H. M. de Koningin-Moedcr. Het bulletin van gisterochtend 9 uur om trent den toestand van de Koningin-Moeder luidt De toestand van H. M. de Koningin-Moeder bleef goed. De eetlust is bevredigend. De voor uitzichten zijn gunstig. (Get. H. J. Leméris, G. L. de Jongh). De kosten van de inlerneering van Belgische militairen. Het NederlCorrespondentiebureau in Den Haag meldt Naar aanleiding van een in een Belgisch dag blad verschenen en in sommige Nederlandsche bladen overgenomen bericht, als zou de Neder landsche regeering hare vordering inzake de op de interneering van Belgische militairen ge vallen kosten, ondanks het aanbod van België, tot nu toe hebben laten rusten, doch thans tot een bedrag van 250 millioen, vermeerderd met een interest van 6 pet., ingediend hebben, vernemen wij van zeer bevoegde zijde, dat de Nederlandsche regeering in Juni 1920 de des betreffende rekening aan de Belgische regeering heeft aangeboden. De kosten bedragen 28 mil lioen gulden over de jaken 1914, 1915 en 1916, terwijl ze voor 1917, 1918 en 1919 nog niet vol ledig vastgesteld zijn, doch op 25 millioen gulden geraamd worden. Aan dè Belgische regeering is voorgesteld, dat, te rekenen van 1 Januari 1920 af, een interest van 5 pet. over het verschuldigde bedrag tot den dag der afbetaling zal worden vergoed. Ter voorkoming van misverstand zij in herin nering gebracht, dat de Nederlandsche regeering niet voornemens is, de ruim 45 millioen gul den, welke Nederland ten behoeve van de bur gerlijke Belgische uitgewekenen heeft uitgegeven terug te vorderen De economische crisis. Het N. A. S. deelt het volgende mede Zaterdag en Zondag vergaderde het bestuur van het Nat. Arbeidssecretariaat met de be stuurders van de bij het N. A. S. aangesloten federaties en bonden en de Plaatselijke Bedrijfs- federaties in het,,American Hotel",teAmsterdam Er werd beraadslaagd over de huidige crisis de heerschende werkloosheid en de door de re geering in uitzicht gestelde maatregelen. De vergadering stelde vast, dat de gevolgen der werkloosheid volledig door overheid en werkgevers behooren te worden gedragen en dat de rechten der arbeiders onverkort moeten worden gehandhaafd en gewaarborgd. Het denkbeeld, dat, ingeval de overheid en werkgevers nalatig blijven afdoende maatrege len te nemen, de arbeiders dan zelf de werk zaamheden in de onderneming, in het bijzonder in de bouwbedrijven, ter hand moeten nemen, vond algemeen instemming. Besloten werd een krachtige agitatie en actie te beginnen voor de volgende eischen 1. Productief werk, waarvoor de over heid zoo noodig de benoodigde fondsen moet disponibel stellen, waarbij de gang bare loonen aan de arbeiders worden be taald. 2. Premievrije werklooze verzekering. 3. Waarborg, dat de werkloozenuitkee- ring steeds kan geschieden. Bovendien besloot de vergadering een pro- test-telegram aan den minister van Arbeid te zenden, in verband rbet de voorgenomen ver krachting van de reglementaire rechten der werkloozen. Een sociaal-democratische interpellatie. Naar „Het Volk" verneemt, bestaat in de kringen der sociaal-democratische Kamerfrac tie het voornemen bij het weder bijeenkomen der Tweede Kamer, aanstonds een interpella tie aan te vragen omtrent de houding der re geering, ten aanzien van het werkloozen-vraag stuk. De melkvoorziening. In aansluiting aan het bericht betreffende Commissie tot bestudeering van het melkvraag stuk, welke j.l. Zaterdag door den minister van Landbouw in een der lokaliteiten van het Depar tement van Landbouw geïnstalleerd werd, kan de „Tel." nog mededeelen, dat de verschillende zuivelorganisaties in die commissie vertegen woordigd zijn als volgt Voor de vereeniging van Zuivelfabrikanten hebben zitting de heeren J. G. Hibma (voor zitter), J. Blink (secretaris). De algemeene Nederlandsche Zuivelbond „F. N. Z." is ver tegenwoordigd door den heer K. J. A. G. ba ron Gollot d'Escury, die wel is waar afgetre den is als voorzitter en waarvoor de oud-mi nister Posthuma in de plaats trad, doch die al gemeen erkend wordt als doorkneed te zijn in alle zuivelaangelegenheden. Voorts zal het kamerlid J. J. Wintermans namens den Brabantschen Zuivelbond ad viezen uitbrengen, terwijl de Algemeene Melk- veehoudersbond den heer A. N. Vaandrager als vertegenwoordiger benoemd zag. Melkinrichtingen en melkslijters zullen hun ne belangen behartigd zien door de heeren H. Beer, A. Smit, respectievelijk bestuursleden van de Nederlandsche Melkhygiënische Ver eeniging en den Algemeenen Nederlandschen Melkslijtersbond. Ten slotte hebben de heeren O. Reitsma en Th. J. Diephuis in de commissie zitting als voorzitter en vice-voorzitter van het Zuivel- kantoor. s De Staatscourant van gisteravond bevat de officieele benoeming van voornoemde commis sie. Haar taak wordt als volgt omschreven Te onderzoeken, in hoeverre in de toekomst de voorziening van de groote steden in Neder land met voldoende hoeveelheid melk kan wor den overgelaten aan de gemeentebesturen, of aan het particulier initiatief, dan wel in hoe verre de staat hierbij regelend zal hebben op te treden. De commissie is uitgenoodigd verslag uit te brengen omtrent hare bevinding en voorstellen te doen haar wordt bevoegdheid verleend om in gemeld verslag afwijkende mee ningen van enkele harer leden Lot uiting te brengen. Zooals wij reeds melden, zal dr. H. J. Lo- vink, commissaris-generaal van de landbouw productie als voorzitter der commissie op treden. K:eswet, Provme'ale wet en Gemeentewet. (Slot.) In het z.g. stelsel der grootste overschotten, dat in art. 99 is belichaamd, is een correctie noo dig om te voorkomen, dat een zetel toevalt aan een slechts kleine groep van kiezers. Het thans geldende artikel tracht dit te bereiken, door, behoudens zeer zeldzame gevallen, bij bet toe kennen der zetels uit te sluiten lijsten, wier stern- cijfer lager is dan 50 pet. van den kiesdeeler. De practijk heeft geleerd, dat deze grens te laag is gesteld. Voorgesteld wordt de grens te ver- hoogen tot 75 pet. van den kiesdeeler. In gevallen, waarin één der gekozen candi- daten van de lijst wegvalt, hetzij door het lot, als hij ook elders is gekozen, hetzij door niet aan vaarden der benoeming, niet toelating of over lijden, misken alle stemmen op den uitvallenden candidaat uitgebracht tot ten hoogste den kiesdeeler eiken invloed op de beslissing wie in zijn plaats moet treden. Veelal is op geen der overige candidaten^en eenigszins belangrijk aan tal stemmen uitgebracht, zoodat thans de be slissing komt te liggen bij een luttel aantal kie zers. Aan de stemmen waarmede de uitgevallen candidaat is gekozen, behoort daarom alsnog invloed te worden toegekend op de aanwijzing van hem, die de plaats nu zal innemen. Derhalve wordt voorgesteld, in gevallen, waar in een reeds gekozen candidaat uitvalt, te aan vaarden het bij de behandeling der Kieswet in de Tweede Kamer reeds geopperde en in liet amendement van den heer Bongaerts belichaam de denkbeeld om ook de stemmen, waarmede de uitvallende candidaat is gekozen, over te dragen evenals die, welke boven den kiesdeeler op hem mochten zijn uitgebracht, op dengeen, die, na hem de hoogste plaats inneemt en nog m<4 is gekozen. De thans geldende wet heeft, tot groot onge rief in de practijk, vastgehouden aan het denk beeld, dat elke geloofsbrief moet behelzen de volledige justificatie van de verkiezing van hem, die den geloofsbrief inlevert. In het stelsel der wet, waarin niet de verkiezing van elk lid op ziohzelve staat, maar die voor alle leden te zamen één geheel vormt, is dit overbodig. Voldoende is, dat de Tweede Kamer beschikt over één exem plaar van alle bescheiden, waaruit var den loop en uitslag der verkiezing blijkt. Mitsdien is, naar de ontworpen bepalingen, aan de voorzitters der hoofdstembureaux de verplichting opgelegd om een afschrift van het proces-verbaal van d'e zitting van dat bureau en van de zittingen der stembureaux op te zenden aan hef lichaam, waar voor de verkiezing plaats heeft. De door den benoemde in te dienen geloofs brief kan in verband met het bovenstaande wor den teruggebracht tot de schriftelijke mededee- ling van de benoeming voor den voorzitter van het centraal stembureau. Dat achteraf bij het onderzoek van later inge komen geloofsbrieven nog omstandigheden aan het licht komen, die hadden moeten leiden tot niet.-toelating van leden, die reeds zijn toegela ten, is in theorie mogelijk, maar niet waarschijn lijk. Doet zich het geval voor, dan moet er in berust, dat één of enkele leden zitting hebben, die ten onrechte verkozen zijn verklaard. Op de toelating, die eenmaal heeft plaats gehad, moet niet kunnen worden teruggekomen, waarin door een nieuwe bepaling wordt, voorzien. Bij ongeldigheid van stemming in ook maar één stemdistrict kan thans ingevolge art. 134 geen enkel lid worden toegelaten. Tegen dit stel sel zijn echter, naar erkend moet worden, ern stige bedenkingen in te brengen. Het kan de Tweede Kamer stellen voor de kans om of heen teloöpen overeen onregelmatigheid bij de stem ming begaan, die wellicht invloed heeft gehad op den uitslag der verkiezing, óf te besluiten tot niet-toelating van alle leden. In dit laatste geval moeten al hare werkzaamheden worden geschorst en bestaat zelfs gedurende een tijd perk, dat ten minste eenige weken duurt niet de mogelijkheid om de Tweede Kamer bijeen te roepen. Vooral in buitengewone omstandighe den zou dit kunnen leiden tot zeer groote moei lijkheden. Bij nadere overweging schijnt het voordeel, verbonden aan het destijds aanvaarde stelsel niet op te wegen tegen de nadeelen die daaruit kunnen voortvloeien. Zeker is het moeilijk, van te voren de grenzen te trekken, waarbuiten een nieuwe stemming haar invloed niet zal kunnen doen gevoelen, maar onmogelijk is dit niet. Bij twijfel zal het geraden zijn, die grenzen zoo ruim mogelijk te stellen. Mocht desalniet temin bij de nieuwe vaststelling van den uit slag der verkiezing blijken, dat de nieuwe stem ming de verkiezing raakt van reeds toegelaten leden, dan zal terwille van de voordeelen van he„ hans voorgedragen s elsel er in moeten wor den berust, dat die leden ten onrechte zijn toe gelaten. De voorgestelde wijzigingen in artikel 134 strekken om boven twijfel te stellen, dat de toe lating, die eens heeft plaats gehad, definitief is, en tevens om te voorkomen, dat in verband daar mede meer candidaten verkozen worden bij de nieuwe vaststelling, dan er plaatsen be schikbaar zijn. Indien, gelijk wordt, voorgei teld, gebroken wordt met het stelsel, dat het onderzoek van alle geloofsbrieven één onverbrekelijk geheel vormt, staat in beginsel niets meer in den weg van een volkomen onbeperkt ond rzoek van d n g loofsbri f van een later inkomend lid. Elk punt, dat de wettigheid van zijn verkiezing raakt, kan en moet worden onderzocht, ook al raakt het tevens de wettigheid van de verkie zing van reeds toegelaten leden. Die toelating zelve blijft ingevolge art. 134, tweede lid, en art. 135, tweede lid, onaantastbaar. Art. 142 zou dus geheel kunnen vervallen. Dit zou echter kunnen leiden bij later geble ken ongeldigheid van de stemming in één enkele of enkele districten tot. een gedeeltelijke nieuwe stemming, wellicht geruimen tijd na de verkie zingen. Met het oog op de veranderingen, die na de verkiezingen mogelijkerwijs in het kie zercorps hebben plaats gehad, schijnt zulks geen aanbeveling te verdienen. Het onderzoek van de geloofsbrieven der la ter inkomende leden moet zich daarom niet uit strekken tot cle vraag, of de stemming al of niet geldig heeft plaats gehad. De.voorgestelde wijzigingen van de bepalin gen der Kieswet, strekken tot vereenvoudiging op het stuk der geloofsbrieven, en het gewijzigd stelsel voor de aanwijzing van de plaatsvervan gers, brengen mede wijziging van de Provinciale Wet en van de Gemeentewet, zooals die in de aangeboden desbetreffende wetsontwerpen is opgenomen. Z. D. II. Mgr. Diepen naar Rome. Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen,bisschop van Den Bosch, zal op 2 Februari a.s. de reis naar Rome aanvaarden, vergezeld van zijn secretaris, den zeereerw. heer W. Mutsaerts. R. K. Studenten. In het tijdschrift „R. K. Studiebelangen" publiceert prof. P; G. Groenen, uit Warmond, moderator van de Unie der R. K. Stucl. Ver. in Nederland een statistiek van het aantal R. K. studenten aan de Ned. Universiteiten en liooge- scholen. Aan de vier universiteiten te Leiden, Groningen,Utrecht en Amsterdam zijn van de 5639 studenten er 603 R. K. of ruim 107a Aan de Technische hoogeschool te Delft studeeren 188 R. K. studenten d. i. van de 2101 slechts 9 De Landbouwhoogeschool te Wageningen telde onder de 279 studenten 19 R. K. of 7 De Handelshoogeschool te Rotterdam telde 460 studenten, o.w. 72 R. K. of ruim 14 De Kon. Milit. Academie te Breda had 33 R. K. onder haar 222 studenten, of 16 Aan de Veeartsenijkundige Hoogeschool te Utrecht waren ten slotte in het studiejaar 1919/1920 van de 179 studenten er 26 R. K. of bijna 15 Over het geheel is het aantal R. K. studenten iets vooruitgaande. Algemeene Bond. De voorzitter van den Algemeenen Bond van R. K. Rijkskieskringenorganisaties in Nederland mr. A. baron van Wijnbergen heeft onlangs aan de voorzitters der Kieskringbesturen den wensch kenbaar gemaakt, een vergadering van het Kies- kringbestuur te mogen bijwonen met het oog op de voorbereidende werkzaamheden voor de verkiezingen in 1922. In de kieskringen Zeeland, Groningen, Fries land, Limburg, Den Helder hebben reeds zoo danige bijeenkómstenplaats gehad,die gebleken zijn groot nut af te werpen De Land- en Tuinbouw-Ongevallenwet. Dezer dagen is in druk verschenen het ont werp van wet nopens de „verzekering van per sonen, werkzaam in de landbouwbedrijven, tegen geldelijke gevolgen van ongevallen, hun in verband met de uitoefening van het bedrijf overkomen". Het ontwerp is echter nog niet definitief vast gesteld, wijl eerst de Hooge Raad van Arbeid zijn advies er over nog aan den Minister moet uitbrengen. De „rel." deelt uit het voor-ontwerp reeds een en ander mede. Het bevat 121 artikelen, waarvan vele, vooral die op de uitvoering der wet betrekking hebben, zijn ontleend aan de Ongevallenwet 1.901. Het ontwerp gaat vergezeld van een korte toelichting van den Minister van Arbeid. Daarin wordt herinnerd aan de geschiedenis der ver schillende ontwerpen Land- en Tuinbouw-on- gevallenwet. Het eerste ontwerp werd in 1905 door Minister Kuyper ingediend dit werd later door Minister Veegens gewijzigd voorgesteld en het ontwerp-Veegens werd vervolgens door diens ambt-opvolger, Minister Talma, nagenoeg geheel overgenomen. Minister Aalberse heeft echter gemeend, dit ontwerp-Talma te moeten intrekken en te ver vangen door een nieuw wetsontwerp. Voorts zegt de Minister „Zijn bezwaar tegen het vroegere ontwerp betreft in hoofdzaak de daarin geregelde orga nisatie der verzekering. Die organisatie was in hoofdzaak gelijk aan die der bij de Ongevallen wet 1901 geregelde verzekering de verzekering zou worden ui tgevoerd door de Rijksverzekerings bank met gelegenheid voor den werkgever om het risico van de verzekering zijner arbeiders hetzij zelf te dragen, hetzij over te dragen aan een bijzondere verzekeringsinstelling. Sinds de laatste 10 jaren zijn echter verschil lende organisaties van landbouwers tot stand gekomen, welke de ongevallenverzekering der land- en tuinbouwarbeiders ter hand hebben genomen en welke vrijwillig aan de arbeiders, in dienst der bij die organisaties aangesloten werkgevers, in geval van bedrijfsongeval, gelde lijke uitkeeringen verleenen, welke in aard en omvang overeenkomen met die, waarop de On gevallenwet 1901 den door een bedrijfsongeval getroffen arbeiders aanspraak geeft. Van de zijde dier organisaties is de wensch naar voren gebracht, dat de komende wettelijke regeling haar in de gelegenheid zal stellen haar bedrijf te blijven uitoefenen. Ondergeteekende meent aan dien wensch te moeten voldoen. De bedoelde organisaties, waarvan de Centrale Landbouw-Onderlinge, de Tuinbouw-Onderlinge, de Roomsch-Katholieke Boerenbond de meest belangrijke zijn, hebben het bewijs geleverd, met ernst te streven naar een zoo goed mogelijke vervulling van de vrijwillig op zich genomen taak,zoodat er in beginsel geen bezwaar behoeft te worden gezien om aan dergelijke organisaties bij de uitvoering der wettelijke verzekering aan deel te gevem Met het oog op de belangen der verzekerde arbeiders is echter het geven van algeheele be wegingsvrijheid aan die organisaties niet wel mogelijk. Daarom heeft de minister gezocht naar een regeling, waarbij eenerzijds de goed ingerichte onderlinge organisaties kunnen blij ven voortwerken, doch anderzijds die organisa ties worden onderworpen aan verschillende regelen, welke alle beoogen den betrokken ar beider den noodigen waarborg te geven, dat hij het hem toekomende inderdaad zal ontvan gen. In hoofdtrekken geschetst, komt de voor gedragen regeling op het volgende neer. De arbeider in een landbouwbedriji. is van rechtswege verzekerd bij de Rijksverzekerings bank. De werkgever is echter bevoegd toe te treden tot eene door de Koningin erkende B.e- drij ^vereeniging. In dat geval draagt deze be- drijisvereeniging het risico der verzekering van de arbeiders van dien werkgever. De bedrijis- vereeniging is gehouden om aan de bij haar verzekerde arbeiders bij ongeval tenminste de zelfde schadeloosstelling teverleenen als de bij de Rijksverzekeringsbank volgens de wet aan de bij haar verzekerden verplicht is te verleenen. lot zekerheid voor de naleving harer verplich tingen stort de Bedrijfsvereeniging in handen van het bankbestuur een algemeen pand. Van deze verplichting zal echter geheel of gedeelte lijk vrijstelling kunnen worden gegeven, indien in de statuten der Bedrijfsvereeniging wordt bepaald, dat de leden der vereeniging hoofde lijk voor de schulden der vereeniging aansprake lijk zijn. Bij elke toekenning van een blijvende rente stort de bedrijfsvereeniging voorts in han den van het bankbestuur de contante waarde dier rente als pand. Van de beslissingen der Bedrijfsvereeniging nopens het recht op schadeloosstelling, kunnen de betrokken verzekerden in beroep komen bij de Raden van Beroep en den Centralen Raad van Beroep. Een commissie van toezicht, waarin naast werkgevers ook arbeiders zitting zullen hebben, oefent verder het noodige toezicht uit op de uitvoering der verzekering door de Be drijf s v ereenigingen De bij een Bedrijfsvereeniging aangesloten werkgever staat buiten de verhouding met de Rijksverzekeringsbank. Hij zal echter aangifte moeten doen van zijn bedrijf en van eventueele staking daarvan, opdat zal kunnen worden uitgemaakt of de aangever werkelijk een ver- zekeringsplichtig bedrijf uitoefent of heeft ge staakt. Mede zal deze werkgever ook aan de bank aangifte moeten doen van de in zijne onder neming plaats gevonden hebbende bedrijfson gevallen. Deze aangifte is uiteraard noodig voor de controle op de Bed rijf svereenigingen. Overigens is zooveel mogelijk het stelsel dei- Ongevallenwet 1901 gevolgd. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Gezondheidscommissie. De commissaris der Koningin in de Provincie Zuid-Holland heeft benoemd tot lid, tevens voorzitter, van de Gezondheidscommissie al hier, den heer C. Houtman, scheikundig in genieur en wethouder dezer gemeente. Het Handelsregister. De secretaris van de Commissie, belast met de inrichting van het Handelsregister voor het gebied van de Beneden-Maas, zal te beginnen met Donderdag 20 Januari a.s. iedere week van 1012 ure voorm. zitting houden in een lokaal van het gebouw Nieuwstraat No. 30 tot het geven van inlichtingen, omtrent de ver plichting tot aangifte voor het Handelsregister. Men verzoekt ons plaatsing van het volgende Wanneer een koopman weet, dat zijn handels zaak moet worden ingeschreven in het Handels register en een directeur eener naamlooze ven nootschap weet, dat zijn vennootschap in het register dient voor te komen, dat weten zij beiden daarom nog niet, hoe de opgave moet geschieden. Voor het doen der op gaven voorgeschreven bij de resp. artikelen van de Handelsregisterwet worden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Beneden-Maas opgaafformulieren verkrijg baar gesteld voor elke opgaaf worden drie formulieren met gelijkluidende tekst, doch in onderling verschillende kleur, n.l. oranje, wit en groen ter invulling gegeven. Deze opgaaf formulieren kunnen door belanghebbenden ten bureele der Kamer Handelsgebouw te Vlaardingen kosteloos worden afgehaald of schriftelijk worden aangevraagd onder toezen ding der kosten van verzending. De opgaaf moet in de Nederlandsche taal en zoo mogelijk met de schrijfmachine geschreven 9

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 2