Ada Rohan. Zaterdag 10 Nov. 1917. TWEEDE BLAD PEÜILL Gemengd Nieuws. No. 11986. ttiimeiiiaiid. In!g ving militielichting 1918 en uitstel van eerste-oefening. In de hiernagenoemde tijdvakken zulien van de militielichting 1918 worden ingelijfd: 1. in het tijdvak van 2—5 Januari 1918: a. de helft van de getallen der dienstplichtigen, toegewezen aan de compagnieën wielrijders; b. de dienstplichtigen, toegewezen aan de genie (motordienst) en bestemd voot het eerst in te lijven gedeelte; 2. in het tjjdvak van 14 18 Januari 1918: a. de dienstplichtigen, toegewezen aan het tweede bataljon van een der regimenten grenadiers of jagers ot van een der overige regimenten in fanterie; b. de dienstplichtigen, toegewezen aan het korps pontonniers en bestemd voor het eerst in te lijven gedeelte; 3. in het tijdvak van 4-8 Maart 1918: a. de dienstplichtigen, toegewezen aan de regimenten vestingartillerie en bestemd voor het eerst in te lijven gedeelte b. de dienstplichtigen, toegewezen aan het korps pantserfortartillerie c. de dienstplichtigen, toegewezen aan het korps torpedisten. De onder la en 2b begrepen dienstplichtigen, die in het bezit zijn van het in art. 70 der Mihtie- wet bedoelde bewjjs van voorgeoefendheid, zullen twee maanden later worden ingelijfd. Ten aanzien van dienstplichtigen van vorige lichtingen, die uitstel of verlenging van uitstel van eerste-oefening hebben tot het tijdvak waarin de dienstplichtigen der lichting 1918, toegewezen aan de compagnieën wielrijders, zullen worden inge lijfd, wordt dit uitstel of deze verlenging van uit stel geacht te zijn verleend tot het tijdvak, waarin het overschietend gedeelte van de dienstplichtigen van laatstgenoemde lichting, toegewezen aan de compagnieën wielrijders, wordt ingelijfd. Behoudens onvoorziene omstandigheden zal dit overschietend gedeelte vermoedelijk worden inge lijfd begin Juni 1918. Nader zal het ju.sie tjjdvak worden bekend gemaakt. (St.ct.) Regeling betreffende het vervoer van brandstoffen. De minister van landbouw heeft bepaald: 1. Het vervoer van brandstoffen is verboden. 2. Onder brandstollen wordt m deze regeling verstaan steenkolen, anthraciet, steenkoolbriketten, mjjn- cokes, gascokes, cokesgruis, turf, turfbriketten, veenkolen en elke andere brandstof van veen af komstig, bruinkolen, bruinkoolbriketten, kolenslik en alle andere brandstoflen,' waarvan een van deze producten een onderdeel van de samenstelling uitmaakt. 3. het verbod onder 1 is niet van toepassing, voor zoover aan hem door of namens wien het vervoer geschiedt, eene bijzondere dan wel eene algemeene vergunning tot het veivoerea van brandstoflen in verleend. 4. Tot de afgifte van de vergunningen als onder 3 bedoeld zjjn bevoegd: a. de directeur van de Rijkskolendistributie b. de Brandstofleccommissie, docb ieder dezer laatste slechts Voor zoover betreft vervoer binnen het terrein harer werkzaamheden, terwijl zij geen vergunningen zullen afgeven aan anderen, dan aan handelaren, welke haar bekend zijn als te goeder trouw in brandstoffen te handelen en bij haar als brandstoffenhandelaar werden ingeschre ven. 5. Zij die ingevolge het bepaalde onder 4 be voegd zjjn tot afgifte van eene vergunning, zjjn mede bevoegd daarvan gewaarmerkte en genum- Een Amerikaansche Roman. 67 Begin Juli trouwde het paar te New-York en denzelden dag nog vertrok Arthur met Stella naar Maplewood, dat Arthur zeven jaar geleden had verlaten. Zijne moeder, dokter Roderik en diens vrouw verwelkomden het nieuwe paar. Ook de kinderen waren daartwee blonde knaapjes met blauwe oogen en .een sierlijke kleine fee met prachtige zwarte oogen. Dikke zwarte krullen omgaven Ada Sutherland's ge zichtje de kleine was het volmaakte evenbeeld harer mooie moeder dat kind was de erfge hame van een onmetelijke rijkdom en van een sprookjesachtige schoonheidhet was evenwel een zeer bleek, zeer melancoliek kind, zacht en teer als eene lelie. Stella sloot het bevende meisje in hare ar- then, en toen ze zich boog om de kleine te kus sen, vielen hare tranen op het kindergezichtje heer. Deze tranen, en het lachen dat daarop volgde, verbonden moeder en dochter voor altijd! „Stella," zei Arthur, „ik moet je nog wat vertellen." Lachend keek ze van haar borduurwerk op. 2e zaten samen in de bibliotheek, het was een ^eek na hun komst op Maplewood. „Het geheim mijner arme Ada. dat ik eerst thet haar dood vernam, zal ik je nu vertellen. nummeicie afschriften ten Bdhoeie van deuzeifien rechthebbende uit te reiken. 6. Ieder die brandstoffen vervoert is verplcht °p eerste vordering te vertoonen eene vergunning als bedoeld ODder 4, dan wel een gewaarmerkt en genummerd afschrift daarvan als bedoeld onder 5. 7. Deze beschikking treedt in werking op 16 dezer. (St.ct.) Wjjziging verbod van verkoop, enz. van calcium-carbid. De minister van landbouw heeft tot de burge meesters de volgende circulaire gericht In aansluiting aan mijne circulaire, no. 10146 II, dd. 4 October 1917, heb ik de eer u mede te deelen, dat voor zeer bijzondere gevallen en af hankelijk van den stand van den import van dit artikel, eene geringe toewijzing van calcium-carbid zal kunnen plaats hebben, voor bijverlicbting, voor bij verlichting van particuliere woningen van groo teren omvang, die thans uitsluitend op petroleum zijn aangewezen. In verband daarmede zal bij eventueele aanvragen van belanghebbenden uwe medewerking worden verzocht, om deze door uwe handteekening te bekrachtigen' Alleen hierdoor toch kan de noodige contróle verzekerd heeten. Ik noodig u uit, in dergeljjke gevallen uwe mede werking wel te willen verleenen, maar tevens be langhebbenden er op te wijzen, dat, zooals hier boven f eeds is uiteengezet, alleen in zeer dringende gevallen eene geringe toewijzing zal kunnen plaats plaats hebben, Voor wat betreft de behoefte van de verschil lende andere categoriën van belanghebbenden, zooals industriën, visschersvaartuigen en dergelijke zich steeds rechtstreeks tot den voorzitter der Toewijzingscommissie voor kaarsen, schemerlich ten e. d., Parkstraat no. 103 (den Haag) hebben te wenden. Aardappelen. De minister van landbouw heeft tot de ge- meentebesturen de volgende circulaire gericht: Van verschillende besturen van plattelands gemeenten zijn bij mij verzoeken ingekomen om den inwoners vergunning te verleenen een nader te bepalen hoeveelheid aardappelen op te slaan. Naar aanleiding hiervan heb ik aan het Rijks Centraal Administratiekantoor voer de distri butie van levensmiddelen machtiging verleend, in bepaalde gevallen aan gemeentebesturen een hoeveelheid aardappelen toe te wijzen voor een tijdvak, zich uitstrekkende van het oogenblik der aanvrage tot 22 April 1918. De hiervoor aangewezen soorten z(jn roode stars van zand- en kleigrond, blanke Eigenhei mers en daarmede gelijk te stellen soorten, tenzij uitsluitend één soort in de gemeente aanwezig is, welke soort dan kan worden ver krijgbaar gesteld De gemeenten, welke voor het ontvangen van aardappelen volgeDS de voornoemde regeling in de eerste plaats in aanmerking komen, z(jn I. Plattelandsgemeenten, met een uitgebreide arbeidersbevolking', welke gewoon is in den zomer gelden over te leggen, om zich daarvoor in het najaar aardappelen voor winterprovisie aan te schaffen. II. Uitgestrekte plattelandsgemeenten, waar van het voor de verspreid wonende bevolking practisch te bezwaarlijk moet worden geacht, wekelijks het hun toekomende ntntsoen aard appelen van het distributiebedrijf te halen. III. Gemeenten, waarvan bijna alle ingezetenen zelf voldoende aardappelen voor eigen gebruik verbouwen, zoodat slechts weinige gezinnen op distributie van regearingswege zjjn aange wezen. Het is iir vier woorden gezegd„Ada was eene slavin „Eene slavin herhaalde Stella verschrokken. „Ja, eene slavin, de dochter eener slavin, en daarom droeg ze hetzelfde lot. Gustaaf Rohan, haar grootvader, een rijk planter uit Louisiana, had een eenige zoon, Ar thur, die nauwelijks de jongensschoenen ont wassen, zich waanzinnig verliefde in eene sla vin, het eigendom van een naburigen planter, met wien mijnheer Rohan sinds jaren in de de bitterste vü andschap leefde De jonge slavin werd opgevoed alsof ze de dochter des huizes was. Wat hielp dat alles? Zij was en bleef slavin. Arthur's vader was woedend, hij dreigde zijn zoon te onterven, als h(j niet onmiddellijk Ada Benoir opgaf. Het ge volg daarvan was, dat Arthur Ada ontvoerde en in het geheim met haar in het huwelijk trad. De planter, die zijn slavin, de vader, die zijn zoon had verloren, spaarden moeiten noch kos ten om hen op het spoor te komen. Te ver geefs. Jaar en dag verging, de vluchtelingen lieten niets van zich hooren. Eindelijk ontving mijnheer Rohan een brief uit Cuba. De vrouw van zijn zoon deelde treurig nieuws mee. Haar man was gestorven. Zij zelve voelde den dood naderen. Z(j bad hem den gestorven zoon te vergeven en zich over zijn achtergelaten weesje te ontfermen. Mijnheer Rohan reisde oogenblik- kelijk naar Cuba, hij kwam vroeg genoeg, om uit de armen'der stervenden moeder het kleine, zwartoogige meisje te ontvangen, dat de afgod van zijn leven zou worden. Hij keerde niet meer terug naar Louisiana, om zijn vijand niet op het spoor te brengen, dat het kind, dat hij nu had aangenomen, een dochter zijner ontvluchte Voor zoover uwe gemeente in aanmerking zou wenschen te komen om aardappelen volgens de hierboven genoemde regeling te ontvangen, zoudt u zich met een daartoe strekkend verzoek tot het Rijks Centraal Administratiekantoor voor de distributie van levensmiddelen kunnen wenden. Boter. Het Bureau voor MededeeliDgen inzake de Voed selvoorziening meldt: Met het oog op het ontbreken van krachtvoe der is het te verwachten, dat gedurende de stal- periode de melkgift belangrijk beneden normaal zal zijn. Dientengevolge zal de winterproductie van zuivelproducten aanmerkelijk kleiner zijn dan in vorige jaren. Iutusscben behoeft deze omstan digheid nog geen reden te zijn voor de vrees, dat tijdelijk geen boter beschikbaar zal zijd. Immers, in normale omstandigheden is de productie van boter in de wintermaanden belangrijk grooterdan de hoeveelheid die voor binnenlandsch verbruik gevraagd wordt. Intusschen ie rekening gehouden met de mogelijkheid van een zóó sterken en zóó langdurigen teruggang van de productie, dat daardoor niet geheet in de binnenlandsche be. hoefte kan worden voorzien. Met het oog hierop heeft de Botervereeniging in opdracht van den Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel gedurende de zomermaanden een reserve van 2.400.000 K.G. voor binnenlandsch verbruik gemaakt, waardoor dus gedurende ver scheidene weken een tekort van de productie aangevuld kan worden. Vergelijkt men nu de cijfers van productie en verbruik in de jaren 1916 en 1917 van 1 Januari tot 1 April, dan blijkt daaruit dat de botervoor- ziening geen zorg behoeft te baren. Ten opzichte ven de prijzen werd reeds mede gedeeld, dat de boterprijzen met 22 October op bet peil gebracht zijn, dat overeenkomt met den prjjs die gedurende de wintermaanden aan de le veranciers van industriemelk is toegezegd. Voo verdere prijsverbooging bestaat geen aanleiding Winstmarge. De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft, naar de Middenstandsbond meldt, aan den Nederl. Bond van Vereenigingen van den handel- drij venden en industrieelen Middenstand geschreven: Meermalen bereiken mij klachten, dat bij het vaststellen van maximumprijzen onvoldoende reke ning is gehouden met de belangen van den han- delvrijvenden middenstand; zoo wordt ten aanzien van enkele goederen geklaagd over een-te kleine winstmarge of over het vaststellen van voorwaar den in strijd met bestaande handelsgebruiken. Naar aanleiding hiervan heb ik de eer mede te deelen, dat ik bereid ben in overlegd met de be trokken Middenstandsorganisaties te trachten deze aangelegenheden meer afdoende te regelen. Uiter aard zal daarbij op den voorgrond moeten staan, dat niet elk artikel op zich zelf beschouwd dient te worden, doch dat bij de beoordeeling van de vraag, of een toe te kennen winstmarge voldoende is te achten, tevens in aanmerking genomen be hoort te worden, welke winst op andere goederen wordt genoten en of de op de gezamenlijke goe deren gemaakte winst van dien aard is, dat een bevredigend inkomen uit het bedrijf wordt ont vangen. Door dit voorop te stellen, meen ik geheel te bij ven in de lijn der tot dusver door den han del zelf [gevolgde praktijkimmers, het is ge woonte, dat op sommige artikelen aanmerkelijk minder winst gemaakt pleegt te worden dan de andere, en dat deze winst soms zoodanig is, dat dat zjj op zelf beschouwd onbevredigend kan worden geacht, hoewel er, in verband met de winst op andore goederen, algemeen genoegen mede wordt genomen. slavin was. Daarom bleef hij in Cuba, waar Ada opgroeide eh zich ontwikkelde tot het lieflijke wezen, wier evenbeeld nu mijne dochter is. Haar grootvader verafgoodde haar en deze overmaat van liefde en zachtheid vergiftigden het leven van den ouden man. Zijn angst groeide met den dag. Voortdurend was hij bevreesd haar te moeten verliezen, haar, zijn kleinoodhij was bang haar te verliezen voor een lot, wreeder dan de dood. Zij zou hem ontnomen worden, die dochter van een slavin daarom ook zelf slavin, zou zij dus vervallen aan den onverbiddellijken vfjand, zoodra hij haar bestaan kende. Van eene zijde slechts dreigde gevaar, en wel door Ada's oom, haar moeder's eenige broer. H(j was een paar jaar jonger dan zijne zuster, hij was listig, boosaardig en wreed. Evenals zijn meester, had ook hij steeds de Rohan's ge haat en de vlucht van z(jne zuster had dien haat vertiendubbeld. Het was hem bekend, dat zijne zuster een kind had nagelaten, misschien had ze hem dat, voor haar sterven geschreven. Met toestemming zijn meesters, die hem van het noodige geld voorzag, ging hij van toen af aan het kind zoeken. Het eenige doel zfjns levens was Ada te vinden en zijn wraak aan de Rohan's daardoor te koelen, dat hij haar zou wegnemen van den grootvader en haar te ma ken tot z(jns gelijke, tot eene slavin. Mijnheer Rohan wist dat, Ada niet. Zij meende, dat zij in Louisiana was geboren dat hare moe der eene Fransche Creoolsche was van voorna me afkomst Eerst toen ze zich met mij ver loofde. vertelde de grootvader haar de waarheid en de wetenschap dier waarheid trof haar als Ik stel mij dan ook voor te doen onderzoeken, of en hoeverre de gang van zaken in de bedrijven, waar goederen worden verkocht, ten aanzien van welke door mij prijsregelend is ingegrepen, in het algemeen bevredigend is te achten. Het onderzoek zou zoo volledig mogelijk dienen te geschieden door daartoe aangewezen accountants, aan wie door de betrokkenen de meest verstrekkende in lichtingen zouden moeten gegeven wordenden die volle vrijheid zouden moeten behooren te erlangen tot inzage van boeken, facturen, en alle door hem noodig te achten bescheiden. In overleg met u zouden de bedrijfssoorten zjjn aan te wijzen, als mede de personen, die als representanten eener bepaalde bedrijfsgroep zijn te beschouwende representanten zouden gekozen moeten worden zoowel uit den meer voornamen als uit den een- voudigen winkelstand, uit grootere en kleinere plaatsen, terwijl de aanwijzing zoodanig zou be hooren plaats te vinden, dat het onderzoek onder nemingen omvat, waarvan met grond mag worden aangenomen, dat zij in normale tijden een in haar soort bevredigend bestaan opleverden. Gaarne zal ik vernemen, of u bereid zou zjjn mede te werken tot het instellen en welslagen van zoodanig ondeizoek. Mocht zulks het geval zjjn, dan stel ik mij voor nader mondeling met u te bespreken, op welke wjjze het onderzoek zou zjjn in te stellen. In verband met een en ander zal ik het tevens op piijs stellen te vernemen, welke verdere orga nisaties naar uw oordeel in aanmerking komen voor het plegen van zoodanig overleg, alsmede tot welke bedrijfsgroepen het onderzoek zich naar uw meening zal dienen uit te strekker. Te uwer informatie in deze diene, dat een gelijkluidend schrjjven, behalve aan u, ook wordt toegezonden aan den R. K. Middenstandsbond, secretaris Job. Schoenmakers te Geertruidenberg. Tot zenden van dit schrjjven, aan plaatselijke bonden of boBden van handelaren in bepaalde artikelen meende ik niet te moeten overgaan, daar ik aan de alge eene vertegenwoordiging van den middenstand de beoordeelmg wenschte over te laten van de vraag, welke speciale bonden ter zake nader geraadpleegd kunnen worden. Levensmiddelendistrutie. Men meldt uit 's-Hertogenbosch Toen de heer K., directeur van het levensmid delen-bureau alhier zich Dinsdag j.l. des avonds met den trein naar Tilburg wilde begeven, werd hjj in een spoorwegcoupé waarin hij reeds had plaats genomen, aangehouden door sergeant-com miezen Deze maakten zich bekend als rijksambte naar, en vroegen wat in het koffertje zat, dat in het net der spoorweg-coupé lag en welk koffertje het eigendom was van den heer K. Deze antwoordde ten slotte voor zjjn vrouw een zakje rijst te heb ben, waarvoor hij echter geen geleide document kon toonen Bij onderzoek van het koffertje bleken daarin nog vjjf zakjes rijst te zjjn, ongeveer 3 K.G. wegende. De heer K. maakte zjjn kwaliteit be kend en zeide, dat deze zakjes monsters waren, die hij mee naar huis nam, om door zjjn vrouw te laten keuren. Het koffertje met inhoud werd bij de mareéchaussee gedeponeerd. Bij nader justitieel onderzoek is gebleken, dat 3 K.G. rijst afkomstig zijn van een hoeveelheid van ongeveer 10 K.G., welke de heer K. op het levensmiddelen-bureau door een der knechts uit den eenigen, dien dag dag daar aanwezig zijnden, baal rijst bad doen ter zijde stellen. Het kastee 1 Stein. bouwgrondmaatschap pij Tijdig gevestigd te Heerlen, is voor f680.000 eigenaresse geworden van het kasteel Stein met omvangrijke bezittingen in de gemeente Stein (L). (»N. Crt.c) een bliksemstraal. Zij werd naar Cuba gebracht. Een half jaar later reisde ik daarheen, vroeg weer om hare hand en geleidde haar naar het altaar, zonder haar geheim te kennen. Wat toen volgde, weet ge. Gaston Benoir had haar gevonden en begon onmiddellijk het werk zijner wraak. Hij was op het punt mij alles te onthullen en de noodige stappen te doen, om Ada van mjj weg te nemen en in de slavernij te laten ketenen, toen hij door eene vrouw, die hjj be drogen had, vermoord werd. Zijn dood gaf Ada de vrijheid, het geluk terug Helaas I net was te laat, om haar te redden. Denzelfden nacht was ze ontvlucht en alle nasporingen vruchte loos. Haar tragisch einde kent ge In een mij geadresseerde brief, tusschen hare kletren ver borgen las ik, wat ik je zoo juist vertelde. Waar ze zich na haar vlucht heeft opgehouden, is mij nog heden een raadsel. Waar vandaan ze ook gekomen is, van verre kan het niet zijn ze moet zich stervend naar Maplewood hebben voortgesleept; misschien in koortsphantasieeu. Ze moet van uitputting neergezonken zijn. Ik vond haar in de sneeuw alsee lijk Wat er in dien vreeselijken nacht omging in mijne ziel en wat ix sedert dien tijd geleden heb, weet God alleen 1 Twee armen slojgen zich om zijn hals. „En nu is alles voorbtf, Arthur", zei zijn vrouw met hare weeke melodische stem. „Ge hebt eene Ada op aarde en eene Ada in den hemel en ge zult deze beloften niet vergeten :„Wiein tranen zaait zal in vreugde oogsten EINDE.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1917 | | pagina 5