Dagblad voor Schiedam en Omstreken. f flOO 5 1 IUU t'tOHt'lS WRAAK. De Oorlog. Op den Balkan. 39ste Jaargang. Woensdag 5 Januari 1916. No. 11426 Gratis Ongevallen verzekering feuilleton. mmïiomstu op 4e polis tenelie Toonaarden, Ofltóede berichten. H. Drie Koningen. Buitenlandsch Nieuws. Bureau: Botersu-aal 50, ïeïef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden f 1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., franco p. post f 2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertent 1 nFatmhe benemen 20 ct. per regeiHandelsaavertentiën 16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maai berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. De verzekering wordt bö levenslange geheele invaliditeit gewaarborgd door «li verlies van een hand, voet of oog HoDandsche Algemeene Verzekeringsbank gevestigd te Schiedam 0»j verlies van eiken ande ren vinger. Wegens den Feestdag van H U. DBIE KONIN1JKN zal de NIEUWE SCHIEDAM- SCBE COURANT, Dagblad voor Schiedam, en Omatreken, Oonderdag-avond niet verschijnen. De Hoofdbrug zal wegens reparatie Donderdag na drie uur n.m, voor het scheepvaartverkeer gesloten zijn. Ziet, Wijzen uit het Oosten kwamen naar Jeruzalem. Math. II. tMoet 'n prachtig en indrukwekkend schouw spel zijn geweest die vorstelijke karavaan. Plechtig langzaam bewogen ze zich voort de talryke weelderig uitgedosebte kameelen, met kostbare schatten beladen, door 'n grooten stoet van dienaren begeleid in de felle zon van den Oosterschen middag. En wanneer de avond viel en het bleeke licht der maan de donkere silhou etten afteekende op den grond, kreeg het geheel een nog fantastischer aanzien. En als de nacht donker was en de vuurkorven waren ontstoken wierp de rood-rossche gloed van die zich bewe gende lichten, nu wegstervende, dan eensklaps weer fel oplaaiend, iets tooverachtigs, iets heiligs en geheimzinnigs op die plechtige processie, die stil en statig zich voortbewoog in de eindelooze zandvlakte. En zoo trokken ze voort dagen en maanden, nu in stil gepeins, straks druk gebarend spre kende met elkander over Hem, Wien hun pel grimstocht goldvaudaag jubelend en zingend van verheven vreugd, morgen terneergeslagen en droef om den langen duur en de moeilijkheid van den tocht, maar dan steeds elkaar opbeurend en bemoedigend en troostend, want het vinden van den kleinen Koning was dat alles honderdvoudig waard. En zoo komen ze na vjjf of zes maanden van vreugd en droefheid, van bemoediging en teleur stelling in Judea aan. En God beproeft zijn getrouwen. Want nu ze waren vlak by hun doel, nu alles scheen ;gewon- nen en de belooning hen tegenlachte, toen ze 't meest van gansch hun reis behoefte nadden aan de leiding van het wonderbare licht, was de Ster eensklaps verdwenen Daar stonden ze nu ver van huis, in een vreemd land, terwijl ze de taal van dat land niet verstonden. Maar ze kenden alweer geen ontmoediging, en alsof het de natuurlijkste zaak van de wereld was, trokken ze op naar Jerusalem, de hoofdstad des Ryks. Maar, wat viel het hun tegen Welk 'n bittere ontgoocheling Ze hadden verwacht, dat Jerusa lem in feestdosch zou zijn en alles daar zou jubelen en feestvieren om het pas geboren Ko ningskind. Maar neen, geen vreugdevuren, geen trompetgeschal, geen feesttooi aan de huizen, geen glimlach op iemands gelaat. Alles somber en koud en alledaagsch. Maar wel bevreemding en 141) Dulaurier was zeer gelukkig in zijn beurs speculaties, hij h,ad zich in korten tijd rijk gemaakt en werd nog steeds rijker en nu voelde hij zich hoog vereerd, dat hij ten huize van de grootste 'tooneelspeelster werd ontvangen, ook al vermaakte men zich daar meestal op zijn kosten. Hier te worden toegelaten, met de gast vrouw en haar kennissen te mogen verkee- ren, dat streelde £jjn ijdelheid. De twee vrouwen waren de sterren aan den tooneelhemel van het oogenblik: Annette Lange en Lydie Manon. Zij wareii oprechte vriendinnen, die elkaar niet benijdden, waar onmiddellijk moet bij gevoegd worden, dat de een ook niet den glans der andere kon verduisteren, want An nette Lange had zich aan de ernstige kunst van het Théatre Francais gewijd, terwijl Ly die Manon haar kracht vond in het genre van de operette. Lydie Manon vroeg aan den zanger.: ontsteltenis. En hoe verder ze Jerusalem introk ken, hoe meer de menigte aangroeit en zich ver dringt om hen heen. Geen stad ter wereld Rome misschien uit gezonderd zag zooveel vreemdelingen jaarlijks binnen hare murenmaar zooiets hadden ze nog nooit aanschouwd. Een geheel vreemde stoet, met rijk uitgedoschte knechten en zulke schoone kemelen met de fijnste kostbaarheden bevracht en aan de spits drie vreemdelingen, wier uiterlijk en kleedij en de weelderige tooi hunner lastdieren de aanzienlijke afkomst verried, wat moest dat beteekenen Die stoet op dien tijd van het jaar. En alles getuigde aat ze 'n lange reis hadden gemaaktEn al die kostbaarheden En de mare ging door Jerusalem en dreef al bet volk naar buiten. Wat moesten dezen Van waar kwamen ze? Wat wilden, wat zochten ze? En de toeloop werd al grooter en steeds méér drong de menigte op en voortgaan was niet meer mogelijk. Daar stonden ze nu in hun vreemde kleederdracbt met die nog vreemder klinkende vraag op de lippen, temidden van al dat volk, dat geen eerbied kende, wat trouwens het volk voor vreemdelingen nooit kent en dat hen nieuws gierig aangaapte en belachte. Wat moeten ze wat willen ze? Zij zijn misleid, die dwazen. Was 't wonder, dat die onverwachte komst en die onbekende vraag, zoo stellig door die vreem delingen gedaan ter oore kwam van Herodes. Een koning geboren Waar is die koniag Een mede stander soms van mijn heerschappij En Herodes ontstelde en gansch Jerusalem met hem. En hij riep de opperpriesters en schriftgeleerden bij zich om te vernemen, waar de Christus zou geboren worden. En zij zeiden hem In Bethle hem van Juda. En in stilte ontbood hij de Wijzen by zich en onderzocht nauwkeurig den tijd waarop de Ster hun verschenen was, en huichelend voegde hij hen toe: Gaat naar Bethlehem en zoek daar den pas-geboren Koning. En als gij hem gevonden hebt, boodschapt het ook mij, opdat ik ook kome en Hem aanbidde. 't Was valsch, wat Herodes zeide. Waarom geeft hy hun geen page mee? Waar is dat Bethlehem? En weer overgelaten aan zichzelf gaan ze van Herodes heen. Maar ziet, aan den hemel bevindt zich weer de Ster, die ze in 't Oosten hadden gezien. Eo we begrijpen, hoe ze vooral in deze ure zich verheugden met zeer groote vreugde- En de Ster blijft getrouw en ze gaat hen voor en verlicht hun weg, tot ze staan blijft boven de plaats, waar het Kind was. Doch, wat 'n teleurstelling. Ze waren van verre gekomen, om te vinden een jongen Koning en ze hadden vorstelijke geschenken bij zich en nu worden ze gebracht bij een stal. En haastig en nieuwsgierig stegen ze af en het huis binnengaand vonden ze het Kind met Maria, Zyne moeder. Wat ontgoochelingdaar vonden ze op 'n band- vol stroo 'n gewoon kind en daarnaast; Maria, 'n doodgewone moeder. Maar nu gebeurde er iets, dat toonde dat ze Dus gij gelooft, dat er nog meer gru welen zullen worden gepleegd? Garot antwoordde fluisterend: Ja, er worden geweldenarijen, voorbe reid, waarover zelfs nu, na alles, wat wij al beleefd hebben, nog menigeen versteld zal staan. 't Kookt in de Nationale Conventie. Onze regeerders werpen elkaar beschuldi gingen van wreedheden en plunderingen naar het hoofd, aie gelijktijdig de beschul digers en de beschuldigden onteeren Hij wreef zich in de handen en besloot: Het gaat goed, het gaat goed! 'Nu zijn het niet ïflleen de aristocraten, aie aan de lantaarn gaan, maar ook zij, die hen er aan opgehangen hebben. En met den vinger tegen de lippen gedrukt mompelde hij nog zachter Geduld en geheimhouding, mijn schoe nen. Dulaurier, die met belangstelling de kas sen bewonderd had, naderde hen weer ien vrci g Waar spreekt gij over? Over muziek, mijn waarde, antwoordde Garot. Lydie Manon, die bij het klavier stond, zette zich op een tabouret van vergald hout en zeide: Zing liever wat voor ons, dan over mu ziek te spreken. Een van die liederen, waar waardig waren, door Gods licht te zijn beschenen, ze waren hun uitverkiezing waard, want van hen kon God nu zeggen, dat Hij bij Z'n eigen volk, jn heel Israël, zulk 'n geloof niet had gevonden want nederknielend aanbaden ze Hem. En als ze dan tijd lang den kleinen Jesus in heilige ontroering hebben aanschouwd en begroet als 't Licht der Wereld, openden ze hunne schatten en ofiei den Hem goud, wierook en myrrhe. Aan dit Evangelieverhaal is niets toetevoegen. Hier is onze levensreis volledig geteekend Ook ons verlicht Gods genade. Ook wij zijn op een pelgrimstocht. Ook wij zijn hier om Hem te aanbidden. Ook wij stuiten op verzet en moei lijkheden, maar onversaagd en onverzwakt vol gend waar Gods licht ons heenwijst, zullen ook wjj dat Kind eenmaal vinden met Maria, Zijne moeder en neerknielend Hem aanbidden. M. J. J. Kammeks. Kap. Sigfurd Ibsen over den oorlog. De gewezen minister Sigfurd Ibsen, zoon van Hendrik Ibsen, schrijft in sTidens Tegn" Met dit, meer nog dan met het vorige, Nieuw jaar vertoont de toestand van het oorlogstooneel zich bepaald ten gunste van de middelrijken, dank zij de meesterlijke leidiDg van hun legers Op de binnenste linies zijn zy, in weerwil van hun minderheid in aantal, steeds in den aanval het sterkst geweest, terwijl de verplaatsing van hun troepen nooit een van hun fronten zoo heeft ontbloot, dat er gevaar voor doorbraak ontstond. Daarentegen zijn de entente-mogendheden door loopend in het nadeel gebleven. De Karpathen, de Isonzo, de Dardanellen, Macedonië, Mesopota mië, het zijn zoovele namen voor teleurstellingen. De stilstand in het Westen, nederlagen in het Oosten, misgrepen in het Zuiden, dat is in het verstreken jaar de uitkomst van hun inspanning geweest. Wel heeft de Engelsche vloot de koop vaardij van den vijaud tot staan gebracht en zijn buitenlaridschen handel verlamd, maar het eijren- lyke doel van de afsluiting, nl. de uithongering, moet nu als onuitvoerbaar worden erkend. Wegens gebrek aan geld schijnt de oorlog even min te zullen eindigen. De overvloed van geld is een vau de treffende verschijnselen van dezen oorlog. Ook op militaire uitputting van de mid delrijken valt niet te rekenen. Hun verlies aan menschen en oorlogstuig is onvergelijkelijk vee! geringer dan die hunner tegenstanders. Zij bezitten nog groote vooraden. Daarbij komt, dat zij na de doorbaaak op den Balkan een aanzienlijke ver meerdering van kracht hebben verworven, die nu door verplaatsingen met behulp van de Duitsche oorlogsnijverheid ten volle gebiuikt kan worden. De bewering, dat het in dezen oorlog om de onafhankelijkheid van de kleine staten gaat, ver dient geen woord van weerlegging. De behande- mee gij het publiek in vervoering brengt. Zij tokkelde een inleiding en ging .jfocxrt: Bijvoorbeeld: „Je 't alme tant" uw mees- terstk. Ilij wilde reeds beginnen, maar hot geïm proviseerde concert, werd plotseling onder broken. De bezoekers, die "hier eigen waren, kwa men en gleden als samenzweerders de salons binnen, zonder aangediend te zijn. Weldra waren de salans gevuld met een menigte gasten, allen rijk gekleed, en velen met juweelen getooid. In het gezelschap der rijk en fraai ge- kleede dames merkte men ook ten beeld- schoone Crpoo' lsche op, die later keizerin Jo sephine zou zijn. De heeren hadden de haren licht gepoederd, zij d toegen rokken van allerhande kleuren, kor te broeken en halve laarzen, als jagers, aie uit trekken of officieren in 't veld. Men moest op -alle gebeurtenissen voorbe reid zijn. Wie wist, waar hij eenige uren later zijn zou?Rustig slapend op zjjn bed op de vlucht of in de gevangenis Daar Was met zekerheid niets van te zeg- ling van Griekenland door de entente juist nu, zegt in dit opzicht genoeg. Engeland spreekt van het recht van kleine vol ken. Het moest liever dat van de groote erken nen. Duitschlands ontwikkeling in bevolking en industrie dwong het tot oeconomische en koloniale uitbreidmg. Zich tegen zoo iets te verzetten was een poging om geweld te plegen aan de logica der dingen. De leidende mannen van Engeland meen- deu echter, dat de wereld geen ruimte heeft voor beide mededingers. Daarom werd de Engelsche regeering de ziel van de insluitingspolitiek, die ten slotte tot den oorlog leidde. Intusschen heeft juist de oorlog voor Duitsch- land uitzichten geopend, die rijkere beloften bergen dan het uitzicht op koloniën. Duitschlands innige verhouding tot Oostenrijk-Hongarije en de wapen broederschap van deze twee middenrijken met Bulgarije en Turkije laten de gedachte rijpen van een blijvende aaneensluiting in een Middel Euro- peesch Verbond. Onbetwistbaar zou een zoodanig verbondstel sel alle voorwaarden voor oeconomische zelfge noegzaamheid in zich sluiten, gelijk voor de sterkst mogelyke militaire veiligheid. Wordt dat plan verwezenlijkt, dan zou dat de meestbeteekenende gebeurtenis in den oorlog zijn. Het Middel-Euro- peesche Verbond zou de vierde wereldmacht zijn naast het Britsche Rijk, Rusland en de Veree- nigde Staten van Amerika. Het zou de eerste schrede zijn tot een aaneensluiting van de geheele menscheid. De arrestati.e van de consuls te Saloniki. Naum, de Grieksche gezant, heeft aan Rados- lawof, den Bnlgaarschen minister-president, mede gedeeld, dat Griekenland energiek heeft geprote steerd tegen de gevangenneming van den BulgaarscheD consul te Saloniki en geen krenking van zijn neutraliteit en soevereiniteit meer zal dulden. Radoslawof heeft deze verklaring met tevredenheid in onvangst genomen en de hoop uitgesproken dat Griekenland en Bulgarije vriend schappelijke buren zullen blijven. Uit Parijs wordt gemeld, dat de consuls, die te Saloniki zijn gevangen genomen, bij hun aankomst te Marseille een vrijgeleide naar de Zwitsersche grens zullen krijgen. Het protest van Griekenland. In de nota, door de Grieksche regeering aan de vertegenwoordigers van Engeland en Frankrijk gercht, wegens de gevangenneming der consuls te Saloniki. staat volgens de »Neue Freie Presse" nog: De koninklijke regeering is op grond van haar souvereiniteit gerechtigd, te verlangeD dat onver wijld de noodige bevelen worden gegeven voor de veiligheid van genoemde personen tot hun uitle vering aan de Grieksche autoriteiten. Bovendien is de kon. regeering gerechtigd te verlangen, dat bevelen worden gegeven om de door degealiieer- gen. Om elf uur diende een lakei aan Burgt Danton! Er ging een beweging door de menigte, die ue salons vulde. Aller oogen richtten zich naar de deur en er heerschte een plechtige stilte, toen het ge- geduchte 'lid der Conventie binnentrad. Ilij had een groot hoofd, een breed voor bode] ingedeukten neus, zijn bovenlip was in zijn jeugd gescheurd door don hoorn van een woedenden slier, zijn gelaat was geschon den door de 'pokken en zou afzichtelijk zijn geweest, wanneer er niet een paar vurige go gen in geblonken hadden, terwijl zijn hooge gestalte bestemd scheen om indruk te maken. Zijn forsche schouders schenen er op ge maakt om het gewicht van een wereid te torsen, zijn houding was fier, heel zijn voor komen drukte den ontembaren moed uit van den mas, die steeds recht op zijn doel .af gaat en alle hinderpalen, die hij op zijn \*eg ontmeet, vernietigt. De schoone gustvrouw ging hem tegemoet en verwelkomde hem met vriendschapsbetui gingen. Zij vroeg zijn arm, dien hij haar gelaat aan bood en waarop zij zeer vertrouwelijk leunde, terwijl hij schertsend tegen haar zei: j Wees maar voorzichtig, mijn allerschoon ste, gij zult u ngg in ongelegen hord brengen, want ik hen op weg een verdachte te wor den. - Or,. Aom. Cffiotit vervoi&i}-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 1