n Zaterdag 2d Aug. 1918. TWEEDE BLAD Gemeenteraad. FEUILLETON. MABOUSSIA. Gemengd Nieuws. No. 12223. Zitting van Vrijdag 23 Aug. (Vervolg). Vragen. Bij het voorstel van d^n voorzitter om de vragen van de heeren Dinkelaar en Goslinga aan het einde der zitting te beantwoorden, Zeide de heer Goslinga dat het hem had bevreemd dat hetgeen op zijn vragen in zake de aardappelen betrekking had, niet bij de stukken ter visie had gelegen. De heer v. d. S c h a 1 k „betoogt de wensche- 'ijkheid om de vragen dadelijk te beantwoorden. De voorzitter meent dat| het beter ^as de beantwoording van vragen aan het emde der agenda te doen. De heer Maas: Het geldt hier een zeer belangrijke kwestie. De voorzitter: Het gaat om den regel, ^aar als de vergadering wil, zal ik straks wel de behandeling van de agenda een oogenblik schorsen. De heer Goslinga vraagt of er voortaan n'et schriftelijk antwoord kan worden gegeven door B. en W. Is de vrager niet bevredigd, dan kan hij altijd nog interpelleeren. Sgr. geeft het collége in overweging na te gaan of het reglement van orde niet zou zijn te wijzigen, ter toelating Van de schriftelijke beantwoording. De heer v. d. Hoek merkt op dat de vragen yan den heer Goslinga over de trappen en hek ken ook schriftelijk door B. en W. zijn beant woord en deze vragen hebben toch een groote discussie hebben ontlokt. De heer Goslinga zegt dat na het antwoord van B. en W. een afzonderlijk voorstel door spr. Werd ingediend en dat daarop de discussiën zijn ontstaan. De heer v. d. Hoek meent, dat toen toch de schriftelijke beantwoording niets ter bekor ing van de discussie heeft gegeven. De heer v. d. S c h a 1 k vindt de vragen van den heer Goslinga inzake de aardappelen van veel belang en wil direct de beantwoording dier Vragen aan de orde zien gesteld. Als dit eerst z°u kunnen geschieden na afdoening der agenda -hetgeen wellicht om 7 uur zal zijn dan Zfd daar wel niet veel van komen. De heer Evers stelt voor om tot 5 uur voort te gaan met de behandeling der agenda en dan de vragen aan de orde te stellen. De vorige itting is ook om 61/2 uur geëindigd en de be langrijkste punten staan tegenwoordig aan het e'nd der agenda. De voorzitter zegt dat in een naburige Plaats 51 punten op de agenda stonden en die agenda toch in 3 uur tijds werd afgehandeld. De heer v. d. Schalk: Wanneer U het voorsteI-Evers overneemt, trek ik mijn voor stel in. De voorzitter neemt het voorstel-Evers °ver, zoodat besloten is om 5 uur de beant woording der vragen aan de orde te stellen Na de benoemingen kwam aan de orde Salarisregeling. 7. Voorstel om een raadscommissie van 4 leden te benoemen, die, na overleg met B. en advies zullen uitbrengen over de salaris kwestie der ambtenaren der Gemeente in haar yellen omvang in verband met den stand der gerrieentefinanciën. Aanbevolen worden de heeren: a. 1. S. A. Maas, 2. M. J. v. d. Schalk. b. 1. J. Dinkelaar, 2. J. M. van Pelt. c. i. w. h. v. d. Toorn, 2. J. H. Evers. De voorzitter licht het voorstel nader toe. De heer Maas vraagt of er bij het college °°k bezwaar zou bestaan tegen een grooter aantal leden der commissie. Indien dit niet het Seval is, zou hij wel willen voorstellen de com missie tot 5 leden uit te breiden en de heeren Kooprnans en Ris, alsmede Goslinga en Schreu- willen aanbevelen. De voorzitter zegt dat er bij B. en W. geen bezwaar bestaat, daar toch overleg met B. en W. zal moeten plaats hebben. De heer G o s 1 i n g a zal zich tegen het voor stel van B. en W. niet verzetten. Hij vindt het echter zonderling-dat B. en W. Raadsleden aanbevelen. Dat is nog nooit gebeurd. Zijn B. en W. soms van plan om dat straks bij de samenstelling van de commissies van bijstand ook te doen De Voorzitter: Dat zou wel goed zijn. De heer Goslinga zou dat juist verkeerd vinden. Hij betoogt verder dat als met de commissie uit 4 leden wil doen bestaan, zij met het college bijna een halven Raad uitmaakt. Spr, moet het voorstel-Maas ontraden. Weth. Houtman zegt dat hij zich bij den wensch van den Raad heeft neergelegd dat er een commissie zou komen. Weth. is^echter tegen een commissie van 5 leden. Als er 5 leden komen, zijn dat met het college mee 10 leden. Hij wil dan ook den Raad in overweging geven geen grootere commissie te vormen. De heer Maas zegt dat de commissie wel overleg zal plegen met B. en W., maar toch in hoofdzaak zelfstandig zal werken en mateii- aal verzamelen. De commissie zal er een zijn van 5 leden en niet van 10. Zoo n commissie kan heel nuttig werk verrichten, waarbij de Raad zich zal kunnen neer leggen. Wanneer men haar uit 3 leden zal samenstellen, vreest spr. toch nog een groote discussie in den Raad. De voorzitter zegt dat het niet de be doeling van B. en W. is geweest om bepaalde leden aan te wijzen. De Raadsleden zijn vol komen vrij in hun keuze. Spr. had zich ook voorgesteld, dat de commissie zelfstandig zal kunnen werken. Hij brengt thans het voorstel-Maas, stiek- kende om de commissie uit 5 leden te doen be staan, in stemming. Het voorstel-Maas wordt verworpen met 13 tegen 7 stemmen. Tegen stemmen de heeren Kavelaars, van Pelt, Goslinga, Houtman, de Bruin, v. Baren, Koopmans, v. d. Hoek, Schreuder, Dinkelaar, v. d. Zee, v. d. Tempel en Korpel. De heeren Maas, Dinkelaar ea v. d. Toorn worden alsnu tot leden der commissie gekozen, met resp. 18, 17 en 15 stemmen, terwijl op de heeren v. Pelt 3, v. d. Zee 1, Evers 3, Gos linga 2 en v. d. Schalk 1 stem waren uitgebracht. Gomptabiliteit. 8. Wijziging van de Gemeente-begrooting, dienst 1918. Goedgekeurd wordt een ontwerp-besluit mo del C. tot een bedrag van f927.25. O n d e r w ij s. 9 Periodieke verhooging van jaarwedden van onderwijzend personeel bij het openbaar. L.O. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. Gratificatie. 10. Voorstel van B. en W. om den onder wijzer aan school H, J. van Meurs, die het hoofd dier sohool gedurende diens ziekte heeft vervangen, een gratificatie van f60. toe te kennen. De gratificatie wordt verleend. Gemeentesaken. 11. Voorstel van B. en W. tot periodieke verhooging van <de jaarwedde van den heer N. van der Sluijs, Opzichter der Gemeen tewerken. Hiertoe wordt besloten. Uit het Fwmaefa. 68 De winter was dat jaar bijzonder streng de 'Heest verharde raven en wolven kwamen van koude om in de bosschen. Beklaag de raven en de wolven, maar beklaag de boeren niet. De sinter is een vriend voor hen. Als zij om hun kachel heen zitten geschaard, is het hun altijd goed. Daarenboven worden hunne hutten van zelf beschut door de opeengestapelde sneeuw. Men heeft den vijand niet meer te vreezen, Dij heeft zijn winterkwartier opgeslagen in de steden. De roemrijke wonden worden einde- lijk verbonden, zonder haar als een schande moeten verbergen. Men behoeft niet langer 'U den kelder af te dalen om zijn wapens te iaden of te herstellen men heeft het recht zijn kruit op te doen, de arm uit te rekken en v°lkomen rust te nemen, de ledematen te doen kekomen van al te volhardende inspanning. Van dorp tot dorp bezoekt men elkander en Keeft men zich rekenschap van zijn verliezen, ^ten beweent zijne dapden, om tevens hunne Wapenfeiten te herdenken, en men berekent z'jn krachten met het oog op de toekomstige Vorstelingen. De plannen van voorbereidende Maatregelen houden de aanvoerders bezig. Waar bevindt Tsjetsjevik zich? Vraag lie ver waar hij niet ia. Maar daar waar hij zich het Arbeidersontwikkeling. 12. Voorstel van B. en W. om hun Col lege te machtigen evenals het vorige jaar ook voor den a.s. winter weder eenige lokalen van de M.U.L.O.-School voor de Centrale Com missie voor Arbeidersontwikkeling beschikbaar te stellen. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. Uitbreiding. 13. Voorstel van B. en W. om over te gaan tot definitieve vaststelling van het plan van uitbreiding voor het oostelijk deel der Gemeente, ten Noorden van den Spoorbaan. Waar het ontwerp gedurende den wettelij- ken tijd ter visie heeft gelegen zonder dat daartegen bezwaren zijn ingebracht, wordt tot definitieve vaststelling besloten. Muziekonderwijs. 14. Voorstel van B. en W. om de Maat schappij tot bevordering der Toonkunst in de gelegenheid te stellen tot het op haar kosten nemen van een proef met het geven van mu ziekonderwijs aan onze Hoogere Burgerschool, te beginnen met de 1ste klasse. De heer Goslinga vraagt, of het advies ook is ingewonnen van de commissie van toe zicht op het M.O. en van het Rijkstoezicht. Het voorstel om de proef te nemen is om de ratten aan het spek te helpen. Als de proef slaagt, zal dit onderwijs jaarl^ks f 1500 kosten. Het programma der H.B.S. is toch al over laden en moeilijk af te werken, zoodat hij ern stig tegen overlading wil waarschouwen. Spr. wil het oordeel van het Rijksschooltoe- zicht wel eens vernemen. Is er zoo'n haast bij dat dit advies niet eerst kan worden gevraagd alvorens de Raad een beslissing neemt Weth. Houtman antwoordt, dat de com missie van toezicht op het M.O. unaniem vóór het muziekonderwijs is. Ook de inspecteur van het M.O. is er vóór en heeft er geen bezwaar tegen. Deze stukken hadden bij de Raads stukken ter visie kunnen leggen. Er is be zwaar tegen uitstel, tenzij de Raad het voor stel in de eerste zitting, van Sept. zou willen behandelen. De heer Goslinga zegt, dat hij alsnog de adviezen wil zien. Het spijt hem dat ze niet ter visie zijn neergelegd. De voorzitter: De directeur zegt, dat het onderwijs in muziek geen invloed zal uit oefenen op andere vakken. Er zal 1 uur les meer worden gegeven zonder huiswerk. Hun die geen muzikaal gevoel hebben, zal het vak niet worden opgedrongen. Het voorstel van B. en W. wordt alsnu z.h.st. goedgekeurd. Apothekers. 15. Voorstel van B. en W., om, naar aan- .eiding van het adres van de heeren A. F. van Lissa e.a. over te gaan tot wijziging van de voorschriften voor de berekening van ge neesmiddelen aan het Burgerlijk Armbestuur en het Stads-Ziekenhuis alhier. Voorgesteld wordt te rekenen dat van 1 Mei af het tarief der recepten met 10 ct. wordt verhoogd. De heer Goslinga vraagt, waarom terug werkende kracht tot 1 Mei aan het voorstel wordt gegeven, waar het verzoek eerst later is gedaan. De voorzitter zegt, dat het verzoek in derdaad eerst 23 Mei is ingekomen. Er is geen bezwaar tegen om 1 Mei in 23 Mei te ver anderen. De heer Goslinga: Neen, dat moet 1 Sept worden. De voo rzitter merkt op dat er wel wat lang met het advies is gewacht. Hij stelt nu voor, de verhooging op 1 Juli 11. te doen ingaan. Dit wordt z. h. st. goedgekeurd evenals het voorstel zelf. Lichtlooze gezinnen. 16. Voorstel van B. en W. om een crediet 'van f 50.000.beschikbaar te stellen voor gas- aansluiting aan lichtlooze gezinnen. De voorzitter licht het voorstel nadar toe. De heer Maas vraagt waarom de straat verlichting hier ter stede niet wordt geelectri- ficeerd. Spr. gelooft dat dit voorstel toch tot nadeel zal hebben dat het rantsoen gas kleiner wordt. De voorzitter: Men krijgt hier meer kolen, omdat een getal aansluitingen aan de kolendistributie maandelijks moet worden op gegeven. De heer Maas blijft betwijfelen dat er meer gas zal kunnen worden geproduceerd. De voorzitter zegt dat het gasverbruik door straatverlichting nog geen 2°/0 van het totaal verbruik is. Waar dit gasverbruik zoo onbeduidend is, zou dit toch van weinig invloed kunnen zijn. De heer Dinkelaar zegt de electrificee- ring ook al in de Gascommissie ia besproken. Daar werd vastgesteld, dat de kosten ontzet tend hoog zullen zijn, vooral als men een on- dergrondschen kabel moet koopen. De heer Mr. Kavelaars zegt dat de Gasfabriek wel zal weten welke huizen geen gasleiding bezitten. Spr. vraagt in verband hiermede of er overleg is gepleegd met de ei genaars. Als de eigenaars niet willen, dan kan men altijd nog met de huurders onderhandelen. Spr. wenscht dus alsnog overleg met de eige naars. De voorzitter merkt op dat deze zaak in de vergadering der Gascommissie is bespro ken. Er zal zoo noodig huur worden betaald voor de leidingen, doch in elk geval zal de rente worden betaald. De heer Mr. Kavelaars: Zonder over eenkomst zullen de eigenaars niet tot betaling kunnen worden verplicht. Weth. Houtman: Maakt de men- schen nog wijzer De heer M r. Kavelaars: De eigenaars zullen daar toch wel achter komen. De v o o r z i 11 e r Ja, maar de gemeente zal toch zien van de een of den ander het bedrag betaald te krijgen. De heer Goslinga vraagt of de gasaan- leg voor de huiseigenaars geen wettige reden zal blijken te zijn voor huurverhooging. De voorzitte r zegt niet te weten. De heer Go'slinga zegt dat B. en W. dat toch wel eerst hadden kunnen informeeren. Weth. van Baren merkt op, dat huurver hooging wel gewettigd zal zijn. De heer Dinkelaar meent dat de licht- loozen grootendeels de menschen zijn, die van den steun leven. Het zal wel zoo loopen, dat ten slotte het steuncomité de kosten zal betalen. De heer Mr. Kavelaars blijft aanbevelen overleg met de eigenaars te plegen. De voorzitter antwoordt dat zulks ook de bedoeling is. ggHet crediet wordt alsnu z. h. st. verleend. Straatnamen. 17. Voorstel van B. en W. tot het geven van namen aan de geprojecteerde straten in de z.g. „Gorzen" en in „Kortland", ten oos- ten van de Aleidastraat. Dit voorstel is van de agenda afgevoerd. (Wordt vervolgd). Valsche boterkaarten. Men meldt uit 's-Gravenhage Naar wij vernemen, zijn te Amsterdam en Oldebroek nagemaakte vetkaarten in beslag genomen. De kaarten waren bijzonder goed „bewerkt", maar het ontbreken van het wa termerk onderscheidt ze van de echte. meest ophoudt, ware het ook telkens slechts voor een oogenblik, om alles als door een blik semstraal te verlichten, het is een onbereikbare verblijfplaats, welke hij gekozen en ingericht had voor zijne beide voornaamste bondgenoo- ten. Behoef ik hier nog wel de namen van Me- phodievna, en van Maroussia aan toe te voegen. Daar vooral heeft men behoefte aan zijn tegen woordigheid. Voor krijgslieden als de beide vrouwen, valt de gedwongen werkeloosheid van den winter, al die verloren tijd, heel hard. Kerstmis. Maar waarop toch peinst Maroussia sedert eenigen tijd Haar blond kopje buigt zich op hare borst gelijk een korenaar die te zwaar voor zijn stengel is geworden. Ten einde haar groote -vriendin niet te bedroeven, poogt zij te ver geefs weder moed te vatten. Het is alsof zij overweldigd wordt door een droom die haar van haar makkers scheidtzij vertoeft niet langer met hare ziel bij hen, hare blikken zwer ven ver van daar. Waarheen richtte zij zich Waarheen zouden zij zich begeven, en hoe te verklaren dat, tot zelfs in Tsetsjevik's tegen woordigheid, zijn vriendinnetje zoo dikwijls verstrooid is Het hart van een klein meisje is als een donker woud men moet heel scherp zinnig wezen om daarin door te dringen ge lukkig had de Leeuw goede oogen. Zou men waarlijk groot kunnen zijn, als men zich niet bekommerde over het lijden zijner medestervelingen Neenduizendwerf neen, de krachtigste zielen zijn onveranderlijk de Op klompen. Naar de „Prov. Gron. Ct." meldt, hebben een 70 brievenbestellers een verzoek tot den directeur van het postkan toor te Groningen gericht om, zoo noodig met 't oog op den ledernood, hun dienst op klompen te mogen verrichten. zachtste. Dien morgen was Maroussia's hoofdje nog dieper gebogen dan gewoonlijk, en zwiei- ven hare blauwe oogen met nog grooter verlan- gen in hunne uitdrukking naar ik weet niet welk verwijderd visioen. Toch straalde de zon. Als men, door het venster, waaraan het in ge- peins verzonken kind roerloos geleund stond, 1 de natuur aanschouwde, geheel en al in wit ge- huid en als een spiegel van gepolijst zilver j schitterend onder het heerlijkste licht van bo ven, zou men gemeend hebben dat Maroussia slechts vroolijke en bemoedigende gedachten kon-koesteren. En toch bleef zij het stilzwijgen bewaren, en indien zij leed, wat bijna geen twij fel overliet, wilde zij ten minste haar smait niet doen deelen door degenen die zij lief had. Tsjetsjevik wisselde een blik met Mephodievna Het oogenblik tot spreken was gekomen. De hand op Maroussia's schouder latende rusten, ontrukte hij haar aan haar droom en vestigde hij haar aandacht op een slede, die geheel in gespannen, onder het raam wachtte. „Ziet gij die slede?" vroeg hij „en herkent gij uw lieveling Iskra niet Hij staat te trap pelen en wilde reeds op weg zijn „Om u wederom van hier te voeren," sprak het kind diep ontroerd. „Om mij mede te voeren, ja," antwoordde de groote vriend „Maar als men zich een bee je schikken wilde zouden er gemakkelijk wee personen in kunnen zitten, en indien z® er iemand mij wilde vergezellen, zou ik me a een vertrekken „Iemand?" herhaalde Maroussia, wier blik zich op Mephodievna vestigde „zeker iemand, En in de uitdrukking van haar gelaat kon men duidelijk lezen „zal ik dan zonder vrienden achterblijven Welnu als het wezen moet, dan zij het 2oo Laat mij alleen Maar deze sprakelooze klacht had zich niet eens door een zucht vertolkt. „Uw vriend bedoelde mij niet," sprak Me phodievna glimlachend „Het is integendeel noodzakelijk dat ik hier blijf, en daarbij zou de tweede plaats in de slede te klein zijn voor een volwassen persoon zooals ik.' „Wat ik noodig heb," hernam lsejtsjevik. „is een heel klein makkertje, dat ik desnoods zou kunnen verbergen in de plooien mijnei pels jas, maar wiens hartje mij toch warm zou hou den gedurende een langen en snellen tocht. Ik moet iemand tot reisgezel hebben, die vastbe sloten zou zijn aan een stuk denzelfden weg af te leggen als ik die niet zou vreezen voor den winter met zijn rooden neus iemand die meer dan wie ook bereid zou zijn den kant uit te gaan dien ik kies, om zich met eigen ooren en oogen te gaan overtuigen van hetgeen gebeurt in°de Kerstmishut; gij weet nog, Maroussia, de hut waarin wij kennis maakten van uw vader, uwe moeder, uwe broertjes en zusjes, die misschien reeds vreezen dat er voor het eerst dit jaar, bij het kerstfeest, een plaats ledig zal blijven aan hunne tafel." Wordt vervolgd). i I i 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1918 | | pagina 5