Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
firatis-OngevaDenverzekeriog
43»t» Jaargang.
Donderdag 16 December 1920.
No. 12914.
m
n
Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 39.
Abonnementen per 3 maanden f2.per week 15 cent, franco per
post ƒ2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
kfl
levenslange
geheele
invaliditeit j
Bij ol krachtens wetten of verordeningen voor
geschreven en andere officieele af- en aan
kondigingen van het Gemeentebestuur.
RUSLAND.
De „National Tidende" verneemt uit Hel-
singfors, dat Trotzky op een te Moskou gehouden
landbouw-congres heeft verklaard, dat het roode
leger tot op de helft der tegenwoordige sterkte
zal worden teruggebracht. De sovjet-regeering
zou met alle middelen trachten, den vi-ede te
handhaven en een definitieven vrede met de
groote mogendheden te verzekeren, door ver
gaande concessies te doen. De omstandigheid,
dat Engeland een voorstel heeft gedaan, om
tot een directe handelsovereenkomst te gera
ken deed hopen, dat de vrede niet ver meer is.
Trotzky maakte voorts nog gewag van de
ernstige tegenstellingen, welke zijn ontstaan
tusschen het Russische leger en het volk. Hier-
verliet vu
iPIIÜ! g mi een hand,
«f U W invaliditeit j K W U v«et «f oog
jDejWkertnB_^fdl^ Algonnoao Vefzek«rli|«buh u ««hiodara.
bfl virlln
duim I
bQ verllei g
van een
wfjsvlngev t
verhei
eiken ande
ren vinger i
De Commissaris der Koningin in de Provincie
Zuid-Holland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten
dier provincie dd. 6 December 1920, no. 154
Gelet op art. 11 der Wet van 13 Juni 1857
(Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
bij bovengenoemd besluit van Gedeputeerde
Staten de jacht op klein wild, met uitzondèring
van die op houtsnippen, wordt gesloten op Vrij
dag 31 December e.k. met zonsondergang, terwijl
het schieten van houtsnippen en het in art. 15,
sub litt. g dier wet bedoeld jachtbedrijf, van
het vangen van houtsnippen met laat-, war-
of valflouwen, blijft toegelaten tot en met 31
Januari 1921.
Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt, wor
den afgekondigd en aangeplakt waar zulks te
doen gebruikelijk is, alsmede in het Provinciaal
Blad en in de Nederlatidsche Slaaiscouranl worden
geplaatst.
's-Gravenha ge, 10 December 1920.
Buitenlandsch Nieuws.
TSJE CIIO-SLO WAKIJE.
Te Dresden aangekomen reizigers deelen mede,
dat het communistische oproer te Praag in
vollen gang is. De Tsjechische legioensoldaten
die onvoorwaardelijke aanhangers zijn van de
ambtenarenregeering, strijden met de politie
tegen de communisten. Zij worden daarbij onder
steund door de burgerlijke partijen en de socia
listen. Aan beide kanten zijn zware en bloedige
verliezen geleden. De Tsjechische garnizoenen
zijn over het algemeen aan de regeering ver
knocht en naar Praag ontboden. Het te Leit-
merits in garnizoen liggende Tsjechische regi
ment infanterie is reeds vertrokken.
Te Reichenberg heerscht de algemeene sta
king. De kranten verschijnen niet. Een gedeelte
lijke staking heerscht ook in het gebied van
Kladno en Schlon. De revolutionaire raden zijn
daar gedeeltelijk gevangen genomen door legi
oensoldaten. In het gebied van Kladno alleen
zijn meer dan 80 groote landgoederen in beslag
genomen door communisten, als ook alle ver
keersmiddelen. De chauffeurs te Kolin nemen
deel aan de algemeene staking) ook de landar
beiders in de streek va Praag.
In Moravië heerscht de algemeene staking
in de streken van Brunn, Snaim, Trebitsch en
Zoding. Te Bi'unn is het tramverkeer stopgezet.
De openbare gebouwen zijn bezet door aan de
regeering trouwe troepen. Het voornaamste
socialistische Tsjechische blad „Prawa Lidoe"
publiceert een oproep, waarin wordt gezegd,
dat de buitensporigheden zich richten tegen
den Tsjechischen staat. Dit lijdt tot den burger
oorlog. Het gaat niet meer over het Volkshuis,
maar over het bestaan van den Tsjechischen
staat.
Volgens de „Narodny Listy" is gistei'en te
Brüx een vergadering gehouden door de com
munisten. Na heftige aanvallen op de regeering
wekte een der sprekers de aanwezigen op, de
openbare gebouwen te bezetten. De opgeruide
menigte gxng naar het gebouw van het distri-
butiebestuur, dat door militairen bewaakt werd.
Toen een der demonstranten een soldaat het
geweer uit de hand rukte, werd bevel tot vuren
gegeven. Vijf betoogers werden gedood, dertien
gewond.
aan zou echter spoedig een einde worden ge
maakt door een reox-ganisatie der strijdmacht.
ENGELAND.
Met 57 tegen 41 stemmen heeft het Hooger-
huis het wetsontwerp van het ministerie van
Volksgezondheidver worpen een regeei'ingsmaat-
regel in verband met de volkshuisvesting en
de regeling van de openbare gezondheid.
Op het wetsontwerp was ook in het Lagei--
huis veel kritiek geoefend, om de groote uitga
ven, die het noodig maakte en vele van de oor
spronkelijke bepalingen werden geschrapt.
Het Hoogerhuis heeft het echter verworpen,
op grond, dat het niet behoorlijk tijd had ge
kregen, om het in overweging te nemen.
BELGIE.
De commissie uit den Senaat, belast met het
onderzoek naar de wet op het Viaamsch bij de
administratiën, die in de Kamer was aangeno
men, is gisteren bijeengekomen en heeft het
rapport gehoord van Légy, katholiek senator
voor Gent, x-apporteur van de commissie.
Het x-apport verwerpt de wet, die reeds door
de Kamer van Volksvertegenwoordigers is aan
vaard en stelt een tegenontwerp vast.
Dit is met algemeene stemmen aangenomen
door de commissie uit den Senaat, behalve met
de stem van den katholieken senator Rijckmans.
Het tegenontwerp is gebaseerd op de vrijheid
der gemeenten om zelf uit te maken welke taal
aan de bevolking zal worden opgelegd. Als er
in den gemeenteraad geen meerderheid is, zal
een volksstemming uitmaken, welke taal er zal
worden gebruikt.
SPANJE.
De minister van Oorlog heeft bij den minister
raad een ontwerp aanhangig gemaakt om den
militairen diensttijd op twee jaar terug te bren
gen.
PALESTINA.
Zooals wij reeds mededeelden, zijn de Britsche
en Fransche regeeringen tot overeenstemming
gekomen over de bepaling van de Noordgrens
van Palestina. Het gebied van Palestina zal
zich niet tot de Litani of Yarmoek uitstrekken,
maar er zijn schikkingen getroffen, dat het land
van enkeie wateren en rivieren buiten de gren
zen partij zal kunnen trekken voor imgatie en
waterkrachtdoeleinden. Men zal zich herinneren,
dat Palestina, hoewel het niet aandrong op
gebiedsuitbreidingen in de richting van de Li
tani, toch met nadruk betoogde, dat het gebruik
van het water van dezen stroom alleen nood
zakelijk was voor zijn bestaan, hetgeen het voor
Syrië niet was. Frankrijk kon zich met dit
standpunt niet vereenigen, ook niet met 't ver
zoek om de grens ten Oosten van den Jordaan
aldus te wijzigen, dat Palestina territoriale rech
ten zou krijgen op het gedeelte van de Yarmoek
tot aan Mezereb. Zij wilden echter wel zulke
wijzigingen in de grens brnegen, dat alle Jood-
sche kolonies in Galilea bij Palestina zouden
komen, en Palestina zekere rechten zou krijgen
op het water van den boven-Jordaan en de
Yarmoek (echter niet van de Litani). Deze be
palingen zullen thans in bijzonderheden worden
vastgesteld door een gemengde commissie, waar
in Palestina vertegenwoordigd zal worden door
eenige ingenieurs, die een bijzondere studie
hebben gemaakt van de verschillende irrigatie-
en waterkrachtkwesties van het land.
Behalve wat betreft de Joodsche kolonies in
Galilea, blijft intusschen de oorspronkelijk vast
gestelde grens onveranderd door deze regeling.
De grens loopt midden door het meer van
Galilea, zoodat de Oostelijke helft daarvan aan
Syrië komt, Jatdan en Haulan blijven beide
buiten Palestijnsch gebied. De vorm van het
Britsche mandaat over Palestina is te Geneve
vastgesteld. Frankrijk en Italië zijn daarbij ge
hoord, maar de Vereenigde Staten blijkbaar
niet. De bepaling, die de erkenning van de his
torische rechten der Joden op Palestina behelst
welke vroeger geschrapt was, is thans wederom
ingelascht, wat betreft een andere bepaling,
welke betrekking heeft op de politieke toekomst
van Palestina heeft men het oorspronkelijke
woord „zelfbesturende lichamen", in plaats waar
van men voorgesteld had „zelfbesturende ge
meenschap" te lezen, behouden. Een andere
clausule ei\kcnt de Zionisten-Organisatie als
'n lichaam, dat door de regeering van Palestina
kan worden geraadpleegd, met name, wat be
treft de economische kwesties en den aan
bestedingen van openbare werken.
ALLERLEI.
Uit Lugano wordt gemeld
Terwijl gisteren republikeinen uit Gesena,
Gorizia en Triëst te Gorizia een gedenksteen
ter eere van den in den oorlog gesneuvelden
republikein Comzndini onthulden, werden er
handgranaten onder hen geworpen. Dertig re-
publikeienen werden gewond.
In Milaan drong gisteren een aantal oorlogs
invaliden tijdens het beursuur de beurs binnen
om tegen de regeering te demonstreeren. De
politie was machteloos. De beurs werd voor
een dag gesloten.
Uit Berlijn wordt aan de „Chicago Tri
bune" gemeld, dat de Duitsche ex-keizer van
Amerika verwacht, dat het Duitschland zal
helpen, zijn vroegere plaats in de wereld te
heroveren.
Dr. von Dryander, de vroegere hofprediker
en een jeugdvriend van den ex-keizer, heeft
een interview aan een vertegenwoordiger van
het blad toegestaan, „De keizer, zeide hij, „is
van meening, dat de haat, dien de oorlog heeft
veroorzaakt, in Amerika spoedig vergeten zal
zijn. Hij verwacht een verzoening tusschen
Duitschland en Amerika, en is er vast van over
tuigd, dat Amerika Duitschland op economisch
gebied zal helpen en Duitschland van zijn kant
Amerika zal laten profiteeren van zijn vorde
ringen op wetenschappelijk gebied. De vroegere
vijanden van het Duitsche rijk trachten den
haat, dien de oorlog heeft verwekt, in de harten
der volken te doen vooxtleven, doch de christe
lijke zin van den keizer hoopt vurig op een ver
zoening onder de volken. Hij heeft altijd voor
den vrede geijverd en gewerkt de geschiedenis
zal daarover het licht der waarheid nog eens
doen stralen.
Opzienbarende bijzonderheden worden be
kend gemaakt inzake de knoeierijen met graan.
De gevangen genomen commissaris Freiberg
heeft door middel van vervalschte berekeningen
driehonderdduizend mark vei-diend. Door een
Beiersche firma in levensmidelen werden hem
170.000 mark als provisie uitbetaald. Ook hel
pers van de knoeiers hebben fabelachtige bedra
gen verdiend, waaronder de hofraad Rosenthal,
die op de vlucht is.
Binnenland.
Rijksuitkeering aan de gemeenten.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een ont
werp van wet tot wijziging van de rijksuitkee
ring aön de gemeenten, krachtens de artikelen
3 tot en met 9bis der wet van 24 Mei 1897.
Aan de Memorie van Toelichting is ontleend,
dat herziening van deze uitkeering reeds sedert
1903 aan de orde is. In dat jaar werd een staats
commissie benoemd, welke de gemeente-finan-
ciën in onderzoek zou hebben te nemen, waar
bij van zelf herziening van de rijksuitkeering
op den voorgrond trad. Deze staatscommissie
mocht er evenwel niet in slagen, eenig voorstel,
dat een meerderheid had verworven, ter aanbe
veling van zoodanige herziening in te dienen.
Volstaan werd met een wetsontwerp tot ver
ruiming van het plaatselijk belastinggebied,
welk ontwerp vrijwel ongewijzigd door de re
geering werd overgenomen.
De opluchting, welke de daarin vervatte be
palingen den benarden gemeenten zullen bren
gen, is tot dusver een voldoend argument ge
weest om voorloopig althans een herziening van
de rijksuitkeering te verdagen. Inderdaad plei
ten daarvoor krachtige motieven. Zal aan de
gemeenten hare autonomie in haar alouden,
aantrekkelijken vorm verzekerd blijven, dan
moet het rijk van zijne zijde ook er staat op kun
nen maken, dat al te vrijgevig beheer van de
plaatselijke financiën niet ten slotte een preten
tie op 's lands kas schept.
Is het dus reeds in het welbegrepen belang
der gemeenten zelve, dat niet overijld tol ver
hooging van de rijksuitkeering worde overge
gaan, de schier onoverkomelijke zwarigheden
om een formule te vinden, welke tot een maat
staf van verdeeling, theoretisch zuiver en prac-
tisch bruikbaar, vermag te leiden, zijn uit het
rapport der genoemde staatscommissie wel het
tastbaarst aan den dag getreden.
Al is het om deze redenen alleszins verklaar
baar, dat een herziening van de wet van 1897
achterwege bleef, thans schijnt het oogenblik
gekomen, om, waar de druk het zwaarst is, van
rijkswege tegemoet te komen. Men staat n.I.
voor het feit, dat in verschillende gemeenten
het heffingspercentage van de hoofdelijken om
slag of de plaatselijke inkomstenbelasting tot
een peil is opge voerd, dat naast de rijks directe
belastingen ontoelaatbaar mag heeten.
Bovendien heeft het.crediet van vele gemeen
ten zooveel geleden dat een beroep op de geld
markt dikwerf zonder vlecht blijft. Eindelijk
is rekening te houden rrtet de omstandigheid,
dat de waarde van de huidige rijksuitkeering,
in verband met de geringere koopkracht van
het geld, belangrijk is gedaald.
Het rijk moet ingrijpen, om erger nood te voor
komen, maar tevens is den gemeenten duidelijk
te maken, dat slechts zeer noode hulp wordt
verleend, en dat, mocht na korten tijd andermaal
een crisis als de huidige intreden, ernstig zal zijn
te overwegen, of de autonomie ten aanzien van
de gemeentelijke financiën, hoe hoog te waar-
deeren ook, wel gehandhaafd kan blijven.
Het antwoord op de vraag, in welke vorm de
rijkshulp zal zijn in te kleeden, is in het tegen
woordig stadium minder moeilijk dan na het
voorafgaande zou kunnen schijnen. Het karak
ter van noodmaatregel treedt scherp op den
voorgrond, terwijl drie beginselen zijn in acht
te nemen
1°. Nu een radicale herziening der uitkee
ring niet is gelukt, zal zoo na mogelijk aanslui
ting zijn te zoeken aan het bestaande
2°. Er valt niet aan te denken den gemeen
ten te verzekeren een rijksbijdrage in haar uit
gaven, welke gelijken tred zou houden met het
geen zij zelve in de toekomst zouden wenschen
té noteeren
3°. De hulp moet geboden worden zooveel
doenlijk, naarmate de nood het scherpst is.
Aan de hand van deze beginselen is een stel-
bepalingen ontworpen, volgens welke de bestaan
de rijksuitkeering wordt vermeerderd, al _naar
gelang de gemeentelijke hoofdelijke omslag of
inkomstenbelasting over de laatste drie jaren
in beteekenende mate overtroffen heeft de hoofd
som der rijksinkomstenbelasting, en wel bij een
verschil van 10 of meer dan 10 en niet meer dan
20 procent, met 20 procent van de rijksuitkee-
ringen bij een verschil van meer dan 20 procent,
met 10 procent voor elke 10 procent of gedeel
te daarvan tot een maximum van 100 pi-ocent.
Een verschil van minder dan 10 procent blijft
buiten aanmerking.
Wat de kosten voor het rijk aangaat, deze
zijn op ongeveer 10 a II millioen te schatten.
De Zondagswet.
Blijkens het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer over de Zondagwet hadden vele leden
overwegend bezwaar tegen dit wetsontwerp.
In ons land met zijn gemengde bevolking
behoort een deel daarvan zijn overtuiging niet
aan een ander deel op te dringen. Het grootste
deel der bevolking acht allerlei vermaken en
ontspanning op den Zondag geoorloofd dit
zal door het onderhavige wetsontwerp worden
verboden.
De beperking van het reizigersvervoer op
Zondag zal er toe leiden, dat aan de bewoners
van de groote steden, die geheele week in be
dompte huizen en nauwe straten verkeeren, de
gelegenheid benomen wordt zich daaraan des
Zondags te onttrekken door een deel van den
dag in de vrije natuur door te brengen. Het
sluiten van schouwburgen en alle andere pu
blieke vermakelijkheden, het verbod van het
houden van wedstrijden, die voor een regel
matige beoefening van de sport onontbeerlijk
zijn, zal voorts ten gevolge Iiebben, dat velen
afleiding gaan zoeken in inrichtingen van min
der verheven vermaak. Het is een ijdele ver
wachting, dat zij die door dit wetsontwerp in
hunne ontspanning worden belemmerd, om
daaidoor viijkomenden tijd een kerkbezoek
zullen besteden. Integendeel het drankver-
bruik zal toenemen en de gezondheid van ve
len, die thans door den Zondag wordt versterkt,
zal na de invoering van het wetsontwerp we
der worden benadeeld. Voorts verwonderd men
zich erover, dat dit wetsontwerp afkomstig is
van een Regeering, waarvan minister de Vis
ser deel uitmaakt, wiens rede, op 1 Juni 1.1.
in deze Kamer gehouden, van een geheel an
dere opvatting blijü geeft Ook baarde het ver
wondering dat deze Regeering die alles in het
werk stelt om de lichamelijke geoefendiheid te
bevorderen, thans een wetsontwerp ndient,
dat de lichamelijke ontwikkeling ernstig be-
lemmerd door het op Zondag onmogelijk ma
ken van wedstrijden. Zij merkten voorts op
dat ook zij, wier godsdienstige overtuiging
hun gebiedt den Zondag in het bijzonder aan
godsdienstige handelingen te wijden, nooit,