Ada Rohan.
Staten-Generaal.
Binnenland.
FEÜILL
TWEEDE KAMER.
Zitting van Viijdag 2 November.
Na regeling van werkzaamheden wordt de
artikelsgewijze behandeling van de landar-
beiderswet voortgezet.
Er zijn nog verschillende amendementen in
gediend (men zie daarvoor het uitvoerig verslag).
De heer van D o o i n bestrijdt de meening
van den heer Visser v Yzendoorn. dat het ont
werp niet goed zou zijn voorbereid en critiseert
het amendement Fleskens.
Minister Posthuma meent, dat de amen
dementen de bedoeling van het ontwerp mis
kennen. Hij licht die bedoeling nader toe.
In het bijzonder bestrijdt spr. dan de amen-
dementen-Fleskens, de Jong en Rutgers.
De heer Fleskens repliceert en handhaaft
zijn amendement.
De heer de Jong trekt zijn amendement (de
mogelijkheid van erfpacht ten aanzien van land
met woning) in. evenals de heer R u t g e r s (de
mogelijkheid van pacht voor land met woning)
en de heer Fleskens (de mogelijkheid tot
verkrijging in eigendom van los land).
Het amendement Schaper (ook land met wo
ning alleen in erfpacht) wordt verworpen met
52 tegen 16 stemmen.
Artikel 1 wordt aangenomen met 51-tegen 10
stemmen.
Bij art 2 verdedigt de heer van Groenen-
dael een amendement, om aan sub A toe te
voegen, dat onder landarbeiders mede wordt
verstaan ieder persoon, die van het verrichten
van anderen handenarbeid in loondienst zijn
gewoon beroep makend daarnaast in belangrijke
mate landarbeid verricht als nevenbedrijf.
De heer Helsdingen bestrijdt het amen
dement, omdat het niet in belang is van de
betrokkenen.
De heer Feenstra sluit zich bij de bestrij
ding van den heer Helsdingen aan.
De minister van landbouw, de heer Pos
thuma, betoogt, dat het begrip landarbeiders
in dit ontwerp reeds zeer ruim genomen is
Aanneming van het amendement-v Groenendael
opent den weg tot allerlei mogelijke gevolgen,
welke thans niet zijn te overzien. Op dien grond
meent spreker het amendement te moeten
afwijzen.
De heer v. Groenendael repliceert en trekt
zijn amendement in.
Artikel II wordt hierna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Artikel III en VI worden gelijktijdig be
handeld.
De heer Fleskens diende een amendement
in, hetwelk hij nader toelicht.
De heer de Wijckersloot deWeerde-
s t e ij n licht een amendement toe om alleen
gemeenten, en geen stichtingen met de uitvoe
ring d6r wet te belasten.
Bij artikel VI licht de heer Schaper een
amendement toe, om aan de gemeenten de
voorrang te geven bij de bereiking van het door
het ontwerp beoogde doel.
De heer van Groenendael bestrijdt het
amendement van den heer de Wijkerslooth,
omdat de gemeenten reeds overladen zijn met
werkzaamheden, zoodat gevreesd mag worden,
dat zij met weinig enthousiasme deze wet zullen
uitvoeren.
De heer SnoeckHenkemans vraagt aan
den minister hoe het mogelijk is, dat Gedepu
teerde Staten een besluit van een particulier
lichaam, zooals een stichting, zouden kunnen
vernietigen
De heer v. d. V e 1 d e steunt het amendement-
de Wijckersloot.
De minister van landbouw, de heer Pos
thuma, bespreekt eerst het amendement-
Fleskens, en is gaarne bereid met eenige wij
ziging het amendement over te nemen, welke
wijziging de minister nader uiteenzette.
De heer Fleskens kon zich in deze met
den minister vereenigen.
De Minister heeft echter bezwaren tegen
het amendement-de Wijckersloot, op dezelfde
gronden als door den heer van Groenendael
ontwikkeld.
Den heer Schaper zou hij willen zeggen dat
van philantropie hier geen sprake behoeft te
zijn.
De opmerking van den heer Snoeck Henke
mans beantwoordend, zegt spreker, dat dit be
ginsel in het ontwerp nieuw is, maar dit is niet
de vraag. De vraag is alleen of het beginsel
juist is en spr. gelooft wel dat dit laatste het
geval is.
Tegen het amendement-Schaper heeft spreker
vele bezwaren en moet het daarom ontraden.
Hierna wordt gerepliceerd.
De heer v. Id sin ga bespreekt ook het be
zwaar, dat Gedeputeerde Staten moeten besli-sen
over besluiten van particuliere stichtingen.
De heer R u t g 6 r s wijst op het bezwaar dat
publiekrechterlijke lichamen, welke stichtingen
zijn, de bevoegdheden van het gemeentebestuur
i kruisen. Den heer Schaper zou hij willen vragen,
of bij aanneming van zijn amendement artikel
III niet gewijzigd moet worden
De heer v. d. Velde repliceert.
De heer De Savornin Lohman, vraagt
ook hoe men particuliere vereenigingen kan
dwingen zich te regelen naar een beslissing van
Gedeputeerde Staten?
Bij de verdere replieken stelt de heer D e
Savornin Lohman voor de kwestie van
het amendement de Wyckerslooth aan te houden,
aangezien de Minister derechtspositie der vereeni-
gingen niet voldoende heeft opgehelderd
De Minister van Landbouw, de heer Posthu-
m a, doet toezegging, dat hij de rechtspositie
der vereenigingen later bij art. S3 nader zal
regelen. Spreker meent, dat de Kamer, met
deze toezegging de verdere beraadslaging en be
handeling kan voortzetten.
Het amendement De Wyckerslooth wordt hier
na in stemming gebracht en verworpen met 43
stemmen tegen 10
Artikel III wordt hierna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Hierna komt in stemming het amendement-
Schaper op artikel VI en wordt verworpen met
44 tegen 12 stemmen.
Het artikel wordt hierna eveneens zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd.
Hierna worden artikel 4 en 5 gelijk in behan
deling genomen.
B(j art 4 licht de heer Teenstra een
amendement toe om het bedrag van f4000 te
brengen op (6000 indien de plaatselijke omstan
digheden zulks noodzakelijk maakten.
Dit zou dan moeten geschieden bij een Al-
gemeenen Maatregel van Bestuur.
Bij art. 5 licht spreker een amendement toe,
om de pachtprijs te brengen van f50 tot f100.
Ook in verband met de plaatselijke omstan
digheden.
De heer Schaper licht een amendement
toe om geen bepaalden pachtprijs te noemen,
maar te bepalen, dat deze in evenredigheid, in
geen geval hooger mag wezen dan het gemid
delde der pachtprijzen van landerijen, behoo-
rende bij boerderijen van gemiddelde grootte,
zooals in de betrokken streek voorkomen.
De heer Sibbinga Mulder licht een
amendement toe, om te bepalen, dat in bijzon
dere gevallen van den pachtprijs van 150 kan
worden afgeweken,
De heer Teenstra voelt veel voor het denk
beeld, van den heer Schaper, maar acht het
amendement onjuist.
De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag
des middags tot half één uur.
talen een kwartjeook zijn er halve guldens
leden en guldensleden en dan nog enkelen, die
een rijksdaalder per jaar offeren.
Vergelijk dat nu eens met elkaar.
De armste Rooien betalen nog meer dan
de r ij k s t, e R o o m s c h e n.
Mag dat zoo blijven Neen. Het kan immers
zóó niet gaan.
De contributie moet beslist verhoogd worden.
Op ieder lid, dat 25 cent contribueerd, moet
geld bijbetaald worden.
Ziehier de rekening
10 cent per lid voor den Alg. Bond.
d Gentraien Raad.
22£ innen van contributie, voor
convocatie's, zaaihuur, R. K. bevolkingsregister,
Prov. Bond.
Verschillende Christelijke Kiesvereenigingen hef.
fen van hun leden een contributie van 10 cent
per maand.
Uit al het bovenstaande blijkt, dat contributie-
verhooging niet alleen wenschelijk, maar gebie
dend noodzakelijk is.
W(j kunnen hieraan toevoegen, dat in III en
VIII, het voorstel tot verhooging van het minimum
tot 50 et. bij de nieuwe regeling reeds is aange
nomen, en dat het bestuur in IX ertoe zal advi-
seeren.
Daar is het reeds een aantal jaren feiteljjk in
gevoerd en zijn er nog slechts enkele oude leden,
die 25 ct. betalen. Alle anderen hebben vrijwillig
het hoogere minimum betaald. Het gevolg daar
van is dan ook, dat de vereeniging, die wel eens
financieel aan den grond beeft gezeteD, nu toch
alle schulden en al het geleende geld heeft terug
betaald en bij den nieuwen toestand haar opvolg
ster niet op een droogje behoeft te ontvangen
Wat betalen we weinig
Wij lezen in »0e Tijd":
In het Maandblad van de R. K. kiesvereenigin
gen en propagandaclubs in de districten VII en
VIII komt een stukje voor over het contributie-
vraagstuk in onze katholieke kiesvereenigingen.
Daaraan ontleenen wij het volgende
Ook in den politieken strijd, dien wij te voeren
hebben, is geld een hoofd vereischte.
Zonder »monnie" bljjft menig propaganda-middel
ongebruikt en kan een kiesvereeniging nagenoeg
niets uitvoeren. De actie is flauw en kan niet
anders dan flauw zijn, omdat de kas aan bloed
armoede lijdt, of nog erger, omdat zware schul
denlast de vereeniging drukt. Bij de beraadslagin
gen moet altijd gevraagd Kan het wel? En
tn de meeste ^gevallen luidt het antwoord H e t
moest wel, maar het zal niet gaan.
Hoe oordeelen dan de buitenstaanders
»Och I die Roomschen doen niets 1 Neen, dan
de Rooien
Juist d A n de Rooien!!
Die zijn altijd het eerst met de aanplakbiljetten
klaar, die maken reuzen reclame, die houden zeer
vele propaganda-vergaderingen, die hebben voor
allesgeld II
Hoe zij daaraan komen
De leden betalen van 7 tot 20 cent per week,
naar gelang van de loonklassen, waartoe zij be-
hooren. (Dat is van f3 50 lot f 10 per jaar). Ook
de vrouwen helpen een handje mee. Die betalen
minstens 5 cent per week en wanneer zij loon
genieteD, contribueeren zij als de mannen.
Daarbij komt dan nog een extra verkiezings
fonds, dat door vrij willige bijdragen wordt in stand
gehouden.
Wat betalen nu de Roomsche kiezers?
Het minimum is 25 cent per jaar; velen be-
BrandstofFenvoorziening voor werkloozen
Het Kamerlid Duys heeft, naar het Volk meldt,
aan den minister van Landbouw de volgende
schriftelijke vragen gesteld
Is de minister bekend met het feit, dat in ons
land plaatselijke steuncomités zijn, welke niet
over voldoende middelen beschikken om de
werkloozen van brandstoffen te voorzien, en dat
door het Nationaal Steuncomité niet wordt in
grepen op grond van het feit, dat zij in deze het
gevoelen der regeering niet kent
Is de minister bereid spoedig met voorstéllen
te komen welke zoodanige maatregelen inhouden,
dat daaruit de kosten, voortvloeiende uit het
verstrekken van brandstoffen aan werkloozen,
voldoende kunnen worden bestreden
Is de minister bereid reeds nu; in afwach
ting van te formuleeren voorstellen te dezer zake,
machtiging aan de plaatselijke steun-comités te
verleenen om met de verstrekking van brand
stoffen aan werkloozen te beginnen, zooveel mo
gelijk met behulp en door bemiddeling der be
trokken vakvereenigingen
Zeevisch.
Het Bureau voor Mededeelingen inzake d®
Voedselvoorziening meldt:
De aanvoer van zeevisch over de maand
vember zal, wanneer de omstandigheden ®'e'
spoedig veranderen, zeer gering zijn.
De stoomtrawl- en beugv!o>en moeten nogsteeds
opgelegd blijven wegens gebrek aan kolen, ter wij'
de zeil-trawl- en zeibeugvloten, in verband
de gevaren ter zee, slechts voor een klein ge'
deelte de visscherij uitoefenen.
Aangezien de zeiitrawlers in den laatsten tÖ
zich meer op de visscherij in Noordelijker gelege°
gebieden toeleggen, is eenige toename van de®
aanvoer van rondvisch te verwachten, waardoOf
de kans bestaat, dat in eenigszias ruimere m®'0
dan te voren schelvisch, gul en wijting beschikb8®r
zal worden gesteld.
Bij mooi weder, wanneer de kleinere vaartuig®0
de kustvisscherij kunnen uitoefenen, is een ruimere
aanvoer van scholvisch te verwachten.
In verband met den aanvang ven het seizoe®
voor de spieringvisscherij op de Zuiderzee is een®
regeling getroffen voor de distributie van verscb®
en gerookte spiering.
Bij normale vangsten zullen groote hoeveelhede®
van deze vischsoort beschikbaar kunnen worde®
gesteld.
Buiten de regeeringsdistributie zullen wa»1"
schijnlijk verschillende soorten van zoetwaterviscbi
Zuiderzeebot, garnalen en mosselen tegen redelijk®
prijzen verkrijgbaar zijn.
Hanzebank in het bisdom Haarlem.
Het nieuwe hoofdkantoor van de Hanzebank i®
het bisdom Haatlem, te Delft gevestigd op de
Voorstraat 61, zal binnenkort officieel geope®d
worden.
De onderwijzers.
De ^Vrijzinnige Democraat® schrijft:
Uit gewoonlijk goed ingelichte bron vernem®0
wij, dat het voorstel, dat de regeering zal doe®
tet verhooging van de salarissen van ODdei wijt®rS'
een bedrag zou vorderen van 1^ millioen guide®
per jaar, dus de helft van hetgeen het voorstel*
Mar chant c. s. zou kosten.
Het bedrag zal waarschijnlijk iets anders wor
den verdeeld.
Het stadhuis te De Rjjp.
Het Raadhuis te De Rijp, voor welks restauratie
de raad een leening van f27,000 zal aangaaD, is
een van de schoonste gebouwen van dien aard,
welke men te plattenlande aantreft. Het is opge
trokken uit gebakkeu en gehouwen steen. Een
hooge stoep leidt naar de eerste verdieping, die
een fraai uitgevoerden topgevel draagt, gekroond
door een leeuw, die het wapen van Frederik Hen
drik houdt. In den voet van den topgevel bevinden
zich drie steenen, waarop Anno 1630 en een
haringbuis. De haringvisschef ij was eertijds het
j hoofdmiddel van bestaannog in het midden der
vorige eeuw hoorden 7 buizen te De Rijp thuis.
Lager staat Raathuis en het wapen van De Rijp
twee gekroonde haringen.
Ook de zijgevels dragen topgevels en het jaartal
der stichting, 1630.
Een deur in de stoep voor den voorgevel geeft
toegang tot de waag.
De bouwmeester is niet bekend. De omstandig
heid, dat de beroemde Rijpenaar Jan Adriaansz.
Leeghwater verschillende andere bouwwerken in
zijn geboorteplaats heeft uitgevoerd o.a. de
sluizen laat de veronderstelling toe, dat hem
ook dit werk is opgdragen.
Neutrale schepen in Amerikaansche havens
Reuter seint uit Washington
Naar verluidt, is een overeenkomst tot stand
gekomen tusschen de VereeDigde staten en Noor
wegen, volgens welke twee van de Noorscb®
schepen, die in Amerikaansche haven zijn opg®*
houden, zullen worden vrijgelaten, onder voor
waarde, dat zij één reis zullen doen en onmidde-
lijk zullen terugkeeren.
Men veronderstelt, dat dit den weg zal ban®®
voor soortgelijke bepierkte overeenkomsten betref
fende andere neutrale schepen, die hier vastge
houden worden.
Carbid.
Een Amerikaansche Roman.
61
Niettegenstaande" zijn zichtbaar pogen om
rustig te schijnen, verrieden de zenuwachtig
bevende lippen en de onzekere stem zijne in
nerlijke ontroering.
„Kunt ge dan niet vermoeden, Arthur, waar
heen ze kan gegaan zijn?" vroeg Augusta.
„Niet in het minst. Mijne arme Ada kende
zoo weinig menschenGod weet wat er
van haar geworden is. Het kan me krankzinnig
maken te denken, dat de naam van mijn on
schuldige lieveling door de modder kon worden
gesleurd, dat ze misschien in verbinding werd
gebracht met den vermoorde 1*
Augusta ontroerde wederom stond namen-
looze schrik op haar gelaat te lezen.
„O, 't Is vreeselijk vreeselijk stamelde zy
„achterwaarts met een dolk doorstoken,
midden door het hart I Arthur, zou ik op het
onderzoek ook ondervraagd worden
„Dat geloof ik niet antwoordde hij hoogst
verwonderd over den wilden angstigen blik der
blauwe oogen. „Gij kunt toch geen licht over
den moord brengen, of wel
Neen I" riep Augusta opgewonden. „Hoe zou
dat ook mogelijk zijn? Ik - ik was bang, dat
ik dan zeggen moest dat Ada dien man kende,
en dat zij wel eens een ontmoeting met hem
had gehad. Zorg er maar voor Arthur, dat ik
er buiten blijf
„Maar, lieve Gusty," ging Arthur met stijgen
de verwondering verder; „ge behoeft niet'voor
te komen en windt je nutteloos op. Zonder u
zijn er genoeg getuigen En dan. hoe ook de
zaak moge eiDdigen, noem nooit den naam
mijner vrouw in verbinding met dien man."
Augusta's hoofd zonk op de tafelzij beefde,
alsof ze de koorts had.
„Wat ook het geheim was, dat bestond tus
schen Ada en den vermoorde, haar eer werd
daardoor niet geschaadeen derde persoon was
daarbij in het spel. Aan u Gusty, die haar zoo
goed kende, behoef ik niet te zeggen, dat hier
beneden geen menschelijk wezen reiner en on
schuldiger was dan mijne ongelukkige vrouw.
Niet waar zoo denkt ook gij er over?"
Daar miss Sutherland haar hoofd niet ophief,
was haar antwoord onverstaanbaar.
Gusty als gij eens naar haar kamer gingt
en daar wat wildet blijven, dan zouden de dienst
boden denken, dat ge Ada wat gezelschap hield.
Dan zou alle misverstand over haar zijn opge
lost.
„Ja," antwoordde ze, zonder op te zien.
„En dan, Gusty, na het onderzoek ga ik
Maple wood verlaten, misschien voor altijd in
alle geval tot ik Ada gevonden heb. Laat de
menschen van mij zeggen, wat zij willen, wij
zullen dan beiden toch buiten het bereik van
giftige tongen zijn. Aan u, mijn trouwe zaak-
waarnemster, laat ik de zorg voor huis en kind
vervang bij haar de plaats der moeder tot hare
echte moeder wederkeert. Zeg, Gusty, wilt ge
dat voor mij doen
„Arthur, voor u ben ik tot alles bereid 1"
„Dat de hemel het je vergeldeWat moest
ik zonder je aanvangen? Spreek dus voorloopig
niet over Ada's viucht; waak over mijn ki d,
als ik ver weg zal zijnen geloof aan mijne
onveranderlijke dankbaarheid
Augusta antwoordde niet, hief niet eens het
hooid opArthur giDg henen.
Een half uur later sloot Augusta zich op in
mevrouw Sutherland's kamer en bleet onzicht
baar tot na het onderzoek. Ze stond niemand
toe binnen te komen, behalve haar neef, die bij
wijlen binnengelaten werd. Dank deze voorzich
tigheidsmaatregelen was Ada's vlucht nog een
geheim na de lijkschouwing.
Arthur, half waanzinnig van ODgeduld. wilde
aanstonds op zoek gaan, de opwinding der
laatste dagen had zijne krachten zoo uitgeput,
dat hij machteloos was om een stap te doen
„nu, dan zal ik een nacht rusten," zei hij en
drukte ziin handen tegen de zwaar kloppende
slapen. „Morgen echter moet ik voort, voort om
Ada te zoeken, die God weet hoe en waar in
de wereld rondzwerft."
Men vraagt ons, of het mogelijk zou zyn o®"
carbid, dat gas en electriciteit zoogoed vervange0
kan, tegen goedkoopen prijs beschikbaar te stel
len.
Voor carbid werd tot nog toe geen maximu®1*
prijs bepaald. De handel is dus vrij. Ons bleek
echter bij informatie, dat den bandelaars in carbid
onlangs van regeeringswege lijsten werden gezo®'
den, waarop zij moesten invullen de grootte v#®
den op dat oogenblik bij hen aanwezigen voor
raad carbid en de hoeveelheid door hen in n*""
male tijden verkocht. Hieruit leidt men af,
binnenkort distributie van dat artikel staat te
wachten. Deze maatregel zou, naar men ons ver
zekerde, alleszins gewenscht zijn, daar thans de
verkoopers van de in den laatsten tjjd meer e®
meer in den handel gebrachte carbidlampen zoo
veel mogelijk beslag gelegd hebben op de in bet
land aanwezige vooriaden en carbid tegen boog8®
prijs (f 1.40 a f 1.50 per kilo) verkoopen en da®
bijna uitsluitend aan hen, die zich tevens van ee®
lamp voorzien. Hbld.
Hij zette zich neer in de bibliotheek, vóór
het knappende haardvuur en staarde in d®
gloeiende kolen. Eindelijk overmande hem d®
slaap, die echter geen verkwikking bracht. Ho®
lang hij zoo gezeten had, wist hij niet. Hij werd
wakker door het kloppen aan de deur.
„Binnen."
Een dienstmeisje verscheen op den dremp®*'
„Mijnheer Sutherland, hier is miss Julie Wel'
don uit St. Mary, ze vraagt ot zij u even spre
ken mag
Deze naam wekte bij Arthur het bewustzii®;
dat nog anderen even ongelukkig waren als hü
zelf. Hij was niet verwonderd over de kpm®1
van Julie.
„Laat miss Weldon hier komen."
Julie trad binnen Mijnheer Sutherland gi®£
haar tegemoet. Plotseling bleef hij stilstaan. Öf
schrok van haar gelaat. Ze was een schadu^
van wat ze vroeger was, ze was bleek als ®®D
doode, Hare kleeren waren druipnat, met mod
der bespatlos en verward hingen hare blond®
lokken over de schouders.
Door innig medelijden bewogen, nam mijnheef
Sutherland haar bij de hand en bracht haar bU
den haard „Arm, arm kind, ik heb zoo'n mede
lijden met u. Hoe kon uwe moeder u toch bil
dit verschrikkelijke weer laten uitgaan?"
„Niemand weet. dat ik hier ben," antwoordde
zij bevend en plaatste zich bij het vuur.
Wordt vervolgd.)