Binnenland. Staten-Generaal. Gemeenteraad. gunning tot uitvoer te verleenen. De zendingen naar Rusland zullen eerst worden hervat, wan neer een vaststaande regeering zal zijn geves tigd, welke [de Ver. Staten wenschen te erken nen. Maar indien de Bolsjewiki de macht zouden behouden en een programma betreffende een vrede met Duitschland zouden uitvoeren, zal het thans afgekondigde uitvoerverbod blijvend wor den. De credieten, die ter beschikking van de Yoorloopige Russische regeering zijn gesteld, be dragen thans |325 millioen dollar, waarvan 101 millioen zijn gestort. Het grootste deel van dit geld is besteed voor den aankoop van levensmid delen, welke gereed liggen om te worden over gebracht. Oók de schepen voor het overbren gen der waren zijn door Amerika verschaft, maar deze schepen zullen de haven niet mogen ver laten en zij zullen geen kolen ontvangen. Geen wapenstilstand. Uit Londen wordt geseindEen draadloos te legram behelstDoechonin, de Russische opper bevelhebber, is ter wille van de besprekingen over den wapenstilstand ontslagen. Vaandrig Krylenko is tot zijn opvolger benoemd. Doechonin had geweigerd het bevel der maxi- malistische machthebbers tot het stuiten van een wapenstilstand op te volgen. HET OORLOGSTERREIN IN ITALIË. Het Oostenrijksch-Hongaarsche stafberickt luidt Westelijk van den Mte Meletta zijn Italiaansche aanvallen door een tegenaanval afgeslagen. Tus- schen Brenta en Piave hebben de keizer! jjke jagers van het eerste regiment en de Wurtenburgsche troepen den Mte Fontana Secca en den Mte Spi- nuccia stormenderhand genomen. Op den Fontana Seeca hebben wij 200 Alpenjagers gevangen ge nomen. Stefani seint Gisteren deed de tegenstander verscheidene tegenaanvallen tusschen Brenta en Piave. Hij werd op bloedige wijze met de bajonet terugge dreven, by den fortengordei San Marino, waar ons gevangenen in handen vielen en by den Mte Portica, waar bij tot driemaal vergeefs aanviel. Bij den Mte Fenera werd hij dadelyk door ons vuur teruggeslagen, nadat hy eerste enkele geiso- leerde stukaen van onze vooruitgeschoven linie op den Mte Fontana Secca bereikt had. In den voornacht deden vijandelijke gioepenop 't plateau van Asisgo hevige aanvallen op onze stellingen op den Mte Castna en op den Mte Me letta d'Avanti, doch onze troepen wierpen hen door een heldhaftigen tegenaanval terug naar de stellingen van uitgang. Van Italiaansche zijde wordt nog gemeld By het gevecht in de stieek van Monte Xono, heeft zich in 't bijzonder de Ligurische brigade onderscheiden, bekend door hare heidendaden aan dsn Pasubio in Juni 1916. Den geheelen nacht vau den löen trachten de Centralen nier. groote strijdkrachten de linie van den Monte Xono te doorbreken, om zich een doortocht te banen naar het dal van Frenzela, waarbij een overweldigend artillerievuur geopend werd en aanvallen plaats vonden met gesloten massa's. Herhaaldelijk werd de vijand door de Ligurische brigade teruggesla gen. Bijna gelijktijdig deed het 29ste infanterie-re- giment een aanval op de vooruitgeschoven stel lingen van den Meletta Duvaots, die men den vorige dag had moeten verlaten, en slaagde er in de bezetting te overrompelen. Tusschen de Brenta en de Piave vereenigen de Centralen sinds eenige dagen groote troepeu massa's terwijl zy een hevig vuur openen op den Plesso Montano, die de hoofdstelling van den Monte Grappa beheerscht. De Italiaansche troepen, die uit vooi uitgeschoven stelling op de weerstandslinies terugtrekken, betwisten den aanvallers hardnekkig elke voetbreed gronds, waarbij zeer hevige ge vechten plaats hebben. In de Lagunen. De correspondent van de Voss. Ztg. aan het Italiaansche front seint, dat, niettegenstaande den Iiaiiaansche tegenstand aan de beneden Piave zich sterker tracht te doen gevoelen, het den tegen stander niet gelukt is de aau den Westelijken oever voorwaats gedrongen Honveds weder over de rivier terug ta werpen. Het marine-geschut ontwikkelt in het Lagunen-gebied een zeer sterke i werkzaamheid. Dit geschut, dat de delta vau de Piave en ver daaromheen bestrijdt, ter verdediging van het Veneüaausch gebied, behoort tot dat van het zwaarschte kaliber, doch vermag niet te ver hinderen dat de bruggehoofdstelling tusschen Piavo en Piavevecchia een steeds sterker bastion wordt. Ook de boop, die de Italiaansche legerleiding had gekoesterd van de damdoorbraak is niet verwezen lijkt. De stellingen, welke de Hongaarsche troepen eenmaal hebben bezet, hebben zy ook vastgehou den. Daarby zyn hun verliezen betrekkelijk zeer gering. De vermindering eener divisie, aan doo- den, gewonden en vermis'en, bjj den overgang over de Piave en bjj de zuivering van de Piave- delta, zoomede bjj gevechten bij Piavevecchia, bedraagt slechts een deel vau de door hen ge maakte gevangen-; om van de bloedige verliezen vao den tegenstander nog niet eeos te spreken. Reuter verneemt, dat de geallieerden in Italië met ongedeeld succes aan den gaDg zjjn. Da j positie is zeer verbeteid. Het zou voorbarig zijo, te zeggen, dat alle gevaar geweken en Venetië veilig is, maar men zag met de meeste gerust heid vaststellen, dat zjj het stadium hebben be- reikt, waarin elk etmaal een verandering mee brengt. De Italianen hebben nu stevige stellingen j ingenomen alsmede nieuwe kanonnen en voorraden opgevoerd. Dit alles beteekent, dat voor den vij and de kans om door te breken, sterk geslonken is. Bovendien is het stjjdstip, waarap de Fransche en Britsche strijdkrachten in het veld zullen ko men, zeer veel nader komen. ALLERLEI NIEUWS. Volgens de „Figaro" wordt d'Annunzio sedert 10 dagen vermist. Men denkt dat hy gevangen genomen is. Nederland en de entente. In het Engelsche Lagerhuis heeft King gevraagd, of krachtens het jongste geheime verdrag, geslo ten door den tsaristische regeeriug tusschen Rus land en Frankrijk, bepaalde vergoedingen na den oorlog aan België zouden worden gedaan ten koste van Nederland en of hij den argwaan bij de on- zijdigen kan bedaren door met nadruk te verkla ren, dat dit land daarvan niet op de hoogte is en in geen geval iets dergelijks zal gedoogen. Lord Robert Cecil,onder-secretaris,antwoordde: voorzoover ik weet, is er niet de minste grond voor het bericht, dat er eenig verdrag is gesle ten, en ik houd het voor een verzinsel van den vjjand. King vroeg, of, als er geen verdrag bestaat, het ministerie van buitenlandscbe zaken iets weet van een schikking of vergelijk in dien trant. Cecil antwoordde met nadrukneen mijnheer. De volgende ofQcieele mededeeling is gisteravond te Londen bekend gemaakt De aandacht van Z, M.'s regeering is erop ge vestigd, dat Nederlandsche firma's in het Ver- oenigd Koninkrijk hebben verzocht, uit hun naam telegrammen in ontvangst te nemen en door te zenden, die onder het embargo op de Nederland sche handelstelegrammen niet zouden worden doorgelaten. De Britsche firma's worden in hun eigen belang gewaarschuwd, om die verzoeken niet in te willi gen, aangezien dit onvermijdelijk daarop zou uit- loopen, dat hun eigen wetteljjke correspondentie door de Britsche censuur met een argwanend oog zou worden bezien. De telegrafische verbinding met het buitenland. Reuter seint uit Londen d.d. 21 November In verhand met ""het bericht, dat handeistefo- grammen in Nederland via Engeland zouden ontvangen zijn, vernemen: we hij onderzoek in wei-ingelichte kringen, dat bet verbod om van de Engelsche kabel' gebruik te mogen maken, niet is opgeheven. Duurtebjjslagen aan rijksambtenaren. De commissie van rapporteurs .uit de Twee de Kamer nopens het wetsvoorstel betrei'£endé dé duurtebjjslagen aan rijksambtenaren enz. komt heden hijgen in verband met de vaststelling van het afdeelingsverslag_ Indië. Men seint uit Soerabaja, dat de resident van Djambi zijn verzoek om ontslag heeft ingediend naar aanleiding van het feit, dat de Gouverneur- Generaal gratie heeft verleend aan de véroor deelden in het geding .van den opstand. GETORPEDEERD. Men meldt, dat het Eng. s. „Lapwing", 11 November van Rotterdam in convooi naar Londen vertrokken, getorpedeerd en gezonken is. Het schip was geladen met margarine en stuk goed. De margarine was hier ter beurze ver zekerd voor f150.000. Het s. „Lapwing" was 1192 bruto en 495 netto tons groot, in 1911 gebouwd en behoorde de General Steam Nav. Coi Ld. te Londen. Kapitein A. Visser van het stoomschip „Ne derland" van de Scheepvaart en Steenkolen- Maatschappij, welk stoomschip Woensdagmiddag om 12 uur in de Noordzee door een Duitsche duikboot, waarvan geen nummer bekend werd in den grond is geboord, is gisteravond met den trein van 6 uur 40 min. aan het station D. P. te Rotterdam aangekomen, met de 9 man van dit stoomschip, die door den botter G. O. 27 te Hoek van Holland zijn aangebracht. De „Nederland" was tegelijk met het laatste Engel sche convooi van den Hoek van Holland ver trokken. De lste stuurman is met de overige schepe lingen van het gezonken stoomschip te Veere geland. De zes getorpedeerde schepen. Zooals reeds geruimen tijd geleden werd ge meld, heeft de Duitsche regeering met de Ne derlandsche regeèring een overeenkomst ge troffen voor de vervanging der getorpedeerde zes Nederlandsche stoomschepen. Deze onder handelingen zijn echter voorloopig nog niet definitief afgesloten. Voor dat doel zijn voorloo- pige overeenkomsten getroffen met de Hamburg- Amerika Linie, de Deutsch-Australische Dampf- schiffahrtsgesellschaft, de Deutsche Levante Linie, de Deutsche Dampfschiffahrtsgesellschaft Hansa te Bremen en de Roland Linie te Bremen. Deze reederijen zullen te zamen zes stoom schepen in verkoop afstaan. Graan uit Argentinië. Volgens een Reutertelegram aan de bladen utt Buenos Ayres heeft de Argentjjnsche regeering het verzoek van Nederland en Spanje om van de tarweoogst van dit seizoen onderscheidenlijk 500.000 en 300.000 ton te ontvangen, ingewilligd onder dit voorbehoud echter dat Argentinië den uitvoer van dit graan kan beperken of geheel verbieden) indien de behoeften van het land zulk een stap noodzakelijk maken. De correspondent van het Engelsche blad »The London grain, seid and oil reporter, bevestigt bo venstaand bericht, maar zegt dat Argentinië's voorbehoud is, dat de oogst van nu tot aas den oogsttijd geen groote schade beloopt en dat de prijzen niet veel beneden het peil van thans dalen. »I)e Megres." Te kwart over vijf meerde gisteren in de sluis te Vlissingen het loodstransportvaartuig Vlissingen, dat de 23 schipbreukelingen van het Nederlandsche stoomschip „Megres" van de Noordhinder had afgehaald. Velen stonden de aankomst der schipbreukelingen af te wachten. De „Megres" was Woensdagmorgen om 3 uur met een convooi van den Hoek van Holland vertrokken en was het eerst bij de buiten de territoriale wateren wachtende Engelsche torpe dojagers, die het convooi zouden begeleiden. Het leege schip was echter niet in staat het het convooi bij te houden en te 8 uur zag men den laatsten torpedojager. Te een uur was men ongeveer 10 mijl ten Westen van de Noord- hinder, toen men twee sloepen met schipbreu kelingen gewaar werd. Het is niet te zeggen van welk schip, maar zeer vermoedelijk ook van een der tot het convooi behoorende, daar behalve de „Megres", hog andere waren achter geraakt. Juist, wilde men ter redding opvaren, toen een groote Duitsche onderzeeër verscheen, die het sein gaf, dat men het schip moest ver laten, aan welk bevel direct werd voldaan door twee sloepen te strijken en zich daarover te verdeelen. De Duitschers schoten 6 tot 10 maal met de scheepskanonnen op de „Megres", die in 7 minuten tjjds met den voorsteven naar beneden onder water verdween. De manDen werden met niet bijzonder woelige zee, maar in nevelig weer en motregen naar de Noord- hinder gebracht, die men te halfzeven bereikte. Hier werden kapitein Hentekamp en zijn man nen verzorgd, terwijl gistermorgen te half elf de Vlissingen langszij kwam en hen opnam. Morgen te 6.05 zouden de zeelieden vertrekken en zij kunnen te 9M0 te Rotterdam zijn. Ook is gisteren door torpedobooten nog een onderzoek ingesteld naar de andere sloepen, maar zonder gunstig resultaat. De verbinding met Indië. In de „Toekomst" betoogt een technicus de mogelijkheid om door het stoken van Indische Taraka olie en gebruik van Ombilinkolen de scheepvaartverbinding met Indië te handhaven» zonder hulp der Entente. De medewerker schrijft o a. het volgende „Sedert twee jaren nemen alle Engelsche koop- vaardijschepeu, die uit Oost-Azië terugkeeren, hoofdzakelijk Tarakanolie in hun dubbele bodems mee naar huis, ten behoeve van de Britsche marine. „Het denkbeeld van deze Engelsche oiietrans- porten is afkomstig van een Hollander, den heer Zuiver, die thans te Londen, „marine-superin. tendent" is van de Anglo-Saxon. Hij heeft de Engelsche marine grootelijks aan zich verplicht Hieruit blijkt, dat Nederland olie levert recht streeks ten behoeve van de Britsche oorlogvoe ring. „Nederland en Denemarken zijn feitelijk de eenige landen, waar men groote schepen met Dieselmotoren bezit, die de reis rond de wereld kunnen afleggen, en zelfs nog grooter afstand, zonder te bunkeren. De motorschepen onder Nederlandsche vlag zijn tankschepen, maar dit is in het minst geen bezwaar. Bewees niet tien of meer jaren geleden reeds de Sheif Go., dat een tankschip waaruit de olielading verwijderd is binnen eenige dagen geschikt te maken was om Indische producten te vervoeren als retour vracht? Is er dan eenig bezwaar tegen, zulke schepen nu met gemengde lading heen en terug te laten varen TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 22 November. De algemeens beschouwingen over de Staatsbeg rooting voor 1918 worden voortgezet. De heer Nolens bespreekt de positie van het Kabinet in verband met de grondwetsherziening en de gevolgen van het nieuwe kiesstelsel. Hij geeft verder de oorzaken aan van de verzwakking van den invloed van het pailement. Spr. zet dan uiteen, wat z.i. de lichtzijden van dit Kabinet zijn geweest. Eenig meer contact met de volksvertegenwoordiging, had hij alleen gewenscht. Spr. is van oordeel, dat de stryd der buitenlandsche mogendheden niet tot een punt van binnenlandsche politiek gemaakt mag worden. De tafelrede van den minister van oorlog kan z.i. geen aanleiding tot kritiek geven. Verder dringt spr. aan op behandeling van de uitvoering van artikel 192 der Grondwet, nog onder dit extra-parlementair kabinet, ook omdat dan alleen spoedig de oplossing te verkrijgen is van de salaris-kwestie. Ten aanzien van de sociale verzekeringswetten is spr. te vinden voor een compromis in den zin van uitbreiding van de in te voeren verzekeringswetten tot niet-arbeiders. Do standenvertegenwoordiging zou spr. een ramp achten voor het land en voor het parlementaire stelsel. De antithese zal blijven bestaaD. De door den heer Dresselhuys gewilde welwaart- poluiek is te eenzydig en te materialistisch. De economische bond wenscht een materialis- tischen grondslag van het staatsbestuur, maar die acht spr. ongewenscht. De rede van den heer Dresselhuys bewees de noodzakelijkheid van het voortbestaan der rech terzijde. De stoffelijke zaken zijn niet de hoogste. Slechts een harmonische behartiging van alle be langen kan tot goede resnltaten leiden. De regeeriDg dient een welvaartspolitiek te volgen, maar in dien zin, dat zij de productie des lands in de best mogelijke banen leidt. Arbei dersontwikkeling dient hierbij in het oog gehou den te worden. Naast het arbeidersvraagstuk vraagt het middenstands- en het landbouwvraag stuk dringend om oplosssing. Spr. wijst in dit verband tevens op het vraagstuk der Zondagsrust. Een partijorganisatie, waarby men niet tegen elkan der, maar gezamenlijk optreedt, zal op den duur onvermijdelijk blijken. Dit dient men te beseffen. Spr. ondersteunt het adres van de Kamers van Arbeid, die civielrechtelijke verbindingsverklaring eischen van collectieve arbeidscontracten. De heer Van der Voort van Zijp acht het niet gewenscht feilen stryd te voeren. Sober heid is gewenscht. Door de buitengewone omstan digheden is het niet mogelijk de rekening van dit extra-parlementaire Kabinet op te maken. Nie mand kan zeggen hoe de toestand na 1918 zal zijn. Op dit punt zal hij de Regeering niet in ge breke stellen, dat zij geen omlynd plan heeft ge geven. In zake het buitenlandsch beleid brengt hy hulde aan de Regeering. Ze kaD niet meer deen om den vrede te bevorderen, gezien het feit, dat iedere poging om den vrede naderby te brengen door de oorlogvoerenden met wantrouwen is be groet. Het verheugt hem, dat de Regeering nog geen ontwapeningskreet heeft laten hooren. Vooral zou hij het gevaarlijk achten, bij het volk verwachtin gen dienaangaande op te wekken. Men mag zelfs niet zeggen, dat ons volk zwak en machteloos is. Hij duidt den Minister dan ook zyn Leeuwarder rede niet euvel, omdat de Minister voor het heden met zijn naakte werkelijkheid voor het geweld staat. Met die feiten voor oogen zal spr. niet licht het woord bezuiniging op de lippen nemen. Spr. betreurt dat Gods naam niet is genoemd in de troonrede. Het ging hier niet om een for mule, maar wel om een belydenis. Spr. verzet zich tegen de vry-liberalen, die het stuk volkskracht, dat in de anti-revolutionnaire partij schuilt miskennen. Hij betoogt dat de be ginselen van die party niet hebben uitgediend en dat de antithese nog steeds bestaat. De heer De Visser betoogt dat het onmo gelijk is in dezen tjjd lijnen voor de politiek in de naaste toekomst te trekken Door de heer Dressel huys is de antithese: vrijheid of staatssocialisme op den voorgrond gesteld. Spr. acht het onmoge lijk daarover nu te discussieeren, omdat het vraag stuk in een geheel nieuwe fase is getreden. Spr. komt er tegen op dat de heer Dresselhuys het geheele politiek inzicht aan de rechterzijde opgesloten acht in een omheining van godsdienstige dogma's. In verband met de buitenlandsche politiek zegt sprekerIndien we echter wel opkomen voor een nationaal bezit, zal men gedragen worden door een algemeene volksziel en is het plicht het leger zoo krachtig mogelijk te maken. Tot geen enkelen prijs mag de regeering de dienstweigeraars -tevreden stellen. De opvatting van den heer Troelstra is het begin van de ontbinding van ons leger en is de leuze aangehevengeen man en geen cent Vervolgens schetst spr. de politiek voor de naaste toekomst, waarbij hij den nadruk legt op de ethische factoren. Geduld, zelfbedwang en ingetogenheid is voor alle lagen der bevolking noodzakelijk. De godsdienst bevat alle elementen daarvoor en de bevordering daarvan zal vangroot gewicht zijn voor ons land. Hij betreurt daarom uitlatingen van mr. Marchant op de vergadering van den Vrijz.-Dem. Bond, die o.a. op den stryd voor Zondagsrust smaalde. De vergadering werd verdaagd tot heden- namiddag. Avondzitting van Dinsdag 20 November. (Vervolg.) Begrooting 1918. De Voorzitter stelt voor over te gaan tot artikelsgewyze behandeling der begrooting. Allereerst komen nu aan de orde de UITGAVEN. Volgn. 81 wordt goedgekeurd. Bij volgn. 82, jaarwedde van de wethouders, deelde de Voorzitter mede, dat deze post met f 1500 moet worden verhoogd, in verband met de benoeming van den 4en wethouder. Volgn. 82115 worden goedgekeurd. Bij volgn. 116, jaarwedden by het Toezicht op- en invordering van de plaatselijke belas tingen, stelt de heer Evers voor het salaris van den heer Post, controleur der gemeente belastingen met f400.— te verhoogen. Aan deze afdeeling heeft een verandering in het personeel plaats gehad. De heer Koper had by zijn salariB f300.— als ambtenaar belast met het onderzoek der bezwaarschriften en f100.— als secretaris van de commissie van aanslag. Voor een amb tenaar, die ook 's avonds werk moet verrichten, vindt hy het salaris dat thans de heer Post heeft, niet hoog genoeg. Het is een verantwoor delijke post, daarenboven verricht hij veel meer werk dan vroeger de heer Koper. De heer G o s 1 i n g a zegt, dat de vergelijking van den tegenwoordigen functionaris met diens voorganger niet opgaat. De vorige had 25 dienst jaren en stond op zijn maximum. Toen hy ont vanger is geworden, hebben wij 2 ambtenaren in zijn plaats moeten nemen, de heeren Post en Verboom, den eenen als chef van de afd» Financiën en den anderen voor de aanslagrege ling. Ook de salarisregeling is onjuist door den heer Evers voorgesteld. Bij zyn aanstelling i3 den heer Post opgedragen te fungeeren als secretaris der Reclamecommissie B. en W- sta len voor hem f 100.— verhooging te geven ea zoo «er mmr/S2rf i- -L,J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1917 | | pagina 2