles wat zij bezeten had, verbeurd was ver
klaard. Kon zij nog naar Bretagne gaan,
dan zou zij daar wel boeren gevonden heb
ben in den omtrek van La Guyonnière, die
haar hadden willen opnemen, diep- met haar
lot begaan.
Gouray zou gaarne zijn huis voor haar
hebben opengesteld.
Thérèse Nollan zou haar als een zuster
hebben welkom geheeten.
Thérèse Nollan?
Die herinnering brandde Jean de Trémazan
als vuur op het hart.
Hij k-on zijn gedachten niet losmaken van
de engelreine trekken van het meisje, van
tiet gelaat, dat door de misdaad van den
broeder, met een doodelijke bleekheid was
orertogen en waarop het stempel der eer-
Rpg©eirin|g aanleiding geeft voorstellen te doen tot
het verscherpen van de maatregelen fot handha
ving der uitvoerverboden, ziji ge-ene vrijheid von
den idaairaa-n hun steun be onthouden. Niettemin
fwaren zij van oordeel, dat verschillende bepalin
gen van dit wetsontwerp we-1 zeer ver giaan Die
bepalingen hebben niet enkel betrekking op de
(artikelen, waarvan dia uitvoer verboden is, maar
op -alle goederen. De toepassing: eter artt. 9 en 10
k;an, ook voior ingezetenen, die zich met smo'kke
len -niet inlaten, zeer veel last veroorzaken en den
eer]ij'k-en handel benadeelen. In den laatsten tijd
Worden honderden soldaten en anderen tot onbe
zoldigd rijksveldwachter aangesteld. Al deze pei-
s-onen zuilen bevoegd zijn de panden -en erven
der ingezetenen binnen te treden, wanneer1 vér-
moeden van overtreden oestaai. Zeds, zal men bij-
rustige hu-rgers d-a hoeveelheid steenkolen of ap
pelen, voor winterprovisie opgedaan, kunnen ko
men opnemen. Volgens art. 9 zal men geen gtoo-
■teren voorraad goederen mogen hebben dan rede
lijkerwijze gieiacht kan worden noodig te zijn voor
huiselijk gebruik of uitoefening van een. bedrijf
in vehband met den normalen omvang van dat
bedrijf en het normaal binnenlandscSi debiet. Of
dit verbod -overtreden is, zal niet altijd ge-makke
lijk zijn uit te maken. Bovendien kan de bepa
ling tot onbillijke toepassing aanleiding, geven, om
dat de tijd somstandigheden vaak aanleiding geven
tot .abnormale uitzetting van r-eiservevooi raden van
grondstoffen v-o-or het bedrijf. Men betwijfelde ver
der, of e-e-n regeling als de voorgestelde we! noo
dig is, aangezien be-t hier geldt nabij de grenzen
gelegen streken, waar de staat van beleg- is afge
kondigd en door het militair ge-zag ter wering van
smokkelarij- verordeningen zijn ->f kunnen w orden
afgekondigd. Ook werd gieyfaa-gd, of niet het smok
kelen kan word-en belet door het maken van een
draadversperring! langls dei grenzen. In elk geval
hoopte men, dat da voorgestelde bepalingen op
milde wijze -zullen worden toegepast.
Andere leden juichten de -indiening- van dit
wetsontwerp toe. De smokkelarij- is in den laat
sten lijd zeer toe-genomen. Daaraan maken zich
zelfe personen schuldig-, die gro-ote en wiustgevien
de 'zaken drijven en van wie reeds hierom derge
lijlk -geknoei niet mocht worden verwacht. Juist
zij, die het meest van het smokkelen profiteeren,
blijven vaak schotvrij. Aan militair ï-n *a aan amb
tenaren van lagieren en ho-og-eren rane worden niet
zelden belangrijke sommen aangeboden, om ben
van hun p-licht af te biengjen.
Men mag: aannemen, dat biji de toepassing, d-er
vo-o-igestelde bepalingen met den n-ooditren taot
gehandeld zal worden. Beperking' van het wetsont
werp tot goederen, waarvan de uitvoer verboden
is, w-are naar de meening dezer leden niet go-
wenscht. In de -eerste plaats zou daa de mogelijk
heid bestaan om buiten medewet-en der admini
stratie gr-oote boieveellbedeo q-oederen in de nabij'-
heid der glrens -op te slaan, teneinde die na uit
vaardiging van een uitvoerverbod uit te voeren,
z-o-odra een prijls-stij-ging' in bet buitenland den
uitvoer buitengewoon vooideelig maakt. Die b'e-
1cos-heid was gedrukt.
Thérèse had Rose lief.
Zij was de vriendin barer jeugd geweest.
Bij haar en den ouden Nollan zou de ongeluk
kige een veilige toevlucht hebben gevonden en
troost jn haar verlatenheid.
Daaraan, twijfelde de graaf niet.
Hij kon den vader en de zuster niet ver
antwoordelijk stellen voor het verraad van dien
ellendigen dokter.
Evenwel, h-oe had Rose buiten de barriè
res van Parijs moeten ko-men, zonder een
paspoort, dat niet voor haar verkrijgbaar
was JS
De schildwacht voor de gevangenis had im
mers gezegd, dat zij de stad nog niet mocht
verlaten.
Jean de Trémazan keek zijn vriend aan.
Voor het eerst sedert Pierre Lasson, om zijn
vriend te volgen, Vaudreuil had verlaten, scheen
hij neerslachtig, mismoedig.
Zijn goed humeur en zijn onbezorgdheid ver
lieten hem een ©ogenblik, om plaats te maken
voor sombere gedachten.
D-at was een tegenslag, waarop hij niet had
gerekend.
Wel is waar, had hij nooit aan liefde ge
dacht vo-or de zuster van zijn schoolkame
raad, zijn boezemvriend, maar hij voelde zich
zoo aan dezen gehecht, dat hij ten vo-lle den
angst deelde, die Jean voor het lot van Rose
perking' werd o-ok om-gewenscht geacht wegena
omstandigheid dat vele goederen nu eens wèj, dan
weder ni-et mogen worden uitgevoerd.
Weliswaar is het militair gezag bevoegd bepa
lingen to-t wering! van smokkelarij vast te stellen,
maar dit is geen reden om de iusschenkcrnst des
wetgevers1 -overbodig te achten. Ilat is gebleken,
dat door militaire autoriteiten verordeningen z-ijin
gemaakt, welke- nu juist niet als modellen van
wetgeving kun nem worden beschouwd Het is trou
wens te verklaren, dat militairen niet in staaf zijn
aan a-ïle eisCh-eti, welke ten aanzien van voorschrif
ten van wetgteive-nden aard gesteld mogen wer
den, te voldoen en hier gtetdt het eene zéér moei
lijke materie- Voo-r het maken ran een draadver
sperring is, naar men meende, gesn voldoende re
den Zonder -electrischen stroom zon dit ook niet
helpen. -
Sommige led-en vroegen, of de aanneming van
dit wetsontwerp niet kan leiden tot intrekking' van
den staat van beleg in bedoeld? streken ter we-
gelijik uit de toelichting' van sommige der desbe
treffende wetten blijkt, is afgekondigd -ter we
ring van smokkelarij-. Anderen meenden, dat, on
danks de aanneming' de'zer wet, bestendiging van
den staat van bel-eig- in bedoelde streken ter we
ring der smokkelarij- nood'g zal blijven
Eeniige leden spraken de hoop uit. dat de tot
standkoming- dezer wet zal leiden tot verminde
ring' van het aantal uitzettingi'-n van personen uit
de in staat van beleg' verkeerondo streken Deze
maatregel kan, al is hij' gerechtvaardigd vo-or de
t "langhebbemden zoo' nadeeiige gevolgen hebben,
dat de straf nietegieëvenredigd is aan de verkeerd
heden waaraan zij' zich schuldig' ma iklen
Eenig-e leden waren van .m-rdoel, dat de in ar
tikel 1 bedoelde- strook te suv' is; althans op be
paalde punten, in verband met de gemakkelijke
verbinding' aan de girms, te smal kan zijp Ge
vraagd werd, of niet aan de- Referring de be
voegdheid ware te geven het bier bedoelde ge
bied, indien noodig', uit te- Lreeden
Met het oog- op het hoog° be Rag' der winsten,
die met smokkelen -g'emaakt kunnen worden, acht
ten sommige leden het noodig' het maximum der
in art 11 bedoeld-ei geldboete op een boozer be
drag dan f 100 te stellen
In de beweegreden en in den titel van het wets
ontwerp komt het woord „nederlae'e voor Som
mige leden meenden, dat dit geen goed Neder-
landsch woord is, al komt het voor in de alglei-
meene wet van 1822 Men gat in overweging lie
ver van „opslag" te spreken Anderen waren van
oordeel, dat -er geen reden is. bezwaar te opperén
legen h-et gebruik van ge me]a woord Aan de
grenzen weet iedereen, wat het beieekent
De Rechterzijde en de Regeering.
„He Tijd" schrijft:
Mg'r dr. No-lens, de voorzitter van de katho
lieke Kamendub, heeft gisteren, sober, gelijk zijn
gewoonte is, dei houding bepaald, welke de
Katholieken tegenover dit Kabinet zullen inne-
sidderen deed.
Hij begreep de smart, de ongerustheid van
Jean en daarbij herinnerde hij zich, hoe
schoon het meisje was, dat hij meermalen
bjf haar ouders op La Guyonnière had ge-
zien, en toen hij naar Parijs ging, de groote
stad, .jvaar mj wist, dat zooveel gevaren
hem zouden bedreigen, had hij er met een
nog onbewust verlangen bij gedacht, dat hij
daar ook die schoone Bretonsche zou weer
zien, dat hij zou helpen haar uit de gevan
genis te bevrijden en dat er dan ook tus-
schen hem en haar een broederlijke genegen
heid zou kunnen bestaan.
Het had niet mogen zijn.
In enkele seconden was die geheele roman
ineengestort. Zij was verdwenen.
Zonder zijn hulp had zij de gevangenis ver
laten en ofschoon zij nu zijn hulp nog zooveel
meer zou noodig hebben, was hij niet bij
machte haar die te verleenen.
Waar en boe zouden zij haar terugvinden?
Jean maakte een wanhopig gebaar en zei
Laten wij heengaan, hier valt niets meer
voor ons te doen.
Vruchteloos zocht hij in zijn geheugen naar
namen van bekenden of landgenoo'en, tot wie
zij zich in haar hulpeloosheid had kunnen
wenden.
Die waren er niet.
LMcortW vertttittdi.
bij
Ook
„v.