Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
44ste Jaargang.
Woensdag 9 Maart 1921.
No. 12982.
Oultscbland en de Geallieerden.
De Graal en zijn Dochter.
FEUILLETON.
Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 89.
Abonnementen per 3 maanden f2.—, per week 15 cent, franco per
post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
M tiUei
lehMli
mb duin
ts MékiUmm.
vqavlnfev i
vast af N| I
iBvaliiitsU
Da vtnsksriBi weidt ■awaaikaijl ise» da HaUaudiah» A^anaaas
Bij ol krachtens wetten of verordeningen voor
geschreven en andeie officieele af- en aan
kondigingen van het Gemeentebestuur.
D e burgemeester van Schiedam,
Gelet op art. 29 4e lid van het Koninklijk
Besluit van den 5don September 1916 (Staats
blad no. 435)
Brengt ter algemeene kennis dat de stemming
ter verkiezing van, zeven werklieden-leden en
zeven plaatsvervangende werklieden-leden voor
de commissie voor den havenarbeid te Rotterdam
zal gehouden worden op DINSDAG 15 MAARJ
a.s. in het Raadhuis, Grootc Markt no. 1 te
Schiedam, tusschen 12 uur des middags en 3
uur des nam'ddags
en vestigt voorts de aandacht op art. 128 van
het Wetboek van Strafrecht dat luidt als volgt
Zij d'e opzettelijk z'ch voor een ander u;t-
gevende aan eene k.achtens wettelijk voor°chi"ft
uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt ge
straft met gevangenisstraf van ten hoog te één
jaar.
Schiedam, 9 Maart 1921.
Buitenlandsch Nieuws.
De Duitsche delegatie heeft gistermiddag Lon
den verlaten. En vielen bij het vertrek geen in
cidenten voor.
De Duitsche deelnemer12 aan de Londen-
sche conferentie noemen als grond van he
afbreken der conferentie door de geallieerden
het Duitsche voorbehoud betreffende Opper-
Silezië. De geallieerden voorspelden dat het
mislukken der conferentie een Duitsch vijandelijk
resultaat van de volksstemming in Oppcr-
Silezië tot gevolg zou hebben. Duitschland,
vertrouwend op de trouw van Opper-Silezië,
vreest in geen geval een ongunstigon afloop.
De Duitsche gezanten te Londen, Brussel en
Parijs zijn naar Berlijn ontboden waar belangrijke
besprekingen zullen plaats hebben.
Over de bezetting van Dusseldorp, Duisburg
en Ruhrort meldt men de volgende bijzonderhe
den
Dusseldorp is gisterochtend door Frans che
troepen met machinegeweren bezet. Aan de be
zetting is ook deelgenomen door een Engelschc
troepenafdeeling die onder het Fransche opper
bevel staat. Het stadhuis werd bezet door een ge
mengde troepenafdeeling Terwijl het binnenruk
ken van de troepen plaats vond, kruisten ver
scheiden vliegtuigen van de geallieerden boven
het Dusseldorpsche gebied.
Te Duisburg zijn gisterochtend om 7 uur, Bel
gische troepen binnengetrokken. De Rijnbruggen
zijn volledig voor het verkeer gesloten evenals
trouwens alle spoorwegen en telefonische ver
bindingen tusschen de beide Rijnoevers.
Te Duisburg, zoowel als te Dusseldorp is alle
verkeer met dé stadswijken op den linkei-Rijn
oever. verboden.
'sOchtends om 8 uur trok de eerste compagnie
Belgische troepen over do Rijnbrug van Hoch-
feld en bezette de aangrenzenden havenwijk van
Duisbuig. Daarop volgden nog meer troepen, die
de straten voor het centrum van de stad af
zetten. Tegelijkertijd rukten andere troepenaf-
deelingen over de Rijnbrug van Ruhrort en be
zetten geheel Ruhrort.
Tot nu toe heeft de bezetting zich uitgestrekt
tot Ruhrort en Hochfeld.
De binnenstad van Duisburg is nog niet bezet.
Zoowel te Dusseldorp als te Duisburg is het
binnentrekken van de geallieerden-troepen zon
der eenig incident verloopen.
rPe Dusseldorp had het stadsbestuur gisteren
al bevolen, dat met het oog op de handhaving
van orde en rust bij de intocht van de vijandelijke
troepen alle schouwburgen, bioscopen, concert
zalen, cabarets en andere plaatsen voor vermaak
gesloten moesten blijven.
De Pruisische politie die de kazernes ontruim
de om plaats voor de binnenrukkende troepen te
maken, zijn in scholen ingekwartierd. In verschei
den steden op den linker Rijnoever, o.a. te Neuss,
hebben de bezettingstroepen, om hun verster
kingen onder dak te brengen tal van scholen als
kwartier gerequireerd.
In Ober-Kansel, de wijk van Dusseldorp, die
op den linker Rijnoever «eleven is, is voor een
Belgisch generaal en voor officieren inkwartie-
i ring gevraagd.
j Het stedelijk bestuur van Dusseldorp had te
j voren tot de bevolking een oproep gericht
om het binnenrukken der bezettingstroepen met
terughouding en waardigheid op te nemen. Be
toogingen moesten volstrekt vermeden worden,
i Een vertegenwoordiger van den rijksko-
lencommissaris verklaarde aan een mede
werker van de ,,B. Z. a. M.l' dat de haven
van Duisburg-Ruhrort reeds tot de uiter-
te grens van haar capac'te't voor kolentrans-
porten in beslag werd genomen. Indien thans de
militaire bezetting van deze haven en tegelijker
tijd de instelling van de aangekondigde tolgrens
het verkeer belemmeren, s de kleinste aanlei-
d'ng voldoende om het geheole kolentransport
tot st'lstand te doen komen,
j Verder zou hot gevolg van de mil'faire maat
reden zijn, dat de kolenladingen, zoowel te
water als te land, zouden blijven liggen.Hierdoor
zou niet alleen het gebied links van den Rijn
zeer ernstig te lijden hebben, maar zouden ook
do kolenleveringen aan de Entente zeer bemoei-
lijkt, zoo niet geheel onmogelijk worden. Speci
aal komt echter de kolenvoorziening van Zuid-
I Duitschland door de bezetting van Duisburg-
Ruhrort, in gevaar, daar het geheele kolentrans
port voor dit deel van het land de haven van
Duisburg passeert. Ook op de kolenleveringen
aan Nederland zal de bezetting van grooten
invloed zij n.
Naar Reuter te Londen van Biiand heeft
vernomen, zal het nieuwe tol-regimvoor de
bezette streken. Donderdag in werking treden.
Ad ver tentiën: 1—5 regels f 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
M
veillei vu
eiken end»-
vu vin|0v i
Ik geloof, dat het oordeel over deze geweld
daden vrijwel vaststaat. De schuld aan den oor
log mag wellicht voor een deel op de schouders
der Duitschers neerkomen, de staatslieden dei-
geallieerden hebben den toestand na den oorlog
opzettelijk verergerd. Ook ik laaf hierover het
oordeel aan de geschiedenis over. Ik ben er vast
van overtuigd, dat de geschiedenis ook over
deze kwesties een oordeel zal vellen, dat. niet
alleen over de schuld aan den oorlog, doch ook
over het dictaat van den vrede zal loopen".
Toen Fehrenbach hiermede zijn rede had ge
ëindigd, betrad, overeenkc mstig de orde van
den dag, de afgevaardigde Streseman het spreek
gestoelte. Hij verzocht, om thans reeds een aan
vang met de besprekingen te maken, teneinde
later meer in bijzonderheden af te dalen, wan
neer deze kwesties in plenum zullen worden
nagegaan.
De afgevaardigde Grispien (onalh.) drong er
op aan om een bespreking in voltallige zitting
te houden, daar de rede van den Rijkskanselier
niet de meening van den geheelen Rijksdag
weergeeft.
De communistische afgevaardigde dr. Levi
sloot zich geheel bij den vomen spreker aan.
In tegenstelling hiermede wilde de afgevaar
digde Miiller-Franken (£,oc.-dem.) liever geen
discussies over deze kwestie beginnen, alvorens
dr. Simons te Berlijn is teruggekeerd.
Bij een stemming werd het voorstel van Gris
pien en eveneens dat van Müller-Franken ver
worpen.
1 Het Huis ging daarna over tot de orde van
(Naar het Duitsch).
28
Grijsaard, hernam de vrouw met woeste
stem ik he b oogst nog kudde.
Zoo gij arm zijt, zal God u boven de
rijken zegenen. Gij zult oud worden met uwe
echtgenoot en geëerd door uwe deugden uwe
kinderen zullen opgroeien in de achting der
menschen en zullen zijn wat hun vader ge
weest. is.
Zwijg, schreeuwde de vrouw. Door te
blijven wat wij zijn, zullen onze kindoren
met de verachting der menschen overladen
worden, die van geslacht op geslacht op ons
zal blijven rusten. Zwijg grijsaard. De zegen
verandert in een vloek boven onze hoofden.
Deze vrouw is zinneloos, zei de priester
zich tot den kluizenaar wendende, die zijne
pij aan het haardvuur droogde.
Neen, hernam de vrouw gij weet niet
waar gij zijt. Ik boezem liever schrik dan
Medelijden in. Ik ben geen zinnelooze, maar oe
Vr'°uw van.
Een hevige slag op de poort van den toren
verhinderde het overige te hooren, tot groo-
Verklaring Rijkskanselier.
Rijkskanselier Fehrenbach heeft in den Rijks
dag namen» de Rijksregeering de volgende ver
klaring afgelegd
„Dames en lleeren. De Londensche onder
handelingen zijn afgebroken. Onze delegatie
is op den terugkeer naar Berlijn. Ik ben de
meening toegedaan, dat wij met de bespreking
van den loop dezer onderhandelingen eigenlijk
dienen te wachten, totdat minister Simons te
Berlijn is teruggekeerd.
Maar, ten aanzien van de maatregelen, die
de geallieerden hebben gemeend te moeten uit
voeren tegen ons, heb ik mij verplicht gezien,
stelling te nemen. Ik bedoel hier namelijk de
sancties, die in het Rijnland op ons worden
toegepast.
Ik wil dan eerst beginnen met dit woord in
goed Duitsch te vertalen (bijval). Het zijn niets
anders dan „Gewalttate" (zeer juist). Eenig
rechtsbegrip heeft hiermede niet te maken (zeer
waar).
Er bestaat geen enkele rechtsgrond, waarop
de militaire maatregelen, door de geallieerden
op ons toegepast, gebaseerd kunnen worden.
Bij het protest van minister Simons, te Lon
den geuit, sluit ik mij, namens de Duitsche
regeering en namens het Duitschevolkvolkomen
aan (bijval). Deze geweldmaatregelen kunnen
evenmin door juridische spitsvondigheden wor
den bemanteld. Het is een onrecht, ook al wor
den deze sancties gedekt door de namen van
de staatslieden uit de geallieerde landen en het
is teven" een onrecht, omdat men aan het Duit
sche volk zijn wapens heeft ontnomen. Deze
„rechtsgronden" kunnen niets veranderen aan
hetgeen waarmee op het oogenblik de Duitsche
natie wordt bedreigd, teneinde het onmogelijke
van haar te eischen.
Wij hebben deze week geleeid, dat ons in
de Parijsche besluiten iets volkomen onmogelijks
werd gevraagd.
Door de maatregelen than" door de gealli
eerden genomen kunnen de moeilijkheden echter
slechts worden vergroot. Wij hebben niet ge
weigerd uit het verliezen van den oorlog de
noodige gevolgtrekkingen te maken. Zoo be
seffen wij heel duidelijk dat wij bij den weder
opbouw van de wereld de zwaarste lasten heb
ben te dragen. Zoo hebben wij ons eveneens
ingespannen om onze tegenstanders te overtui
gen dat wij willen gaan lot de grens van onze
productie.
Tenslotte wil ik nog enkele woorden wijden
aan de verwezenlijking van de sancties en de
moeilijkheden die daardoor over het Duitsche
volk zullen komen. Er begint thans voor Duitsch
land een zeer moeilijke tijd. Men denkt daarbij
dan in do eerste plaats aan die gedeelten van
het land die door deze maatregelen direct wor
den getroffen Het was waarlijk hartverheffend
voor ons te kunnen waarnemen, welke geest
er onder de bevolking in de bezette gebieden
heerscht. Wij kunnen onze medebioeders in
de bezette gebieden van onzen kant slechts
beloven, alles in het werk te zullen stellen, om
hun moeilijke positie wat te verlichten.
den dag.
50 OP DEN DUITSCIIEN IN
VOER IN ENGELAND.
Lloyd George legde gisteren in het Lagerhuis
op verzoek van Henderson van de Labour
Party een verklaring af over den loop van za
ken van heden. Hij gaf daarbij te kennen, dat
de Engelschc regeering voornemens is, het parle-
I ment machtiging te vragen om de helft van de
waarde van Duitsche goederen, in Engeland
ingevoerd, in beslag te nemen en in de schatkist
te storten als betaling van de schadeloosstelling,
i Op de vraag, wat er zou gebeuren met Duit-
i sche goederen uit Nederland of een ander
land afkomstig, antwoordde Lloyd George „Wij
zullen kennis geven betreffende goederen van
Duitschen oorsprong, en frauduleuze transacties
zullen wij niet gedoogen. Wij zullen duidelijk
maken, dat de oorsprong over de goederen be
slist".
i Op een (desbetreffende vraag vervolgde Lloyd
George „Het is mij onverschillig, of Nederland
en Zweden, al dan niet voorkeurrechten be
zitten.
Als een parlementswet wordt uitgevaardigd
krachtens welke ten opzichte van waren van
Duitschen oorsprong de helft van den prijs in
de schatkist moet worden gestort', dan weet
de Zweed en de Hollander, waar zij zich aan
te houden hebben en dan is er voor hen niets
onbillijks in gelegen.
ten spijt van Spiagudry en Ordener, die aan
dachtig het gesprek gevolgd hadden.
De vrouw knarste een paar vloekwoorden
tusschen de tanden en zei „Dat is misschien
Nichol nog niet.!'
Zij nam toch de lamp. „Om 't even of 't
nog een ïeiziger is, de beek kan gemakkelijk
vloeien in het bed van den stroom.
De vier alleen gebleven reizigers zagen el
kaar bij 'L licht van 't haardvuur aan.
Spiagudry, in 't begin bevreesd voor de stem
van den eremiet en vervolgens gerustgesteld
door diens zwarten baard, zou zeker gesidderd
hebben, indien hij gezien had, met welk scherp
ea flikkerend oog hem deze van onder zijne kap
gadesloeg.
In die algemeene stilte waagde de p iester
eene vraag.
„Broeder kluizenaar, want ik vermeen dat
gij er een zijt, kunt gij mij zeggen, waar we
zijn
De deur van de trap werd geopend, voor
dat de kluizenaar geantwoord had.
Vrouw, we hebben veel gasten aan onzen
disch, die eene schuilplaats komen zoeken onder
ons vervloekt dak.
Nichol, antwoorde de vrouw, ik kon niet
beletten.
Om 't even, mits zij betalen. Men ver
dient even g >ed 't geld door een reiziger te
herbergen, als door een roover te worden.
Hij, die zoo sprak, was aan de deur blijven
staan, vanwaar de vier vreemdelingen hem op
hun gemak konden opnemen. Het was een man
van kolossale afmetingen evenals de vrouw in
rood sergie gekPed. Het dik hoofd scheen on
middellijk op de forsche br*ede schouders ge
plaatst 't geen erg afstak bij den langen en dun
nen hals van zijne bevallige wederhelft. Zijn
voorhoofd was laag, de neus gebogen, zijne wenk-
brouwen waren dik, waaronder een paar oogen,
door purpere lijnen omgeven als vuur in bloed
schitterden. Het onderste gedeelte van zijn ge
laat, dat geschoren was, werd bijna geheel in
genomen voor den grooten mond, wiens afzich
telijke lach de zwarte lippen scheidde, als de
randen van eene ongeneesbare wonde. Twee
zware zwarte bakkebaarden gaven aan- zijn
gelaat, van voren gezien een vierkanten vorm.
Zijn hoofddeksel wae van grijc vilt, waarvan de
regen afdroop.
Men klopt op den deur van den toren,
riep de Abode vrouw, die bij den haard zat.
Men hoorde werkelijk een slag gevolgd door
twee sterkere, in 't geloei van den toenemenden
storm.
Dat is hij eindelijk, dat is Nichol, en de
lamp nemende, daalde de vrouw naar bene
den.
De twee reizigers hadden nog niet het ge-
sprek hervat toen ze in de plaats van onder hen
een verward rumoer van stemmen hoorden,
waarboven eene stem uitklonk die Spiagudry
deed sidderen. j
Zwijg vrouw, wij blijven. De bliksem
komt binnen zonder dat men hem de deur
opent.
Spiagudry drong dicht bij Ordener. „Mees
ter, meester zeide hij zachtjes wee ons
Men hoorde een gedruisch op de trap en
spoedig daarna verschenen twee mannen aan
den ingang van de ronde kamer.
Een hunner was tamelijk groot en was in
een lang zwart habijt gekleed. Hij scheen een
geestelijke te zijn. De andere was klein en
droeg eene kluizenaarspij. De neergeslagen
kap liet van zijn gezicht niets dan zijnen lan
gen zwarten baard zien en zijne handen waren
geheele verborgen in de lange mouwen van zijn
kleed.
Maakt u niet ongerust vrouw, zei de
priester, wij komen u eene schuilplaats ver
zoeken. Mijn gezel heeft u reeds hard toege
sproken hij had onrecht. Ik was verdwaald
op den weg van Skongen naar Drontheim,
zonder gids in den' nacht, zonder toevluchts
oord in !t onwe.er. Deze kluizenaar, dien ik
ontmoet heb en ook van zijne woning was,
heeft mij toegestaan hem te vei gezellen naai
de uwe Hij heeft uwe gastvrijheid geprezen en
zonder twijfel heeft hij zich niet bedrogen.
Neem ons op, vrouwGod zal uwen oogM
voor noodweer bewaren en een toevluchtsoorc
verschaffen aan uwe kudden, gelijk gij er een
aan verdwaalde reizigers gegeven hebt.
Wordt vervolgd.)