Staten-Greneraal. Binnenland. iehtingen te verschaffen omtrent de vraag, onder welke voorwaarden hij geneigd is, vredesonder handelingen aan te knoopen De sociaal-democraat Scheideaian zeide Over vrede moet hij spreken, wiens kracht hem zulks veroorlooft en iedere verkeerde uitlegging als zou dit een teeken vao zwakte zijn, kan in het bewustzijn van onze kracht kalm worden op genomen. Wij keeren ons op besliste wijze tegen allen, die van dezen oorlog een veroveringsoorlog willen maken, maar eveneens verzetten wij ons tegen alle tegen Duitschland en zijn veiligheid gesmede plannen. Van een afstaan van Elzas- Lotharingen willen wij natuurlijk niet weten. Het Duitsche volk wil den oorlog geen dag langer voeren dan noodzakelijk is, om het doel te bereiken. Voor onafhankelijkheid van het land heeft het Duitsche volk alles feil. Wij kunnen openlijk zeggen dat wij den vrede willen omdat het Duitsche volk genoeg en vastbesloten is oek verder huis en haard te beschermen, wanneer de vijanden den vrede nog niet willen. Wij wen- schen, dat de eerste beslissende stap tot het beëindigen van den oorlog van Duitschland uitga. VonBethmann Hollweg antwoordde De interpellatie heeft in het buitenland vrij veel opzien gewekt en over het algemeen verheugde men zich er in. Men wil in den roep om Duit sche vredesvoorwaarden een teeken van vermin dering van de Duitsche kracht of een verstoring van de eensgezindheid van het Duitsche volk zien, Ik hoop en geloof echter, dat de zooeven gehoorde toelichting op de vreugdevolle verwachtingen van den vijand ontnuchterend werken zal. In de woorden van Scheidemann klonk bezorgdheid daarvoor, dat wij de mogelijkheid van een eer volle vre€e uit den weg zouden gaan en redelijke vredesvoorwaarden, die ons gedaan zouden worden, zouden weigeren, alleen, omdat wij alle veroverde landen willen behouden of nieuwe daar aan toevoegen. Maar ik moet erkennen, dat zijn aanwijzing om aan den oorlog een einde te maken en openlijk te zeggen, hoe de Duitscne regeering zich den vrede denkt ais 't ware vanzelf uit de geschiedenis van den oorlog voortvloeit. ^H o o r 11 h o o r 11) 'Wij hebben groote successen, behaald, wij heb ben den vijand successievelijk alles ontnomen, waarop hij zijn hoop had gebouwd. Hadden zij het een ioif andeir, waarop zij hoopten, moeten laten varen, dan klemden zij zich wanhopig weer aan iets anders vast. Moeten pa het ingrijpen v,an Bulgarije in den oorlog', na de groote successen in Servië, ha de opening van den weg, naai den Turk- sihen bondgenoot en de daarmee verbonden bedreiging van de meest gevoelige punten vap het Rritsehe wereldrijk, de vijanden niet meer en meer tot bet inzicht komen, dat het spel voor hen verloren is? Moet niet bij menigeen onder ons, die ziet, dat de oorlog; niet meer in ons nadeel kan uitvallen, de gedachte ,opko> ir.en, waarom nog meerdere otters, waarom biedt de Duitsche regeering: den vrede niet aan? Tot heden is geen onzer vijanden met .vredesvoorstellen bij ons gekomen. Veel meer beschouwen zij het. in hun belang |Ons val- schelijik vredesaan biedingen toe te dichten. Beiden hadden dezeltde oorzaak: n.li een zelf misleiding zonder voorneeid, die wij slechts nog weigeren zouden, wanneer wij met vre desvoorstellen tot hen kwamen in plaats dat zij tot ons komen. (Zeer juist). Wanneer ik over eigen vredesvoorwaarden spreken moet, moet ik eerst mijn aandacht eens wijl den aan de vredesvoorwaarden van den vij and. Onze vijanden stelden zich in het beg[in niets minder tot doel dan de verplettering van Duitschland. In Engeland wilde men voor dit dioel zoo noodig1 20 jaar lang; oorlog voe ren, maar over zulk een langen duuir van den oorlog is men daar infcusschen wat bezorgd geworden. (Vroolijikheid). Maar het eind doel is niettegenstaande al de gebeurtenissen, die in dien tijd hebben plaats' gevonden, bet zelfde gebleven. ik zou echter de vijandelijke regeeringen te na komen, als ik hare eischen zoo ongeveer als bluf beschouwde. Dp toestand ?s toch doorzichtig. Onder protectie der regeeringen beeft men van den eersten dag! af de eigen volkeren misleid en door de verspreiding van allerlei leugenbe- rkhten een lonuitioeibaren haat tegen ons ge zaaid Nu ziet men, dat met dit alles geen over winningen behaald worden .Men heeft tal vtan militaire en diplomatieke nederlagen geleden en men kan niet meer verbergen, dat wij in het Oosten en het Westen diep het vijandelijk ge bied zijn binnengedrongen, ons den weg naar het Zuid-Oosten geopend hebben en waarde vol;:. onderpanden bezitten, maar het „ceterum conse.o", dat Duitschland verwoest moet wor den, moet worden gehandhaafd Men heelt zoo vn*t er op gehoopt, dat men ii:h daarvan niet met) los kan maken. Daarvoor moeten nog' hon derdduizenden naar de sladhtbank gedreven wor den, De nieuwste prikkel voor liet aanwakkeren van de blinde oorlogswoede geldt de hoop op den uitputtinglsoorlog. Dat onze levens.ni.ddelen- v naraden voldoende zijn, dat het slechts aan kant op een juiste verdeeling ervan, daarover sir. wij het allen eens. Een gebied, van Atredht lot Mesopotamië, levert ons het benoodigde. Maar, yoc redeneeren onze v ijanden, moeten wij geen vrede sluiten door gebrek aan levensmiddelen, dan zal het toch moeten gebeuren door gebrek aan grondstoffen. Wij; zijn echter voor langen tijd van al het noodige voorzien. Wat de uitputting aan menscbenmateriaalj belieft, beeft de oorlog to;t heden geleerd, dat 'el aantal het alleen niet doet. Geheel onbe grijpelijk is het, hoe Frankrijk, dat thans de lichting 1917 onder de wapenen roept en de li'.hting 1916 reeds gropiendeeis heeft inge lijfd, van een uitputting van het Duitsche meii- -cbenmateriaal spreken kan. Wij zijn Lij de op roeping van de dienstplichtigen niet zoover gegaan als Rusland en ook niet ais Frankrijk, dat den dienstplicht tot boven het 45e levens jaar heelt uitgebreid. Gezien het aantal weer- plfchtigen, waarover wij nog' beschikken, den ken wij er niet aan, deze grenzen uit te brei den, Onze verliezen zijn niet alleen relatief, maar ook absoluut geringer dan die der Fran- schen. Duitschland heeft 30 millioen meer in woners; onze verliezen kijjn smartelijk, maar wanneer wij voor huis en hof strijden, is niets ons te veel. anneer eenmaal de geschiedenis over den ontzettendsten aller oorlogen zal oordeeien, zal opk 't ontzettend onheil aan 't licht komen, dat onwetendheid en verkeerde voorstelling heb ben aangericht. Zoolang de vijandelijke re,gee ringen zich nogi van alle schuld willen vrijpleiten en de vijandelijke volkeren een zeltae meaning zijn toegedaan, zal elk vredesvoorstel van onze zijde slechts een dwaasheid zijn, die den oor log verlengt. Eerst moeten de mankers val len. Nog voert men een vermetiguigsoorkig tegen ons, met theorieën en vredes u dlatingen komen wij niet verder. Komen onze vijanden .met vrede s- voor stellen, d i,e meid ewaardi gjheid en veiligheid van Dpitsen] and iv.et- e enkomen, dan zullen- w ij[ genegen z ij n die i n ove rw e g i n g te o e rn e n, In het volle bewustzijn van de behaalde niet te ontkennen successen, wijzen wij de verant woordelijkheid voor het voortduren van de el lende, welke Eur.opa en de wereld vervult, van ons af. Men zal niet mogén zeggen, dat wijl den oorlog onnoodig' hebben willen verlengen, om dat wij dit -of dat onderpand nog wilden ver overen. j TV ij bedreigen de kleine volkeren niet en strijden den ons opgedrongen strijd niet, om vreemde volkeren -ander <5ns juk te brengen, maar ter bescherming: van ons leven en onze vri,heid. Vqo,r de Dtuitscte regeering is deze gebleven, wat hij van den aanvang af whs, nl. een verdedigingsoorlog van het Duitsche volk, dat voor zijn toekomst vecht. De oforlog! kan slechts met een vrede eindigen, die -ons, volgens menschelij'ke berekening', zekerheid te gen een herhaling geeft. Daarover zijn wij het allen eens, dat is -onze kracht en dat zal -onze kracht blijven(Levendige bijval.) Na het antwoord van dea rijkskanselier legt Spahn (centrum) namens ai ie partijen, uitge zonderd de interpejlantende volgende verklaring a£: Ook wij wenschen de beëindiging' van den ons opgedrongen oorlog. Wij zijn vol bewondering en dankbaarheid vo-or den onafgebroken zege tocht van onze troepen, die te /.amen met onze dappere Oostenrijk3ch-Iiongaa1sr.be, Bulg-aa-rsche en Turkse he verbondenen succes op succes be halen, hun roemrijke vaandels ver hei vijandelijk land indroegen en zoo juist her. Servische legler vernietigden. Wij vertrouwen op de onwrikbare, tegen alle vijandelijke aanvallen opgewassen en deze in kracht overtreffende positie van onze legers in Oost en West, die ons en onze bondgenoot on tv 11 volmaakt succes waarborgen. (Levendige toe juichingen). W ij zien de ongeschokte economische en fi nancieele kracht van ons volk en ons land, die onze voeding en uitrusting vkdoende waarbor gen Mochten onze vijanden opnieuw zweren, den oorlog vol te houden, wij wachten in vol maakte eensgezindheid, kalme vastbeslotenheid en vertrouwen op God het moge nis ik af, dat de vredesonderhandelingen zal mogelijk maken, waarbij voor altijd de milihiire. economische, financieele en politieke relangan van Duitsch land in hun ganseben omvang en met alle mid delen, inclusief de daartoe noodzakelijke ge biedsuitbreiding, (welke gebiedsuitbreiding1 bie- oo'g't men? Red. N. Sch, Crt.) behartigd moeten weiden. DIT HET VATICAAN. Uit Rome wlordt aan de ,,Msb" geseind: Woensdagmiddag heeft de Paps met het gebrui kelijke plechtige ceremonieel den nieuwen 'kardi nalen, die te Rome waren, Tonti, Mistrangeto, Cagliero en Gusmini de barret opgezet Bij deze plechtigheid waren tegenwoordig de kaf- diriaal-'stnafssecretaris Gasparri, een broeder en neven van den Paus en talrijke uitgeöoiodigden, lander wie delegaties van de diocesen der nieuwe kardinalen Op hef einde richtte kardinaal Tonti tot den Pan? een toespraak, waarin hij1 in naam van zijn collega's, den TI Vader bedankte voor het bewijs van zijn groote welwillendheid, hun ge schonken en verklaarde, dat allen de verplich tingen door htm waardigheid opgelegd, met den gf'-ootsten ijv.er wilden vervullen Ten slotte sprak hij den wensch uit, dat God het werk, door den Paus vo-or het welzijn der Kerk onder nomen, met succes mooht bekronen, en da-t Hijl weldra den vrede over de oorlogvoerende lan den mocht doen nederdalen 'De II Vader herinnerde dan aan de verdien sten van ieder der nieuwe kardinalen en zeide, dat de kardinalen, ook indien zij niet in Rome zijn, steeds met. den Paus moeten vereenigd blijven, evenals de ledematen met het lichaam, en steeds moeten streven om Hem behulpzaam te zijn bij de voltooiing' van zijn jveric Z H besloot deze plechtigheid met het geven van den apostolischen zegen EERSTE KAMER. Zitting van Donderdag 9 December Het wetsontwerp op de zoutaccijns wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De griffier leest het Koninklijk besluit, waarbij de heer P ley te, minister van koloniën, buitenlandsch verlof wordt verleend tot herstel van gezondheid, terwijl de minister van marine, de heer Ram bonnet, hem zal vervangen. De heer Tjarda van Starkenborgh Stachouwer brengt namens de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven van het nieuw- gekozen lid voor N.-Brabant, den heer R. J. A. Diepen, verslag uit. De slotsom strekt tot toelating. De Kamer be slist dienovereenkomstig. De Voorzitter deelt mede, dat het wets ontwerp nopeDS onteigening in de gemeente Veen- dam ten behoeve van een voetbalveld en van een zweminrichting; door den minister van justitie zal worden verdedigd, daar de betrokken minister in de Tweede Kamer is. Het wetsontwerp wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Evenzoo geschiedt mer de wetsontwerpen tot het geven van een suppletoir crediet voor justitie over 1915 ten behoeve van de gestichtsarbeid, tot onteigening ten behoeve van de uitbreiding van de halte Noord-Kraayert, tot goedkeuring van de ruiling vau terrein met de gemeente Rotterdam. Aan de orde is liet wetsontwerp tot verhooging van de justitiebegrooting voor 1915 ten behoeve van de reclasseering van ontslagen gevangenen. De minister van justitie, de heer O r t, weer spreekt nogmaals de bewering, dat de zaak te grootscheeps zou zijn opgezet. Zooveel mogelijk zal worden gebruik gemaakt van de medewerking der bijzondere instellingen, een medewerking, die ten volle is toegezegd. Te leurstellingen zullen wel niet uitblijven, maar de 5-jarige ervaring van de reclasseering doet ver trouwen stellen in de toekomst. Reeds zijn er goede resultaten verkregen en de kosten bleken steeds lager dan de raming. De ondervinding heeft ook geleerd, dat de subsidiën steeds wel besteed bleken. Het wetsontwerp wordt z.h.s. aangenomen. Aan de orde is het wetsontwerp omtrent het aangaan van een door het Rijk gewaarborgde geldleening ten name van de kolonie Suriname met de daarbij behoorende financieele regeling. De minister van marine, wd. minister van ko loniën, de beer Rambonnet, zegt, dat het wetsontwerp is ingediend op verlangen van den minister van financiën, die meende, dat met deze leening gehandeld moest worden geheel als gold het een Nederlandsche. Het wetsontwerp wordt z.h.s.aangenomen. De Voorzitter deelt als zijn voornemen mede, de Kamer den 28sten December om 2 uur weer bijeen te roepen en sluit de vergadering. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag 9 December. Voortgezet werden de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting. Minister Cort van der Linden vangt aan met de bestrijding der meening van den heer Bos, dat de Regeering de eigenlijke roepiDg van de Kamer zou hebben over het hoofd gezien en ver kleind. In de Memorie van Antwoord verklaart de Regeering toch, dat voor een krachtige Re geering noodig is een krachtig Parlement, tegen stelling bestaat niet tusschen Regeering en Kamer inzake het waken voor de volksvrijheden, al zijn er wel Regeeringen geweest, die in dezen hun roeping vergaten. Spr. heeft juist de Grondwets herziening aan de orde gesteld, omdat hij ver trouwen heeft in het volk. Doordat de Ministers zich een groot deel des jaars moeten voorbereiden op allerlei aanvallen op hun beleid, vaak inzake quaesties van betrekkelijk belang vermindert hun lust om iets goeds te doen voor het land. Naar aan leiding van de vergelijkingen door de heeren Bos en Nolens gemaakt, zeide spr., dat als hun ver gelijking wordt doorgetrokken tot de regeering, men zou kunnen zeggenbehandel de dieren met zachtheid. Men moet van de Regeering niet meer vergen, dan men in deze abnormale tijden van baar kan vergen. Spr. ontkent, dat er eenige bedoeling tot ach teruitzetting der Kamer bij de Regeering zou heb ben voorgezeten. Ging de Regeering met de Kamer overleg plegen, dan zou dit den invloed der Kamer slechts verminderen het beste is, de normale verhouding tusschen Kamer en Regeering te bevorderen. Spr. komt nu tot deneutraliteits politiek der Regeering. Zij heeft daarbij kunnen rekenen op den eenstemmigen steun der Staten- Generaal. Wel is er een groep in het land, die een andere politiek wenscht gevólgd, te zien. Maar waar deze groep geen stem in de Staten- Generaal heeft gevonden, is het 't beste bewijs voor den geringen invloed dier groep. Het sterk ste zullen wjj staan, als het volk neutraal is maar gebleken is, dat met regeeringen, die voor bijgaan, minder wordt gerekend dan met volk. Neutraliteit is zeker wel voordeeligin ons volk leven nog andere betere gedachten. De heer Schaper: Bedoelt u oorlogswin sten De Minister: Ik spreek daarvan niet, maar alleen daarvan, dat materieel de neutraliteit het voordeeligst is. Er is echter ook deze gedachte, dat men kan werken aan het in den oorlog zoo droevig geschonden recht. Men kan zjjn sym- pathiën voor een der oorlogvoerenden veilig uiten, maar dit behoeft niet gepaart te gaan met bele diging van het belligerente volk. Men beware zijn onbevangenheid. Ten aanzien van »De Telegraaf" zal spr., na al wat daarover gezegd is, niets meer zeggen onze pers is vrij» doch de rechter zal de wet handhaven, zonder naar rechts of links te zien. Waar buitenlandscbe politiek bij voortduring waakzaamheid eischt, zal een groot deel des volks onder de wapenen moe ten worden gehouden. Overwogen wordt intus- schen, of niet iets gedaan kan worden om den druk te verlichten en zoodra den toestand zulks toelaat, zal een grooter deel der weermacht naar huis gezonden worden. Het vermogen der Regee ring om iets te doen tot beëindiging van den oorlog is zeer gering. De oorlogvoerenden zija eenigszins wantrouwend tegenover ons gestemd en wij moeten wachten tot bij hen het begrip '3 doorgedrongen, dat zij meer gebaat zijn bij vredes onderhandelingen dan bij voortzetting van den oorlog. Wat de bijeenroeping eener conferentie van neutrale staten betreft, zegt spr., dat de Re" geering niets bijeen te roepen heeft. Niet dat de wensch tot samenwerking zou ontbreken, maar omtrent de opportuniteit van zulk een conferenti0 kunnen de meeningen verschillen bij de neutrale mogendheden. Spr. behandelt het economische vraagstuk, waarbij hij 0. a, de uitvoerverboden verdedigt en de denkbeelden van den heer Bos bestrijdt. Be halve uitvoerverboden en consenten, is ook prjjs' zetting noodig. Spr. kornt dan tot de aanbevolen salarisverboo- ging en geeft daarbij tevens het standpunt der regeering aan ten aanzien van een ev. door de Kamer gewenschten duurtetoeslag. De minister bepreekt de volgorde van de be handeling van de groote wetsontwerpen en de kwestie in zake de invoering van de ziekte- eD invaliditeitsverzekering. Spr. komt dan tot het bestand, waarin hij be- betoogt, dat de regeering het niet met politieke oogmerken kan hebben verbroken. Hij zet uiteen, waarom de ingediende wetsontwerpen niet tot eeu scheiding tusschen linker- en rechterzijde behoe ven te leiden. Zoo erg is het buitenlandscbe gevaar niet, dat men zich niet met belangrijke politieke vraagstukken zou kunnen bezighouden' De rechterzijde staat echter geheel vrij tegen over de ontwerpen, omdat de regeering zelfs bij verwerping haar taak zal blijven vervullen, zoo lang zij het vertrouwen van de Koningin en van de Kamer omtrent het algemeene beleid geniet. De minister van financiën verdedig' zich zeer uitvoerig tegen het verwijt, dat hij geen voorziening heeft getroffen in verband met artikel 411 van de invaliditeitswet. Het zou kolossaal veel omslag en kosten hebben veroorzaakt, ver moedelijk voor niets. Spr. verklaart ook in geen enkel opzicht tegen het bestand gehandeld te heb ben. Van de vorige regeering heeft spr. nimmer on- heusch gesproken wel heeft hij het werk dier regeering moeten aantasten. Het feit is niet weg te redeneeren, dat in het toekennen van de ouderdomsrente groote onbillijk- heerscht, die voorziening eischt. Men beweert, da' spreker zich over zijn tegenstanders vernederend heeft uitgelaten, doch voert daarvan geen enkel voorbeeld aan. Integendeel men heeft zich steeds zeer scherp over spreker uitgelaten. Wat de be zuinigingen, hier ter sprake gebracht betreft, in dien spreker wist, dat voor leveranties gelden werden aangenomen, zou hij niet aarzelen tot ont slag van den betrokken ambtenaar over te gaan- Een commissie tot onderzoek zal spreker niet als een vijandige daad "beschouwen. Spreker treedt vervolgens in zeer uitvoerige financieele beschou wingen en berekent, dat het jaar 1915 zal sluiten met een tekort van 34 ii 35 millioen. Voor den oorlogstoestand schat spr. 't tekort, behalve de tekorten op den gewonen dienst, op 'n milliard. Reeds vorige jaren wezen op 'n tekort. Van spre- ker's eerste optreden als Minister van' Financiën, heeft hij gewezen op de noodzakelijkheid van he' dekken der tekorten. Zijn schatting van de nood zakelijkheid van een hoogere opbrengst van f 60.000.000 is eer te matig dan te hoog. Van het oogenblik, dat spr. de overtuiging had. dat men te doen heeft met geregelde tekorten, was het zijn taak in den nood te voorzien, niet door een tijdelijke, doch door blijvende inkomsten. Tegen het woord spoedbestelling heeft spr. min der bezwaar dan de tijdelijke voorzitter van den Ministerraad. Niet toch het Ministerie, doch de omstandigheden schrijven spoed voor. Spr. conclu deert, zonder zich in de werkwijze der Kamer te willen mengen, op den ernst van den toestand te moeten wijzen. Spr.'s parlementaire ervaring hebben hem doen zien, dat de Grondwetsherzie ning gevaar zou kunnen lospen, indien de belas- tingontwerpen voorgingen. Spr. is van zijn eerste optreden in de politiek af een voorstander ge weest van algemeen kiesrecht en indien hij wist dat de Grondwetsherziening anders gevaar zou loopen ging hij liever met zijn belastingontwer- pen de lucht in. Indien spr. wist, dat men ter bespoediging van de zaak een algemeen debat over de financieele politiek zou vermydeo, zou hij er geen bezwaar tegen hebben de grond- slagenwet te laten rusten.Indien de belastingwetten niet in dit jaar worden afgehandeld, zal de Re geering moeten komen met tijdelijke voorstellen- In dit laatste geval zal al sprekers werk op finan cieel en sociaal gebied in de archieven worden opgeborgen. Wat de wijze van dekking van het tekort betreft, de Minister van Financiën staat daartegenover anders dan het kabinet. De heer Lohman noemde het rammelen met de portefeuille bij voorbaat ongewoon. Spr. is het met de kwalificatie eens. Doch de financieele toe stand is ook zoo ongewoon als nog nooit onder een Minister van Financiën voorkwam. De Kamer heeft zich uit te spreken of men wil een blij vende delging van een bedrag van 30 millioen of een tijdelijke dekking. De Regeering heeft met den meesten spoed de financieele wetten ingediend. De verantwoording is thans aan de Kamer. De vergadering wordt verdaagd tot morgen ochtend 11 uur. Peen. De minister van landbouw, njjverheid en han del heeft art. 9 van zjjn beschikking van 6 Oc tober gewijzigd in zoovere, dat de in dat artikel bedoelde exporteurs van grove en van fjjnere peen in plaats van 10 kilogram, 50 kilogram van g0'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 2