Binnenland. Stads- en (iewesteljyk Nieuws- soort onderwijs werd stopgezet ten gevolge van de bepaling dat m. u. 1. o.-scho!en na een bepaal den datHm opgericht, tijdelijk geen subsidie ont vingen. Dit ontwerp nu bevat een regeling van het m. u. 1. o., die in de lager onderwijswet wordt opgenomen. De algemeene beschouwingen worden geopend. De Voorzitter stelt voor enkele punten uit het debat te schakelen, o.a. het rapport der iaeenschakelingscommissie. De heer De Visser is verbaasd over deze speciale uitschakeling, omdat dit ontwerp beslist dat een school met drie talen bij 't lager onder was zal bebooren en niet tot het middelbaar ge lijk het rapport dier commissie voorstelt. De Voorzitter zegt, dat zijn voorstel het gevolg is van de opvatting der Regeering. Ech ter is de heer De Visser vrij om te betoogen dat de m. u. 1. o.-scholen tot het M. O. moeten wer den gebracht. Het voorstel van den Voorzitter wordt goedge keurd. De heer Tydeman is niet tegen behandeling van dit ontwerp los van het lyceum-ontwerp omdat hij vreest, dat die regeling nog lang op zich zal laten wachten. Spr. heeft bezwaar tegen specialiseeren. Door het facultatief stellen van eenige vakken is dit be zwaar echter op te hellen. Hij juicht toe dat de scheikunde niet is opge nomen, zooals hij toejuicht dat staatsinrichting en handelskennis wel zijn opgenomen. Echter wil spr. het onderwijs in handelskennis niet verplichtend stellen voor subsidieverleening. Spr. vindt de subsidie te gering. Vooral kleine scholen zullen niet kunnen blijven bestaan. Spr. vreest overbelasting op de u. 1. o.-scholen. Ten slotte vraagt hij den Minister bepalingen te maken omtrent het toelaten van on- en min vermogende leerlingen op de bijzondere ulo- en mulo scholen. Speciaal geldt dit voor het Zuiden des lands waar zoovele standenscholen bestaan. De heer Otto juicht het ontwerp toe omdat hierdoor het m. u. I. onderwijs in de hand ge werkt wordt. Spr. vindt echter, dat de subsidie gegeven wordt terwijl men niet voldoende waar borgen heeft of het onderwijs goed zal zijn. Spr. acht de verplichting van 3 moderne talen, wiskunde en handelskennis niet gewenscht. Iedere school moet kunnen bepalen welke taal het meest doelmatig is. De heer Gerhard zegt, dat de m.u.I.o. en u.l.o. scholen niet alleen voor betere standen ge vraagd worden. Spr. zegt dat het u.l.o of m.u.I.o. niet op de lagere school moet staan maar daar naast. De heer de Jong acht het stelsel van subsi- deering neergelegd in de amendementen-Gerhard beter dan dat der regeering. Spr. meent dat het minimum in het ontwerp neergelegd, met nl. voor de ulo-scholen, wat het aantal van 7 leerjaren betreft, in de praktijk een maximum zal worden Ook in dit opzicht kan het ontwerp verbeterd worden door als eisch 8 jaren te stellen. Gewenscht acht spr. een kostelooze toelating ook tot de byzondere ulo- en mulo scbolen. Spr. dringt er op aan om eenige vrijheid in de regeling te laten opdat de scholen zich kunnen aanpassen aan de behoeften van de streek. Op het platte land zulleD andere vakken moeten worden onderwe zen dan in de steden. De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag 11 uur. Landweer. Naar de „N. Crt." meldt, zal de militie lich. ting 1909 welke op 1 Augustus a.s. tot de landweer overgaat, vermoedelijk in December met klein verlof naar huis gaat. Verbod van uitvoer. Bij Kon. besluit van 27 Mei is verboden de uitvoer van sponsen. Voorts is bepaald, dat het eenig artikel van het Kon. besluit van 20 April 1916, Stsbld, 165, wordt gelezen „De uitvoer van plantenvezels en van alle daaruit vervaardigde artikelen is verboden van den dag der afkondiging van dit besluit". Prov. Statenverkiezingen. ZOETERMEER. De Chr.-Hist. Kiesvereeni- ging te Voorburg heeft voor de cacature D. J. G. J. baron van Pallandt, die voor een nieuwe candidatuur heeft bedankt, den heer J. R. Snoeck Henkemans, lid van de Tweede Kamer, candi- daat gesteld. Prins Hendrik. Prins Hendrik, vergezeld van zijn. adjudant, jhr. Backer, kwam gister te 12.50 per auto van It Loo aan het station Heerenveen aan, Waar Z K. H.. werd opgewacht door baron Van Ha- rinxma fh-oe Slooten, commissaris der Koningin in Friesland. Direct stapte deze in den pria- seüjken auto, waarna naar 't Oranjewoud werd gereden. Eerst werd een bezoek afgelegd bijj de fa milie graaf Van Limburg Stixum op den huize Oranjewoud; daarna bij de familie Bieruma Ooating, ,op den huize Oranjestein. Te kwart voor drie werd vertrokken Voor eon rond rit door Fries-land's Zuid-Oosthoek tot Appelscha. Tandaar ging het via Reetsterzwaag naar Leeuwarden. Te Reetsterzwaag. werd een. bezoek gebracht aan den oud-commissaris der Koningin baron Van Harinxma thoe Slooten op den huize Ha- Tlnxma State. Gisteravond hallzeven is Prins Hendrik te Leeuwarden aangekomen. In de woning van den commissaris der Koningin werd h'ijl ontvangen door douairière baronesse Van Harinxma thoe Slooten-Collot d'Escury, bij ontstentenis, wegens ongesteldheid, van de echtgemoote van den com missaris. Ruiterstandbeeld van den Koning-Stadhouder. Be jury, die zich op verzoek van het hoofd- romité tot de oprichting van een standbeeld v-r-or stadhouder Willem III had gevormd, en die bestond uit den Voorzitter Van' bovenge noemde commissie, generaal Cool, dein schilder Van Konijnenburg, den beeldhouwer prof. Odé1, den architect Joseph Cuypers en prof. dr. A. 3. Der Kinderen als1 directeur der Academie van Beeldende Kunsten, heeft het ontwerp van een ruiterstandbeeld door den beeldhouwer Ch. van Wijk ter uitvoering Vericozen. Mededingers waren in dezen wedstrijd de beeldhouwers 'Dupuis en. Vreugde. (Hbld.) Onze scheepvaart. ®e HollandGulf Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam, eigenaresse van het stoomschip „Ma ria", dat 21' September 1914 door den Duitstahen kruiser „Karlsruhe" in den grond geboord werd, heeft den minister van buiten! andsche zaken nog eens herinnerd aan dit geval, hetwelk haar zulke belangrijke verliezen heeft berokkend, en waarover nog steeds niets naders van de Dpit- scbe regeerimg is vernomen. Zij wijst hierop nog eens, nu in zake het stoomschip „Medea", in hooger beroep een von nis is gewezen, dat berust op dezelfde over- wegingen, als waarop in haag geval in de eer ste. instantie het Vonnis berustte. In beide ge vallen toch gaat men van de overweging uit, dat het niet te bewijzen is; dat de lading uit conditioneeie contrabande bestond, en wel om de eenvoudigte reden, dat, zooiang de lading niet is afgeleverd, men niet kan bewijzen, wat de bestemming Van die lading zou geweest zijn. Het adres aan den minister luidt dan verder: Dat. dit elen hoogst zonderlinge conclusie is, zal wel niemand tegenspreken, doch met des te meer reden zou zij Uwe Exc. beieefd willen verzoeken om er bijl de Duits'che regeering krach tig op te willen aandringen, het hij de uitspra ken van de prijsgerechten niet te laten, doch raar recht en billijkheid deze zaken zonder ver wijl te willen afwikiktelen. Het lange op nthoud vermeerdert toch onze schade in groote mate De nieuwe commandant van het Indische leger. De Staatscourant meldt dat benoemd is tot luitenant-generaal, commandant van het leger, chef van het departement van Oorlog, in Ned.- Indië de generaal-majoor W. R. de Greve, chef van den generalen staf. De nieuwbenoemde luitenant-generaal en com mandant van het leger in Nederlandsch-Indië* W. R. de Greve, werd, nadat hij de Koninklijke Militaire Academie te Breda had bezocht, in 1883 benoemd tot 2e luitenant by de genie. Hy bezocht vervolgens de Hoogere Krijgsschool en schreef daarna een brochure over de verdediging van Indië. In deze brochure stelde hjj voor, den zetel van bestuur over te brengen van Batavia naar Soerabaja, waar de vlootbasis is gevestigd en waardoor de verdediging van Java op één punt zou worden geconcentreerd. Ofschoon deze bro chure niet zooveel succes voor den schrjjver op leverde, werd toch de aandacht er door op hem gevestigd. Nadat de heer De Greve in 1887 tot le luite nant was bevorderd, werd hy in 1898 kapitein en spoedig daarna benoemd tot leeraar in de tactiek aan de Hoogere Krygsschool als kapitein van den Generalen Staf. In 1905 nam hy deel aan de expeditie naar Zuid-Celebes als kapitein-commandant der genie troepen, terwyl hij nog in hetzelfde jaar, nl. op 4 December 1905, bevorderd werd tot majoor- Nadat hij eenigen tijd het civiel en militair gezag over Boni had waargenomen, werd de heer De Greve weder bij den generalen staf geplaatst. In 1909 volgde zijn bevordering tot luitenant-kolonel en in 1910 die tot kolonel. In 1913 vertoefde kolonel De Greve eenigen tjjd met verlof in ons land, juist toen het rapport van de staatscom missie voor de verdediging van Nederlandsch- Indië was verschenen. Naar aanleiding van dit rapport schreef de heer De Greve een brochure«Het rapport der staatscommissie voor de verdediging van Neder landsch-Indië", in welke brochure hy het voorstel der commissie bestreed, om de vlootbasis te Tand jong-Priok te vestigen. Om strategische redenen beval hy aan, die vlootbasis in Straat Soenda te vestigen. Aannemende, dat er, gelijk de staatscommissie beweerde, slechts een bepaalde geldsom voor de verdediging van Nederlandsch- Indië beschikbaar was, stelde de schrijver voor, in plaats van 5 dreadnoughts er slechts 4 te bou wen en het overschietende geld voor de legeruit- breiding te besteden. Verder werd in de brochure aangedrongen op instelling van c"-». militie onder de Europeesche bevolking in Nederlandsch-Indië en onder het intellectueele gedeelte vae de inlan ders. Aan welke eischen deze inlanders zouden moeten voldoen, werd uitvoerig in de brochure beschreven. Deze laatste brochure trok in militaire kringen de algemeene aandacht en waarschijnlijk is 't naar aanleiding van dit geschrift geweest, dat door den minister van Koloniën, den heer Pleyte, aan het Indisch legerbestuur opdracht is gegeven, om voorstellen in te dienen betreflende invoering van de militie in Nederlandsch-Indië. Den 3en Maart 1914 werd de heer De Greve i bevorderd tot generaal-majoor en na het optreden van den onlangs overleden luitenant-generaal, J. P. Michielsen, chef van den generalen staf. De nieuwbenoemde opperbevelhebber is ridder 4e klasse der Militaire Willemsorde en officier in de orde van OraDje Nassau. De tweede brug over den Moerdijk en de verdediging. De „Tel," schrijft Men behoeft geen militair deskundige te zijn- om met een enkelen blik op de kaart het strategisch belang te begrijpen van eene verze kerde gemeenschap van groote capaciteit over den Moerdijk beter tusschen Holland en Brabant. Elk militair optreden onzerzijds in de Zuidelijke provincies wordt een zeer gevaarlijke onderneming, indien die gemeenschap over den Moerdijk niet vlot en veilig is, niet in de eerste plaats voor terugtrekken, maar voor aanvoer van reserves en personeel en materieel. De weg over de groote rivieren en door de Betuwe is de Mijl op Zeven. Zoowel voor het snel concen- treeren van troepen in de Zuidelijke provincies, het aanvoer van versterkingen en legerbehoef ten, alsmede voor eenen geregelden terugtocht naar Holland moet tusschen Gorcum en Willem stad meer dan ééne goede gelegenheid tot ver zekerde communicatie zijn. Wij zullen over deze kwestie om begrijpelijk redenen niet ver der in bijzonderheden treden. Het medegedeel de kan voor den aandachtigen lezer voldoende worden geacht, om te begrijpen, dat met de dezer dagen aan de orde gekomen kwestie van een tweede vaste verbintenis tusschen Holland en Brabant niet alleen algemeene verkeerbelan- gen maar ook zeer gewichtige militaire belangen gemoeid zijn. Ook uit de Nederlandsche krijgs geschiedenis kan ten overvloede worden aange toond, dat het hier een historisch gemeenschaps middel geldt. Ongetwijfeld zijn in verband met eene verze kerde gemeenschap over het Hollandsch Diep of daaromtrent gedurende onzer mobilisatie maat regelen getroffen en zeker beschikken wy in ons korps pontonniers over 'n element Yan groote waarde, om, mocht het noodig zijn, krachtig tot die gemeenschap bij te dragen. Maar het be hoeft geen betoog, dat de ongezochte gelegen heid tot verbetering der gemeenschap van militaire zijde met beide handen moet worden aangegrepen. Het water aan den Moerdijk toch is geen slootje en er kan een „zee" staan (gedachtig p.a. aan de ramp van Johan Willem Friso, die een militaire ramp was), die het effectvol optreden van al of niet gekoppeld ponton-materieel, speciaal by onverwachte groo - te troepen-verplaatsingen onzeker, ja gevaarlijk maakt. Wij wenschen op het bovenstaande met een enkel woord te wijzen en onze warme instem ming te betuigen met de voornemens om hetzij dan over den Moerdijk, of by Keizersveer de gemeenschap van Ijolland met Brabant afdoen de te verbeteren. Dat men hier echter, nu de noodzakelijkheid van verbetering erkend is, vooral voortva rendheid betrachtevan die gemeenschap kan morgen aan den dag ons bestaan afhangen. Minister Posthoma. Op de volgende vragen van het lid van de Tweede Kamer, den heer Schaper, in verband met de ongesteldheid van den minister van land bouw, nijverheid en handel 1. Kan de minister aan de Kamer mededeelen, of de minister van landbouw, nijverheid en handel nog langen tijd rust zal moeten nemen 2. Indien dit het geval ia, acht de regeering zich alsdan tegenover het landsbelang verant woord, voor een in dezen tyd zoo gewichtig departement zelfs geen minister ad interim te benoemen 3. Zoo ja, hoe worden dan op dit oogenblik de zaken aan het departement van landbouw gere geld en aan wie is de leiding hiervan toever trouwd Hebben personen, buiten het departe ment staande, hierop rechtstreekschen invloed luidt het antwoord van den heer Cort van der Linden, minister van staat, minister van binnen- landsche zaken, tjjdeljjk voorzitter van den raad van ministers. (Ingezonden 29 dezer) Het laat zich aanzien, dat de minister van landbouw, nijverheid en handel na betrekkelijk korte rust de dageljjksche leiding van zjjn depar tement weder zal kunnen op zich nemen. Het landsbelang vordert niet de tjjdeljjke ver vanging van den minister van landbouw, nijver heid en handel. De algemeene leiding van het departement is toevertrouwd aan den seeretaris-generaal, op den voet zooals zulks by verloven der departements hoofden gebruikelijk is. Personen buiten het departement staande worden als deskundigen geraadpleegd, doch van besli3senden invloed is daarbjj geen sprake. De prijzen der sigaren. Naar wy vernemen, zullen de pryzen der sigaren weer omhooggaan. De eerste prijsstijging blijkt slechts het begin van een .voortdurende stiiging; waarvan het einde vooraf niet te betalen is. JAls reden dezer prijsstijging geldt de zeer dure tabak. By de veilingen te Amsterdam en Rotterdam werden de pryzen enorm opgedreven, doordat het grootste deel van den aanvoer voor Duitschland werd opgekocht. De Duitsche agen ten, die tegen eiken prijs kochten, maakten de markt duur en sehaarsch. De aanstaande verhooging geldt natuurlijk weer in hoofdzaak de goedkoopere soorten beneden 10 cent. De N.O.T. De «Nieuwe Ct.« heeft een onderhoud gehad met de uitvoerende commissie van de N.O.T. en schrijft naar aanleidmg daarvan Wy vonden de heeren in weinig opgewekte stemming Het was inderdaad voor hen een zeer teleurstellende ervaring, dat in de laatste maan den massa's goederen omtrent welker toelaatbaar heid volgens de met de Engelsche regeering gesloten overeenkomst na overlegging van de ver- eischte bewijsstukken geen twijfel kon bestaan, zich hier opstapelden zonder dat het mogelijk scheen omtrent de vrijlating en aflevering aan de Nederlandsche eigenaars eenig uitsluitsel te beko men. Juist ter bevordering van het zoo snel mogelyk bereiken hunner bestemming was inder tijd overeengekomen, dat N.O.T.-goederen, ten aanzien waarvan bij Engeland eenige verden king" zou bestaan, hier zouden worden opgeslagen en vastgehouden totdat de N.O.T. die verdenking door overlegging van de vereischte stukken te Londen zou hebben opgeheven afgescheiden natuurlijk van de goederen, waarover door het Engelsche prijzen hof moet worden beslist en die, in plaats van onderweg in een Engelsche haven te worden uitgelaten, naar hier worden vervoerd en vervolgens door tusschenkomst van de N.O.T. naar Engeland gezonden om daar «terecht te staan". Maar men had altjjd gemeend, dat dit op zijn hoogst een vertraging van enkele weken tengevolge zou hebben en aanvankelijk was dat dan ook het geval geweest. Thans echter stapelden zich tal van goederen, aan welker toelaatbaarheid onder de N.O.T.- voorwaarden geen twijfel kon bestaan, verschei dene maanden op. Zoo lagen b.v. niet minder van 80.000 balen koffie sedert geruimen tijd vast, om niet te spreken van honderden groote en kleine partijen voor de nijverheid onontbeerlijke hulpstoffen van den meest verschillenden aard. Wij zagen een heel boekdeel met besbetreffende aanteekeningen en staten. Toen wy vroegen wat naar de meening van de Uitv. Commissie de reden van deze illoyaie uit voering kon zjjn van een overeenkomst, door de Engelsche regeering gesloten en ter navolging aan andere neutrale staten meer dan eens door haar en haar bondgenooten aanbevolen, ontvingen wij ten antwoord, dat men daaromtrent in velkomen onwetendheid verkeerde en gelaten werd. Het was bekend, dat de Contraband Committée, bet regeeriogsorgaan te Londen, dat met de beharti ging van deze aangelegenheden belast is, met werk is everladen, maar hierdoor was toch nau welijks te verklaren, dat op informaties van de N. O. T. naar zelfs de eenvoudigste gevallen vaak geen antwoord te krygen viel. De geheele overeenkomst tusschen de N. O. T- en de Engelsche regeering is, zooals men weet, op het vertrouwen gebaseerd, dat de mannen, die aan het hoofd van deze instelling staan, in bun vaderland en by de regeeringen der Geallieerden genieten. Meer aan eens hebben dan oot in het Engelsche Parlement leden der Engelsche regee ring tegenover vragen of opmerkingen de volko men betrouwbaarheid en loyauteit van deze mannen boven twjjfei verheven genoemd en ook in de Engelsche pers geschiedde dit nog kort geleden. Indien dit vertrouwen niet meer mocht bestaan of indien de overeenkomst allengs op zdo gebrekkige wijze werd uitgevoerd alsof dit ver trouwen niet bestond, zou vanzelf ook het ver trouwen van de Nederlandsche handel en nijver heid in de doelmatigheid van de N. C. T. geschokt worden en zou de reden voor het instand houden van deze instelling, die aan ons land zulke buP tengewone diensten bewezen heeft, komea te vervallen. WEERBERICHT. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verrich1 in den morgen van 30 Mei, medegedeeld door hei Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt. Hoogste barometerstand 766.0 te Wisby. Laagste barometerstand 760 te Z.-Duitschland- Verwachting tot den volgenden dag: zwakke tot matigen wind, aanvankelijk uit noordelijke richtingen, gedeeltelijk bewolkt, waarschijnlijk eenige regen, zelfde temperatuur. Gemeenteraad. Vergadering van den Raad der Gemeen^ Sehiedam op Dinsdag 6 Juni, ten 2 uur, i®" Raadhuize. Gemeentelijke Vischverkoop. Heden zal in de vischtent aan de Koe»#r'tt verkocht worden Kabeljauw A 16 ets. p. pond. Schelvisch a 14 Bakbokking 5 k 10 ets. Harde bokkiDg 2£ ets. p. stuk. De verkoop zal te 6 uur aanvangen. H. A. V. Bank Schiedam. In de gisteren gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders werd door de directie versie uitgebracht over het boekjaar 1915. De balans- en winstrekening werden goedg6' keurd en het dividend bepaald op 10

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 2