Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Gratis Ongevallen verzekering Pi nflf! Paschen. Naar huis. De Oorlog. t htd trir""'en - 39ste Jaargang. Zaterdag 22 April 1916. No. 11516. «3 -iTi'Z't 'k *1H - °el 200 SLT3.- Gfficieele berichten. Toen rrtt IT elde? haaf b0-d- op. dag \Z tLt T f6 &Ure ap go« Buitenlaudsch Nieuws. Tm "TT™1 °p h«l P" W Bureau: Boteratraat 50. - Telef. 85. - Postbus 39. 50 rt bfrLn,Iment?.rr 3 f 1J)0- per week 12 c*nt- Fer maand P* Pos f - P- kwartaal. Afzoncterlgke nummers 2 cent. oTftreeitomstif op de oolu vermelde voorwaarden lllllli. luuyi Advertentifin t—6 regels 92 èt. elke regel daarboven 20 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 40 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage toegezonden. De verzekering wordt gewaarborgd door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam. bij verlies van een wijsvinger; bij verlies van eiken ande ren vinger. BRUIN BROOD-REGELING. maDaktBhi*WESTER YAN Schiedam instructie at' lngevotee de wenschen en NijveSd In 1Minister van Handbouw. deze Gem eert «lu volgende regeling in lo A? e lia 23 dezer zal gelden broodkaart^61 bru,inbr°od' ook dat wat niet op uitsluitend verknjgbaar wordt gesteld, zal build meel en°flin gebakken worden van ónge mogen worden t daaraan 10 geen geval bloem 2o w toegevoegd. klein witteHnr°^d' waai'onder ook is te verstaan gebakken wlrH ena beschuitbollen, mag niet kan worden Het bakken van beschuit 8o nr voortgezet. voor Dartln z?ogenaamd loonbakken door bakkers 4o en wordt verboden, lij n' aflleuuwe broodkaarten moeten persoon- Kerkhnt e Gemeentelijk Broodbureau, Oude leen vpÏ-oI? n aanSevraagd, doch worden al- 1916 nf» aan diengenen die na 1 Januari 5o v geeringsbrood hebben betrokken. rmK-an°0r Zleken en zwakken kan op verkla- strekt w 6en geneesheer wittebrood worden ver- vasme»tomarV00r een controleregeling zal worden welke u 7aarbb de boeveelheid bloem wordt v«f e bakkers mag worden gebruikt, togram gesteld v00r volwassenen op 5 Hec- 21 en voor kinderen beneden 14 jaar op v*4?o m8mm Per h00fd en pei' dag- aaï baar al? I1 eJei? voor dit brood zijn verkryg- Kerkhof' Gemeentelijk Broodbureau, Oude gest°e]dB6md?J.den Minister °P 30 Maart vast- (ongebuiid bminh 8 voor tarwebrood f<XiP"r kiS gehandhaafd op streng de hand wVd^^ouden*16 regeling zal U fM HoSrr Ian Schiedam, W. L. HONNERLAGE GRETfi. REGEERINGS-EIEREN. geeHringHs.e7e'rïn!hekInndeï tl?61? hebben aan re" bun bestellingen eiken W™. "ader aankondiging aan bet Levensmiddelenh 8J?orgen inzenden ensmiddelenbureauOude Kerkhof 4. OPENBARE VERHURING van Wei- en Hooiland en Grasgewas. Burgemeester en Wethouders van Schiedam zyn van voornemen op Woensdag 26 AprilI916, ^ASpRTT°ugenS lü, uur' in bet gebouw MUSIS - u aan Lange Haven te Schiedam in het openbaar te verhuren: eenige aan de Gemeente behoorende perceelen Wei- en Hooiland, gelegen in het Zuidergors en in West Frankeland en eenige perceelen grasgewas. De huurvoorwaarden zijn verkrijgbaar ter Ge meente-Secretarie, (afd. A.) en bij den aanvang aer .verhuring in het gebouw „MUSIS SACRUM". Sc hi edam, 15 April 1916. Burgemeester 't-n ethuuders vo;>; noeind De Secretaris, De Burgemeester. V SICKENGA. M. L. HONNERLAGE GREfE ABRIEK DER GEMEENTE SCHIEDAM Grof Geklopt on Ct' per HX- Gruis an a-fgehaald van f u per H.L. mei, fabnek thuisgebracht 5 ct. DE DIRECTEUR. 1 e d a m, 22 April 1916. Paschen kan niet blij genoeg worden ingehaald Reeds de ontluikende natuur doet de paasch- stemming over ons komen. Dat eerste geluid en die eerste teekenen van nieuw leven begroe ten we als een lang weggebleven zegen, met dubbele blijdschap. De kille sneeuwbuien én doodschheid van den winter zyn voorgoed voor- y en het minste teeken van eersten groei het onnoozelste spruitje aan de takken is ons hef. De zwoele voorjaarslucht waait er over heen Er is opstanding, er is leven. Daar was een donkere achtergrond, een strijd om vry te komen, 'n stille, onhoorbare worste ling om uit den, dooden dorren winter op te staan. En nóg draagt de natuur de teekenen van haar lijden aan de dorre takken, aan den grauwen verkleumden grond, aan het verdorde gras. Maar nu leeft ze weer, ze leeft weer als overwinnaar, die met blyschap haar wonden toont. Paschen is opstanding. Pa&hen is leven. En t is met het leven van den Kersttijd, niet het argelooze leven van het Kindeke in de Kribbe jong en van geen zorgen wetend, dat de toekomst tegenlacht. Paschen heeft den achtergrond van droeven stryd, van Kruis en van dood. Maar straks lost zich dat alles op in één jubel: t is wanneer de Emmaüs gangers den geheimzinmgen medewandelaar hebben binnen- genood en hem herkenden aan het breken des broods; wanneer de gewaande 0ovenier Maria's wei, dat hem nog van mij scheidde De hooitijd was al voorbij dus kon het geen kwaad voor K' toluiteloos. SW i! in een rivie* te «w 1 f** het af' na^ bosschm «an TAi T »ts» cr heette, waarvan wijTel di konl5 T d«idend ï't 6den zffn noS blein en onb^ 1 konden mtko- die H«rol de rivier b» TO|Wtend naam fluistert en zij hem aanroept als haar Heer; wanneer de vrouwen den steen zien af gewenteld en de gedaanten in witte kleederen half verwijtend vragen„Wat zoekt gij den levende bij de dooden". Het is leven, al leven, leven de wieken klep pend boven graf. dood pn smaad. Het leven na dood en lyden, het leven dat gekneveld was en ia losgebroken, gebonden was en is vrijgeworden) het leven der overwinning, de paaschmorgen na den nacht. Paschen I Neen, na den dood van Christus heeft niet alles gezwegen, de steen heeft nier voor goed alles bedekt en afgesloten, dat goddelyk leven en die goddelijke liefde bleven niet begra. ven voor altoos. Wél had Caifas van Hem gesproken als van een doode, die zijn mislukt leven geëindigd had aan een kruis. Jerusalem's dochteren hadden over Hem ge weend als om een weerlooze, slachtoffer van een sterkeren vyand. Geen kleine schare had zich rond Hem ge schaard om Hem in den. dood der schande, om Hem in zijn weerloos ondergaan te roemen als Profeet, machtig in woorden én werken, nie mand had in Hem, met den doornekroon op 't hoofd een 'Koning herkend. Hij was heenge gaan met zijn lijden, zonder de heerlijkheid van een Verlosser en Zaligmaker. Maar 't kon niet anders of Hij moest ingaan tot zijn heerlijkheid. De profeten hadden het voorzegd. Hij zelf had het getuigd. Hij moest Opstaan uit dat donkere ryk en zijn volk be houden. En zie op Paschen is die voorspelling wer kelijkheid geworden. Op Paschen werd de heilige wet van lijden en opstanding een heer lijke openbaring van 't geen Gods wil was en weg met zyn Gezant en Gezalfde. Onze weg ligt tusschen Jerusalem en Emmaüs. Wij praten met elkander. Wij hebben het sa men over lijden en smart, over de ongenade der tijden en dat het zoo geheel anders gaat dan we dachten en wenschten. „Morgen zal hét beter zyn", meenen we, „maar met dat al is het reeds de derde, de vierde en wie weet wel ke dag, dat al deze dingen over ons kwamen". Wij spraken over het kwaad, dat er is in de wereld, over de boosheid en de ergenissen, de ontevredenheid en bitterheid rondom ons, en zie, een stem naast ons, misschien die van 't gebed, van een prediking, van een boek of van een vriend, maar toch altoos van Christus zegt waarom ik weer in deze vallei ben gekomen." „Waarjcxm zegtt u „weer"? vroeg ik. „Omdat", zoo antwoonlde hij; vriendelijk, „zoo dikwijls mijri weit hét mij toelaat, ik altijd weer hetzelfde doe. Ik g|a met den trein uit Dieppe het Seine- dal im, sthp uit aam het station, waar ik ook de ©erste maal ben uitgestapt, en ik wandel over r1'~ door naar het dal van de ,s eri Europa dioh nb e;—16 kathedralejl van Weinig ^nth00*W staat, zoeken er een bfech zat Ult te teeken», kwam nog Klein en out» 1 mm beven Mn'g^T i?"" i Wl - var' ooo park. Eure, hopende dat ik weer op hetzelfde pad Ik zei hem den naam. flii f~ pa^ dopende dat rk wem- op netzeime pao en zei, dat. 'hij weer verkLrf hoofd zal terechtkomen en in dezelfde stemming; zal Ik vroeg hem wat hij bedoeld^? gerakeln> maar het gebeurj nooit. n«7nnm KoUcj.fl de.» toen ginS by „Welk pad en wat voor stemming?" vroeg ik. antwoordde hij ge- ons, dat alle waarachtig leven bovennatuurlijk jeven is en dat dit bovennatuurlijk leven ons door en in Christus gewordt en uit nacht en dpod verryzen moet. Onverstandigen en tragen van harte, zoo we het niet verstaan. Laat ons geen veroordeelhebben tegen de smart en tegen de beproeving. Want de levens zegen sluiten ze niet uit en ze doen ons geen kwaad,'maar ze hebben haar heerlijkheid en haar kroon, Hoevelen zijn uit het lijden opge staan en hebben zelfzucht en trotsche levenslust gebroken gezien en zijn inplaats vay lichtzinnige wereldlingen, stille arbeiders en weldoeners ge worden, met een teerheid, die hun een nieuw leven gaf. Hoevelen zijn uit den nacht van zonde opge staan, die eerst schade leden aan de ziel, waar van de H. Schrift zegt, dat het winnen van de gansche wereld het niet vergoeden kan. Zóó komt de ziel uit het lijden en door het lou terende vuur van berouw tot het waarachtige leven en tot haar glorie. Zie, dat is de heerlijkheid, die de Verrezen Christus zich op de arme dwalende wereld ver worven heeft, dat Hij tot het waarachtig leven brengt, wat uit de diepte de hand naar Hem reikt. Dat hij ons 't Kruis en lijden heeft Wren liefhebben hier op aarde en voor de toe komst de onsterfelijke hoop in het hart heeft gelegd: „Ik weet, dat myn Verlosser leeft, „dat ik zal opstaan uit mijn graf en in mijn „vleesch mijn God zal zien." Paschen is opstanding, Paschen is leven. fin met de ontluikende natuur rondom ons en de lange historie van Christus achter ons beloven ook wijIk zal opstaan uit de dooden en Christus zal over mij lichten M. J. J. KAMMERS. Kap. AAN HET WESTELIJK FRONT. Bij Verdun. Het Fransch communiqué van gister luidt: Ton Westen van de Maas zetten de Franscbe troepen hun gisteren begonnen aanvallen op de streek bij Morl-Homme in den loop; van den nacht voort. De Franschen veroverden daarby nog pen loopgraaf aan den Noordelijken zoom van het Bois des Caurettes en namen 4 officie- vaa 'ito knieën en het licht vil T Vaa *iin hoofd maakte ik P Jt T" toch A- p' by een ver- i ik. vertelde mij het volgende avontuur- „Laat ik u eerst wat vragen", begon hij. „Is u er altijd zeker van, dat een ding er werLiijk ion i u «ar nii een v»r ïr '^Tw beu lk a"yd zeker van", antwoordde toch achter den rug had Rit w! a ste% en vast b wn EngeJsehe toerist, een i Hv zuohtte en Png ^ort: „Kan u u iemand n« in die omvevino voorstellen, die denkt dat er iets .Dat zal ik u vertellen", tltddig; „maar u heeft dat straxs zqo ruw ge zegd over' die werkelijkheid." En hij zuchtte. Hij nam nu zijn stok, bracht dien vuor zijn ktiieën en hield hem met de handen aan weers kanten van zijd knieën vast. Zoo in elkaar ge doken zittende, begon hij zijn verhaal opnieuw. „Het was tien jaar geleden, en ik was zwaar °P v,„ JezeHde kle„ '«e„dige„ d,^ it J» jnpak, gevlekt bruin. en f'f men ie lten vmd' te ha„d was rlT' "TT."'00™1-" 'tek "tö, v«* als 2» vaten tletè en hadden oen f" -«"««.gen van krankainnigen. De m««- T,"- Gedekte na„S^ I Td A° ^te tod, wel he- ei van Plannen maken en zich is Jat er in overwerkt- Want u moet weten, ik ben rijiks- ambtenaar en mijn werk is zeer vermoeiend, nog geloof ik T T"™» ltL'> >'vu I omtrent dezen tijd van het jaar nam ik JL J-A men bi den grond zeer een .week vacantie Mijn plan was dien tijd in weet dat men droomt." I parij, d.w br(,ngen. maar onderweg bedacht a jgo^digs en zeer afgemats ae man, diP Kü r Zo° was te» v. 5ij me kwam, toen ik m eekenen u,a daar zat in t0°k daaruit op en liep over het stukje voordoen. dp" urm (>VCr dö d?P^en anders als ik," zei -tpilA ngZaam' »maar ik zal u toch maar VC; ,VYa 'k STaa5 wil1 vertellen. Dat zal v no en en het zal u duiueljjk maken, •k me Het was prachtig! weer, en ik wou iets nieuws, doen, een wandeling maken een eiod van de gebruikelijke wegen af. Ik had me dikwijls afgevraagd, wat voor soort land er !ag achter die lage en steile heuvelen rechts van den spoorweg. .,Ik was het Kanaal bij donker overgestoken, vervolgde hij, „omdat, dat goedkoop er is. Het begon te lichten toen ik in Kouaan kwam. Ik herinner me dat ik daar een kop koffie heb gedronken, die niet lekker was; maar het brood was goed. Ik nam op goed gëlnk een kaartje niaai' een stationnetje vóór Mantes. Aan dat sta tionnetje stapte ik uit. Het was toen nog vroeg, een uur of negen. „Ik had een wonderlijk gevoel van vermoeid heid en opgeruimdheid tegelijk. Ik had 's nachts niet geslapen en had eigenlijk lust. om het te gaan doen, maar de frischheid van den vroegen dag trok me aan. Ik heb er altijd wel van gehouden, nieuwe dingen te zien ?.n te onder zoeken wat er achter hergen ligt. Het was een mooie dag^ alleen maar wat warm voor Juni. In het dorp, dat bij het. station lag', hield ik me niet langer op dan' een half uur, tijds genoeg iom wat stoep te eten; en een glas wijln te drinken. Daarna ginjg ik het boisfch in om dan over de heuvelen in deze vallei af te dalen. Ik wist dat ik maar enkele mijlen hoefde (e gaan om daar te komen, en zoo aan den spoorweg; die er dooi' loopt, ik nam mij; voor om, als ik aan dien spoorweg kwam, aan het eerste station den hein te nemen naar Chartres, en den val génden dag van Chartres naar 'torijs door te gaan. Z,oo was mijn plan. „De weg naar het bosch was een van die breede Franscbe wegén, die me altijd vermoeien door hun lengte en opdringerigheid. Men ziet ze aandat het moeite heeft gekost ze te ma ken en ik heb een gevóél, als ik er op loop, dat ik me zelf ook moeite moet geven. Als ik kan ontwijk ik ze. Zoodra die weg me dan ook boven op de heuvels had gebracht en ik diep in het boseh was de weg! sneed er door als de loopgraaf van een fort, met de I E SCID1SCHE (.-2fefaios!5fiooAflflo:c eon j v "«uii-o- wome j r i tucii ging uil Xljja j wviiOlj wil V Jl( b°od on von ,iira.. J ren siapp» 1 IJK

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 5