van den Aartsbasiliek
van den Allerhefligsten Verlosser.
Liturgie.
de materialen te duur zijn. Maar moet het Rijk
dat dan betalen?
Spr. vroeg toen of de gemeente dat dan moest
betalen De minister gaf daarop als zijn meening
te kennen, dat de patroons voor woningen voor
hun personeel moesten zorgen. Als de woningen
duur worden door de uitbreiding der industrie
dan moet de industrie daarvoor zorgen Toen
spr. wees op de bepalingen der woningwet zeide
de minister, dat hij wel bereid was de gemeente
te helpen wanneer woningen'werden gebouwd
ter vervanging van sloppen die werden afgebro
ken. maar niet voor nieuwbouw, noodig gewor
den door de uitbreiding der stad De minister
beloofde nog zijn standpunt nader schriftelijk
uiteen te zullen zetten De minister heeft ook
nog toegezegd te zullen overwegen of het mo
gelijk was de Gemeen e een voorschot te geven
tegen minder dan 4V2
Dezer dagen heeft spr juist een schrijven
ontvangen waarin de minister toezegt dezer
dagen op de zaak te zullen terug komen.
Men begrijpt, dus hoe groot de moeilijkheden
zijn Spr. hoopt dat de gemeente het geld zal
kunnen krijgen tegen een lage rentestandaard.
Het komt spr. voor dat het bouwen van ge
meentewoningen niet het juiste standpunt zou
zijn. Er zou dan van het geld niet veel terecht
komen.
Wat het door den heer Korpel gesignaleerde
geval betreft. Spr. heeft een eenigszins andere
lezing van de zaak gehoord. De menschen schij
nen niet tot de netste te behooren Er waren
eenige woningen leeg maar de verhuurders wilden
de menschenzeker niet hebben. Spr. betwijfelt
ook of de man wel zooveel moeite gedaan heeft
om aan een woning te komen. Men kan toch
niet vergen dat het gemeentebestuur derge
lijke personen een onderdak zal gaan geven.
Het is trouwens niet alleen in deze gemeente
zoo gesteld. In vele ande gemeenten staat men
voor dezelfde moeilijkheden. Het bouwen van
gemeentewoningen is duur De grond goedkoop
beschikbaar stellen voor bouwvereenigingen. zou
ook overweging verdienen of anders om de ver
eenigingen op een andere wijze te subsidieeren.
Spr. wil eerst het antwoord van den minister
afwachten, daarna kan overwogen worden welk
standpunt het college zal innemen ten aanzien
van he' verzoek van St. Jozef. Het college heeft
ook in deze niet stilgezeten.
Naar aanleiding- van het gesprokene over
loonsverhooging merkt spr. op, dat niet alleen
bij de politieagenten een enquête is ingesteld.
Spr. heeft aan alle commissies gevraagd B. en
W. te adviseeren omtrefit den loontoestand bij
de bedrijven Wanneer het noodig is zal het
College zeker voorstellen tot loonsverhooging
doen.
Over het gebruik maken van een gedeelte van
de gereserveerde rente van Grondbedrijf bij deze
begrooting, zegt spr., dat de heer Houtman de
rechtmatigheid van deze daad erkent, al blijft
de heer Houtman het verkeerd vinden dat B.
en W. het hebben gedaan. De wethouder van
financiën zal in deze wel nader zijn beleid ver
dedigen.
Wat betreft de distributiewet, het afgeloopen
jaar is toch wel een bew s dat hier gestreefd
wordt naar een loyale uitvoering der maatre
gelen die thans noodig zijn. Het doet spr. ge
noegen, dat de Raad een commissie uit zijn
midden heeft benoemd, die spr- zal bijstaan in
de uitvoering der distributiewet. De heer Din-
kelaar kan gerust zijn omtrent een loyale uit
voering dier wet. Wat de gemaakte kosten
betreft kan op het oogenblik niet gezegd worden
hoe die zullen worden verrekend. Later zal aan
de gemeenten wel van hoogerhand worden
meegedeeld op welke wijze die uitgaven moeten
worden gedekt. Het komt spr. voor, dat men
moeilijk die kosten op den gewonen dienst zal
kunnen brengen.
Wat de bemerking van den heer Maas betreft
dat het college de meerderheid van den Raad
niet achter zich heeft, zegt spr dat het College
wat het nemen van maatregelen betreft zich
niet aan een bepaalde zijde schaart, maar doet
wat noodig is in het belang van de gemeente.
Wanneer het betreft het uitvoeren van de dooi
den Raad genomen besluiten kijkt het college
alleen naar het gemeentebelang en niet naar
partijbelangen. Het samenstellen van een be
grooting is voor het gemeentebestuur een moei
lijke taak De uitgaven blijven geregeld stijgen
maar de inkomsten niet. Het is dan natuurlijk
dat men begint met aan te dringen op bezui
niging der uitgaven. De meerdere uitgaven zul
len dan gedekt moeten worden door de inkom
stenbelasting. Het gemeentebestuur is heusch
niet zoo naief geweest te meenen, dat door druk
uit te oefenen, werkelijke onkosten te vermijden
zijn. Het college heeft ook gerekend op een
meerdere opbrengst der belasting. 50.000 gld. is
die post hooger geraamd. Het is een
kwestie van appreciatie of uit de belasting
meer uitgehaald zal kunnen worden. Een ver
hooging van 1 vond het college een grens.
Voor de 20 000 gulden die dan nog te dekken
overbleven, maakten B. en W. gebruik van de
f90 000 van de gereserveerde rente van het
grondbedrijf Wij hebben wel degelijk het recht
te beschikken over die gelden.
Spr. zegt. dat men voorzichtig moet zijn en
alles niet moet willen halen uit een verhooging
der belastingen We weten niet hoeveel grooter
de opbrengst zal zijn van het nieuwe kohier. Al
weten we niet alles we weten er toch al iets van.
Spr. betwijfelt of de gemaakte oorlogswinst zal
kunnen goedmaken wat anderen in hun inko
men achteruit zijn gegaan. De progressieve
heffing is ook als een lichtpunt genoemd. We
moeten er echter voor waken om het percen
tage niet zoo hoog te gaan opvoeren, dat we
de hoogst aangeslagenen gaan wegjagen Schie
dam is geen luxe stad. We moeten in deze
voorzichtig zijn.
Spr. heeft omtrent de annexatieplannen van
Rotterdam niets willen zeggen, omdat het niet
opgaat als er in een anderen Gemeenteraad
daar iets over gezegd wordt, dat spr. dan hier
in den Raad er het woord over zal voeren.
Dit staat vast, dat de gemeente Schiedam als
zelfstandige gemeente recht van bestaan heeft
en dat er, wanneer Schiedam met voortvarend
heid haar belangen blijft behartigen, geen kans
is dat zij zal worden opgeslokt. Wij hebben
annexatie niet noodig en wie ons noodig heeft
zal er eerst om moeten vragen.
De heer Maas En dan zeggen we, „hadtje
me maar".
De mededeeling van den voorzitter werd door
den Raad met applaus begroet.
Wethouder Lagerwey zegt ten aanzien
van de vrije artsenkeuze, dat deze zaak zeer
ernstig onder de oogen zal worden gezien. Het
gebruiken van een gedeelte van de gereser
veerde rente van grondbedrijf is door den heer
Houtman genoemd een zwakke plek in het fi
nancieel beleid en de heer Maas noemde daarom
zelfs de begrooting een heele slechte begrooting
Spr. had niet verwacht, dat de heer Maas nog
een kwestie zou ter sprake hebben gebracht,
waarover verleden jaar uitvoerig gediscussieerd
is. Spr grondt zijn aanblijven als wethouder,
nadat de Raad een andere meerderheid had
gekregen op de wet. Spr. blijft zoolang zijn
mandaat duurt ook degene die hem gekozen
hebben dringen daarop aan al is het niet
aangenaam in deze omstandigheden aan te
blijven om de minder aangename bejegening
die hem kan te beurt vallen. Krachtens zijn
benoeming blijft spr. op zijn post, om te doen
wat noodig is in het belang van de gemeente
Het wegloopen van dien post zou een treurige
zwakheid vei raden, die ook op de tegenstanders
geen goeden indruk zou maken.
Het geven van een perspectivische financieele
beschouwing in deze tijden is een buitengewoon
teere zaak. Is men pessimistisch dan vindt men
dat ongeoorloofd. Toch kan men nog niet al te
optimistisch zijn. We kunnen geen financieel
overzicht krijgen, alvorens we over meer gege
vens beschikken. We weten niet hoe de ge
meente staat tegenover de nieuwe inkomsten
belasting. Spr. weet nu meer, dan hij wist toen
de begruoting werd samengesteld, omdat spr.
reeds in het bezit is van een afschrift van het
kohier der rijksinkomstenbelasting. Verwacht
kan worden dat het belastbaar inkomen, evenals
verleden jaar, met 1000 000 gld. zal toenemen In
de nieuwe verordening is echter de aftrek voor
levensonderhoud en voor kinderen verhoogd. Spr
acht dat de nadeelige invloed daarvan zal worden
gecompenseerd door de vermeerdering van het
belastbaar inkomen Spr. acht de meerdere op
brengst met 50 000 gld hoog genoeg getaxeerd
Spr. zou het zeer gewaagd vinden zoo men
op meer ging rekenen. De heer Houtman
zegt zelf, dat de toestand benauwend wordt en
dat veel menschen hun inkomen zien vermin
deren. Spr. is het daarmee eens. De oorlogs
winst is maar behaald door enkelen, daartegen
over staan echter velen, voornamelijk onder den
middenstand, die geleden hebben door de tijds
omstandigheden. Het groote bedrag schijnt ech
ter hypnotisch gewerkt hebben waardoor te veel
in het algemeen gesproken wordt van oorlogs
winsten. Wij zullen er niet veel voordeel van
hebben, vooral niet als de menschen met de
groote winsten de stad gaan verlaten.
Spr. beroept zich wat betreft de samenstelling
van de begrooting op het College dat in zijn geheel
ermee accoord gaat. Spr. heeft voor zijn deel
zijn taak vervuld door de cijfers te verschaffen
en de gegevens om het college in staat te stel
len de posten te verdedigen.
Spr. is nooit in gebreke gebleven de cijfers
te verschaffen, die het college noodig had. Het
geeft blijk van groote onbekendheid met de
werkzaamheden van het college om een be
paald lid voor de begrooting verantwoordelijk
te willen stellen.
Spr. waarschuwt tegen te groote verwachtin
gen nopens de opbrengst van den hoofdelijken
omslag.
Dat in de nieuwe regeling een sterke pro
gressie is ingevoerd maakt in dit opzicht nog
grootere voorzichtigheid tot gebiedenden eisch.
Het gemeentebestuur heeft zich nauwgezet
rekenschap gegeven om die inkomsten, jdie ver
hooging toelieten voor een verhoogd bedrag op
de begrooting te brengen, en wat de uitgaven
betreft, deze zoo juist en nauwkeurig mogelijk
te ramen.
Spr. zegt. dat het hem verheugd, dat Schiedam
in deze dagen getoond heeft voldoende finanti-
eele draagkracht te bezitten. Maar dan moet
de basis ook goed zijn Spr. hoopt, dat wanneer
de nieuwe verordening in werking zal zijn ge
treden de opbrengst ten volle zal overeen
stemmen met de optimistische verwachting van
den heer Maas.
1 Spr. zegt dat de geme nte de oorlogswinst
niet kan treffen. De winst is over te weinig
hoofden verdeeld om te wettigen een sterke
verhooging van belastingpercentage De raad
van den heer Maas is dus zeer eenzijdig, daar
er dit jaar meer menschen zijn die in hun in
komens schade hebben geleden.
De heer Maas vraagt omdat hij weg moet
aanstonds het woord te mogen voeren Spr.
zegt, dat hij niet bedoeld heeft her debat te
heropenen over het al of niet beschikbaarstellen
van hun mandaat door de wethouders. Spr. heeft
dit slechts genoemd, omdat het voor hem aan
leiding was het College niet te beschouwen als
homogeen.
Spr. beschouwt deze financieele zaak als een
politieke zaak. omdat hier leden zitten zooals de
heeren Lagerwey en Goslinga die in den Raad
zijn gekozen op hun belofte de inkomstenbelas
ting omlaag te houden.
Die politiek wreekt zich thans Omdat men
zich blind gestaard heeft op het percentage der
belasting heeft men niet gelet op andere inkom -
sten. Dat zooals de Voorzitter zeide - de
uitgaven steeds stijgen en de inkomsten niet,
is mede een gevolg van die overdreven zucht
naar een laag percentage van de belasting.
Deze toestand is ontstaan omdat niet tqdig
de reorganisatie van onze belastingen is ter
hand genomen Een reorganisatie waartegen
speciaal wethouder Lagerwey zich jarenlang
heeft verzet.
Spr. zegt, dat men moet beginnen met zijn
kohier ruim hoog te stellen, later kan men nog
altijd het percentage reduceeren. Men moet
trachten zooveel mogelijk geld daarop uit te
winnen. Er is geen enkele reden om nu te grij
pen naar de reserve van Grondbedrijf. Spr. acht
het onverantwoordelijk om nu op te eten wat
we later hard noodig kunnen hebben. Wat de
heer Lagerweij gezegd heeft versterkt spr. in de
meening dat er een,acres van middelen is. Het
is een goede financieele politiek daarvan gebruik
te maken. We moeten uit de inkomstenbelasting
halen wat er uit te halen is. Later zullen wij
een dergelijke gelegenheid misschien niet meer
krijgen. Het percentage wordt berekend naar het
kohier. Blijkt dat de beschrijving meevalt dan
I zal men het percentage moeten verlagen. We
hebben dan wel de burgerij blij gemaakt met
een laag percentage, maar we voeren dan een
financieel beleid waar spr. zich niet mee kan
vereenigen.
Wethouder v. Westendorp zegt, dat het
niet dikwijls voorkomt, dat aan een wethouder
van Gemeentewerken wordt gezegd, dat hij te
weinig heeft gevraagd. Spr. hoopt steeds op den
steun van den heer Post wanneer spr. ommeer
zal vragen. Dat de straten er niet uitzien zoo
als het wezen moet erkent spr. Doch het is wel
te begrijpen als men nagaat dat er in 1901,
250000 M2. straa'toppervlak was. terwijl er nu
380.000 M2 is in 1901 werd voor dat doel beschik
baar gesteld 31000 gld en nu 35000 gld. Spr.
zegt, dat hij minstens 60000 gld noodig zou
hebben om daarin verbetering te brengen.
Spr. hoopt dat spoedig de tijd moge aanbre
ken, dat hij over zulke bedragen zal kunnen
beschikken. Het zou spr zeer aangenaam zijn
als hij de menschen op goede straten kon laten
loopen. Er is reeds veel verbeterd maar er moet
nog heel veel vernieuwd worden, vooral omdat
er vroeger slecht materiaal voor de bestrating is
gebruikt.
Dat de post wat laag is uitgetrokken is een
gevolg van de wensch om de inkomsten wat
omlaag te houden. Iedere wethouder moet dan
al eens een offertje brengen. Spr. zegt, dat de
Raad zeker zijn toestemming niet zal onthouden
aan het voorstel om een opzichter aan testellen,
die in het bijzonder belast zal worden met het
toezicht op de bestrating.
Er heeft wel degelijk overleg plaats tusschen
de directeuren der verschillende bedrijven. Maar
de gemeente breidt zich uit en vooral het aan
tal aanvragen om aansluiting aan het electrisch
net neemt toe Men kan die aanvragen niet
naast zich neerleggen Het is niet te voorkomen
dat straten herhaaldelijk moeten worden open
gebroken. Het in orde brengen van de stratèn
geschiedt steeds door gemeentewerken.
Den heer'v. d. Zee antwoordt spr dat de be
drijver. moeten betalen wat door Gemeentewer
ken ten behoeve van die bedrijven wordt ver
richt.
Spr. is ook overtuigd dat de toestand aan het
Groenweegje verbetering behoeft De directie van
de tram wordt steeds gewezen op haar plicht
om de bestrating langs de rails in orde te hou
den. Nog onlangs is haar opgegeven de bestra
ting in orde te maken tusschen de brug bij de
Hoofdstraat en de coupure.
We hebben nu eenmaal een grond die steeds
zakt waardoor het zeer moeilijk is de bestrating
in orde te houden. Als men eens gaat zien in
sommige gedeelten van Rotterdam dan zal men
tot de ontdekking komen, dat het bij ons nog
niet zoo erg is.
Wethouder Goslinga zegt, dat omtrent de
school voor achterlijke kinderen een zeer posi
tieve toezegging is gedaan in de Memorie van
Antwoord.
Wat betreft het brengen van de 90 000 gld
van Grondbedrijf op de begrooting; de recht
matigheid daarvan is door den heer Houtman
toegegeven.
Het gaat dus niet aan het college er een ver
wijt van te maken, dat zij de verordening niet
overtreedt.
Wanneer blijkt dat het kohier hooger is dan
doen B. en W. hetzelfde als verleden jaar en
stellen een verhooging van dien post voor. In
1916 viel de opbrengst mee. B. en W. gingen
toen niet het percentage der belasting verlagen,
maar uit eigen beweging stelden zij voor den post
hoofdelijke omslag met dat bedrag te verhoogen.
Waarom zouden we nu niet doen, wat we in
1916 ook gedaan hebben zonder dat de Raad
er iets tegen inbrachti B. en W. hebben heusch
wel rekening gehouden met de veranderde
financieele omstandigheden. Als de belasting
mee valt zijn we heusch zoo dom niet om daar
geen gebruik van te maken.
De heeren willen wel altijd graag dien indruk
vestigen, ze beschouwen ons altijd als zoo'n
soort ezels, maar spr. is er zoo gemakkelijk niet
van te overtuigen, dat de anderen beter zijn.
B. en W. zijn dus van plan om die 20 000
gulden niet aan te spreken als het niet noodig
is. Het was totaal overbodig om daarover zoo'n
groot betoog te gaan houden.
De heer Houtman zegt, dat de heeren
Evers en Lagerwey gebruik maken van zijn
pessimistische beschouwing om hun opvatting
te verdedigen. Dat argument past daar echter
niet op. Spr. heeft gewezen op de slechte tijden
die waarschijnlijk zullen komen, omdat hij het
onverantwoordelijk ach' nu over het geld te
beschikken, waarover we vijf jaar moeten doen.
Wat zullen B. en W. de volgende vijf jaar
moeten beginnen als die gelden niet meer be
schikbaar zijn?
Spr. heeft nog geen antwoord ontvangen van
den burgemeester, wien spr gevraagd heeft hoe
hij er over denkt om de gereserveerde rente
op den gewonen dienst te brengen, terwijl hij
in 1915 nog de meening was toegedaan, dat die
gelden voor buitengewone uitgaven moesten
worden bewaard.
Spr verzet zich tegen dezen post, die de
bedoeling heeft de inkomstenbelasting te druk
ken. Het is mogelijk dat het geoorloofd is, in
het belang van de gemeente acht spr. het niet.
In 1918 zou het vijfjarig tijdvak pas verstreken
zijn.
We gaan nu beschikken over het geld. nu
we het nog niet noodig hebben. Het is beter
het te bewaren voor moeilijke dagen.
Wethouder Goslinga zegt wel, dat het geld
niet zal gebruikt worden om het percentage te
verlagen, maar als men dezen post laat staan
loopt men toch steeds gevaar dat de Raad het
percentage gaat verlagen.
Men is de taxatie gaan verhaasten, hoewel
het niet noodig was om het geld te kunnen
gebruiken. Spr. heeft principieel bezwaar tegen
deze handelwijze en hij zal als deze post op de
begrooting blijft staan, tegen de begrooting
stemmen.
De heer de Bruin zegt, dat men wel wat
overdrijft, als men zegt, niet voor de begrooting
te zullen stemmen tenzij dit punt er uit wordt
genomen.
Er gebeurt wat gebeuren moet. De taxatie
heeft op tijd plaats. Dat de taxatie in 1912 te
laat heeft plaats gehad is geen reden om het
nu weer te laat Te doen.
Men moet het niet voorstellen of er iets vree-
selijks gebeurd is. Laten de heeren die er tegen
zijn dan een voorstel indienen om den post
hoofdelijken omslag met dat bedrag te verhoo
gen, maar men moet niet ageeren tegen he
beleid van grondbedrijf, omdat het doet wat m
de verordening staat.
Spr. hoopt, dat B. en W. niet zullen ingaan op
het voorstel van St. Joseph. De gemeente ma»
niet garant blijven voor een particuliere veree-
niging Laat de gemeente liever zelf bouwen en
dan de huizen aan een particuliere vereenigib»
in exploitatie geven De weg, dien Rotterdam
op wil gaan, om grond goedkoop af te staab
aan particuliere bouwers acht spr. ook verkeerc-
Wat de particuliere bouwers doen. daarvan heb
ben we .hier de schitterende resultaten gezien-
De Voorzitter merkt op, dat gesproker
is over het goedkooper beschikbaar stellen va
grond aan bouwvereenigingen.
De heer de Bruin dringt aan op nadere be
studeering van het woningbouwvraagstuk- Spr-
hoopt, dat zoo noodig de gemeente den woning
bouw zal ter hand nemen.
De heer Dinkelaar zegt, dat het antwooi
naast hem heen is gegaan. Spr. heeft gevraag
om de instelling van een bureau met een ver
antwoordelijk hoofd, die advies kan uitbrengt
aan B. en W. in zake het woningvraagstuk.
De Voorzitter zegt, dat we zoo'n burea
reeds hebben, door het bouw- en woningtoe
zicht.
De heer Korpel heeft het feit ter spraf^
gebracht om te illustreeren den grooten wo
ningnood.
De heer Evers heeft nog niet het antwooro
gehoord op de vraag van den heer pinkelaa
wat zal worden gedaan indien de werkeloosbei
toeneemt Spr. hoopt dat dan dezelfde maatre
gelen zullen worden genomen als in 1914
De Voorzitter zegt, dat zulks zeer zeke
zal gebeuren. Dan zullen ook het Nations*
Steuncomité en het Schiedamsch comité hm
werkzaamheden hervatten.
Spr. zegt den heer Houtman nog, dat B. el
W. niet zoover van hem afstaan als hij we
denkt. Het eenige verschil is, dat het cMleg
van meening is, dat uit de inkomstenbelasting
niet zooveel te halen zal zijn.
Wethouder Goslinga zegt, dat we
Januari op deze zaak terugkomen. Blijkt he^
dat de heeren Maas en Houtman wat de inkom
sten betreft gelijk hebben, dan zullen B. en W-
voorstellen de post inkomstenbelasting te ver_
hoogen. Verleden jaar hebben B en W. toch 00
niet het percentage verlaagd.
De heer Houtman wil de rente in ied®
geval bewaren voor buitengewone gewone uit*
gaven.
De Voorzitter zegt. dat hij nog evenm»
vroeger gaarne de gereserveerde renten zou be
waren voor buitengewone uitgaven. Spr. ach
echter thans, nu van de gemeente zoovee^
extra gevraagd wordt, opname van het bedrag
in den dienst noodig.
De heer Houtman zegt, dat het niet g°e
is nu al op te teeren, waar we vijf jaar ove
moeten doen. Dat is nooit de bedoeling gewees
van grondbedrijf Wel om het te reserveere
voor buitengewone uitgaven.
Wethouder Goslinga zegt, dat er in dez®
oorlogstijd zeer zeker reden genoeg is het t
beschouwen als een buitengewone gewone uit
gave.
De algemeene beschouwingen worden gesloten-
De vergadering wordt verdaagd tot Vrijdag
middag ■Q uur.
De eerste Christenkerk na het tijdvak der
bloedige vervolgingen werd door keizer Constan
tijn den Groote toegewijd aan den Allerheilig'
sten Verlosser en aan den H. Joannes den Doe*
per, en werd de Hoofdkerk der wereld. Mo#
lezen we op den voorgevel dier kerd„Mate1'
et Caput omnium acclesiarum Urbis et Orbis
d. w. z. De Moeder en het Hoofd van alle Ker"
ken van stad en Wereld. Om haar eerbied waai
digheid draagt ze den naam van aartsbasili®^
van den Allerheiligsten Verlosser, gewoonH'
noemen we haar de St. Jan van Lateraneb
(Lateranen is de jnaam van den grond waarop
die kerk gebouwd is.)
De naam Basiliek is een eerenaam, welken
nog drie andere kerken van Rome bezitten, n-
de St. Pieter, de St. Paulus buiten de mur«b>
en de kerk van Maria de Meerdere.
Buiten Rome zijn er ook zoogenaamde klein®
Basilieken in ons land twee, n.l. te Oudenbosc
en te Sittard.
Van de vier groote Basilieken wordt over
gansch de wereld het Kerk wij dingsfeest gevierd»
en wel van de hoofdkerk der wereld de St. J*11
van Lateranen op 9 Novembervan de kerkeb
van de H.H. Apostelen Petrus en Paulus op
November; en van de kerk van Maria de Meer
dere op 5 Augustus.
Op het feest van Kerkwijding zingt de
Kerk de schoone MisTerribilis„O hoe obt
zagwekkend is deze plaatshier is het huis van
God, en de poort des Hemels en zij zal d®
woonplaats van God genoemd worden. Hoe li®
lijk Zijn uwe tenten 0 Heer der heerschare"'
Verlangend en kwjjnend ziet mijne ziel uit na*
de voorhoven des Heeren". (Introïtus).
Heerlijk schoon is ook de epistellis, waarm
ons gewezen wordt op het hemelsch Jeruzaleb1'
waarvan onze kerken hier op aarde een zinbe'
beeld zijn.
Ten slotte wordt in de' Communiezang oD3
vertrouwen verlevendigd „Mijn huis zal eeb
huis des gebeds heeten, zegt de Heeral^1®
daarin vraagt, ontvangt; en wie zoekt, vindt'
en wie klopt, aan hem doet men open".
1