Binnenland. tijd verbazend veel uitgaven moeten doen, zoodat wel ernstig overwogen dient te worden of het wel raadzaam is nu j uitgaven te doen, waartoe wij niet verplicht zijn Spr. erkent volmondig de wenschelijkheid van het buitengewoon lager on derwijs, verplichtend is het echte.r niet. Datgene waartoe wij verplicht zijn moet voorgaan Be paalde toezegging kan spr. nog niet doeD. De heer Houtman dankt den wethouder voor de gegeven inlichtingen. Spr. zegt, dat de wethouder de zaken van het onderwjjs steeds met voortvarendheid behandelt. Spr, wil er echter toch bij den wethouder op aandringen het buitenge woon lager onderwijs ter harte te nemen. Spr. acht het van zulk een overwegend belang, ook voor het gewoon lager onderwijs, dat de finaii- tieele bezwaren beslist op den achtergrond ko men. Het finantieel argument acht spr.'niet sterk genoeg, het argument, dat de wethouder geen tijd heeft, accepteert spr. Wethouder Goslinga zegt, dat de uitbrei ding van het gewoon lager onderwijs voor nor male kinderen zijn tijd zoozeer in beslag heeft genomen. Spr. heeft een regeling gevonden voor het onderwijs aan achterlijke kinderen. Spr. hoopt dat het college en de Raad te zijner tijd hun sanctie daaraan zullen geven. Het voorstel van B. en W. wordt z.h.st. aan genomen. Firma Wilton.' '10. Voorstel van B. en W, betreflende uitgifte in erfpacht aan de N. V. Wilton's Machinefabriek en Scheepswerf, van een terrein, gelegen ten westen van het Sterrebosch. Voorgesteld wordt B. en W. te machtigen tot uitgifte in erfpacht van bedoeld terrein, groot oogeveer 3 H.A., tegen een aanvangscanon van f 0.46 per M2. Dg heer Kavelaars heelt de volgende amendementen ingediend 1. aan art. 3 toe te voegen Of wanneer deze naamlooze Venn, mocht worde ontbonden op een tijdstip waarop zii nog ert- pachster is. Toelichting In gebreke van zulk een bepaling zou het erf- pachtsrecht m.i. na ontbinding der vennootschap op grond van art. 576 J. art. 564 4e. B. W. aart den Staat behooren. 2e. In art. 27 te doen vervallen de woorden «772 eerste lid". Toelichting. Volgens art. 24 moet de erfpachter het terrein opleveren ontdaan van hetgeen zich daarop of' daarin bevindt. Wat voor reden is er nu om art. 772 le lid buiten toepassing te laten blijven? Terloops merk ik hier op, dat het, waar het erfpachtsrecht in sommige gevallen aan anderen kan worden overgedragen (verg. art. 26) wellicht beter ware geweest om niet te spreken van «de erfpacnster waar telkens van «de erfpachter" om lederen twijfel buiten te sluiten, dat b.v. de art. 22 en 24 tegenover den nieuwen erf pachter gelden. 3e. In art. 27 'achter776 te plaatsen «tweede lid". Toelichting. Zooals het art. nu luidt, zou ook het eerste lid van art. 776 B. W. buiten toepassing blijven. De erfpachter zou dus uit hoofde van verminde- t ring of van het geheel ophouden des genots vrij stelling van betaling der pacht kunnen vorderen. 4e. In art. 27 te doen vervallen 779. Toelichting. Wanneer art. 779 B. W. buiten toepassing blijft, dan zou men kunnen beweren, dat, wanneer het erfpachtsrecht door het verloop des tijds is geëindigd, hetzelve stilzwijgend wordt vernieuwd. De voorzitter zegt, dat B. en W. de amèndementen van den heer Kavelaars grooten- deels hebben overgenomen. Wat het andere ge deelte betreft willen B. en W. overwegen in hoeverre van de wenken van den heer Kavelaars kan worden gebruik gemaakt. De heer Kavelaars vraagt waarom in de overeenkomst niet is opgenomen de bepaling dat de gronden ten algemeene nutte kunnen worden outeigend. In onze erfpachtsvoorwaarden is die bepaling opgenomen. Spr. begrijpt niet, waarom deze bepaling hier is weggelaten. Het erfpachts recht kan wel worden onteigend maar dit kan dan alleen geschieden door een wet. Door de be paling in het contract op te nemen gaat het veel eenvoudiger. Spr. Vraagt 'of er bezwaar bestaat alsnog art. 12 van de algemeene erfpachtsvoor waarden in te lasschen. We kunnen onmogelijk vooruit zien, wat er in 60 jaren ze' gebeuren. De voorzitter zegt, dat u,. bepaling is weggelaten omdat, deze ten opzichte van dit ter rein van weinig belang is. Wethouder 'Gosling a wijst er op, dat, het hier slechts betreft een klein gedeelte van een groot complex. Erfpachtsrecht kan niet onteigend worden. We hebben reeds de bepaling opgenomen dat de erfpacht eindigt wanneer ook de erfpacht op .ie domeingronden eindigt. De firma moet toch eenige zekerheid hebben. De heer Kavelaars bestrijdt de meening, die in het college blijkt te hecrschen, dat erf pachtsrecht niet onteigend kap worden. Spr. is van meening, dat erfpachtsrecht, een eigendom is en als zoodanig onteigend kan worden. Spr. acht het niet onmogelijk dat we den grond noodig zouden hebben, bijv. voor een spoorweg. We zouden dan veel moeite moeten doen om den grond in han den te krijgen, terwij! door overneming van de algemeene erfpachtsvoorwaarden, alles veel ge makkelijker gaat. De Voorzitter vraagt den'heer Kavélaars of reeds niet door overneming van het door hem ingediend amendement in dezen wordt voorzien. De heer Kavelaars acht de regeling dan Dog niet geheel voldoende en acht opneming van art. 12 der algemeene erfpachtsvoorwaarden gewenscht. Wethouder G o s 1 i n g a zegt, dat zijn bewering dat erfpachtsrecht niet kan worden onteigend steunt op hetgeen door mr. Fruijn aan B. en W. is gezegd. Het college heeft geen overwegend bezwaar om de bepaling op te nemen, doch het ziet het nut er nitï van in. De Voorzitter vraagt of de Raad er ge noegen mee neemt, dat B. en W. toezeggen, dat zij met de firma Wilton zullen overleggen art. 12 der algem. erfpachtsvoorwaarden in het con tract op te nemen. Z. h. st. wordt aldus besloten. De heer Scheffers vraagt of er rekening is gehouden met den aanleg van straten naar de fabrieksterreinen. Kan van die straten, vraagt spr. ook straatbelasting geheven worden Wethouder Goslinga zegt, dat het heele complex ligt aan den Vlaardinger Dijk. Als er gebouwd wordt zal men eerst met plannen moe ten komen. De Voorzitter zegt, dat de bedoeling is aan het noordelijk gedeelte woningen te bouwen. Worden daar wegen aangelegd, dan moet men dit toch eerst aanvragen en als de gemeente de straten overneemt wordt vanzelf straatbelastiDg geheven. Wethouder Goslinga zegt, dat van de fa brieksterreinen zelf reeds straatbelasting wordt geheven. Wethouder Lagerweij zegt, dat de heffing van straat belasting wordt beheerscht door de gemeentewet. Als de gemeente zorgt voor ver lichting, verharding en het weghalen van het, vuil wordt sti aatbelasting geheven als vergelding voor de door de gemeente gepresteerde diensteD. Spr. meent dat de heer Scheflers bedoelde te vragen of de gemeente verplicht is straten aan te leggen naar de fabrieksterreinen der firma Wilton. De Voorzitter zegt, dat een dergelijke vraag met kan beantwoord worden, omdat we niet weten wat er komen zal. Wel kan spr. zeg gen, dat die belastingen zullen worden geheven, waarvoor termen aanwezig zijn. De hoer Evers zegt, dat de firma de plannen in moet dienen als zij woningen gaat bouwen. Moet de firma ook haar plannen indienen als zij havenwerken en dergelijke gaat aapleggen, vraagt spr. Spr. acht dit noodzakelijk omdat anders een particulier in de gemeente te veel de vrije hand krijgt- Dp Voorzitter zegt, dat volgens de hinder wet de plannen moeten worden ingediend. De heer Evers dringt er op aan, rechts kundigen raad in te winnen in hoever de ge meente ten opzicht van de firma kan gaan. De Voorzitter zegt, dat hij de plannen heeft gezien, en dat déze niet nadeelig voor de gemeente zijn. In een tijdsverloop van 8 a 10 jaar gaat de firma haar-bedrijf hier overbrengen. De heer Houtman vraagt wauneer de ver ordening op particuliere havens kan worden tege moet gezien. De Voorzitter zegt, dat, deze reeds in druk is gegeven en binnen enkele weken bij den Raad zal worden ingediend. bljjft. Spr. leest uit de erfpachtsvoorwaarden de betreffende passage waarin staat dat de schatters vrij moeten zijn in de bepaling der waarde-grond» slag. De voorzitter zegt, dat het gevaarlijk is, uit een verordening zoo maar een artikel voor te lezen. Spr. leest uit dezelfde verordening waaruit de heer Lagerweij citeerde, een artikel voor waarin staat, dat de schatters geen rekening mo gen houden met de vermeerdering of verminde ring van waarde van niet min of meer duurzamen aard, juist zooals dit in het ontwerp is opgenomen. Spr. zegt, dat de zaak nog eens in het college kan besproken worden en dat men dan wel tot overeenstemming zal komen. Wethouder L a g e r w e ij is met deze toezeg ging tevreden. De heer v. d. Tempel stelt voor, de oude redactie te handhaven, Hoofdstuk III artt. 4 14 wordt aangenomen. Hoofdstuk IV idem. Hoofdstuk V, uit art. 16 wordt op voorstel van den heer Kavelaars geschrapt het woord «droog dokhaven". Vervolgens worden de overige hoofdstukken en ten slotte het geheele voorstel z. h. st. aange nomen. (Wordt vervolgd). H. M. de Koningin-Moeder. Naar wij vernemen is H. M. de Koningin Moeder lijdende aan een aandoening aan de oogen, (iritis). De ongesteldheid, hoewel pijnlijk, heeft een normaal verloop en de toestand is bevredigend. Alvorens tot, de behandeling der artikelen over te gaah, zegt de Voorzitter, dat het zijn be doeling is, dat de Raad in hoofdzaak de voor waarden zal vaststellen en B. en W. machtigt ondergeschikte bepalingen te kunnen veranderen. Hoofdstuk I wordt aangenomen Hoofdstuk II, art. 3; tweede alinea vervalt. Hierin wordt in verband met een amendement Kavelaars voorzien door een nieuw artikel 23a. Hoofdstuk Iit^ De heer Lagerweij stelt voor art. 6, luidende: Bij de bepaling van die waarde worden ver meerdering Of vermindering van niet min of meer duurzamen aard, c.amede de uitkomsten van het op den grond uitgeoefend bedrijf, buiten beschou wing gelaten." aldus te wijzigen «Bij vaststelling van den nieuwen ctinon zal alleen worden rekening gehouden met de waarde van den grond, als handels- of industrieterrein en niet- met de financieele uitkomsten der alsdan bestaande fabriek of handelsonderneming toelichting De heer Lagerweij vreest, dat zoodra het 'tot schatting komt een ernstige strijd over de bepaling van de waarde bij vermeerdering of vermindering van min of meer duurzamen aard kan ontstaan dat hij er de voorkeur aan geeft, over te nemeD de daarvoor gebruikte bepaling in de erfpachts voorwaarden van den Staat der Nederlanden in zake de erfpacht van Domeingronden. Wethouder Lagerweij zijn amendement nader toelichtend vreest dat uit de bepaling moei lijkheden zullen voortvloeien ten opzichte van den min of meer duurzamen aard van de waardever meerdering of vermindering. De voorzitter zegt, dat B. en W. geen bezwaar hebben tegen het amendent Lagerweij, doch geen ernstige reden zien om af te wijken van de formule die reeds vroeger was vastgesteld. Spr. acht het niet wenschelijk, dat de bepalingen steeds veranderd worden. Spr. geeft toe, dat de redactie niet zeer duidelijk is, doch dat de be doeling goed bljjkt. De aanwijzing, die aan de schatters gegeven wordt acht spr. noodzakelijk. De heer Post zegt, dat als er bepalingen ge maakt worden deze geen aanleiding moeten geven tot twijfel. De redsctie van de voorwaarden is niet duidelijk. De schatters worden in twijfel gebracht. De bepaling moet een afgerond geheel zijn en de menschen moeten weten waar zij zich aan te houden hebben. De voorzitter zegt, dat de heer Lagerweij enkel wil laten vervallen de bepaling, dat ver meerdering of vermindering van waarde van niet min of meer duurzamen aard, builen beschouwing blijven, en alleen het tweede deel van de bepaling handhavén. Wethouder Lagerweij is met den voorzit ter van meening, dat men niet dikwijls de bepa lingen moet veranderen, maar als' we op den verkeerden weg zt n, moeten we zoo spoedig mo gelijk terug, zegt spr. Spr. wil volgen de bepa lingen zooals die zijn opgenomen in de algemeene erfpachtsvoorwaarden. Daarin staat dat de schatters geheel onafhankelijk moeten schatten, zonder een vaste maatstaf voor de waardebepaling. De bepa ling zooals die voorkomt in het ontwerp geeft den schatters geen houvast en geeft bovendien aanleiding tot kwesties. Spr. acht de zaak van voldoende belang om deze hier ter sprake te brengen. Spr. wil geen uitspraak van den Raad uitlokken. Spr. is er mee tevreden wanneer B. en W. willen toezeggeen dit punt nogeens in over weging te willen nemen. De heer Kavelaars kan zich niet vereenigen met het voorstel Lagerweij. Dit voorstel bindt de schatters dit terrein te schatten volgens de waarde van handels- en industrieterrein. Spr. zegt, dat later den grond wel in aanmerking kan komen voor bebouwing met woonhuizen en kan toren. Dap moeten de schatters dus volgens die waarde schatten. Het is beter de schatters niet te binden. Wethouder Lagerweij is het ermee eens dat men de schatters niet moet binden, daarom wi! spr. laten vervallen de overweging, 'dat ver meerdering of vermindering van waarde van niet min of meer duurzamen aard buiten beschouwing Inhouding van verloven. (Bericht van het algemeen hoofdkwartier), j In het „Centrum" van 26 April 1916, 2e blad komt een artikel voor, getiteld „Inhouding der verloven", waarin wordt gezegd, dat de reden van die inhouding geheel of gedeeltelijk gelegen zou zijn in een strijd tusschen het legerbestuur en de spoorwegmaatschappijen. Ten einde laatst- J genoemde te nopen tot toegeven ten opzichte van eene regeling, die bezuiniging op de door het departement van Oorlog te betalen reiskos ten van militaire verlofgangers ten doel zou hebben, zou de inhouding der verloven als een krachtproef moeten dienen. Deze mededeeling is een verzinsel en is geheel onwaarde inhouding der verloven houdt alleen verband met den politieken toestand. Zilverbons. De „Staatscourant" van Vrijdagavond bevat het kon. besluit, waarbij de uiterlijke vorm van de zilverbon van een gulden wordt vastgesteld. Naar gelang daaraan behoefte blijkt te bestaan, zullen worden uitgegeven tien millioen zilver bons van een gulden en zes millioen zilverbons van twee en-een-halve gulden. nicht, dat Duitschland bereid zou zijn de waar de van het schip' te veigoeden. Zelfs Werden bedragen van zeven en negen millioen genoemd. Bij informatie hij de directie bleek, dat die- ze nog geenerlei zekerheid had gekregen. Dej regeering heeft de zaak in handen, de chef van de torpedo-afdeeling onderzoekt, maar een resul taat is er nog* niet. De bedragen van zeven en negen millioen waren ook aan de K. II. L.- direcitie alleen bij geruchte bekendzelf wist zij nog v,an 'niets. Nader verneemt men, dat de Duitsche regeiö- ring den wensch zou hebben te kennen gege ven een bespreking met de directie van den K. II. L. te voeren. Deswege vertoeven momenteel de Lloyd-directeur, de heer Wilmink en de ka pitein van de „Tubantia", de beer Wytseraa, te rliin. De distributie van regeeringsviseh. Op initiatief van J. Nool Jzn., zal door de Amsterdamsche vischwinkeliers een adres ge zonden worden aan den minister van Landbouw, om de distributie van regeeringsviseh niet slechts, zooals dat nu het geval is, op te dragen aan dë gemeentevischwinkels, doch èn om deze cate- gorie van menscher, te bewaren voor enorme schade, èn in het belang van het publiek, de regeeringsviseh beschikbaar te stellen voor alle vischwinkeliers. Duitsche propaganda in Oost-Indië. Aan de „Tel." wordt uit Weltevreden geseind: Het „Nieuws van den Dag van Ned.-Indië" publiceert uit officieel© bron verschillende ver klaringen van getuigen, voor den assistent-resi dent, te Buitenzorg afgelegd in de zaak tegen Keil, den Duitsehen ex-administrateur van „Straits Soenda-syndicaat", zooals men weet, beschuldigd de Arabische bevolking tegen de Nederlandsche regeering hebben opgezet. Die stokerijlen hebben van November tol Ja nuari onrust en beroering verwekt. De getuigenverklaringen moeten zeer in liet nadeel van Keil zijln. Zoo werd verklaard, dat Keil in meetings waar voorname Arabieren en regenten uit West-Java, zelfs uit de Vorstenlanden tegenwoor dig waren beloofde, dat de oorlog spoedig zou uitbreken. De Nederlanders zouden uit Java verdreven worden en Duitschland zou zorgen voor het noodige geld, voor geweren en munitie. Vol gens deze getuigen werden onder de vergader den reeds een aantal geweren uitgedeeld. De kwestie heeft in geheel Indië groots ver-; ontwaardiging gewekt. De officier van justitie heeft de zaak' thans in handen Zinkenbarakken. j De „Staatscourant" bevat de bepalingen, met inachtneming van welke de onder beheer van den Centralen Gezondheidsraad staande ver- I plaatsbaVe ziekenbarakken aan gemeentebesturen ten gebruike worden afgestaan. Haring. De minister van landbouw, nijverheid en han del heeft bepaald, dat de marktprijs van haring, bedoeld in art. 6, Sub a, 2de lid. van zijn be schikking van 22 Maart, voor de week aanvan gende 1 Mei en eindigende 7 Mei zal bedragen f6 25 per 18 K.G. of per tal van 200 stuks. (Stct.) De vaart op Indië. Dinsdag-avond 2 Mei zullen npar Nederiandsch- Indië vertrekken van uit Rotterdam de „Ophir" en de „Sindoro" v.an den Rotterdamschen Lloyd en van uit Amsterdam- de „Koningin der Nesder- landen" en de „Grotius" van de Maatschappij Nederland. Dp directies van de Stoomvaart-Maatschappiji „Nederland" en den Rotterdamschen Lloyd had den gisteren 'n conferentie met den minister) van Koloniën, waarin de kwestie der molest- risico nogmaals ter sprake werd gebracht. Reeds vroeger was er door de stoomvaartmaatschapp,ijlen op aangedrongen, dat de regeering, evenals dat in Engeland geschiedt, een deel der molest-risico zou overnemen. Men weigerde zelfs te vahen, zoolang dit verzoek niet ingewilligd was. De directie der Maatschappij! „Nederland"' deelde ons mede, dat in de heden gehouden, biji- eenkomst in principe overeenstemming was verkregen, liet gevolg is, dat ue booten weer zullen varen. De „Koningin der Nederlanden" vertrekt Dinsdag om 11 uur'; de .Grotius" Dins dag te 5 uur. Jaarmarkt te Utrecht, Den 26 April is aan de afdeeling Handel van hr I. Ministerie van Landbouw fe 's-Gravenhage, een vergadering gehouden onder voorzitterschap van den facer rnr. J. C. A. Ever wijn, chef van genoemde afdeeling. Aan deze vergadering werd deelgenomen door de hoofdbesturen van de Maatschap pij van Nij verheid, de Vereeniging Nederland,sch Fabrikaat en de Nederlandsche Vereeniging voor tentoon- ste 11ingsbel'angen door de heereri Njjverheidscon- sulonten, den ingenieur van het Nijverheidslabo ratorium benevens door de heer^n E. A. Ham burger, voorzitter van het Departement Utrecht der Maatschappij van Nijverheid en van de af deeling Utrecht der Vereeniging Nederi. Fabri kaat en door den heer J. H. H. Wamelinck. De heer Hamburger is tevens voorzitter van het. Comité, dat te Utrecht het initiatief heeft ge nomen tot het houden van een jaarmarkt, in welk Comité vertegenwoordigd zijn bovengenoemd Departement .en Afdeeling, de HandelssocieMt, Handelsvereieniging, Leo Vereeniging, Winkeliers- vereeniging „Eendracht maakt Macht" en Vreem delingenverkeer. In deze vergadering^ is een Comité van Actie gevormd, bestaande uit vertegenwoordigers van bovengenoemde lichamen, onder voorzitterschap van den beer .Hamburger. Dit Comité zal de noodige stappen doen ten einde te geraken tot een permanente Vereeni ging, ten doel hebbende het regelmatig! houden van jaarmarkten, en de noodige voorbereidende maatregelen nemen om tot een spoedige uitvoe ring der plannen te geraken. y De «Tubantia". (dster waren op de Beurs de aandeelen Kon. Holl. Lloyd zeer vast. ten gevolge van een ge- Mercurius. Verschenen is bet jaarverslag over 1915 van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoor bedienden Mercurius. Het aantal aftitelingen steeg van 35 tot 37, hel aantal leden van -2648 tot 3231. Uitgekeerd wérd een bedrag van f 1633.50 aan 78 leden, uit het ziekenfonds; f 5138.161,4 aan 80 leden, uit !het fonds tot verzekering tegen werkloosheid; f3748.54 aan 31 leden, uit het ondersteuningsfonds, vermeerderd met f2444.32 wegens voorschotten aan 33 leden en f 2005.40 uit de weerstandskas. Bovendien werd ten be hoeve der Belgische vakgenooten, die van dei oorlogscrisis te lijden hadden, f1895 94 ingeza meld. 8 De fondsen van den hond wezen op het ein de van het verslagjaar aan een bezit van f 18,343 29(4 voor hef, ondersteuningsfonds, f 10.576 221/2 voor het werkloosheidsfonds, I 2968.15i/2 voor het ziekenfonds en f 3757.151/2 voor de weerstandskas. Hef bureel tot plaatsing verleende bemidde ling op 404 patroonsaanvragen en 836 aanbiedin gen van bedienden en slaagde in de vervuiling van 208 vacatures. Het bureau voor arbeidsrecht van den bond beeft in ettelijke gevallen advies gegeven aan besturen van afdeelingen en de bureau's vooT arbeidsrecht van de afdeelingen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 6