Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
firatis-Ongevallenverzekering
44ste Jaargang.
Zaterdag 29 Januari 1921.
No. 12949
.ennn b|
Haar Dochter.
FE UILL
Bareau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 89.
Abonnementen per 3 maanden fl.per week 15 cent, franco per
post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels 1.75; elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen|| wordt 2 maal'l berekend. Ingezonden mededeelingen 75] ct. per regel.
Speciale^ conditiën voor [herhaaldelijkjE adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
bq tuHii
levenslangs i 11J veilles van
gebeeie 1811 aan band,
invalKlteliji vaat af oog
Da verzekering weidt gewaaibeigd doei da Hellnndaaha Algansaana Variekailngsbanh te lahladMi.
aan duim
fcq veiDai
van een
nqsvlngei j
veilles van
eiken nnda-
lan vin gei
Dit nummer bestaat uit twee bladen
en een Geïllustreerd Zondagsblad.
TWEEDE BLAD.
Binnenland.
De economische crisis.
Mr. Vissering, president van de Ned. Bank
heeft in een interview zijn meening gezegd,
over de oorzaken den loop en de gevolgen der
crisis, in welke wij thans leven.
De algemeene oorzaak van de crisis, aldus
zeide Mr. V., is m. i. dat als gevolg van den oor
log Duitschland, Oostenrijk. Rusland en enkele
kleinere landen in het Oosten van Europa, niet
meer als koopers van beteekenis op de wereld
markt komen. In de landen welker productie
normaal is gebleven of weer geworden, zijn van
allerlei belangrijke artikelen groote voorraden
ontstaan, voor welke geen afzet is te vinden.
Deze voorraden zijn, ten deele uit angst voor
prijsverlaging, ten deele omdat er werkelijk geen
koopers voor te vinden waren, door de eigenaars
in Amerika en Engeland vastgehouden. Dat was
alleen mogelijk, doordat de banken die eigenaars
met groote credieten steunden. En waarom de
den de banken dat? Wel, zij hoopten, dat Cen-
l.raal-Europa weer vrij spoedig na het eindigen
van den oorlog groote hoeveelhedenzou atnc -
non. Dat is, zooals bekend, anders uitgeko
men. Centraal-Europa kan niet volop koopen,
wegens de geringe waarde van het geld Met koopt
alleen het allernoodigste en dat nog maar
mondjesmaat. En nu er weinig uitzicht is, dat
dit spoedig veranderen zal, worden in Amerika
de banken bang voor hun geld. Zij vragen zich
af hoe bij dezen toestand van zaken zijj van de
Amerikaansche verkoopers, die op den handel
met. Europa zijn aangewezen, de inilliarden dol
lars terug zullen krijgen, die zij aan deze hou
ders van voorraden hebben geleend. Zij gaan
dat gebl terug eischen en dwingen zoo de hou
ders tot verkoop van hun voorraden.
Deze gedwongen verkoopen begonnen onge
veer een half jaar geleden. De wereldmarkt werd
plotseling overvoerd met belangrijke grondstof
fen en stapel-artikelen als katoen, rubber, ca
cao, spek, koffie, thee, metalen, leder enz. Nu
is het een vaste economische wet, dat als het
aanbod veel grooter is dan de vraag, de prijzen
gaan dalen. Zoo was het ook hier. De prijzen
gingen inderdaad omlaag, maar niet alleen die
van de grondstoffen, doch ook die van de reeds
uit, die grondstoffen vervaardigde artikelen. Er
kwam zoodra de daling der prijzen van goederen
in de eerste hand bekend werd, onmiddellijk
aarzeling in alle geledingen van het economisch
samenstel. De industrie kocht geen grondstof
fen meer en sloot de poorten van fabrieken en
werkplaatsen. De tusschenhandel kocht even
min. De kleinhandel onthield zich eveneens en
het publiek begon een ongeorganiseerde, maar
niet minder algemeene en dus zeer voelbare
koopers-staking.
Zoo was het al maanden geleden in Amerika.
Natuurlijk heeft men van alles geprobeerd om
de crisis te keeren, of althans de nadeelen op
anderen af te schuiven.
Een enkel voorbeeld Er zijn in Amerika oni -
zaggelijke voorraden spek, gereed gehoudenvof r
de levering aan Duitschland en Oostenrijk, zoo
dra die landen in staat zouden zijn tot koopen.
Toen die mogelijkheid uitbleef,ging menhet langs
een anderenweg zoeken.Men kwam b.v. herhaal
delijk bij Nederland met het volgende aanbod
Amerika zou groote hoeveelheden spek leveren
aan Duitschland en Nederland zou daarvoor
aan Duitschland de noodige kredieten verleenen.
Voor Nederland zou dan het voordeel zijn,"dat
het spek naar Duitschland zou worden gebracht
over de haven van Rotterdam. Wij konden op
dat aanbod niet ingaan, want wij zouden daar
bij niets anders hebben gedaan dan het risico
overnemen van de Amerikaansche spekhande-
laars.En daar zagen wij geen reden voor.
Denemarken werd echter volgestopt met
Amerikaansche goederen, in de hoop, dat men die
in de centrale rijken zou kunnen afzetten. Maar
met het gevolg, dat daar thans de pakhuizen
vol liggen met Amerikaansche producten, die
Duitschland hij gebrek aan geld en krediet, niet
koopen kan.
Zoo woedde dan de crisis het eerst en het felst
in Amerika.Maar de groote economische tendeu-
zen werken internationaal. Als in Amerika
de prijzen der grondstoffen en fabrikaten dalen,
dan kunnen de grondstoffen en fabrikaten in
Europa niet op prijs blijven. Dat proces is nu
in Europa aan den gang. Het eerst was Engeland
aan de beurt en de andere landen moesten wel
volgen. Dezelfde verschijnselen doen zich daar
bij voor daling der prijzen, slapte in handel »i
industrie, werkloosheid.
Een voornaam element in de huidige econo
mische crisis is dus. dat de groote volken in
Centraal en Oostelijk Europa niet kunnen
koopen. Zij is dus geen crisis van ovcr-pro-
ductie, maar van onder-consumptie.
Er zijn echter ook nog andere factoren aan te
wijzen, o.a. de gewone Januari-slapte. Maar in
Amerika zoowel als in Engeland heeft, óók na
het beëindigen van den oorlog, de industrie zich
zéér eenzijdig ontwikkeld, b.v. de scheepsbouw
en de fabricage van automobielen. Op dit gebied
heeft men met een positieve overproductie te
rekenen. De banken, die in Amerika en Engeland
de scheepsbouwwerven en automobielenfa-
brieken financieren, hebben dat begrepen en
zij beperken nu de productie door een beperking
van de te verleenen credieten. Zij doen dit niet
alleen door een directe weigering van het
verleenen van geld, maar ook door het eischen
van een hoogere rente voor ieder nieuwmillioen,
dat voor deze industrieën wordt gevraagd.
Zoo zijn er fabrieken en werven, die voor hun
bedrijfskapitaal een rente moeten betalen, hooger
dan hun bedrijf lijden kan. Bij dalende prijzen
heeft deze maatregel natuurlijk inperking der
productie tot gevolg, hetgeen weer tot verscher
ping der crisis leidt.
Omtrent den duur van deze crisis is met
zekerheid natuurlijk niets te zeggen. Maar als
men eenmaal aanneemt, dat een zeer belangrijke
47
Vergiffenis vragen deed hij niet,want hij was
diep bcleedigd door de wijze, waarop men buiten
hem om, op zijn moeder een noodlottigen druk
had uitgeoefend een druk; die de oorzaak was
van haar ziekte, het verdriet en den angst, dien
hij daardoor had moeten uitstaan
Wilde Gonstancealles bij hem goedmaken, dan
herhaalde hij de woorden en den eisch uit zijn
laatsten brief, dat zij zich geheel zou vrijpleiten
van medeplichtigheid aan de daad harer moe
der en die trachtenongedaan te maken, door zich
tegenover haar voortaan een goede,
lieve dochter te toonen.Dat hij Constance angst
en schrik scheen ingeboezemd te hebben, speet
hem zeer want deze warengevoelens,die niet
tusschen man en vrouw de plaats van liefde en
vertrouwen mochten vervangen.
Eenige dagen later kwam er een pakje terug
met afzijn geschenken en een brief van mevrouw,
dat Constance nog maar niet tot kalmte kon
tornen, dat er natuurlijk geen sprake kon zijn
Van haar vernedering tegenover „juffrouw"
y»n Berken en zij dus, wanneer Robert niet
Zljn ongelijk wilde erkennen, inzag, dat er tus
schen hen noot een gelukkig huwelijksleven mo
gelijk zou zijn, en het dus beter was, maar
bijtijds banden, die nooit hadden moeten aan
geknoopt worden, te verbreken.
Een oogenblik voelde Robert zich verslagen
hij had zijn toekomst zoo geheel één gedacht
met Constancehij meende haar zoo lief te
hebben. En nu afstand te moeten doen van zijn
mooie droomen van huwelijksgeluk alleen,
omdat die lastige vrouw het zoo verlangde
hij vond het hard en trachtte nog een middel
te vinden, om den vrede te herstellen, zonder den
wil van mevrouw Van Manteghem te doen.
Maar een brief, dien hij van een kennis uit
Den Haag ontving en waarin deze hem terloops
mededeelde,dat hij zijn meisje gisterenavond in
de opera had ontmoet, dat zij er allerliefst en
bloeiend uitzag, deed hem nog duidelijker inzien,
dat Constance het geheel eens was met haar
moeder en deze maar liet schrijven onder
voorwendsel, dat zij door zijn schuld te ziek was,
om zich met de zaak in te laten.
„Zij is even onwaar en even weinig te ver
trouwen als haar moeder. En zulk een vrouw zou
ik mijn geluk en mijn leven hebben toevertrouwd.
God heeft de gebeden van mijn moeder verhoord
en mij bijtijds bewaard voor zulk een ramp 1"
Hij schreef terug dat hij niet twijfelde of het
besluit van Constance, in volle vrijheid en in
volle gezondheid naar ziel en lichaam genomen,
getuige haar verschijning m de opera het
actor der crisis de onmogelijkheid der centrale
volken is om te koopen wat zij noodig hebben,
dan kan men toch niet optimistisch zijn. Want
dan kan men alleen verbetering verwachten van
het economisch herstel dier volken. En het ziet
er niet naar uit, dat zij dit uit eigen kracht
zullen doen. Zij zullen er bij geholpen moeten
worden. Geholpen door een omzichtige maar toch
krachtige crediet-verleening door die landen,
die er toe in staat zijn.
De kansen daarvoor staan beter dan b.v. een
half jaar geleden. Toen was men nog vrij alge
meen van oordeel, dal. Duitschland zich maar
zelf moest helpen, ja dat men er. nog wel een en
ander van halen kon. Het keerpunt in deze
opvattingen wordt, gevormd door de conferentie
van Brussel.
In Amerika neemt men eenzelfde stemming
waar. Ook daar ontwerpt men plannen tot een
crediet-verleening aan industrie en handel voor
de levering aan Duitschland, Oostenrijk, Polen,
Roemenië, enz. Een van de meest merkwaardige
plannen is dat van senator Edge, om speciale
banken voor dat doel te stichten, die obligaties
zullen uitgeven tot een gezamenlijk bedrag van
1000 millioen dollars.
Hoe eerder nu al die plannen tot werkelijk
heid worden, zooveel te spoediger zal Europa
weer op de been komen en kan de crisis worden
bezworen.
Wat Nederland aangaat het heeft nog zijn
eigen moeilijkheden. Zijn industrie heeft een
scherpe concurrentie van uit Duitschland te
doorstaan. Door de geringe waarde van het
Duitsche geld, kan men vandaar veel goedkooper
leveren dan hier het geval is. Om maar weer een
voorbeeld te noemen hef is onlangs gebleken,
dat een ijzeren stations-overkapping vanuit
Duitschland klaar en wel geleverd kon worden
tegen denzelfden prijs als hier alleen het ruwe
ijzer kosten zou. Het spreekt vanzelf, dat zulk
een concurrentie verscherping van de crisis,
dus grooter werkloosheid tot gevolg heeft.
Tóch zou ik, aldus mr. V., den vrijhandel niet
willen loslaten. In de eerste plaats niet, omdat wij
daardoor den Nederlandschen handel zeer zou
den beperken. In de tweede plaats niet, omdat
wij daardoor in Nederland de productie slechts
duurder zouden maken, wat ons goederenver
keer weer benadeelen zou. Hetgeen vooral
gevaarlijk is voor een land als het onze, dat toch
reeds een over-import heeft.
Wij moeten het zoeken in meer intensieve, dus
goedkoopere productie.
Het, loonvraagstuk is daarbij stellig belangrijk.
Ik vind. dal voor kundig' werk een loon moet
worden betaald, van hetwelk de arbeider be
hoorlijk kan leven. Maar ik acht het verkeerd,
dat het loon gebaseerd is op 'n niinimumpresta-
tie. Intusschen is dat een vraagstuk op zichzelf.
Deze internationale crisis, aldus besloot mr.
V., kan alleen bezworen worden met de inter
nationale middelen, die ik heb aangegeven en
voor het binnenland door hoogere arbeidspres
tatie en besparing op alle gebied, waar dat
mogelijk is.
beste zou zijnvoor hun tweeën; hij betreurde het
alleen, dat zij eerder had ingezien, hoe weinig
hij, de burgerjongen, naast haar, de aristo
crate, paste en zond haar dus ook wederkeerig
haar geschenken terug.
Zijn hand beefde wel een weinig en zijn lippen
trilden, toen hij het pakje, dat haar weinige
cadeautjes eri brieven bevatte verzegelde, maar
zijn spijt betrof vooral de Constance, die hij
zich in droomen had voorgesteld, de lieve, zachte
teere Constance, die hij met zijne sterke armen
door het leven h;id willen dragen en die hem
aanhing in vol vertrouwen en genegenheid, als
den sterken man, die haar kon en wilde steunen.
Maar niet de listige vrouw,aan haarwerkelijke en
ingebeelde zwakheid de macht ont,leenend,om
hem aan zich zelf en aan haar moeder te onder
werpen als haar gehoorzamen slaaf.
De 'ketenen waren bijtijds verbroken en hij
had meer' reden on zich te verheugen dan om
te treuren. En toen het-pakje goed en wel
verzonden was, ontwaarde hij een gevoel van
vrijheid, dat hij in al die maanden niet meer
had gekend.
Met zijh moeder ging liet langzaam vooruit,
de koorts verminderde, de aanvallen van angstige
opwinding verzwakten, langzamerhand keerde
het bewustzijn terug, en tegen Nieuwjaar kon
zij weer op haar gewone plaastje in de huiskamer
zitten.
Eén zorg bleef haar bij. Langzamerhand was
De woningnood.
Een wetsontwerp is ingediend tot wijziging
en verhooging van het hoofdstuk „Financiën"
der Staatsbegrooting voor 1920,.
Daarin wordt o.a. medegedeeld, dat de mi
nister van Financiën, na gehouden overleg met
zijn ambtgenoot van Arbeid van meeting is,
dat de woningnood en de meer economische
voorziening daarin door het particulier bouw-
bedrijf voldoenden grond geven om een proef
te nemen met het verstrekken van hypothecair
bouwcrediet op nader te bepalen voorwaarden.
Meer en meer blijkt van geneigdheid bij het
particulier bouwbedrijf den woningbouw we
der ter hand te nemen, mits de regeering eenige
tegemoetkoming verleent. Die tegemoetkoming
moet in de eerste plaats bestaan in do toeken
ning van een bouwpremie. De woningbouw is
nog zóó duur, dat zonder premie het particu
lier bouwbedrijf de risico niet kan aanvaarden.
Aangezien evenwel het particulier bedrijf goed
kooper bop'wt dan een vereeniging, die op aan
besteding laat werken, kan de particuliere bou
wer ook met een beduidend lagere premie vol
staan dan krachtens het Kon. besluit van 6 No
vember 1919, aan vereenigingen wordt gegeven.
Een tweede bezwaar echter, dat moet worden
overwonnen, is de moeilijkheid bouwcrediet Ie
verkrijgen. Helpt het rijk hier niet. dan is te
vreezen, dat het particulier bedrijf goeddeels
zal moeten blijven stilstaan.
Reeds is gebleken, dat er'bouwers zijn, die,
indien zij een bouwpremie ontvangen, vermoe
delijk elders crediet zullen kunnen verkrijgen,
maar er zijn ook bouwers die dharin niet zul
len slagen. LIjt tot dusver met organisaties van
bouwers gevoerde besprekingen is gebleken,
dat zoowel de eene als de andere rubriek be
staat uit degelijke bouwers. Zullen de hierboven
verlaagde premies in de eerste plaats door de
bouwers worden genoten, de regeering meent,
dat zij van die premies en het hier bedoelde
crediet niet moet uitsluiten vereenigingen, die
er in slagen niet duurder te bouwen en met ge
lijke premies een sluitende rekening te verkrij
gen. Daardoor zal èen gezonde prikkel voor eco
nomische leniging van den woningnood worden
gegeven.
Er wordt hierbij met nadruk op gewezen, dat
scherp zal worden gewaakt tegen verslechte
ring van den woningbouw. Alleen deugdelijke
plannen voor goede woningen, welker uitvoe
ring door een deugdelijk bouw- en woningtoe
zicht behoorlijk worden gecontroleerd, Zullen
voor steun in aanmerking komen. In gemeen
ten, waar een behoorlijk bouw- en woningtoe
zicht niet bestaat, zal deze steun niet verleend
worden.
In totaal wordt voor deze voorschotten voor
woningbouw met premie aangevraagd vijf mil
lioen gulden.
Belastingdruk.
Het voorrecht van hetNederlandsche Staats
burgerschap kost hoe langer hoe meer geld en
het gaat met gröote sprongen vooruit, zegt „De
Tijd." In 1919 werd met de gewone middelen
de herinnering van alles wat haar ziekte en
vlucht voorafging, weer wakker geworden
zij had haar best gedaan er niet meer aan te den
ken. Robert was zoo vol zorg en liefde voor haar
geweest tijdens haar ziekte hij.zou wel weten,
wat het beste was maar nu zij niet hem alleenwas
Therese bracht den avond bij haar vader door
zag de oude vrouw hem verwonderd aan
en als viel haar plotseling een nieuwe herinnering
in, vroeg zij hem of hij nooit meer naar Den
Hag toe ging.
„Neen, moedertje, antwoordde Luj met een
kalmen glimlach, „dat is gedaan
Wat zij staarde hem verschrikt aan.
„Gedaan Wat bedoel je Wat is er ge
beurd
„Niets bijzonders moederConstance en
ik hebben ingezien, dat wij niet bij elkander
pasten, en onze moeders ook niet. Het was wel
wat laat, maar Goddank nog niet le laat
„Maar, Robert Ik ben er toch geen oorzaak
van?"
„Neen, moedertje, maak u niet ongerust
Ik hebt eindelijk ingezien wat u reeds lang be
grepen heb, dat wij nooit samen een echt ge u
kig, eensgezind huwelijksleven zouden kunnen
leiden."
Onze beginselen verschilden letterlijk m all
Kn en heeft het je veel verdriet gekost -
(Wordt vervolgd)
NIEUWE S