Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Gratis-Ongevallenverzekering
Glorie aan God in den Hooge.
Een eenzaam meisje,
Woensdag 24 December 1919.
No. 12624
42^i» J&argaii.
biJ f* ft ft by
levenslange 1J1111 verlies van
7SDILLKT C
BureauKoemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden 2.per week 15 cent, franco p.
post f 2.50 p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentien: 1—5 rtgels 1.50elke regel daarboven 30 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 60 ct. p. regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incaiseerkoiten worden Berekend.
geheele 1111 een hand,
invaliditeitvoet vof oog
De verzekering wordt gewaarborgd door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.
bij verlies
van
een duim;
bü verlies
van een
wijsvinger;
bij
verlies van
eiken ande
ren vinger;
Dit nummer
bladen.
bestaat uit twee
EERSTE BLAD.
Bij ol krachtens wetten of verordeningen voor
geschreven en andere officieele af- en aan
kondigingen van het Gemeentebestuur.
HINDERWET.
Ingekomen zijn verzoeken van
lo. M. Bos. om vergunning tot het oprich
ten van een houtzagerij in het pand Kethel-
straat no. 27, kadaster Sectie A. no. 1416, met
een electromotor van 3 P.K., drijvende een
cirkelzaag.
2o. de Hollandsche Velerfabriek om vergun
ning tot uitbreiding van hare fabriek voor het
vervaardigen van veters en ijzergaren in het
pand Buitenhavenweg no. 116, kadaster Sectie
L. no. 154, door bijplaatsing van 12 electr.pmo-
toren, t.w. 1 van 65 P.K., 1 van 60 P.K., 6
van 5 P.K. en 4 van 1 P.K.
Deze verzoeken zijn met de bijlagen op de
Secretarie ter visie gelegd. Op Woensdag den
7en Januari a.s., des voormiddags 11 uur zal
ten Raadhuize gelegenheid worden gegeven om
bezwaren tegen het toestaan van deze verzoe
ken in te brengen en die mondeling of schrif
telijk toe te lichten.
Gedurende drie dagen voor het tijdstip hier
boven genoemd kan op de Secretarie der Ge
meente van de schrifturen, die terzake zijn
ingekomen, kennis worden genomen. Volgens
de bestaande jurisprudentie zijn niet tot be
roep op een beslissing ingevolge de Hinderwet
gerechtigd zij, die niet overeenkomstig art 7
dier wet voor het Gemeentebestuur of een of
meer zijner leden zijn verschenen teneinde hun
bezwaren mondeling toe te lichten
Schiedam, 24 December 1919.
In Kerstnacht valt over ons de blijheid van
Gods Engelen. In onze ziel is 't licht. Ondanks
de December-guurte is ons binnenste warm.
'n Eigenaardig gevoel valt telken jare over ons
van 't Kinderlijk-blije, dat zijn stempel drukte
op de eerste jaren onzer jeugd.
Met Kerstmis voelen wij ons kind of liever
't kinderlijke, 't.teere naïve lacht ons toe en
trekt ons aan. Ónder het dak van koud-glan-
zend stroo het stalletje met z'n mosgroen tapijt
daarop de kleine schaapkens en miniatuur her
dertjes rond het pas geboren Kindje, zacht be
schenen door de flonkerende ster. Dat tafereel
door
Mrs. HUNGrERFORD.
Uit het Engeiseh djötor J. d. V.
23
Ik had een lang gesprek met Madam.'' gaat
May op haar aardigen babbeltoon voort, „en
zij was zoo vriendelijk en gezellig, dat ik haar
vreemde manieren en zonderling uiterlijk niet
meer opmerkte. Zij was zeer vertrouwelijk met
mij, iets wat oude dames zelden tegenover
jonge meisjes zijn."
„Och, och, wat is zij toch bescheiden zegt
Owen, met een blik van bewondering op May,
die Grey bijna uit zijn vel doet springen.
„En," vervolgt May, zonder op zijn woorden
te letten, „zoudt gij denken dat zij, terwijl zij
er toch zoo stevig en sterk uitziet, inderdaad
een zwak gestel heeft
Everard, die zelden lacht, moet nu toch
glimlachen.
„Nu, als ge mij niet gelooftzegt May
beleedigd. Zij ziet Grey van ter zijde aan, die
ook, hoeveel moeite hij er toe doet, zich niet
goed kan houden, bij de gedachte aan de, wel
gedane, roode en kolossale Mrs. O'Flathery met
het matelotje.
„Ik wil toegeven, dat gij gelijk hebt, May,
Zij lijdt zeker veel aan neuralgie en asthma."
spreekt tot ons 'n taal uit het verleden de
taal van weleer, toen we zelf kind waren en
met 't geen des kinds was onze hand en ons hart
overvuld gevoelden.
Later is dat met o zooveel voorbijgegaan. Maar
'n kind is voor ons gebleven de incarnatie van
zooveel blije en teere herinneringen. En daar
om is 'n kind zoo aantrekkelijk en is het zoo'n
bevoorrechte zaligheid met de kinderen zelf
weer kind-te kunnen zijn.
Onder deze vormen gaat de bekoring van
Kerstmis nok van het menschelijke uit.
Kerstmis verbindt 't geweldige van het he-
melsche met het aanminnige der aarde. De
machtige God met het hulpelooze kind. 't Is
'n kind, dat we begroeten. In de gestalte van
'n kind verschijnt de Heiland. Door 'n Kindje
wordt ons heil gebracht. In een Kindeke jubelt
ons Kerstlied.
oo
In Kerstnacht is het mysterie zoo verbijste
rend en toch de omhulling zoo nederig en klein.
En daarom it het zoo makkelijk tot de Kerst
kribbe te gaan.
Geroepen en geboeid door 'de poëzie van het
aandoenlijke, komen we er en staan we daar,
niet als mensch maar als zondaar. En uit dat
volle zielsbesef zingen we het zoo blijde de En
gelen na „Glorie aan God in den Hooge".
Hier geen zelfverheffing, maar zelfbescha-
ming, stille verlegenheid en vermorzeling des
harten.
Hier is 'n geweldige afstand tusschen ons en
dat Kindje. En al het menschelijke wordt hier
bij die kribbe vernederd.
Bij den glans van dat heilig Kindeke is de
En door al dat aantrekkelijke heen, waarin
dat Kerstmysterie gehuld is, komt het eigen
schuld-besef des te scherper naar voren, doch
ook de zalige wetenschap, dat wie van goeden
wil is, niet zal verderven, maar het eeuwige leven
hebben.
oo
Hoe dieper ge in dat mysterie inleeft, hoe rij
ker de Kerstvreugde zijn zal.
Zóó grijpt die kribbe u persoonlijk aan en
wordt een gave, waarvan de rijkdom door uw
ziel wordt ingedronken.
Bij dat Kindje in de Kribbe, weegt Gods
barmhartigheid dubbel op den zondigen mensch.
En het lied beluisterend van Gods Engelen,
kunnen we niet zwijgen, maar moeten we mee-
stamelen in verrukking „Glorie aan God in
den Hooge", wijl er weer Vrede is voor al dege
nen, die zijn van goeden wil.
M. J. J. Kammers.
Buitenlandsch Nieuws.
FRANKRIJK.
In Rota, hebben zich tot nu to© 5024 arbei
ders aaingfeimteiÜ .om aap heit herstel' der ra'r
„Heeft zij u, onder alle andere kwalen, ook
van eene vetvorming van haren neus gespro
ken vraagt Mc. Grath ernstig.
„Neen." May is bepaald boos.
„Ik erger mij het meest over hare nieuws
gierigheid," valt Mrs. Clarence in. „Vooral
vandaag kwam die weer erg uit."
„Zoo?"
„O, ja, maar ik zorgde wel, dat zij niets uit
mij kreeg." „Owen," voegt zij er tot haren
broeder, die geen acht op hare woorden slaat,
bij, „weet ge wel, dat ik mijn vijf pond gewon
nen heb
„Dat is gemakkelijk te zeggen, beste meidC,
antwoordt Owen, „maar de bewijzen
„Natuurlijk heb ik die! Om op Madam terug
te komen, zij wilde mij vandaag over alles uit-
hooren, maar ik beantwoordde geen enkele
harer vragen.
„Maar hoe legdet gij dat aan vraagt Adare,
die ook van Madam's nieuwsgierigheid weet
mee te praten.
„Ja, vertel ons dat eens," zegt May.
„Ik antwoordde op elke vraag ik weet het
niet."
„Dat is niet waar."
„Het schijnt zoo," zegt Mrs. Clarence op
zegevierende toon, „en toch is het zoo ik
zal altijd trotsch op mijne krijgslist zijn. Eerst
kreeg zij mij in een hoek zooals achter dat
kamerschut er was geen nu ontsnappen mo
gelijk, dacht zij, en begon
„Waar is uvy man op het oogenblik, beste
„Ik weet het niet," antwoordde ik.
„He, dat is vreemd. Ik meen, dat ik onlangs
woeste streken van Frankrijk deel' fe ncm-n. Op
1 December is de eerste trein van Warschau
naar Tooi' vertrokken. In Januari zullen weke
lijks twejei treinen eik mteit 1000 arbeiders nalaat
Frankrijk vertrekken. De Frahsclvc regeering h^eft
zich 'bereid veriCaaïd 28000 Pooi'sche arbeiders
ondier te brengen.
JAPAN.
De iklgeering is voioifnemieins in Februari bij
hst paiüstmtent ©eim arbeidswet in 'te dlemete-i
DE FINANCIEELE EN ECONOMISCHE
TOESTAND.
Na die, 14 punten van Wiison a dus de
Matin krijglefn wij dei vier punten van Frank
A. van der Lip. De: Amerikaansche bankier van
der Lip bejeft -een rappoirt ovietr den finalueieSiletnj
tioolands van Europa uitgie'bracht aan de regoev
ring tie Washington, dat leiindigt met de vier.
voigiendis desiderata
1. Vorming van e|ein consortium van geld
schieters, <djat ibV. in Defn Halag aou zetelen,
die die behoeften der hulpbehoevende Staten ziani
nagaanhiet noodige1 leveren 'en een internatio
nale' Fleming uitschrijven om al de noodige aan-
tooplefn te kunnen dbien,
2. De regieringen' krijgen geen glad maai
levensmiddelen, ijzerertsen, stoffen, locomotie
ven enz. De heer Van der Lip heelt maar weinig
Y'CVtnomvien in do staatslieden, die 'hij op zijn
tocht doirx die- lhndjetn der Entente heeft aange
troffen allielen over Delacroix, den Belgischen
minister van finalnciën, spreekt hij met groeten
eerbied
3. Flen algietmieelne teening, die lag« rente ztool
ge-Ven en in vijftien jaalr tijds moet afgerost, wor
den. De geciediteietrde staten moeten beimve
den interest van hun crediet ad© jaren een' aan
deel1 voor de amloirtisalti© storten.
4 Toekei.n,ning aaln de crediteuren van een eer
ste hvpotbeiek oip de opbrengst van het g-ouane-
stefelel ter betaling valni de rente en de aflossing.
Ad'eien a,a|n staten met een goed ingericht
d ouamjöstleillsiel zal geleend wooden. Die 'staten dia'
tamelijk goede finalnciën hebben, zullen die hy
po iheiek misschien kunnen afkoopen dooi' in
hun geihieel boog te zijn voor de betaling; dit
Lgir-in verhooging van den interest met e©n
klein© premie. Zonder dit sbeisel van hypotheek
zat men nooit het nioiodzakeJjke crediet kunnen
ALLERLEI.
Naar „Bremier Nachrichten" mleJdt. wil tie vrij
staat Brielmlein een eig^n minister van buifeuïand-
schie zakien bebbein. Op de begrooting van Bre
inen is daafvoor leien safaris van 24.000 Mark
plus©ein jaarlijksche vergoeding voirir mnkostien
van 36000 Malrk uitgetrokken.
Berthelot, directeur der afdeeling politieke
zaken van het ministerie van buitenlandsche
zaken, die naar Londen was gegaan om daar
over het Turksche vraagstuk te onderhandelen
zal heden te Parijs terugkeeren.
Venizelos is Maandag scheep gegaan aan
boord van den kruiser „Hellas", om zich over
Rome naar Parijs te begeven.
Er staan 60.000 man Japa.nsche: troepen tus
schen Wiiadiwoistok en Omsk, ami den spoorweg
van Wj'adivvostok naar het Baikal-m'eler tet be-
wakiem.
BINNENLAND,
BULGARIJE.
Uit Sofia, wordt gemfeld, dat aldaar v;:'or het
Koninklijk Pallets gioule anti-monarchistische te-
toegingen hebben jhaats gevonden. D© menigte
wieird hsrhaaidelijk docr de troepen uit elhaaiï
gedreven.
hoorde zeggen, dat hij op Korea was of -
het kan ook wel Konstantinopel geweestzijn."
„Ik weet het niet, Madame." „Neen, als ik mij
wel herinner, was het de kust van Borneo."
„Zoo, ik kan het u niet zeggen." „Hij komt
immers binnenkort weer terug?" Hier werd
zij eenigszins scherp en dat gaf mij kracht. „Ik
weet het heusch niet." En ik glimlachte vrien
delijk. „Gij krijgt toch zeker geregeld brieven,
van hem, waarin hij u op de hoogte houdt van
zijn gezondheid, enz." „Ik weet het niet, Ma
dame." „Zoo nu, dan behoordet gij het te
weten." Hier werd zij bepaald boos. „Gij zijt
i toch zijne vrouw, zou ik denkenGij voelt
toch wel, dat ge als zijne vrouw. „Ik
weet heusch niet, of ik. Hier werd zij woe
dend. „Zijt ge wel eene vrouwriep zij. „Ik
weet het niet, Madame", roep ik eveneens op
nijdigen toon. En ik maakte meteen, dat ik
uit de voeten kwam.
„En na deze ervaring ben ik tot de conclusie
gekomen," zegt Dolly peinzend, dat,, als men
zijn geheele leven volhoudt op alle malle vra
gen Ik weet het niet, te antwoorden, men u
zal op 't laatst een zeer onaantastbaar persoon
vinden. Ik wilde, dat ik deze les eerder geleerd
had. A propos, Owen, je zult mij nu die vijf
pond niet meer willen beknibbelen. Ik heb ze
eerlijk verdiend."
„O, 't is waar ook, onze weddenschap zegt
Mr. Mc. Grath, die iets voor wedden voelt.
„Nu, als je er de volgende week maar aan
denkt. zegt zijne zuster.
„Je zult moeten dokken, oude heer," fluis
tert Gilbert Grey, zijn best doende zich niet al
Oorlog en Marine.
De minister van marine, mr. Bijleveld, die
zijn ontslag aan de Koningin heeft aangeboden,
en de minister van oorlog, jhr. Alting van Geu-
sau, die vandaag of morgen aan de Koningin
zijn ontslag zal aanbieden, zullen eenigen tijd
hun functies blijven vervullen, ook in verband
met de salaris-regeling voor rijksambtenaren
en militairen waarvan beide ministers de daar
aan verbonden werkzaamheden voor zooveel
hun departementen betreft, willen afdoen.
Het laat zich in dit verband en mede door de
afwezigheid van den minister-president aan
zien, dat in de eerste dagen nog geen naar bui
ten blijkende feiten omtrent de crisis aan beide
departementen of omtrent den algemeenen po-
litieken toestand in verband met die crisissen te
verwachten zijn.
Onze Haagsche redacteur van „De Tijd"
schrijft
Onmiddellijk nadat de heer Alting von Geu-
sau zijn portefeuille ter beschikking had gesteld
en de vergadering der Tweede Kamer had ver
laten, is er een vergadering van den Ministerraad
gehouden. In rechtsche parlementaire kringen
verwacht men niet, dat het ontslag van den Mi
nister van Oorlog politieke gevolgen zal, hebben
voor het geheele kabinet. De oplossing van de
crisis zal waarschijnlijk gezocht worden in de
samensmelting der twee militaire departemen
ten tot een Ministerie van Landsdefensie, een
denkbeeld nog onlangs in de motie-Bomans
neergelegd, maar waai-van hier algemeen be
kend is, dat de kabinetsformateur reeds verle
den jaar er voorstander van was. Jhr. Ruys
kon toen echter niet slagen in het vinden van
geschikt persoon voor de vereeniging van beide
functies.
Men verwacht, dat het interimaat lang zal
duren.
te blij over Owen's nederlaag te toonen, „je
zuster heeft het eerlijk gewonnen."
„Zoo zegt Owen somber.
„Natuurlijk, zou je het willen ontkennen
Mc. Grath liet hem strak aan.
„Ik weet het niet," zegt hij, de stem zijner
zuster nabootsende. „Maar één ding weet ik
wel, dat mijne zuster een slimmerd is.
„Beste kerel
„Ik geef er niets om, dat"
„O, houd maar op."
„Ja, zij is ijselijk nieuwsgierig," zegt May
tegen Everard.
HOOFDSTUK VIII.
Bij eene bijzondere clausule in het testament
van Sir Lucien Adare's grootvader was bepaald,
dat eenige oude en zeer zeldzaam voorkomende
juweelen bij haar huwelijk aan de oudste doch
ter der familie zouden komen, of liever aan haar
in bruikleen zouden worden afgestaan, totdat
zij een zoon kreeg, op wien hare rechten over
gingen bij haren dood. Als zij stierf zonder
een zoon na te laten, die ze erven kon, vervie
len zij weder aan het hoofd dor familie. In dit
geval was het hoofd der familie Sir Lucien.
Diens vader had drie kinderen, de tegenwoor
dige baronet, diens broeder die kort na May's
geboorte en toen Hilarius zeven jaar oud was,
stierf en eene dochter Lilian. De laatste was
zijn oogappel geweest.
Wordl vervolgd
C3f
-0 0-
schaduw der zoude te donkerder.