Dagblad voor Schiedam en
Gratis-Ongevallenverzekering
Lmrii uit virraaj sa fabriek
44ste Jaargang.
Zaterdag 8 Januari 1921.
No. 12931
Handel in Bouwstoffen,
feuillet
Haar Dochter.
Lange Haven 85 - Kantoor Westvest 70.
Telefoon 522
BureauKoemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus39.
Abonnementen per 3 maanden f2.per week 15 cent, franco per
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels f 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden opb aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
k|| veillai
vu
levenslang* i 11 veilles vu
gehede I 1111 een hand,
Invaliditeit') I* fc? ld v*et el oog j
DeveraA^ngwoidlj^wuibo^l^oMd^HolIudM^^liam^i^eKAeriniilkuli^UjI^idua^
een duim
kg veiUei
van een
wijsvinger
b«
veilles vu
eiken ande-
ren vinger t
Dit nummer bestaat uit twee bladen
TWEEDE BLAD.
Gemengd Nieuws.
Decrisis. „Het Patroonsblad" wijst op
de zware crisis welke thans alle takken van onze
industrie doormaken waarvan het einde nog
niet is te voorzien, waarvoor niemand nu reeds
de consequenties voorspellen kan.
Het slot van het artikel luidt
„Er zal zich, tengevolge der héerschende
crisis en de daaruit volgende groote werkloos
heid, een menigte van sociaal-economische
problemen aan ons opdringen, voor welker
goede oplossing vooral aan de \eiders der vak-
vereenigingen van arbeiders en werkgevers,
zware eischen zullen worden gesteld.
Reeds nu ontwaart men overal bij de leiden
de mannen in de productie de overtuiging, dat
de loonen onmogelijk kunnen blijven op het
Pd waartoe zij geklommen zijn. Zelfs al
zomen de werkgevers, blind voor wat om
hen heen gebeurd en valt, aan de bestaande
loonen willen vasthouden, dan zouden zij,
door de economische omstandigheden en toe
standen gedwongen worden dien opzet te laten
varen.
Moeilijke tijden worden dat.
Tijden van crisis ook voor de vakorganisaties.
Deze zullen staan voor een moeilijke keuze.
Ofwel de bange Lijden van werkloosheid mee
maken, of er bij berusten, dat in gezamenlijk
overleg, de loonen eenigszins in overeenstem
ming worden gebracht met de mogelijkheid
waaraan de industrie kan voldoen.
In het eerste geval, dat n.l. de leiders
dei arbeiders-vakbonden vasthouden aan de
estaande loonen zien wij bij troepen de
eden de vakorganisatie verlaten, om op eigen
ge egenheid voor lagere loonen te gaan werken
i e oorbeelden zijn er reeds bij honderdtal-
In het andere geval hebben de leiders te
nuchten de ontevredenheid dergenen, die min
der gedrukt door de zorgen voor het gezin,
i willen werkloos worden, dan toe te
staan, dat de loonen ook maar niet een cent
zou tn c a en. De kiem van verzwakking der
vakorganisatie zit ook daarin.
-Sprekend is 't wel, dat de Bedrijfsraad
-oi de Metaalindustrie eenparig van gevoe-
en was, dat, bij het sluiten eener C. A. O.,
thans met langer dan ééne maand moet wor
den gecontracteerd en de loonbepaling geheel
daarbuiten gehouden moet worden.
Dat wijst op komende toestanden, zooals
wij met hadden kunnen voorzien.
Dat maant tot voorzichtigheid.
Het wil ons voorkomen, dat aan daling der
loonen mei te ontkomen zal zijn, wil men
met een aanzienlijk deel onzer industrie het
doorwerken te bezwaarlijk maken.
En indien dat waar is, speciaal voor die
industrieën welke met concurrentie van het
buitenland te maken hebben, dan lijkt het
ons eisch van goed beleid en voorzichtigheid,
dat de leiders onzer werklieden-vakbonden be
ginnen met die noodzakelijkheid te erkennen
en te aanvaarden. Dat zal het vertrouwen
in hen en den lust tot samenwerking met
hen doen toenemen. Zij zullen dan den sceptici
uit het andere kamp toonen, er cenc eigen
onafhankelijke, desnoods van de meening van
een goed deel hunner kameradert afwijkende
opinie op na de durven houden. En wat dat
beduidt voor het weistagen van noodig over
leg, zal ook hun wel niet ontgaan.
Maar bovendien. Een overmijdelijke even-
tueele loondaling is veel minder gevaarlijk
levert veel minder aanleiding tot de groote
sprongen en mogelijk misbruik van de inise-
ij^bele omstandigheden, wanneer zij door eer
lijk overleg tusschen paatroons- en werklie
den-organisaties wordt geregeld en desnoods
getemperd.
Moet die daling zonder collectief overleg,
in 't wilde dus plaats hebben, dan zullen daar
aan al die euvelen verbonden zijn, waarop
wij boven reeds terloops wezen en welke wij niet
behoeven aan te dikken.
Van de leiders van beide groepen wordt in
deze zware tijden buitengewoon veel beleid
vereisebt. Van die der werklieden, die met
de roode broeders vaak moeten rekenen, wel
licht het meest.
Het nieuwe jaar brengc 'I. ons allen
van Kalk, Cement, Zand, Grint, Steen
Pannen, Buizen, Tegels en verdere
Bouwmaterialen. 15384 16
Het graf van Lode w ij k XVI
In het Kalverboscb, naast den watertoren,
te Delft is 'n eenzaam graf met 'n hek dat de le
liën van het Fransche koningshuis draagt. Op
den grafsteen staat in het Fransch „Hier rust
bodewijk XVII, koning van Frankrijk en
Navarre, Charles Louis, hertog van Norman-
dië, geboren te Versailles den '27 en Maart
1785, overleden Le Delft, den lOen Augustus
1845."
In de overlijdensacte op den burgerlijken
stand te Delft kan men lezen
„In den jare duizend achthonderd vijl'en
veertig, den 12en van den maand Augustus om
zes uur des avonds zijn verschenen voor ons
Daniel van Koetsveld wethouder, ambtenaar van
den burgerlijken stand der gemeente Delft,
Charles Edouard de Bourbon oud vier en twin
tig jare, particulier, en Modeste Gruau, graaf de
la Barre, oud vijftig jaren, voormalig procureur
des konings bij de rechtbank van eersten aanleg
te Mavenne, in Frankrijk, beiden wonende te
Delft, de eerste zoon, de tweede vriend van
den hierna te noemen overledene, dewelken ons
hebben verklaard dat den lOen Augustus van
dit jaar, omstreeks 3 uren des middags in het
huis gelegen alhier wijk twee numero twee en
zestig, aan de Oude Delft, is overleden Char
les Louis de Bourbon, hertog van Normandië
(Lodewijk XVII), zijnde hekend geweest on
der de namen van Karl Wilhelm Naundorff,
geboren op het kasteel te Versailles in Frankrijk,
den 27en Maart 1785 en dus ruim zestig jaren
oud, gewoond hebbende in deze stad, zoon van
wijlen Zijne Majesteit Lodewijk XVI, koning van
Frankrijk, en van Hare Keizerlijke en Konink
lijke Hoogheid Marie Antoinette aartsherto
gin van Oostenrijk, heiden overleden te Pa
rijs echtgenoot van mevrouw de hertogin van
30
Hij had den heelen avond op een ongemakke
lijk klein stoeltje moeten zitten, veel muziek
moeten aanhooren en onbeduidende praatjes
over dingen, die hem niets interesseeerden
niet mogen rooken en niets anders gedronken dan
eerst slappe thee uit fijne Japansche kopjes
en daarna limonade terwijl het buiten ruw
en koud was met lichte flauwe koekjes.
Ook het eten bij mevrouw was lan°- niet
zooals hij het thuis gewoon was kleine portion
in mooie schalen, weinig vleesch, haast geen
groenten, een uitgebreid dessert, dat zich echter
vooral vertoonde in het aantal kristallen
schaaltjes en schoteltjes, waarop een paar bon
bons gebakjes en eenige goedkoope echte stads-
vruchten prijkten.
In. zijn hotel had hij 's morgens dubbel goed
ontbeten want hij had gisteren bepaald honger
geleden en verlangde naar moeders kost.
Onder de reis had hij telkens moeite om de
ast.ige vraag te verdrijven
"Hoor ik nu wel thuis onder die menschen
Normandië, geboren Johanna Einert, wonende
alhier."
Het gemeentebestuur van Delft erkende hier
mede in een officieel stuk dat de overleden
Naundorff werkelijk de zoon van Lodewijk XVI
was, de dauphin die na de gevangenneming en
de onthoofding van zijn ouders door den schoen
maker Simon in de gevangenis den Temple
was opgevoed. Natuurlijk deed het Delftsche
gemeentebestuur zulks niet op eigen houtje, en
ook de Nederlandsche regeering moet Naun
dorff erkend hebben als den dauphin van Frank-
krijk.
Er is over dezen Naundorff zeer veel geschreven
en getwist en hij was niet de eenige die zich uit
gaf voor en geloofde te zijn een zoon van Lode
wijk XVI en Marie Antoinette. De geschiedenis
kent behalve Naundorff nog de volgende
Jean Marie Hervagauet, Marthurin Bruneau,
Henri Hebert en Morel de St.. Didier. Zij allen
gaven voor te zijn de zoon van den Eranaebe»
koning. Van allen is de onjuistheid hunner aan
spraken aangetoond, doch alleen over Naun
dorff bestaat nog geen zekerheid. Volgens som
migen .zou hij een Duitscher zijn, afkomstig
uit Neder Lausitz, die eerst als horlogemaker en
vader van een talrijk gezin te Spandau, Branden
burg en Crossen gewoond had. Hij geleek veel
op Lodewijk XVI en zijn dochter op Marie
Antoinette. In 1836 werd hij in Frankrijk wegens
bedrof aangeklaagd, vrijgesproken doch uit het
land verbannen, waarna hij zich te Delft
vestigde.
Nu is over hém een nieuwe studie verschenen
in de „Revue des deux mondes' door Lenotre,
getiteld „Le roi Louis XVII" (Koning Lode
wijk XVII).
Uit het opschrift reeds bemerkt men, dat Le
notre in Naundorff den Franschen prins ziet,
zooals trouwens nog velen in Frankrijk.
Het loont de moeite van deze artikelen van
Lenotre iets te vermelden, omdat hij tal van
onbekende bijzonderheden hekend maakt, die
een nieuw licht werpen op den man, die hier
begraven ligt en op de historievan denFranschen
prins.Er blijkt o.a. uit, dat Simon hemvolstrekt
niet zoo wreed en schandelijkheeft behandeld als
algemeen werd aangenomen. Hij was ruw,maar
goedhartig en voedde het prinsje op naar
zijn communistische begrippen. Toen het kind
ziek was, heeft Simon het met zorg verpleegd.
Er is in de geschiedenis veel geheimzinnigs.
Simon is op onverklaarbare wijze uit den Temple
verdwenen en op dit oogenblik is niet met
Ik
"iaak
ij zelf den indruk van een beer te
zijn in een kippenkooi. Wij komen'in niets over
een Constance, ja Constance is een engel,
maar och oclizij is zoo saamgegroeid met die
omgeving, dat liet haar moeite genoeg zal kos
ten zich in mijn eenvoudig huis, bij mijn een
voudige moeder te kunen wennen."
Hij smachtte er naar, in zijn gewone doen te
rug te keeren, niet meer alle weken of ten min
ste alle veertien dagen naar Den Haag te reizen
en dan, zooals hij het tot ergernis van mevrouw
Manteghem zeide, in het kijkkastje te worden
geplaatst, waar hij aan vrienden en familie als
iets heel merkwaardigs werd vertoond.
Nu had hij geen plan gehad deze week zijn
meisje te bezoeken, maar oom Zoo en tante Zus
gaven die soiree te zijner eere, lnj mocht met
ontbreken - en hij had zich dubbold verveeld
en geërgerd.
Bij het naar huis gaan kreeg hij nog een re-
rechtwijzing vam mevrouw over zijn weinige
spraakzaamheid, en zelfs Constance was niet
tevreden.
„Ik zou zoo graag trotsch op je zijn, iedereen
mijn keuze laten bewonderen maar als je
zoo saai en stil bent, dan begrpepen de men
schen niet, wat mij zoo in je heeft aangetrokken,
zeide zij, als altijd even lief.
Lu toen kwam het plotseling in hem op
„Als ik niet rijk heette, dan zou haar niets
zekerheid te zeggen wat er toen gebeurd is met
den kleinen Lodewijk. Volgens Lenotre is hij
stellig niet in den Temple overleden.De prinswerd
in den nacht van 19 Januari 1794 uit zijn
gevangenis ontvoerd zonder dat Simon dit
wist of bemerkte, maar waarheen het, ongeluk
kige prinsje toen gebracht is, weet men niet. Na
19 Januari 1794 was et wel een kind, een zie
kelijk stakkertje, in den Temple, maar dat was
niet de zoon van Lodewijk XVI. Robespierre had
dit ontdekt maar zweeg er over. Barras liet het
zieke kind later overbrengen naar het kasteel
te Vitry, waar het weer door een ander kind werd
vervangen, dat doof en stom was. Dit kind is
toen weer teruggebracht naar'den Temple en
daar overleden. Waar de echte prins gebleven was
weet men niet.
Of liet eenzame graf op het voormalige kerk
hof inderdaad de overblijfselen bevat van het,
beklagenswaardige vorstenkind is nog evenmin
zeker als het tegendeel.
Over het verblijf van de familie Naundorff te
Delft heeft een oud Delftenaar het volgende
geschreven aSn de „Nieuwe Courant"
„Ik herinner mij nog zeer goed dat mijn vader
mij omtrent de familie vertelde. De achtbare heer
Naundorff, die sprekend op Lodewijk XVI geleek
woonde met vrouw en kinderen in het deftige
perceel aan de Oude Delft, vlak tegenover de
toenmalige Academie (Thans T Hoogeschool),
waar later de predikant bij de Ned. Herv. ge
meente ds. Molenkamp jaren lang woonde. Mijn
vader gaf bij de familie les en kwam telkens als
hij daar aan huis kwam, onder den indruk van
iets moeilijk te beschrijven statigs en deftigs of
schoon er toch lang geen weelde heerschte. Hel,
was er betrekkelijkeenvoudig gemeubileerd,maar
toch was er een vertrek als kapel ingericht, toch
was er in een der vertrekken altijd gedekt, en
had de bediende die de deur opendeed, een veel
plechtiger en zich-voelender voorkomen, dan
welke bediende in Delft ook. Maar het meest
imponeerend waren toch wel de bewoners
vooral was dat. Mile Amélie Naundorff, of zoo
als zij te Delft in het ouderlijk huis genoemd werd
Prinses Amélie de Bourbon en door de bedienden
kortweg Hoogheid. Niet de hoogheid van de
ongelukkige ballingen maakte indruk,maar veel
eer hun eenvoud, wat iniusschen niet belette dat
den bezoeker geen oogenblik de gedachte verliet
hier mét personen van vorstelijken afkomst te
doen te hebben.
Delft was in die dagen een buitengewoon ge
schikt stedeke om als wijkplaats voor een derge
lijke familie te dienen. Zij moeten zich in dit
milieu allerminst vreemd gevoeld hebben, de
leden der familie Naundorff-Bourbon, want
er woonden toen in de Prinsestad, vooral in
dat gedeelte van de Oude Delft (echte Delvenaars
I sprekenvan hel Oude Delft) niets dan defligemen-
schen, van wie te hooren dan ook zij legitimisten
waren, volstrekt geen vreemden indruk zou heb
ben gemaakt. Dat zat 'm in hun adel wij herin
neren ons in dat gedeelte van het, Oude Delfl,
alleen graaf Van Bylandt, die toen de schutterij
commandeerde, en jhr. Van der Goes van Na-
ters, wien de deftigheid van gelaat en houding-
afstraalde want er woonden ook wijnkoopers,
boterhandelaren, hoogleeraren aan de Academie,
in mij hebben aangetrokken. Zij is te verblind
door al het klatergoud, dat haar omringt."
Maar hij verdreef alle lastige gedachten.
Waren wij maar getrouwd en de schoonmoeder
op een afstand, dan hoopte hij macht over haar
te verkrijgen door zijn liefde, zijn zorg voor haar
zijn teer, fijn kasplantje. Hij hoopte zeker,
dat ook zijn moeder hem zou helpen in die
taak eerst zou hij alle grillen van Constance
vervullen, zij mocht niets veranderen, verbou
wen, het oude wegdoen, zij mocht laten koopen,
logés vragen, mits zij maar tevreden was, om
later een ernstig aan haar plichten gewijd te
leven te leiden.
Maar dan kwam weer de lastige vraag
Was baar liefde'voor hem groot genoeg om op
tcjwege tegen alles, wat zij in Den Haag achter
liet, en bij gebrek aan liefde, had zij een ander
hooger gevoel, dat haar handelingen bezielde,
haar gevoelens regelde
„Ja, ja," herhaalde Hijtelkens, „als
zij maar weg is onder den invloed barer moeder
en onder dien van de mijne komt. t Kan mei,
anders, -zij is nog zoo jong, zoo vatbaar voor
indrukken ten goede en ten kwade.
Hij trachtte het verwijt te dooven, dat hij
diep in zijn hart begon te hooren en dat bij zoo
duidelijk las in de oogen zijner moeder.
„Is het niet onverantwoordelijk, je toekomst
te vertrouwen op zoo'n vlindertje, zoo n
bloem van één dag'IWelke waarborgen heeft zij
voor je toekomstig geluk Zij dorst naar op
winding, naar verstrooiing. Zoodra zij niets heeft
wat haat boeit, zakt zij ineen en heet ziek.
Haar lief gezichtje, haar aangeleerde maniertjes
haar kleine talent, dat is alles, wat zij meebrengL
in het huwelijk. Is dit voldoende voor een
ernstig man als gij Zijn dat de eigenschappen,
die een christelijke vrouw en moeder ïp de eerste
plaats onontbeerlijk zijn ?.-
Maar hij smoorde die stem hij wilde doof en
blind zijn, zoo vervulde hem zijn ingenomenheid
met dat meisje geheel.
Dien dag was hij echte\- door al de tegen
strijdige vragen, die zich aan hem opdrongen,
door de geleden verveling op de soiree, door het
werk, dat zich hij zijn terugkomst had opgehoopt
door een paar bezoeken van veel belang, die
hij gemist had tijdens zijn afwezigheid, en
eindelijk door een paar onaangename brieven
over hangende zaken, uit zijn humeur geraakt
en dus niet in de beste stemming, toen zijn
moeder na liet éten tot hem zeide op hoogst
ernstigen en zelfs plechtigen toon
„Ik zou je graag eens willen spreken, Robei
over iets heel belangrijks.
„Moeder, u had geen ongunstiger tijd kunnen
kiezen, om belangrijke dingen met mij te Spreken.
op mij