Binnenland. Staten-Gteneraal. tweede kamer. Stads- m ye westelijk Nieuws» voor het eerst op deze wijze. De Russische, re- geering had er nooit verlof voor willen geven. Toen voor 25 jaren het honderdjarig jubileum overal door de Polen werd gevoerd, werden de betoogers te Warschau, grootendeels studenten, in hechtenis genomen en in de citadel opgesloten. Heden verliep' de dag in voorbeeldige orde. 's Middags begaf zich een deputatie van de feest commissie naar gouverneur-generaal v. Beseier om hem voor het toestaan van de plechtigheid te bedanken. VOOR DEN PAUS. Z. D. H. Mgr. Henricus van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, ontving onderstaand schrijven Het Vatikaan, 20 April 1916. Zeer Doorluchtige en Hoogeerwaarde Heer, Ik ben niet in gebreke gebleven om Zijne Heiligheid eerbiedig ter hand te stellen de aan zienlijke som, die mij door bemiddeling der apostolische internuntiatuur van Holland werd overgezonden als resultaat van de buitengewone collecte in den loop van het jaar 1915 in de Hollandsche diocesen gehouden met het vrome en lofwaardige doelChristus' Stedehouder in zijn verheven nood ter hulp te komen. De edele drang van kinderlijke liefde, waarmee niet alleen de seculiere en reguliere geestelijkheid, de religieuze instellingen en de katholieke ver- eenigingen, maar waarmee alle geloovigen, zelfs den armste, ondanks den ernstigen toestand van 't oogenblik, hebben geantwoord op den oproep van huu bisschoppen, door in edelmoedigen wed ijver van kinderlijke genegenheid de gift hunner toegewijde liefde den geineenschappelijken Vader aan te bieden, die edele drang is een nieuw en schitterend getuigenis van gehoorzaamheid aan, van eerbied voor den Roomschen Opper priester en van gehechtheid aan f Smt Pieter's Stoel. Daarom is Zijne Heiligheid er levendig door getroffen en te midden van de diepe bitterheden van deze allerdroevigste tijden, heeft Hij in de toegenegenheid van zijn beminde kinderen van Holland een bron gevonden van heilzamen troost. Het is mij thans een groote verheugenis den aangenamen plicht te vervuilen om namens den Paus dank te brengen voor de bovenvermelde eerbiedige en edelmoedige hulde, dank aan U Zeer Doorluchtige en Hoogeerwaarde Heer, en door uwe holleiyke bemiddeling aan de andere uwe vereerde medebroeders in het bisschopsambt en teiijkertijd verheug ik er mij over U te berichteo, dat de Doorluchtige Opperpriester als b lijk van zijn vaderlijke genegenheid, aan U, aan ieder uwer eerwaardige medebroeders in het bisschopsambt en aan de bisdommen van ieder uwer en eikeen, die heeft bijgedragen in het bij zonder, den Apostolischen Zegen schenkt als onder pand voor het loon .des hemels. Met gevoelens van zeer eerbiedige en oprechte achting heb ik het genoegen mij te teekenen van U, Zeer Doorluchtige en Hoogeerwaarde de dw. dienaar, P. Kardinaal GASPARRI. Militair en burgerlijk gezag. Het lid der Tweede Kamer, de heer Van Hamel, heeft den 28en April j.l. de volgende vragen gericht tot den minister van Oorlog I. Heeft de minister van Oorlog kennis geno men van het arrest van den Hoogen Raad der Nederlanden d.d. 6 Maart 1916, opgenomen in het Weekblad van het Recht no. 9921, waarbij is besiist, dat »art. 10 der Wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad no. 128) wèl het militair gezag onder meer tot het maken van nieuwe politieverorde ningen bevoegd verklaart, doch daaraan in tegen stelling met de artt. 14 en 24 der wet niet verbindt het verlies dier bevoegdheid van het bestuur der in slaat van oorlog verklaarde ge meente, terwijl een ophouden van deze op de wet rustende bevoegdheid van dat bestuur niet zonder uitdrukkelijke wetsbepaling mag worden aangenomen II. Vindt de minister in dat arrest wellicht aanleiding om terug te komen op zijnen leger order van 27 Maart 1915, le afdeeling no. 3, waarin eene andere opvatting werd gehuldigd III. Zoo ja, zoude Zijne Excellentie dan wellicht op die vroegere opvatting ook willen terug komen voor wat aangaat de toepassing van art. 22 van meergemelde wet, ofschoon de Hooge Raad zich beperkende tot 't vraagstuk binnen de grenzen waarbinnen het aan zijne rechtspraak onderworpen werd zich daarover niet uit laat IV. Is indiening van het toegezegde wets voorstel tot wijziging van voormelde wet spoedig te gemoet te zien Bruinbrood. Het lid van de Tweede Kamer, de heer Van der Voort van Zijp, heeft de volgende vragen ge richt tot den minister van landbouw, nijverheid en handel Is bet juist, dat de minister verklaard heeft, dat regecringsmeel zal worden geweigerd aan die bakkerspatroons, welke ter zake van het mindere werk en de mindere verdienste bij het vervaar digen van uitsluitend bruinbrood personeel zouden moeten ontslaan Indien het antwoord op deze vraag bevestigend luidt, ligt het dan in de bedoeling van den mi nister, aan die bakkerspatroons, welke arbeiders in dienst houden ook dan wanneer zij ten ge volge van de bruinbroodmaatregelen van den minister geen arbeid voor hen hebben, uit's rijks kas een tegemoetkoming te verleenen in het uit te keeren loon, of heeft de minister het voorne men, uit 's rijks kas een schadevergoeding uit te keeren aan die arbeiders in het bakkersbedrijf, welke ten gevolge van de bruinbroodmaatregelen van den minister werkloos zullen zijn gewor den Heeft de minister er bezwaar tegen, dat de werkelijk aanwezige voorraad bloem verwerkt wordt tot klein brood, ook indien de regeering de regeling van de distributie aan zich houdt Zoo neen, is de minister bereid hiervoor alsnog toestemming te verleenen Uitvoer van gedroogde aardappelen. De minister van landbouw, nijverheid en han del maakt bekend, dat vergunningen tot uitvoer van gedroogde aardappelen in eiken vorm van heden af uitsluitend zullen worden gegeven voor partyen afkomstig van aardappelen waarvoor con sent- tot uitvoer is verkregen. Op zegel gestelde tot den minister van landbouw, nyverheid en handel gerichte aanvragen dienaangaande behoo- ren te worden ingezonden aan het bureau der Aardappelvereeniging, Zeestraat 52, 'sGraven- hage. De annexatieplannen te Amsterdam. Men meldt uit Amsterdam Betreffende de annexatieplannen zal het ge meentebestuur aan den minister van binnenland- sche zaken vragen in de a.s. annexatiewet bepa lingen op nemen, waardoor het mogelyk wordt, zoo noodig onder nadere goedkeuring der regee ring, concessies te annuleeren door de gemeente besturen van geheel of gedeeltelijk te annexeeren gemeenten aan particulieren uitgegeven. Dit geldt in hoofdzaak bouwconcessies door de gemeente Sloten verleend. De verhooging van de sigarenprjjzen. Op de gisterochtend gehouden vergadering van het verbond van vereenigiogen van sigarenfabri kanten in Nederland hebben de Noordelijke en Zuidelijke fabrikanten besloten, met ingang van 6 Mei de prijzen van de sigaren te verhoogen. Octrooi en Merken wet. De commissie van rapporteurs der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot verlenging en herstel van in de Octrooiwet en in de Merkenwet genoemde termijnen, zal Zaterdag in mondeliDg overleg treden met den minister van landbouw, nijverheid en handel. Indische burgemeestersplaatsen. Naar men verneemt, is tnr. C. Zaaijer, burge meester van Dirkslands, Melissant en Herkingen, uitgenoodigd zich beschikbaar te stellen voor bur gemeester van Datavia, Semarang of Soerabaja. Verhooging der huurprijzen, Uit Gouda wordt gemeld Door de vereeniging van huiseigenaren „Door eendracht sterk" te Gouda,-is aan de huurders van woningen kennis gegeven, dat met ingang van 8 Mei de woninghuren met 10 zullen wor den verhoogd. Om tegen dezen maatregel te protesteeren) had in de sociëteit „Ons Genoegen,, een protest- vergadering plaats, uitgeschreven door de be sturen der S. D. A. P. en van den Goudschen Bestuurdersbond, en waarin als sprekers optraden de heeren A. Dijkgraaf, van Schoonhoven, en E. van der Werl, van Gouda. De motieven tot verhooging der huren: meerdere rente-opbrengst, hoogere prijzen der bouwmaterialen en stijging der loonen, werden door de sprekers ongegrond verklaard en aan de huurders van woningen den raad gegeven, unaniem elke meerdere huur te weigeren en de gevolgen daarvan rustig af te wachten. Naar den bijval te oordeelen, was de dichtbezette vergadering van dezelfde mee ning. Er zullen nu lysten ter teekening worden gelegd om het verzet tegen de huiseigenaars te bekrachtigen. Mochten de laatsten overgaan tot het nemen van strengere maatregelen, dan zul- de gezinnen, die hunne huizen moeten verlaten, worden gesteund en op andere wijze onderdak gebracht. Vergadering van Donderdag 4 Mei. Ouderdomswet. Aan de orde is de voortzetting van de be handeling van het wetsontwerp tot verleening van ouderdomsrenten aan behoeftigen en wel van ere artikelen 16, 17 en 19. De heer Kooien verdedigt zijn amendement om wijziging te brengen in de bepaling, dat de gemeenten het geld aan het Rijk moeten voor schieten. Spr. licht zijn amendement toe om de burgemeesters te machtigen in hooger beroep te gaan. Spr. zal vóór het amendement - Duys stemmen om alle kosten te doen dragen door het Rijk. De heer Snoeck Henkemanszal tegen het heele artikel stemmen. De heer L el y, Minister van Waterstaat ver klaart geen bezwaar te hebben tegen het amen dement—Kooien en neemt het over. In ver band met het amendement - Duys deelt spreker mede, dat het stelsel van het ontwerp, zooals hij dat daarin had gevonden, is te remmen. Spreker geeft de voorkeur aan het Regeerings- stelsel, doch heeft tegen het amendement—Duys geen overwegend bezwaar. De heer Limburg adviseert namens de commissie van rapporteurs tot aanneming van het amendement—Duys en wijst er op, dat er nog controle genoeg over blijft,. Het amendement Snoeck Henkemans (ver goeding van 80 pet. der kosten door het Rijk aan de gemeenten) wordt daarna met 53 tegen 10 stemmen verworpen en het amendement— Duys (vergoeding van alle kosten) aangenomen met 45 tegen 17 stemmen.* Artt. 16 en 17 worden zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. De Minister verklaart na de aanneming van het amendement-Duys de artt. 18 en 19 overbodig te achten en ze in te trekken. Aan de orde is daarna art. 20 met het amen dement van den heer Duys. De heer S a n n e s deelt mede, dat het amen- ment--Buys wordt - gewijzigd en de termijn daarin wordt veranderd van 60 in 90 dagen. De regeling van werkzaamheden. De Y o o r.z i 11 e r deelt mede. dat de cen trale afdeeling besloot Dinsdag 16 Mei, om 11 uur in de afdeelit gen te doen onderzoeken ver schillende wetsontwerpen, w.o. tot langer in dienst houden van militie, landweer en land storm en wijziging van art. 192 der Grondwet. Op voorstel van den heer Van Sasse van Y s s e 11 zullen de afdeelingen dan om half twaalf bijeenkomen. Ouderdomswet. Daarna is weder aan de orde de voortzetting der behandeling van het wetsontwerp tot het verleenen van ouderdomsrente. De heer De Visser licht zijn amende menten ten doel hebbende om te bevorderen, dat 70-jarigen, die geregeld ondersteund worden door een instelling van weldadigheid en die daarna ouderdomsrente genieten, ook deze rente zooveel mogelijk ontvangen door tusschenkomSt van de instelling van weldadigheid, die hen ondersteunt. De heer H e e r e s is er tegen, dat de instel lingen van weldadigheid de ouderdomsrente in handen krijgen. De heer Schaper is eveneens tegen het amendement. Minister Lely acht het amendement niet juist. De wet geeft reeds aan hoe de rentetrekker iemand kan machtigen om de rente in ontvangst te nemen. Art. 20 omschrijft dit duidelijk en wat-de heer De Visser wil, laat dit artikel toe. Wil de rentetrekker een instelling machtigen dan kan hij zijn gang gaan. De heer Snoeck Henkemans meent dat hij tevreden kan zijn met de mededeeling dat instellingen als gemachtigde kunnen optreden. Deministerjneemthetamendement—Duysover. Het amendement-De Visser wordt verworpen. Art. 20 wordt goedgekeurd. De Commissie van Rapportenrs stelt voor een artikel 20a in te voegen, luidende „1. Het gemeentebestuur beschikt op een aanvrage om ouderdomsrente binnnen 90 dagen na ontvangst. 2. Is binnen dien termijn geen beschikking genomen, dan wordt het gemeentebestuur geacht een beschikking te hebben genomen hebbende afwijzing der aanvrage. De Minister neemt het over. Artt- 21 en 22 worden meteen amendement Sannes goedgekeurd. Bij art. 28 (uitbetaling der rente) stelt de heer He er es voor, dat „in geen geval kan worden bepaald, dat de uitbetaling zal geschie den door tusschenkomst van de in artikel 2 dei- armenwet genoemde instellingen van welda digheid". Het amendement wordt bestreden door de heeren De Visser en Rutgers. De heer Kooien stelt voor te bepalen, dat niet de gemeenteraad maar wel het gemeente bestuur de wijze van uitbetaling zal regelen. De heer Duys verklaart vóór het amende ment te zullen stemmen. De heer Limburg acht het amendement IJeeies misplaatst, omdat het negatief is. Minister Lely, acht het beter de Raad (jer gemeente dé regeling te laten vaststellen. Wat het amendement-Heeres betreft, sluit de Minister zich aan b(j den heer Limburg. Hij wil deze aangelegenheid nu eens overlaten aan het beleid van de gemeenteraden. De heer Heeres trekt zijn amendement in. Het amendement-Kooien wordt verworpen met 35 tegen 17 stemmen. Art. 23 wordt goedgekeurd. Evenzoo art. 24 Art. 25 wordt aangehouden. Bij art. 25a (uitbetaling van de rente aan hen die in een instelling van weldadigheid vertoeft) stelt de heer Heeres voor te bepalen „De rente kan gedurende den tijd der ver pleging worden genoten door de instelling, doch slechts ten hoogste tot een bedrag, op verzoek van haar bestuur vast te)stellen door den rechter van het kanton, binnen hetwelk de instelling haar zetel heeft". In plaats van de bepaling dat liet bestuur over de rente naar goedvinding kan beschikken. De heer Snoeck Henkemans zegt, dat deze bepaling geen beteekenis heeft voor de rentetrekkers omdat aan de verpleegkosten altijd veel te kort komt. De Minister acht dit amendement niet noodig en raadt aan het in te trekken. De heer Heeres repliceert en handhaaft het. De heer De Visser betreurt het amende ment, dat ten naöeele van de rentetrekkers zal strekken. De Minister deelt mede, dat hij de amen dementen van de Comm. van Rapporteurs op art. 7, 8, 9, 140, 11 en 12 overneemt. In de avondvergadering is aan de orde het wetsontwerp tot heffing van een Oorlogswinstbelasting. De heer Nierstrasz had gewild dat men van 1914 belasting had geheven van vermeer dering van vermogen en eerst daarna van ver meerdering van inkomen of winst, terwijl hij bezwaar heeft tegen de belasting van naamlooze vennootschappen niet naar de uitkeeringen maar naar de gemaakte winst. Hooge afschrijvingen en groote reserves zijn noodig om na den oorlog het hoofd te kunnen bieden aan' de dan te wachten geweldige concurrentie. Door het stel sel der regeering zal de ondernemingsgeest wor den gedood. Hefïingspercentage van 30 pet. acht spr. te hoog. De heer ter Laan bepleit v'erhooging van het heffingspercentage tot 50 Spr. wil 1000 en niet 2000 gld. vrij laten. De heer van Vuuren betreurt, dat dit ontwerp Zoo laat komt Spr. keurt af dat het ontwerp niet vaststelt wat het object is wat getroffen wordt. Voorts heeft hij bedenkingen tegen het heffen van in komen en winst en niet van vermogen en tegel» het verleenen van terugwerkende kracht aan de regeling. Terwijl hij de degressie te gering, «e wijze van berekening verkeerd en het ten voll® treffen der buitenlandsche vennootschappen on billijk noemde. De heer Fock bepleit een loyale uitvoering van de wet. Spr. had voor de Indische onder nemingen liever een andere regeling gezien. De heer Gerretsen waarschuwt tege" verhooging van het heffingspercentage. De heer Marchant roemt de voorgesteld0 belasting als een goede, doch betreurt dat deze zoo laat is gekomen. De heer van G ij n, minister van financiën ontkent, dat de Regeering zich door politieke pressie zou hebben laten brengen tot intrekking van het ontwerp tot heffing van uitvoerrechten- Te 11 uur 10 min. breekt de Minister zij" rede af en wordt de vergadering gesloten. Th. J. Wouterloot!. Naar wij vernemen, is onze stadgenoot, de heef Th. J. Wouterlood, die zijn zangstudiën onde" leiding van heer Tijssen te Stuttgart heeft vol tooid, verbonden aan de opera te Magdenburg. De winkelsluiting. Men schrijft ons Gisterenavond had de openbare vergadering plaats, in 't gebouw Odéon, uitgeschreven doof het Comité van actie voor een wettelijk vervroegd sluitingsuur. De vergadering was naar omstandigheden, bet mooie weer in acht genomen, vry goed bezoch'- De heer Weerpas, voorzitter, zeide dat b0t noodzakelijk was nogmaals in het openbaar opte treden, vooral nu door de voorstanders zal worde" getracht, aan den Gemeenteraad te verzoeken ee" proefjaar vast te stellen, dit zal onvermijdelijk ten goede komen aan de tegenstanders. Hierna trad de heer C. Korpel op als spreke"- Na eerst de principieele kwestie naar voren te hebben gebracht, wat spr. z. i. van het groots'0 belang acht, omdat een verkorting van den arbeids dag ook voor de winkeliers ten goede zal kom00 aan de moreele en geestelijke verheffing. 0°^ het personeel zal er mee gebaat worden, otnd»1 dit niet door de wet wordt beschermd. Spr. vind' het jammer, dat daarover niet een woord is Se' rept door de tegenstanders, doch dat deze alleen h0t oog gericht hebben op het kleine schijnbaar firn»"' tieele belang. Er zijn eigenlijk drie categoriën v90 tegenstanders. Dat zijn de onverschilligen d'0 zich in het karretje hebben laten opnemen 001 de zoogenaamde belangen van enkelegroot-wink0' liers te behartigen. Dan heeft men nog prinC'P1 eele tegenstanders die zich verzetten tegen elk00 dwang, doch spr. zegt, dat eiken dwangmaatref?0^ die noodzakelijk isvoor een groote massa zeer g00 ja zelfs uitstekend is. Wanneer Staats- en Gemeentebesturen hadden ingegrepen inzake de levensmiddelen d90 had het er treurig uitgezien. Een dwangmaatreg die daar noodzakelijk was, is ook noodzakelijk °P de winkelsluiting. Het is nog niet in e e n plaats gelukt door winkeliers, zelfstandig een algemeen vroeger sl"1^ tingsuur gestand te doen houden. Wanneer enk0 ten weigeren, dwingen zij daarmede een £r°°gt groep van winkeliers, dat zij hun winkels een uur vroeger kunnen sluiten, daarom is lelijke dwang noodzakelijk. Doch het eigenaardig geval treft- hier, dat ze na gezamelijk optrekk onder het motto Rotterdam. Men zou haast g9'^f gelooven, dat wanneer Rotterdam een vroeg sluitingsuur krijgt, we in Schiedam geen teg00 standers meer zullen hebben, doch de p"9* J van andere plaatsen bewijst het tegendeel. in andere plaatsen, waar de vroege winkelslu'" is ingevoerd, de groep van tegenstanders 0V groot is. Spr. verklaart, dat de tegenstand geen positieve cijfers kunnen geven omtren' schade die geleden zal worden door Rotter"9 dit zal als het werkelijk zoo is, aangetoond 9 nen worden, wanneer het proefjaar is verstred Spr. zegt dat er nu toch veel wordt ge^oC^"erg Rotterdam, al blijven de Schiedamsche wiBk"'10 open tot middernacht. Wanneer de winkels 0 uur vroeger gesloten zullen zyn, zal het ^o0^efl, publiek daar wel degelijk rekening mee hou^fl de mensch vormt zich naar de omstandigb0 f Wat in andere plaatsen kan, is hier ook 1 goed mogelyk. Ieder arbeider tot aan de ho"g autoriteit toe, heeft over het algemeen maximum arbeidsdag, doch de winkeliers 0^f daarom vragen wij een vroeger sluitingsuur) de wet geregeld. Spr. wekt de winkeliers teekenen op de lysten voor een vervroegd 3 tingsuur. Van de gelegenheid tot debatteeren „t, door heeren tegenstanders gebruik geD° l0o Zij meenden, dat de schade in hun zake" groot zou zijn, wanneer Rotterdam niet vo"P! en zij wenschten ook niet als proefkony" dieneo, inzake het proefjaar. Zij, vreesden ^e\ dat zij wanneer het jaar was verstreken* konden sluiten. M Hierna werden de sprekers beantwoordt, bezwaren voldoende weerlegd, tot genoeg"0 de vergadering, waarna de voorzitter "°0 opwekkend woord de vergadering sloot.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 2