Staten-Greneraal.
Binnenland.
iehtingen te verschaffen omtrent de vraag, onder
welke voorwaarden hij geneigd is, vredesonder
handelingen aan te knoopen
De sociaal-democraat Scheideaian zeide
Over vrede moet hij spreken, wiens kracht hem
zulks veroorlooft en iedere verkeerde uitlegging
als zou dit een teeken vao zwakte zijn, kan in
het bewustzijn van onze kracht kalm worden op
genomen. Wij keeren ons op besliste wijze tegen
allen, die van dezen oorlog een veroveringsoorlog
willen maken, maar eveneens verzetten wij ons
tegen alle tegen Duitschland en zijn veiligheid
gesmede plannen. Van een afstaan van Elzas-
Lotharingen willen wij natuurlijk niet weten.
Het Duitsche volk wil den oorlog geen dag
langer voeren dan noodzakelijk is, om het doel
te bereiken. Voor onafhankelijkheid van het land
heeft het Duitsche volk alles feil. Wij kunnen
openlijk zeggen dat wij den vrede willen omdat
het Duitsche volk genoeg en vastbesloten is oek
verder huis en haard te beschermen, wanneer de
vijanden den vrede nog niet willen. Wij wen-
schen, dat de eerste beslissende
stap tot het beëindigen van den
oorlog van Duitschland uitga.
VonBethmann Hollweg antwoordde
De interpellatie heeft in het buitenland vrij veel
opzien gewekt en over het algemeen verheugde
men zich er in. Men wil in den roep om Duit
sche vredesvoorwaarden een teeken van vermin
dering van de Duitsche kracht of een verstoring
van de eensgezindheid van het Duitsche volk zien,
Ik hoop en geloof echter, dat de zooeven gehoorde
toelichting op de vreugdevolle verwachtingen van
den vijand ontnuchterend werken zal. In de
woorden van Scheidemann klonk bezorgdheid
daarvoor, dat wij de mogelijkheid van een eer
volle vre€e uit den weg zouden gaan en redelijke
vredesvoorwaarden, die ons gedaan zouden
worden, zouden weigeren, alleen, omdat wij alle
veroverde landen willen behouden of nieuwe daar
aan toevoegen. Maar ik moet erkennen, dat zijn
aanwijzing om aan den oorlog een einde te maken
en openlijk te zeggen, hoe de Duitscne regeering
zich den vrede denkt ais 't ware vanzelf uit de
geschiedenis van den oorlog voortvloeit. ^H o o r 11
h o o r 11)
'Wij hebben groote successen, behaald, wij heb
ben den vijand successievelijk alles ontnomen,
waarop hij zijn hoop had gebouwd. Hadden
zij het een ioif andeir, waarop zij hoopten, moeten
laten varen, dan klemden zij zich wanhopig weer
aan iets anders vast.
Moeten pa het ingrijpen v,an Bulgarije in
den oorlog', na de groote successen in Servië,
ha de opening van den weg, naai den Turk-
sihen bondgenoot en de daarmee verbonden
bedreiging van de meest gevoelige punten vap
het Rritsehe wereldrijk, de vijanden niet meer
en meer tot bet inzicht komen, dat het spel
voor hen verloren is? Moet niet bij menigeen
onder ons, die ziet, dat de oorlog; niet meer
in ons nadeel kan uitvallen, de gedachte ,opko>
ir.en, waarom nog meerdere otters, waarom
biedt de Duitsche regeering: den vrede niet
aan? Tot heden is geen onzer vijanden met
.vredesvoorstellen bij ons gekomen. Veel meer
beschouwen zij het. in hun belang |Ons val-
schelijik vredesaan biedingen toe te dichten.
Beiden hadden dezeltde oorzaak: n.li een zelf
misleiding zonder voorneeid, die wij slechts
nog weigeren zouden, wanneer wij met vre
desvoorstellen tot hen kwamen in plaats dat
zij tot ons komen. (Zeer juist). Wanneer
ik over eigen vredesvoorwaarden spreken
moet, moet ik eerst mijn aandacht eens wijl
den aan de vredesvoorwaarden van den vij
and. Onze vijanden stelden zich in het beg[in
niets minder tot doel dan de verplettering
van Duitschland. In Engeland wilde men voor
dit dioel zoo noodig1 20 jaar lang; oorlog voe
ren, maar over zulk een langen duuir van den
oorlog is men daar infcusschen wat bezorgd
geworden. (Vroolijikheid). Maar het eind
doel is niettegenstaande al de gebeurtenissen,
die in dien tijd hebben plaats' gevonden, bet
zelfde gebleven.
ik zou echter de vijandelijke regeeringen te
na komen, als ik hare eischen zoo ongeveer als
bluf beschouwde. Dp toestand ?s toch doorzichtig.
Onder protectie der regeeringen beeft men van
den eersten dag! af de eigen volkeren misleid
en door de verspreiding van allerlei leugenbe-
rkhten een lonuitioeibaren haat tegen ons ge
zaaid Nu ziet men, dat met dit alles geen over
winningen behaald worden .Men heeft tal vtan
militaire en diplomatieke nederlagen geleden
en men kan niet meer verbergen, dat wij in het
Oosten en het Westen diep het vijandelijk ge
bied zijn binnengedrongen, ons den weg naar
het Zuid-Oosten geopend hebben en waarde
vol;:. onderpanden bezitten, maar het „ceterum
conse.o", dat Duitschland verwoest moet wor
den, moet worden gehandhaafd Men heelt zoo
vn*t er op gehoopt, dat men ii:h daarvan niet
met) los kan maken. Daarvoor moeten nog' hon
derdduizenden naar de sladhtbank gedreven wor
den, De nieuwste prikkel voor liet aanwakkeren
van de blinde oorlogswoede geldt de hoop op
den uitputtinglsoorlog. Dat onze levens.ni.ddelen-
v naraden voldoende zijn, dat het slechts aan
kant op een juiste verdeeling ervan, daarover
sir. wij het allen eens. Een gebied, van Atredht
lot Mesopotamië, levert ons het benoodigde. Maar,
yoc redeneeren onze v ijanden, moeten wij geen
vrede sluiten door gebrek aan levensmiddelen,
dan zal het toch moeten gebeuren door gebrek
aan grondstoffen. Wij; zijn echter voor langen
tijd van al het noodige voorzien.
Wat de uitputting aan menscbenmateriaalj
belieft, beeft de oorlog to;t heden geleerd, dat
'el aantal het alleen niet doet. Geheel onbe
grijpelijk is het, hoe Frankrijk, dat thans de
lichting 1917 onder de wapenen roept en de
li'.hting 1916 reeds gropiendeeis heeft inge
lijfd, van een uitputting van het Duitsche meii-
-cbenmateriaal spreken kan. Wij zijn Lij de op
roeping van de dienstplichtigen niet zoover
gegaan als Rusland en ook niet ais Frankrijk,
dat den dienstplicht tot boven het 45e levens
jaar heelt uitgebreid. Gezien het aantal weer-
plfchtigen, waarover wij nog' beschikken, den
ken wij er niet aan, deze grenzen uit te brei
den, Onze verliezen zijn niet alleen relatief,
maar ook absoluut geringer dan die der Fran-
schen. Duitschland heeft 30 millioen meer in
woners; onze verliezen kijjn smartelijk, maar
wanneer wij voor huis en hof strijden, is niets
ons te veel.
anneer eenmaal de geschiedenis over den
ontzettendsten aller oorlogen zal oordeeien, zal
opk 't ontzettend onheil aan 't licht komen,
dat onwetendheid en verkeerde voorstelling heb
ben aangericht. Zoolang de vijandelijke re,gee
ringen zich nogi van alle schuld willen vrijpleiten
en de vijandelijke volkeren een zeltae meaning
zijn toegedaan, zal elk vredesvoorstel van onze
zijde slechts een dwaasheid zijn, die den oor
log verlengt. Eerst moeten de mankers val
len. Nog voert men een vermetiguigsoorkig
tegen ons, met theorieën en vredes u dlatingen
komen wij niet verder.
Komen onze vijanden .met vrede s-
voor stellen, d i,e meid ewaardi gjheid
en veiligheid van Dpitsen] and iv.et-
e enkomen, dan zullen- w ij[ genegen
z ij n die i n ove rw e g i n g te o e rn e n,
In het volle bewustzijn van de behaalde niet
te ontkennen successen, wijzen wij de verant
woordelijkheid voor het voortduren van de el
lende, welke Eur.opa en de wereld vervult, van
ons af. Men zal niet mogén zeggen, dat wijl den
oorlog onnoodig' hebben willen verlengen, om
dat wij dit -of dat onderpand nog wilden ver
overen. j
TV ij bedreigen de kleine volkeren niet en
strijden den ons opgedrongen strijd niet, om
vreemde volkeren -ander <5ns juk te brengen,
maar ter bescherming: van ons leven en onze
vri,heid. Vqo,r de Dtuitscte regeering is deze
gebleven, wat hij van den aanvang af whs,
nl. een verdedigingsoorlog van het Duitsche
volk, dat voor zijn toekomst vecht. De oforlog!
kan slechts met een vrede eindigen, die -ons,
volgens menschelij'ke berekening', zekerheid te
gen een herhaling geeft. Daarover zijn wij het
allen eens, dat is -onze kracht en dat zal -onze
kracht blijven(Levendige bijval.)
Na het antwoord van dea rijkskanselier legt
Spahn (centrum) namens ai ie partijen, uitge
zonderd de interpejlantende volgende verklaring
a£: Ook wij wenschen de beëindiging' van den
ons opgedrongen oorlog. Wij zijn vol bewondering
en dankbaarheid vo-or den onafgebroken zege
tocht van onze troepen, die te /.amen met onze
dappere Oostenrijk3ch-Iiongaa1sr.be, Bulg-aa-rsche
en Turkse he verbondenen succes op succes be
halen, hun roemrijke vaandels ver hei vijandelijk
land indroegen en zoo juist her. Servische legler
vernietigden.
Wij vertrouwen op de onwrikbare, tegen alle
vijandelijke aanvallen opgewassen en deze in
kracht overtreffende positie van onze legers in
Oost en West, die ons en onze bondgenoot on
tv 11 volmaakt succes waarborgen. (Levendige toe
juichingen).
W ij zien de ongeschokte economische en fi
nancieele kracht van ons volk en ons land, die
onze voeding en uitrusting vkdoende waarbor
gen Mochten onze vijanden opnieuw zweren,
den oorlog vol te houden, wij wachten in vol
maakte eensgezindheid, kalme vastbeslotenheid
en vertrouwen op God het moge nis ik af, dat de
vredesonderhandelingen zal mogelijk maken,
waarbij voor altijd de milihiire. economische,
financieele en politieke relangan van Duitsch
land in hun ganseben omvang en met alle mid
delen, inclusief de daartoe noodzakelijke ge
biedsuitbreiding, (welke gebiedsuitbreiding1 bie-
oo'g't men? Red. N. Sch, Crt.) behartigd moeten
weiden.
DIT HET VATICAAN.
Uit Rome wlordt aan de ,,Msb" geseind:
Woensdagmiddag heeft de Paps met het gebrui
kelijke plechtige ceremonieel den nieuwen 'kardi
nalen, die te Rome waren, Tonti, Mistrangeto,
Cagliero en Gusmini de barret opgezet Bij
deze plechtigheid waren tegenwoordig de kaf-
diriaal-'stnafssecretaris Gasparri, een broeder en
neven van den Paus en talrijke uitgeöoiodigden,
lander wie delegaties van de diocesen der nieuwe
kardinalen
Op hef einde richtte kardinaal Tonti tot den
Pan? een toespraak, waarin hij1 in naam van
zijn collega's, den TI Vader bedankte voor het
bewijs van zijn groote welwillendheid, hun ge
schonken en verklaarde, dat allen de verplich
tingen door htm waardigheid opgelegd, met den
gf'-ootsten ijv.er wilden vervullen Ten slotte
sprak hij den wensch uit, dat God het werk,
door den Paus vo-or het welzijn der Kerk onder
nomen, met succes mooht bekronen, en da-t Hijl
weldra den vrede over de oorlogvoerende lan
den mocht doen nederdalen
'De II Vader herinnerde dan aan de verdien
sten van ieder der nieuwe kardinalen en zeide,
dat de kardinalen, ook indien zij niet in Rome
zijn, steeds met. den Paus moeten vereenigd
blijven, evenals de ledematen met het lichaam,
en steeds moeten streven om Hem behulpzaam
te zijn bij de voltooiing' van zijn jveric
Z H besloot deze plechtigheid met het geven
van den apostolischen zegen
EERSTE KAMER.
Zitting van Donderdag 9 December
Het wetsontwerp op de zoutaccijns wordt
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
De griffier leest het Koninklijk besluit,
waarbij de heer P ley te, minister van koloniën,
buitenlandsch verlof wordt verleend tot herstel
van gezondheid, terwijl de minister van marine,
de heer Ram bonnet, hem zal vervangen.
De heer Tjarda van Starkenborgh
Stachouwer brengt namens de commissie tot
onderzoek van de geloofsbrieven van het nieuw-
gekozen lid voor N.-Brabant, den heer R. J. A.
Diepen, verslag uit.
De slotsom strekt tot toelating. De Kamer be
slist dienovereenkomstig.
De Voorzitter deelt mede, dat het wets
ontwerp nopeDS onteigening in de gemeente Veen-
dam ten behoeve van een voetbalveld en van een
zweminrichting; door den minister van justitie zal
worden verdedigd, daar de betrokken minister in
de Tweede Kamer is.
Het wetsontwerp wordt zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming aangenomen.
Evenzoo geschiedt mer de wetsontwerpen tot
het geven van een suppletoir crediet voor justitie
over 1915 ten behoeve van de gestichtsarbeid, tot
onteigening ten behoeve van de uitbreiding van
de halte Noord-Kraayert, tot goedkeuring van de
ruiling vau terrein met de gemeente Rotterdam.
Aan de orde is liet wetsontwerp tot verhooging
van de justitiebegrooting voor 1915 ten behoeve
van de reclasseering van ontslagen gevangenen.
De minister van justitie, de heer O r t, weer
spreekt nogmaals de bewering, dat de zaak te
grootscheeps zou zijn opgezet.
Zooveel mogelijk zal worden gebruik gemaakt
van de medewerking der bijzondere instellingen,
een medewerking, die ten volle is toegezegd. Te
leurstellingen zullen wel niet uitblijven, maar de
5-jarige ervaring van de reclasseering doet ver
trouwen stellen in de toekomst. Reeds zijn er
goede resultaten verkregen en de kosten bleken
steeds lager dan de raming. De ondervinding heeft
ook geleerd, dat de subsidiën steeds wel besteed
bleken.
Het wetsontwerp wordt z.h.s. aangenomen.
Aan de orde is het wetsontwerp omtrent het
aangaan van een door het Rijk gewaarborgde
geldleening ten name van de kolonie Suriname
met de daarbij behoorende financieele regeling.
De minister van marine, wd. minister van ko
loniën, de beer Rambonnet, zegt, dat het
wetsontwerp is ingediend op verlangen van den
minister van financiën, die meende, dat met deze
leening gehandeld moest worden geheel als gold
het een Nederlandsche.
Het wetsontwerp wordt z.h.s.aangenomen.
De Voorzitter deelt als zijn voornemen
mede, de Kamer den 28sten December om 2 uur
weer bijeen te roepen en sluit de vergadering.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag 9 December.
Voortgezet werden de algemeene beschouwingen
over de
Staatsbegrooting.
Minister Cort van der Linden vangt aan
met de bestrijding der meening van den heer Bos,
dat de Regeering de eigenlijke roepiDg van de
Kamer zou hebben over het hoofd gezien en ver
kleind. In de Memorie van Antwoord verklaart
de Regeering toch, dat voor een krachtige Re
geering noodig is een krachtig Parlement, tegen
stelling bestaat niet tusschen Regeering en Kamer
inzake het waken voor de volksvrijheden, al zijn
er wel Regeeringen geweest, die in dezen hun
roeping vergaten. Spr. heeft juist de Grondwets
herziening aan de orde gesteld, omdat hij ver
trouwen heeft in het volk. Doordat de Ministers
zich een groot deel des jaars moeten voorbereiden
op allerlei aanvallen op hun beleid, vaak inzake
quaesties van betrekkelijk belang vermindert hun
lust om iets goeds te doen voor het land. Naar aan
leiding van de vergelijkingen door de heeren Bos
en Nolens gemaakt, zeide spr., dat als hun ver
gelijking wordt doorgetrokken tot de regeering,
men zou kunnen zeggenbehandel de dieren met
zachtheid. Men moet van de Regeering niet meer
vergen, dan men in deze abnormale tijden van
baar kan vergen.
Spr. ontkent, dat er eenige bedoeling tot ach
teruitzetting der Kamer bij de Regeering zou heb
ben voorgezeten. Ging de Regeering met de
Kamer overleg plegen, dan zou dit den invloed
der Kamer slechts verminderen het beste is, de
normale verhouding tusschen Kamer en Regeering
te bevorderen. Spr. komt nu tot deneutraliteits
politiek der Regeering. Zij heeft daarbij kunnen
rekenen op den eenstemmigen steun der Staten-
Generaal. Wel is er een groep in het land, die
een andere politiek wenscht gevólgd, te zien.
Maar waar deze groep geen stem in de Staten-
Generaal heeft gevonden, is het 't beste bewijs
voor den geringen invloed dier groep. Het sterk
ste zullen wjj staan, als het volk neutraal is
maar gebleken is, dat met regeeringen, die voor
bijgaan, minder wordt gerekend dan met volk.
Neutraliteit is zeker wel voordeeligin ons volk
leven nog andere betere gedachten.
De heer Schaper: Bedoelt u oorlogswin
sten
De Minister: Ik spreek daarvan niet, maar
alleen daarvan, dat materieel de neutraliteit het
voordeeligst is. Er is echter ook deze gedachte,
dat men kan werken aan het in den oorlog zoo
droevig geschonden recht. Men kan zjjn sym-
pathiën voor een der oorlogvoerenden veilig uiten,
maar dit behoeft niet gepaart te gaan met bele
diging van het belligerente volk.
Men beware zijn onbevangenheid. Ten aanzien
van »De Telegraaf" zal spr., na al wat daarover
gezegd is, niets meer zeggen onze pers is vrij»
doch de rechter zal de wet handhaven, zonder
naar rechts of links te zien. Waar buitenlandscbe
politiek bij voortduring waakzaamheid eischt, zal
een groot deel des volks onder de wapenen moe
ten worden gehouden. Overwogen wordt intus-
schen, of niet iets gedaan kan worden om den
druk te verlichten en zoodra den toestand zulks
toelaat, zal een grooter deel der weermacht naar
huis gezonden worden. Het vermogen der Regee
ring om iets te doen tot beëindiging van den
oorlog is zeer gering. De oorlogvoerenden zija
eenigszins wantrouwend tegenover ons gestemd
en wij moeten wachten tot bij hen het begrip '3
doorgedrongen, dat zij meer gebaat zijn bij vredes
onderhandelingen dan bij voortzetting van den
oorlog. Wat de bijeenroeping eener conferentie
van neutrale staten betreft, zegt spr., dat de Re"
geering niets bijeen te roepen heeft. Niet dat de
wensch tot samenwerking zou ontbreken, maar
omtrent de opportuniteit van zulk een conferenti0
kunnen de meeningen verschillen bij de neutrale
mogendheden.
Spr. behandelt het economische vraagstuk,
waarbij hij 0. a, de uitvoerverboden verdedigt en
de denkbeelden van den heer Bos bestrijdt. Be
halve uitvoerverboden en consenten, is ook prjjs'
zetting noodig.
Spr. kornt dan tot de aanbevolen salarisverboo-
ging en geeft daarbij tevens het standpunt der
regeering aan ten aanzien van een ev. door de
Kamer gewenschten duurtetoeslag.
De minister bepreekt de volgorde van de be
handeling van de groote wetsontwerpen en de
kwestie in zake de invoering van de ziekte- eD
invaliditeitsverzekering.
Spr. komt dan tot het bestand, waarin hij be-
betoogt, dat de regeering het niet met politieke
oogmerken kan hebben verbroken. Hij zet uiteen,
waarom de ingediende wetsontwerpen niet tot eeu
scheiding tusschen linker- en rechterzijde behoe
ven te leiden. Zoo erg is het buitenlandscbe
gevaar niet, dat men zich niet met belangrijke
politieke vraagstukken zou kunnen bezighouden'
De rechterzijde staat echter geheel vrij tegen
over de ontwerpen, omdat de regeering zelfs bij
verwerping haar taak zal blijven vervullen, zoo
lang zij het vertrouwen van de Koningin en van
de Kamer omtrent het algemeene beleid geniet.
De minister van financiën verdedig'
zich zeer uitvoerig tegen het verwijt, dat hij geen
voorziening heeft getroffen in verband met artikel
411 van de invaliditeitswet. Het zou kolossaal
veel omslag en kosten hebben veroorzaakt, ver
moedelijk voor niets. Spr. verklaart ook in geen
enkel opzicht tegen het bestand gehandeld te heb
ben.
Van de vorige regeering heeft spr. nimmer on-
heusch gesproken wel heeft hij het werk dier
regeering moeten aantasten.
Het feit is niet weg te redeneeren, dat in het
toekennen van de ouderdomsrente groote onbillijk-
heerscht, die voorziening eischt. Men beweert, da'
spreker zich over zijn tegenstanders vernederend
heeft uitgelaten, doch voert daarvan geen enkel
voorbeeld aan. Integendeel men heeft zich steeds
zeer scherp over spreker uitgelaten. Wat de be
zuinigingen, hier ter sprake gebracht betreft, in
dien spreker wist, dat voor leveranties gelden
werden aangenomen, zou hij niet aarzelen tot ont
slag van den betrokken ambtenaar over te gaan-
Een commissie tot onderzoek zal spreker niet als
een vijandige daad "beschouwen. Spreker treedt
vervolgens in zeer uitvoerige financieele beschou
wingen en berekent, dat het jaar 1915 zal sluiten
met een tekort van 34 ii 35 millioen. Voor den
oorlogstoestand schat spr. 't tekort, behalve de
tekorten op den gewonen dienst, op 'n milliard.
Reeds vorige jaren wezen op 'n tekort. Van spre-
ker's eerste optreden als Minister van' Financiën,
heeft hij gewezen op de noodzakelijkheid van he'
dekken der tekorten. Zijn schatting van de nood
zakelijkheid van een hoogere opbrengst van
f 60.000.000 is eer te matig dan te hoog.
Van het oogenblik, dat spr. de overtuiging had.
dat men te doen heeft met geregelde tekorten,
was het zijn taak in den nood te voorzien, niet
door een tijdelijke, doch door blijvende inkomsten.
Tegen het woord spoedbestelling heeft spr. min
der bezwaar dan de tijdelijke voorzitter van den
Ministerraad. Niet toch het Ministerie, doch de
omstandigheden schrijven spoed voor. Spr. conclu
deert, zonder zich in de werkwijze der Kamer te
willen mengen, op den ernst van den toestand te
moeten wijzen. Spr.'s parlementaire ervaring
hebben hem doen zien, dat de Grondwetsherzie
ning gevaar zou kunnen lospen, indien de belas-
tingontwerpen voorgingen. Spr. is van zijn eerste
optreden in de politiek af een voorstander ge
weest van algemeen kiesrecht en indien hij wist
dat de Grondwetsherziening anders gevaar zou
loopen ging hij liever met zijn belastingontwer-
pen de lucht in. Indien spr. wist, dat men
ter bespoediging van de zaak een algemeen
debat over de financieele politiek zou vermydeo,
zou hij er geen bezwaar tegen hebben de grond-
slagenwet te laten rusten.Indien de belastingwetten
niet in dit jaar worden afgehandeld, zal de Re
geering moeten komen met tijdelijke voorstellen-
In dit laatste geval zal al sprekers werk op finan
cieel en sociaal gebied in de archieven worden
opgeborgen. Wat de wijze van dekking van het
tekort betreft, de Minister van Financiën staat
daartegenover anders dan het kabinet.
De heer Lohman noemde het rammelen met de
portefeuille bij voorbaat ongewoon. Spr. is het
met de kwalificatie eens. Doch de financieele toe
stand is ook zoo ongewoon als nog nooit onder
een Minister van Financiën voorkwam. De Kamer
heeft zich uit te spreken of men wil een blij
vende delging van een bedrag van 30 millioen of
een tijdelijke dekking.
De Regeering heeft met den meesten spoed de
financieele wetten ingediend. De verantwoording
is thans aan de Kamer.
De vergadering wordt verdaagd tot morgen
ochtend 11 uur.
Peen.
De minister van landbouw, njjverheid en han
del heeft art. 9 van zjjn beschikking van 6 Oc
tober gewijzigd in zoovere, dat de in dat artikel
bedoelde exporteurs van grove en van fjjnere peen
in plaats van 10 kilogram, 50 kilogram van g0'