Dagblad mor Schiedam en
Gratis Ongevallenverzekering
De Oorlog.
I
I
41ste Jaargang
Zaterdag 17 Augustus 1918.
No. 122
hJL» £M\\\
Westelijk front
Braitenlaiidscli Nieuws.
FEÜILL ETON,
MAROUSSIA.
BureauKoemarkt 4. Telef. 86, na tatasitp no. 14$.
K6oaBB*n®*tBa p«r B wawtim 11.60. par watt UI
mat t kwartaal ï&öB&erfiks aumman! 3 cent.
Incassokosten wordenfeberekend.
Poe thans 8të<
farao» p.
A d ve r t a n t i én :^15 ragals fUO slka rogel daarboven 25 ct. 3 maai
plaatsen wordt 2 maal .berekend. Ingezonden mededaelingen 50 ct. p. rage..
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden. Op alle advertentiëa 20 oorlagsto33lag.
^Incassokosten worden berekend.
geheel© i 1 11 een hand,
w invaliditeit; L U $J ™et of oog;
De verzekering wordt gewaarborgd.., door de Hollandeche
big varELeé
van
Algemeen© Veraekeringabank te
daim]
Sohieémü.
fërttels Van
eïkan an$*
ïiren vingea.
Bij of krachtens wetten of verordeningen
voorgeschreven en andere officieele al
en aankondigingen en kennis
gevingen van het Gemeentebestuur.
De wekelijksche zittingen voor de Inenting
in dc Doele zullen, met het oog op alhier
heerichende griep-ziekte, in de eerstvolgende
weken niet worden gehouden.
HINDERWET.
Ter algemeenc kennis wordt gebracht, dat
bij besluit van Burgemeester en Wethouders
van den 16en Augustus 1918, krachtens art.
17 der Hinderwet, aan de den 27 Augustus
1914 aan J. J. HEILKER en zijne rechtver
krijgenden verleende vergunning tot- het op
richten van een inrichting tot het drogen van
beschadigde goederen in het pand Vijgensteeg
no. 4, kadaster Sectie A no. 1260 en aan de
den 23en November 1916 en 30 Juli 1917 aan
P. SOETENS en zijne rechtverkrijgenden ver
leende vergunning tot het oprichten, resp. uit
breiden van een inrichting tot het drogen van
groenten in de panden Achter de Teerstoof
nos. 1214, kadaster Sectie A nos. 377 en
1466, de navolgende nieuwe voorwaarde is op
gelegd
„dat boven de eestvloeren, de plafonds
moeten bestaan uit een bepleistering van
sterke cemenlspecic op een vlechtwerk van
ijzergaas of haringgraatstaal, terwijl de binnen
zijde van alle houten deuren en luiken en van
de houten dampkokkers ter hoogste van ten
minste 2.50, gemeten uit den onderkant, van
zulks een brandvrije bekleeding moeten zijn
voorzien".
Schiedam, 17 Augustus 1918.
PUBLICATIE.
De Aardappelvoorziening
is vanaf heden opgedragen aan de Regeerings-
commissarissenTen einde te voorkomen, dat
nog onrijpe perceelen worden gerooid of te veel
aardappels worden aangeboden, zullen de land-
bouwcommissies de perceelen aanwijzen, welke
dadeiijk geleverd kunnen worden.
Landbouwers die tot rooiïng hunner aardap
pelen willen overgaan, dienen dus vooraf hun
ne perceelen aan de landbouwcommissie hun
ner woonplaats aan te wijzen.
Bij goedkeuring krijgen zij van hun Com
missie een bewijs, dat met rooien kan worden
begonnen. Wordt zonder deze vergunning toch
gerooid, dan moeten deze personen hun aard
appelen voor rgen rekening en risico bewaren.
Een ieder heeft het dus aan zich zelf te wij
ten als hij buiten vergunning der landbouw
commissie tot rooien overgaat, en zich daar
door groote schade berokkent.
De Regeeringscommissaris
voor Zuid-Holland,
J. VAN DER KOOGH.
Uit hot Franaeb.
52
De Duitsche staf meldde gisteravond
Aan weerskanten van de Avre zijn forsche
vijandelijke aanvallen onder ernstige verliezen
voor den vijand mislukt.
De Duitsche staf berichtte gistermiddag:
Gedurende den nacht hebben wij onze linie
ten noordoosten van Morlancourt een weinig
vooruitgebracht.
Plaatselijke gevechten aan den noordooste
lijken zoom van het bosch van lhiepval, waar
onze patrouilles op den linkeroever van de
Ancre staan. Tusschen Beaucourt-sur-Ancre en
Puisieux-au-Mont zijn onze troepen vooruitge-
gaan.
Het Engelsch avond-communiqé luidt
Krachtige tegenaanvallen op de stellingen
van Damery hebben we met groote verliezen
voor den vijand afgeslagen. We namen 250
tegenstanders gevangen en bemachtigden een
aantal machinegeweren.
In samenwerking met de Franschen zijn we
vandaag in dit vak een stuk opgeschoten in
de richting van Fresnoy-les-Roye en Franszart,
waarbij we gevangenen maakten.
Het Fransch stafberipht van gistermiddag
meldt
Op het front van de Avre zijn de Franschen
in de streek van Villers-le-Roye en van Saint
Aurin gevorderd.
Beoosten Armencourt hebben de Franschen
hun vroegere eerste-linies bezet.
In Champagne hebben ze gevangenen ge
maakt in den- sector van Parthes-les-Hurlus
en vijandelijke overvallen ten oosten van
Maisons-de-Champagne afgeslagen.
De Fransche staf meldde gisteravond
De Franschen hebben een reeks plaatselijke
aanvallen de Duitschers ondanks hun tegen
stand in de streek ten westen van Roye te
ruggedrongen.
Ten noorden van de Avre hebhen de Fran
schen tezamen met de Canadeezen hun linies
op het front GoyencourtSt. Mard-les-Triot-
Laucourt gebracht.
Bezuiden de Avre zijn de Franschen diep
doorgedrongen in het Loges-bosch.
De Fransche pers brengt het tot staan komen
van de Fransche aanvalsbeweging terug tot den
heftigen en goed georganiseerden Duitschen
tegenstand. Men toont zich niet volkomen ge
rust over de naaste vooruitzichten.
Zoo schrijft de Matin" onder den titel,
„hardnekkige tegenstand" Onze bataljons
strijden thans tegen geheele linies machinege
weren. De vijand, die de eerste dagen slechts
onze achterwaarts gelegen linies trachtte te
verontrusten, richt thans een waar trommel
vuur tegen ons. Het schijnt evenwel niet, dat
Maroussi stapte op de punt van zijn laars en
zat in een oogwenk achter haar grooten vriend.
Hare armen omstrengelden hem gelijk de klim
opplant zich om den eik heenvlecht. Het paard
rende in ga'op weghet was maar ternauwer
nood dat men het gedruisch zijner hoefslagen
vernam men zou gezegd hebben dat het dier
de vijand zijne reserves heeft aangevoerd. Het
blad vraagt verder wat Ludendorff voor heeft.
De Duitschers bewegen zich op een volkomen
bekend terrein dat van talrijke goed georgani
seerde verdedigingswerken voorzien is.
Ook het „Petit Journal" stelt vast, dat de
strijd zwaarder wordt. De Duitschers trachten
tegen eiken prijs hunne stellingen te behouden.
De „Populaire" verklaart, dat de krachtige
tegenstand der Duitschers ten doel heeft hun
terugtocht te dekken, het materiaal te redden
en een achterhoede te organiseeren.
Sommige Fransche militaire critici zijn van
oordeel dat het Marne-pffensief thans een de
finitief stadium bereikt heeft. De Duitschers
zijn nu ongeveer gekomen bij hun defensieve
stellingen van 1917. Zij zullen waarschijnlijk
in staat zijn om tijdelijk hier stand te houden,
om zich te herstellen van de schokken die zij
hebben gekregen. Misschien zullen zij Oosten-
rijksche hulp inroepen. Maar het initiatief is
nu aan den leider der Geallieereden overgegaan
en daarom zullen de Duitschers niet lang be
hoeven te wachten op een herhaling van het
offensief der Geallieerden. Zij zullen dit offen
sief moeten weerstaan met niet volledige troe
penmachten die ten deele zijn samengesteld
uit jonge soldaten van de allerlaatste lichting.
Noch in getal noch in hoedanigheid zullen deze
soldaten superieur zijn aan de versche en vurige
troepen die Amerika in het veld brengt.
De „Daily Telegraph" verneemt van „een
goed ingelichten medewerker
Wat aangaat de plannen van den vijand voor
de toekomst wijst alles er op, dat hij voor het
oogenblik wil blijven vechten ongeveer op de
linie, waarop hij nu teruggetrokken is. Even
wel is het haast zeker, dat de omstandigheid,
dat de Franschen in het bezit zijn van het pla
teau van Lassigny, de Duitschers zal dwingen,
op dit deel van het front verder terug te gaan,
waarschijnlijk tot achter de Divette, een zij
rivier van de Oise. De vijand schijnt geen plan
te hebben achter de Somme terug te trekken.
Dat is,van ons standpunt beschouwd misschien
nog wel zoo goed, als wanneer hij verder terug
trok, want zijn tegenwoordige stellingen zijn
niet gunstig gelegen.
De Britten staan zoo dicht bij het kruispunt
Chaulnes, dat de Duitschers er geen gebruik
van kunnen maken, evenmin als zij gebruik
kunnen maken van den spoorweg van Ham
naar Peronne. Toch is het voor den vijand niet
onmogelijk zich te verdedigen, ter plaatse,
wa^r hij zich nu bevindt. Zijn verbindingen
worden door de vliegers der geallieerden druk
bestookt, en zoolang als hij ten Westen van de
Somme zal blijven, zal zijn verkeer aanzienlijk
worden belemmerd.
Voorts mag het gezien de uitnemende re
sultaten van de vorige week worden betwij
feld of de vijand in staat zal zijn nog een offen
sief op groote schaal te ondernemen.
ITALIAANSCH FRONT.
Het Oost.-Hong. stafbericht meldt
Nieuwe Italiaansche aanvallen tegen de Mon-
tozzo-stelling zijn mislukt door den dapperen
tegenstand van het keizerlijke 1ste regiment
scherpschutters. Voor het overige verliep in
den Tonale-sector de dag van gisteren zonder
bijzondere gevechten.
Op den Monte Simone werden vijandelijke
stormtroepen afgeslagen.
De Italiaansche staf meldt
Gisteren heeft de vijand overdag in dc streek
van den Tonale met sterke strijdkrachten te
gen onze voorste stellingen te keer trachten
te gaan alsmede tegen die, welke we onlangs
bezetten. Het vuur joeg hern terug. In den
nacht, die aan den 14den voorafging, hebben
vijandelijke detachementen aan den Piave ten
Z. W. van Grave di Papadopoli drie maal do
bezetting van het eilandje aangevallen, den vori-
gen dag door ons vermeesterd, maar telkens
werden ze teruggedreven, waarvan ze zwaar
leden.
In luchtstrijd zijn vier vijandelijke vliegtui
gen en een kabelballon neergehaald.
RUSLAND.
Volgens berichten in de bladen te Moskou
werd in Wologda de burgerlijke bevolking tus
schen 18 en 40 jaar tot het aanleggen van
loopgraven gemobiliseerd. Niemand mag de
stad verlaten.
De sovjet-troepen rukten naar Omega op en
hebben Kirillowka bezet. In de streek van Ar
changel werden Fransche èoldaten geconsta
teerd.
Een gedeelte van Kasan zou reeds in han
den der sovjet-troepen zijn.
In de omgeving der stad duren de gevech
ten voort.
Op het Zuid-front wordt in dt richting van
Tschirsk en om het bezit der spoorwegbruggen
hevig gevochten. Volgens geruchten hebben de
Engelschen in Bakoe 900 man troepen geland.
Uit Orenburg wordt gemeld, dat 6000 ko
zakken met hun wapens naar de sovjet-troe
pen zijn overgelopen.
In alle plaatsen, die door de Tsjecho-Slowa-
ken zijn bezet, breidt de revolutionaire bewe
ging zich uit.
De berichten dat de stad Tetjoesji door de
Tsjechen bezet is, worden tegengesproken.
Naar te Helsingfors aangekomen regeerings-
beambten uit Moskou mededeelen, worden al
daar maatregelon genomen om de Rijksbank
en andere instellingen te verplaatsen, terwijl
een groot aantal extra treinen gereed wordt
gehouden. Hee transport- en pas^agiersverkeer
van en naar Moskou is stopgezet.
Een groot aantal Fransche en Engelsche
onderdanen is gearresteerd.
Volgens bericht uit Finland, waarvan de be
trouwbaarheid niet kan worden getoetst, is
Trotzky Dinsdag j.l. te Helsingfors aangekó
men en is Lenin aan boord van een Duitsch
schip in de haven van Helsingfors of Reval.
De Engelsche bladen publiceeren telegram
men uit Washington, volgens welke Baker, de
minister van oorlog, heeft medegedeeld, dat
het 17e regiment Ainerikaansche infanterie
vleugelen had.
„Zij heeft haar nog eerder begrepen dan ik,"
riep Andry uit, terwijl hij haar omhelsde
„O 1 liefste, gij zijt wel de dochter uwer moe
der."
Reeds was de oude Knich opnieuw in zijn
boot gestegen. Hij hielp het kind er in klim
men, en de zendbode sprong er met de vlug
heid eens vogels in.
Na eenmaal van den oever afgeduwd te zijn,
gleed de kleine sloep weder over de sombere
golven van den Dniepper, en verdween de zan
derige hoogten en de onbestemde gedaanten
der beide mannen welke zij daar achterlieten,
weldra in de avondnevelen.
Toen zij eigenlijk opnieuw aanlanden, wees
Knich den zendbode een fraai, stevig zwart
paard aan
„Neem Maroussia bil u in den zadel, "sprak
Tsjetsjevik „rijd heelden nacht door. Bij het
aanbreken van den dageraad laat gij het paard
alechts aan zijn lot overhet goede beest zal
Wel alleen den weg naar de boerderij van Sa-
mousse terugvinden."
De oude muzikant sprong op bet paard
t
XVIII.
Tc Gadiatsj.
Twee dagen na den tocht op den Dniepper,
dien wij in ons voorgaand hoofdstuk beschre
ven was het een Zondag, en luidde de groote
klokken der stad Gadiatsj, de residentie van
den door den czaar van Rusland beschermden
ataman, om de geloovigen ter kerk te noodi-
gen.
De dageraad was nauwelijks doorgebroken,
en de stad Gadiatsj, met al hare nauwe, kron
kelachtige straten, hare lage gebouwen en lom
merrijke tuinen, scheen door halfscheinende
witte sluiers bedekt te zijn. Men zou gezegd
hebben dat de lieden die zich van alle kanten
verdrongen en zich naar de kathedraal bega
ven, van schaduwen omriagd waren.
Toch viel het, in weerwil van de schemering,
gemakkelijk te ontdekken aan hun vorschen
tred en hunne heerzuchtige houding, dat de
meesten dier perionen krijgslieden waren.
Het had den vorigen avond zwaar geregend,
en de zoele lucht was heerlijk Yerfrischt. Alles
in de natuur was stilde bewoners zwegen
nog er heerschte alom zulk een rust en vrede,
dat men de schreden over de vochtige straten
hoorde weerklinken, zoowel het opspatten van
het water, zoo vaak een onvoorzichtige voet
in een plas trapte men had de dauwdroppe
len kunnen tellen die van het gebladerte neer
vielen.
De oude kathedraal zag er uit alsof zij door
een tuin omringd ware geweest. Om haar heen
ontwaarde men wilde rozen, blauwe regen,
acacia-trossen, appel- en perenbloesems prui-
men-en kersenboomen die een rijken vrucht-
oogst beloofden. De bodem was overdekt met
fluweelzacht groen, dat bezaaid lag met aller
hande bloemen.
Eene vrij talrijke menigte geloovigen stond
voor het kerkgebouw geschaard, en in afwach
ting van het oogenblik waarop de dienst zou
aanvangen, praatte een ieder met halfluide
stem over verschillende onderwerpen.
De oude, ons welbekende muzikant bevond
zich onder het gedrang, als altijd vergezeld
van zijn vrindinnetje, dat vol eerbied naar Gods
huis opzag.
Hij had zich nedergezet op een der treaen
van de kerktap, al» iemand die door ver-
moeiens is uitgeput, en op langzamen, plee ï-
gen toon, verhaalde hü de talrijke schaar die
zich om hem heen verdrong, door welke be-
I proevingen de zielen der afgestorvenen heen
i moeten gaan, alleer zij in het oord van geluk
en vrede mogen binnendringen. „Het is op
aarde, en dat door onvermoeide pogingen, dat
men den hemel moet verdienen," sprak hij ten
slotte.
Nadat hij zijn verhaal geëindigd had met
een zucht, die door de zuchten der meeste
omstanders beantwoord werd, scheen de oude
muzikant plotseling in diep gepeins te ver
zinken, gelijk dat dikwijls gebeurd met vrome
lieden die de aarde voor den hemel veigeten,
en zwierven zijne denkende oogen onbestemd
over de omringende huizen, die meer en meer
uit de nevelen te voorschijn rezen.
De stillte welke onwillekeurig na zijn woor
den ontstaan was, werd gestoord door de aan
komst van twee jonge kozakken. Dezen onder
scheiden zich door hunne reusachtige knevels,
hunne prachtige, buigzame gestalte en iets
bijzonder voornaams, dat alleen eigen is aan
degenen die veel in hooge kringen verkeeren
en zich in talrijke vergaderingen bewegen.
De jonge kozakken groeten aan alle zijden,
en namen met zooveel bevalligheid hunne muts
af, dat men bewaand zou hebben dat zij heel
hun leven door bezighielden met het beant
woorden van buigingen.
„Zal onze ataman komen?" vroeg een oor
van stemmen.
„Ja hij zal komen," gaven de kozakken ten
antwoord.
\Wordt vervolgd).