van den Aartsbasiliek van den Allerhefligsten Verlosser. Liturgie. de materialen te duur zijn. Maar moet het Rijk dat dan betalen? Spr. vroeg toen of de gemeente dat dan moest betalen De minister gaf daarop als zijn meening te kennen, dat de patroons voor woningen voor hun personeel moesten zorgen. Als de woningen duur worden door de uitbreiding der industrie dan moet de industrie daarvoor zorgen Toen spr. wees op de bepalingen der woningwet zeide de minister, dat hij wel bereid was de gemeente te helpen wanneer woningen'werden gebouwd ter vervanging van sloppen die werden afgebro ken. maar niet voor nieuwbouw, noodig gewor den door de uitbreiding der stad De minister beloofde nog zijn standpunt nader schriftelijk uiteen te zullen zetten De minister heeft ook nog toegezegd te zullen overwegen of het mo gelijk was de Gemeen e een voorschot te geven tegen minder dan 4V2 Dezer dagen heeft spr juist een schrijven ontvangen waarin de minister toezegt dezer dagen op de zaak te zullen terug komen. Men begrijpt, dus hoe groot de moeilijkheden zijn Spr. hoopt dat de gemeente het geld zal kunnen krijgen tegen een lage rentestandaard. Het komt spr. voor dat het bouwen van ge meentewoningen niet het juiste standpunt zou zijn. Er zou dan van het geld niet veel terecht komen. Wat het door den heer Korpel gesignaleerde geval betreft. Spr. heeft een eenigszins andere lezing van de zaak gehoord. De menschen schij nen niet tot de netste te behooren Er waren eenige woningen leeg maar de verhuurders wilden de menschenzeker niet hebben. Spr. betwijfelt ook of de man wel zooveel moeite gedaan heeft om aan een woning te komen. Men kan toch niet vergen dat het gemeentebestuur derge lijke personen een onderdak zal gaan geven. Het is trouwens niet alleen in deze gemeente zoo gesteld. In vele ande gemeenten staat men voor dezelfde moeilijkheden. Het bouwen van gemeentewoningen is duur De grond goedkoop beschikbaar stellen voor bouwvereenigingen. zou ook overweging verdienen of anders om de ver eenigingen op een andere wijze te subsidieeren. Spr. wil eerst het antwoord van den minister afwachten, daarna kan overwogen worden welk standpunt het college zal innemen ten aanzien van he' verzoek van St. Jozef. Het college heeft ook in deze niet stilgezeten. Naar aanleiding- van het gesprokene over loonsverhooging merkt spr. op, dat niet alleen bij de politieagenten een enquête is ingesteld. Spr. heeft aan alle commissies gevraagd B. en W. te adviseeren omtrefit den loontoestand bij de bedrijven Wanneer het noodig is zal het College zeker voorstellen tot loonsverhooging doen. Over het gebruik maken van een gedeelte van de gereserveerde rente van Grondbedrijf bij deze begrooting, zegt spr., dat de heer Houtman de rechtmatigheid van deze daad erkent, al blijft de heer Houtman het verkeerd vinden dat B. en W. het hebben gedaan. De wethouder van financiën zal in deze wel nader zijn beleid ver dedigen. Wat betreft de distributiewet, het afgeloopen jaar is toch wel een bew s dat hier gestreefd wordt naar een loyale uitvoering der maatre gelen die thans noodig zijn. Het doet spr. ge noegen, dat de Raad een commissie uit zijn midden heeft benoemd, die spr- zal bijstaan in de uitvoering der distributiewet. De heer Din- kelaar kan gerust zijn omtrent een loyale uit voering dier wet. Wat de gemaakte kosten betreft kan op het oogenblik niet gezegd worden hoe die zullen worden verrekend. Later zal aan de gemeenten wel van hoogerhand worden meegedeeld op welke wijze die uitgaven moeten worden gedekt. Het komt spr. voor, dat men moeilijk die kosten op den gewonen dienst zal kunnen brengen. Wat de bemerking van den heer Maas betreft dat het college de meerderheid van den Raad niet achter zich heeft, zegt spr dat het College wat het nemen van maatregelen betreft zich niet aan een bepaalde zijde schaart, maar doet wat noodig is in het belang van de gemeente. Wanneer het betreft het uitvoeren van de dooi den Raad genomen besluiten kijkt het college alleen naar het gemeentebelang en niet naar partijbelangen. Het samenstellen van een be grooting is voor het gemeentebestuur een moei lijke taak De uitgaven blijven geregeld stijgen maar de inkomsten niet. Het is dan natuurlijk dat men begint met aan te dringen op bezui niging der uitgaven. De meerdere uitgaven zul len dan gedekt moeten worden door de inkom stenbelasting. Het gemeentebestuur is heusch niet zoo naief geweest te meenen, dat door druk uit te oefenen, werkelijke onkosten te vermijden zijn. Het college heeft ook gerekend op een meerdere opbrengst der belasting. 50.000 gld. is die post hooger geraamd. Het is een kwestie van appreciatie of uit de belasting meer uitgehaald zal kunnen worden. Een ver hooging van 1 vond het college een grens. Voor de 20 000 gulden die dan nog te dekken overbleven, maakten B. en W. gebruik van de f90 000 van de gereserveerde rente van het grondbedrijf Wij hebben wel degelijk het recht te beschikken over die gelden. Spr. zegt. dat men voorzichtig moet zijn en alles niet moet willen halen uit een verhooging der belastingen We weten niet hoeveel grooter de opbrengst zal zijn van het nieuwe kohier. Al weten we niet alles we weten er toch al iets van. Spr. betwijfelt of de gemaakte oorlogswinst zal kunnen goedmaken wat anderen in hun inko men achteruit zijn gegaan. De progressieve heffing is ook als een lichtpunt genoemd. We moeten er echter voor waken om het percen tage niet zoo hoog te gaan opvoeren, dat we de hoogst aangeslagenen gaan wegjagen Schie dam is geen luxe stad. We moeten in deze voorzichtig zijn. Spr. heeft omtrent de annexatieplannen van Rotterdam niets willen zeggen, omdat het niet opgaat als er in een anderen Gemeenteraad daar iets over gezegd wordt, dat spr. dan hier in den Raad er het woord over zal voeren. Dit staat vast, dat de gemeente Schiedam als zelfstandige gemeente recht van bestaan heeft en dat er, wanneer Schiedam met voortvarend heid haar belangen blijft behartigen, geen kans is dat zij zal worden opgeslokt. Wij hebben annexatie niet noodig en wie ons noodig heeft zal er eerst om moeten vragen. De heer Maas En dan zeggen we, „hadtje me maar". De mededeeling van den voorzitter werd door den Raad met applaus begroet. Wethouder Lagerwey zegt ten aanzien van de vrije artsenkeuze, dat deze zaak zeer ernstig onder de oogen zal worden gezien. Het gebruiken van een gedeelte van de gereser veerde rente van grondbedrijf is door den heer Houtman genoemd een zwakke plek in het fi nancieel beleid en de heer Maas noemde daarom zelfs de begrooting een heele slechte begrooting Spr. had niet verwacht, dat de heer Maas nog een kwestie zou ter sprake hebben gebracht, waarover verleden jaar uitvoerig gediscussieerd is. Spr grondt zijn aanblijven als wethouder, nadat de Raad een andere meerderheid had gekregen op de wet. Spr. blijft zoolang zijn mandaat duurt ook degene die hem gekozen hebben dringen daarop aan al is het niet aangenaam in deze omstandigheden aan te blijven om de minder aangename bejegening die hem kan te beurt vallen. Krachtens zijn benoeming blijft spr. op zijn post, om te doen wat noodig is in het belang van de gemeente Het wegloopen van dien post zou een treurige zwakheid vei raden, die ook op de tegenstanders geen goeden indruk zou maken. Het geven van een perspectivische financieele beschouwing in deze tijden is een buitengewoon teere zaak. Is men pessimistisch dan vindt men dat ongeoorloofd. Toch kan men nog niet al te optimistisch zijn. We kunnen geen financieel overzicht krijgen, alvorens we over meer gege vens beschikken. We weten niet hoe de ge meente staat tegenover de nieuwe inkomsten belasting. Spr. weet nu meer, dan hij wist toen de begruoting werd samengesteld, omdat spr. reeds in het bezit is van een afschrift van het kohier der rijksinkomstenbelasting. Verwacht kan worden dat het belastbaar inkomen, evenals verleden jaar, met 1000 000 gld. zal toenemen In de nieuwe verordening is echter de aftrek voor levensonderhoud en voor kinderen verhoogd. Spr acht dat de nadeelige invloed daarvan zal worden gecompenseerd door de vermeerdering van het belastbaar inkomen Spr. acht de meerdere op brengst met 50 000 gld hoog genoeg getaxeerd Spr. zou het zeer gewaagd vinden zoo men op meer ging rekenen. De heer Houtman zegt zelf, dat de toestand benauwend wordt en dat veel menschen hun inkomen zien vermin deren. Spr. is het daarmee eens. De oorlogs winst is maar behaald door enkelen, daartegen over staan echter velen, voornamelijk onder den middenstand, die geleden hebben door de tijds omstandigheden. Het groote bedrag schijnt ech ter hypnotisch gewerkt hebben waardoor te veel in het algemeen gesproken wordt van oorlogs winsten. Wij zullen er niet veel voordeel van hebben, vooral niet als de menschen met de groote winsten de stad gaan verlaten. Spr. beroept zich wat betreft de samenstelling van de begrooting op het College dat in zijn geheel ermee accoord gaat. Spr. heeft voor zijn deel zijn taak vervuld door de cijfers te verschaffen en de gegevens om het college in staat te stel len de posten te verdedigen. Spr. is nooit in gebreke gebleven de cijfers te verschaffen, die het college noodig had. Het geeft blijk van groote onbekendheid met de werkzaamheden van het college om een be paald lid voor de begrooting verantwoordelijk te willen stellen. Spr. waarschuwt tegen te groote verwachtin gen nopens de opbrengst van den hoofdelijken omslag. Dat in de nieuwe regeling een sterke pro gressie is ingevoerd maakt in dit opzicht nog grootere voorzichtigheid tot gebiedenden eisch. Het gemeentebestuur heeft zich nauwgezet rekenschap gegeven om die inkomsten, jdie ver hooging toelieten voor een verhoogd bedrag op de begrooting te brengen, en wat de uitgaven betreft, deze zoo juist en nauwkeurig mogelijk te ramen. Spr. zegt. dat het hem verheugd, dat Schiedam in deze dagen getoond heeft voldoende finanti- eele draagkracht te bezitten. Maar dan moet de basis ook goed zijn Spr. hoopt, dat wanneer de nieuwe verordening in werking zal zijn ge treden de opbrengst ten volle zal overeen stemmen met de optimistische verwachting van den heer Maas. 1 Spr. zegt dat de geme nte de oorlogswinst niet kan treffen. De winst is over te weinig hoofden verdeeld om te wettigen een sterke verhooging van belastingpercentage De raad van den heer Maas is dus zeer eenzijdig, daar er dit jaar meer menschen zijn die in hun in komens schade hebben geleden. De heer Maas vraagt omdat hij weg moet aanstonds het woord te mogen voeren Spr. zegt, dat hij niet bedoeld heeft her debat te heropenen over het al of niet beschikbaarstellen van hun mandaat door de wethouders. Spr. heeft dit slechts genoemd, omdat het voor hem aan leiding was het College niet te beschouwen als homogeen. Spr. beschouwt deze financieele zaak als een politieke zaak. omdat hier leden zitten zooals de heeren Lagerwey en Goslinga die in den Raad zijn gekozen op hun belofte de inkomstenbelas ting omlaag te houden. Die politiek wreekt zich thans Omdat men zich blind gestaard heeft op het percentage der belasting heeft men niet gelet op andere inkom - sten. Dat zooals de Voorzitter zeide - de uitgaven steeds stijgen en de inkomsten niet, is mede een gevolg van die overdreven zucht naar een laag percentage van de belasting. Deze toestand is ontstaan omdat niet tqdig de reorganisatie van onze belastingen is ter hand genomen Een reorganisatie waartegen speciaal wethouder Lagerwey zich jarenlang heeft verzet. Spr. zegt, dat men moet beginnen met zijn kohier ruim hoog te stellen, later kan men nog altijd het percentage reduceeren. Men moet trachten zooveel mogelijk geld daarop uit te winnen. Er is geen enkele reden om nu te grij pen naar de reserve van Grondbedrijf. Spr. acht het onverantwoordelijk om nu op te eten wat we later hard noodig kunnen hebben. Wat de heer Lagerweij gezegd heeft versterkt spr. in de meening dat er een,acres van middelen is. Het is een goede financieele politiek daarvan gebruik te maken. We moeten uit de inkomstenbelasting halen wat er uit te halen is. Later zullen wij een dergelijke gelegenheid misschien niet meer krijgen. Het percentage wordt berekend naar het kohier. Blijkt dat de beschrijving meevalt dan I zal men het percentage moeten verlagen. We hebben dan wel de burgerij blij gemaakt met een laag percentage, maar we voeren dan een financieel beleid waar spr. zich niet mee kan vereenigen. Wethouder v. Westendorp zegt, dat het niet dikwijls voorkomt, dat aan een wethouder van Gemeentewerken wordt gezegd, dat hij te weinig heeft gevraagd. Spr. hoopt steeds op den steun van den heer Post wanneer spr. ommeer zal vragen. Dat de straten er niet uitzien zoo als het wezen moet erkent spr. Doch het is wel te begrijpen als men nagaat dat er in 1901, 250000 M2. straa'toppervlak was. terwijl er nu 380.000 M2 is in 1901 werd voor dat doel beschik baar gesteld 31000 gld en nu 35000 gld. Spr. zegt, dat hij minstens 60000 gld noodig zou hebben om daarin verbetering te brengen. Spr. hoopt dat spoedig de tijd moge aanbre ken, dat hij over zulke bedragen zal kunnen beschikken. Het zou spr zeer aangenaam zijn als hij de menschen op goede straten kon laten loopen. Er is reeds veel verbeterd maar er moet nog heel veel vernieuwd worden, vooral omdat er vroeger slecht materiaal voor de bestrating is gebruikt. Dat de post wat laag is uitgetrokken is een gevolg van de wensch om de inkomsten wat omlaag te houden. Iedere wethouder moet dan al eens een offertje brengen. Spr. zegt, dat de Raad zeker zijn toestemming niet zal onthouden aan het voorstel om een opzichter aan testellen, die in het bijzonder belast zal worden met het toezicht op de bestrating. Er heeft wel degelijk overleg plaats tusschen de directeuren der verschillende bedrijven. Maar de gemeente breidt zich uit en vooral het aan tal aanvragen om aansluiting aan het electrisch net neemt toe Men kan die aanvragen niet naast zich neerleggen Het is niet te voorkomen dat straten herhaaldelijk moeten worden open gebroken. Het in orde brengen van de stratèn geschiedt steeds door gemeentewerken. Den heer'v. d. Zee antwoordt spr dat de be drijver. moeten betalen wat door Gemeentewer ken ten behoeve van die bedrijven wordt ver richt. Spr. is ook overtuigd dat de toestand aan het Groenweegje verbetering behoeft De directie van de tram wordt steeds gewezen op haar plicht om de bestrating langs de rails in orde te hou den. Nog onlangs is haar opgegeven de bestra ting in orde te maken tusschen de brug bij de Hoofdstraat en de coupure. We hebben nu eenmaal een grond die steeds zakt waardoor het zeer moeilijk is de bestrating in orde te houden. Als men eens gaat zien in sommige gedeelten van Rotterdam dan zal men tot de ontdekking komen, dat het bij ons nog niet zoo erg is. Wethouder Goslinga zegt, dat omtrent de school voor achterlijke kinderen een zeer posi tieve toezegging is gedaan in de Memorie van Antwoord. Wat betreft het brengen van de 90 000 gld van Grondbedrijf op de begrooting; de recht matigheid daarvan is door den heer Houtman toegegeven. Het gaat dus niet aan het college er een ver wijt van te maken, dat zij de verordening niet overtreedt. Wanneer blijkt dat het kohier hooger is dan doen B. en W. hetzelfde als verleden jaar en stellen een verhooging van dien post voor. In 1916 viel de opbrengst mee. B. en W. gingen toen niet het percentage der belasting verlagen, maar uit eigen beweging stelden zij voor den post hoofdelijke omslag met dat bedrag te verhoogen. Waarom zouden we nu niet doen, wat we in 1916 ook gedaan hebben zonder dat de Raad er iets tegen inbrachti B. en W. hebben heusch wel rekening gehouden met de veranderde financieele omstandigheden. Als de belasting mee valt zijn we heusch zoo dom niet om daar geen gebruik van te maken. De heeren willen wel altijd graag dien indruk vestigen, ze beschouwen ons altijd als zoo'n soort ezels, maar spr. is er zoo gemakkelijk niet van te overtuigen, dat de anderen beter zijn. B. en W. zijn dus van plan om die 20 000 gulden niet aan te spreken als het niet noodig is. Het was totaal overbodig om daarover zoo'n groot betoog te gaan houden. De heer Houtman zegt, dat de heeren Evers en Lagerwey gebruik maken van zijn pessimistische beschouwing om hun opvatting te verdedigen. Dat argument past daar echter niet op. Spr. heeft gewezen op de slechte tijden die waarschijnlijk zullen komen, omdat hij het onverantwoordelijk ach' nu over het geld te beschikken, waarover we vijf jaar moeten doen. Wat zullen B. en W. de volgende vijf jaar moeten beginnen als die gelden niet meer be schikbaar zijn? Spr. heeft nog geen antwoord ontvangen van den burgemeester, wien spr gevraagd heeft hoe hij er over denkt om de gereserveerde rente op den gewonen dienst te brengen, terwijl hij in 1915 nog de meening was toegedaan, dat die gelden voor buitengewone uitgaven moesten worden bewaard. Spr verzet zich tegen dezen post, die de bedoeling heeft de inkomstenbelasting te druk ken. Het is mogelijk dat het geoorloofd is, in het belang van de gemeente acht spr. het niet. In 1918 zou het vijfjarig tijdvak pas verstreken zijn. We gaan nu beschikken over het geld. nu we het nog niet noodig hebben. Het is beter het te bewaren voor moeilijke dagen. Wethouder Goslinga zegt wel, dat het geld niet zal gebruikt worden om het percentage te verlagen, maar als men dezen post laat staan loopt men toch steeds gevaar dat de Raad het percentage gaat verlagen. Men is de taxatie gaan verhaasten, hoewel het niet noodig was om het geld te kunnen gebruiken. Spr. heeft principieel bezwaar tegen deze handelwijze en hij zal als deze post op de begrooting blijft staan, tegen de begrooting stemmen. De heer de Bruin zegt, dat men wel wat overdrijft, als men zegt, niet voor de begrooting te zullen stemmen tenzij dit punt er uit wordt genomen. Er gebeurt wat gebeuren moet. De taxatie heeft op tijd plaats. Dat de taxatie in 1912 te laat heeft plaats gehad is geen reden om het nu weer te laat Te doen. Men moet het niet voorstellen of er iets vree- selijks gebeurd is. Laten de heeren die er tegen zijn dan een voorstel indienen om den post hoofdelijken omslag met dat bedrag te verhoo gen, maar men moet niet ageeren tegen he beleid van grondbedrijf, omdat het doet wat m de verordening staat. Spr. hoopt, dat B. en W. niet zullen ingaan op het voorstel van St. Joseph. De gemeente ma» niet garant blijven voor een particuliere veree- niging Laat de gemeente liever zelf bouwen en dan de huizen aan een particuliere vereenigib» in exploitatie geven De weg, dien Rotterdam op wil gaan, om grond goedkoop af te staab aan particuliere bouwers acht spr. ook verkeerc- Wat de particuliere bouwers doen. daarvan heb ben we .hier de schitterende resultaten gezien- De Voorzitter merkt op, dat gesproker is over het goedkooper beschikbaar stellen va grond aan bouwvereenigingen. De heer de Bruin dringt aan op nadere be studeering van het woningbouwvraagstuk- Spr- hoopt, dat zoo noodig de gemeente den woning bouw zal ter hand nemen. De heer Dinkelaar zegt, dat het antwooi naast hem heen is gegaan. Spr. heeft gevraag om de instelling van een bureau met een ver antwoordelijk hoofd, die advies kan uitbrengt aan B. en W. in zake het woningvraagstuk. De Voorzitter zegt, dat we zoo'n burea reeds hebben, door het bouw- en woningtoe zicht. De heer Korpel heeft het feit ter spraf^ gebracht om te illustreeren den grooten wo ningnood. De heer Evers heeft nog niet het antwooro gehoord op de vraag van den heer pinkelaa wat zal worden gedaan indien de werkeloosbei toeneemt Spr. hoopt dat dan dezelfde maatre gelen zullen worden genomen als in 1914 De Voorzitter zegt, dat zulks zeer zeke zal gebeuren. Dan zullen ook het Nations* Steuncomité en het Schiedamsch comité hm werkzaamheden hervatten. Spr. zegt den heer Houtman nog, dat B. el W. niet zoover van hem afstaan als hij we denkt. Het eenige verschil is, dat het cMleg van meening is, dat uit de inkomstenbelasting niet zooveel te halen zal zijn. Wethouder Goslinga zegt, dat we Januari op deze zaak terugkomen. Blijkt he^ dat de heeren Maas en Houtman wat de inkom sten betreft gelijk hebben, dan zullen B. en W- voorstellen de post inkomstenbelasting te ver_ hoogen. Verleden jaar hebben B en W. toch 00 niet het percentage verlaagd. De heer Houtman wil de rente in ied® geval bewaren voor buitengewone gewone uit* gaven. De Voorzitter zegt. dat hij nog evenm» vroeger gaarne de gereserveerde renten zou be waren voor buitengewone uitgaven. Spr. ach echter thans, nu van de gemeente zoovee^ extra gevraagd wordt, opname van het bedrag in den dienst noodig. De heer Houtman zegt, dat het niet g°e is nu al op te teeren, waar we vijf jaar ove moeten doen. Dat is nooit de bedoeling gewees van grondbedrijf Wel om het te reserveere voor buitengewone uitgaven. Wethouder Goslinga zegt, dat er in dez® oorlogstijd zeer zeker reden genoeg is het t beschouwen als een buitengewone gewone uit gave. De algemeene beschouwingen worden gesloten- De vergadering wordt verdaagd tot Vrijdag middag ■Q uur. De eerste Christenkerk na het tijdvak der bloedige vervolgingen werd door keizer Constan tijn den Groote toegewijd aan den Allerheilig' sten Verlosser en aan den H. Joannes den Doe* per, en werd de Hoofdkerk der wereld. Mo# lezen we op den voorgevel dier kerd„Mate1' et Caput omnium acclesiarum Urbis et Orbis d. w. z. De Moeder en het Hoofd van alle Ker" ken van stad en Wereld. Om haar eerbied waai digheid draagt ze den naam van aartsbasili®^ van den Allerheiligsten Verlosser, gewoonH' noemen we haar de St. Jan van Lateraneb (Lateranen is de jnaam van den grond waarop die kerk gebouwd is.) De naam Basiliek is een eerenaam, welken nog drie andere kerken van Rome bezitten, n- de St. Pieter, de St. Paulus buiten de mur«b> en de kerk van Maria de Meerdere. Buiten Rome zijn er ook zoogenaamde klein® Basilieken in ons land twee, n.l. te Oudenbosc en te Sittard. Van de vier groote Basilieken wordt over gansch de wereld het Kerk wij dingsfeest gevierd» en wel van de hoofdkerk der wereld de St. J*11 van Lateranen op 9 Novembervan de kerkeb van de H.H. Apostelen Petrus en Paulus op November; en van de kerk van Maria de Meer dere op 5 Augustus. Op het feest van Kerkwijding zingt de Kerk de schoone MisTerribilis„O hoe obt zagwekkend is deze plaatshier is het huis van God, en de poort des Hemels en zij zal d® woonplaats van God genoemd worden. Hoe li® lijk Zijn uwe tenten 0 Heer der heerschare"' Verlangend en kwjjnend ziet mijne ziel uit na* de voorhoven des Heeren". (Introïtus). Heerlijk schoon is ook de epistellis, waarm ons gewezen wordt op het hemelsch Jeruzaleb1' waarvan onze kerken hier op aarde een zinbe' beeld zijn. Ten slotte wordt in de' Communiezang oD3 vertrouwen verlevendigd „Mijn huis zal eeb huis des gebeds heeten, zegt de Heeral^1® daarin vraagt, ontvangt; en wie zoekt, vindt' en wie klopt, aan hem doet men open". 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 6