Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Gratis-Ongevallenverzekering 44ste Jaargang. Vrijdag II Maart 1921. No. 12984. De Graaf en zijn Dochter. FEUILLETO BureauKoemarkt 4. Telet. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 39. Abonnementen per 3 maanden f2.—, per week 15 cent, franco per post ƒ2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentiën: 1—5 regels f 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maalberekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage toegezonden. Incassokosten worden berekend. fcQ vullei oen duim i Buitenlandsch Nieuws. DUITSCHLAND EN DE GEALLIEERDEN. Gisteren i° er te Berlijn een ministerraad ge houden, die tot in de middaguren voortduurde. Minister Simons heeft daar uitvoerig verslag over de conferentie van Londen uitgebracht en de gebeurtenissen tot in hun kleinste bijzon derheden geschetst. Het kabinet heeft, naar officieel werd mede gedeeld, de houding van den minister in haar geheel goedgekeurd. Ondertusschen zijn er nog enkele bijzonder heden, die voor het publiek dienen te worden opgehelderd en die door de „Germania als volgt worden samengevat1. Is het juist, dat de Duitsche tegenvoorstellen door de Duitsche delegatie tijdens de reis naar Londen zijn ge wijzigd In hoever is dit het geval 2. Er moet worden geconstateerd welken invloed senator Stahmer, de Duitsche gezant te Londen, op de beslissingen van de Duitsche delegatie heeft uitgeoefend. 3. Hoe luidde het voorstel van een voorloopige regeling in zijn bijzonderheden en in hoever zijn voor dit laatste voorstel, betref fende een voorloopige regeleing de door de rijksregeering bepaalde uiterste grenzen over schreden De Duitsche gezanten te Londen, Parijs en Brussel zijn te Bei lijn aangekomen. Lloyd George heeft gjsteren in liet Engelsche Lagerhuis tijdens de behandeling van de be grooting van Buitenlandsche Zaken, gelegenheid gevonden om de Engelsche politiek op de con ferentie te Londen te verdedigen. Hij verklaarde, dat hij ter conferentie gegaan was om de zienswijze der geallieerde regeeringen te doen zegevieren, welke meonden, onder er kenning, dat Duitschland slechts kon betalen voor zoover zijn draagkracht ging, dat het in gebreke was gebleven het verdrag van Versailles na te komen, evenals de rechtvaardige eischen van de geallieerden binnen de voorwaarden van dat verdrag. In deze zaak waren de gealli eerden afgegaan op de raadgevingen van' hun deskundigen. Zij hadden de beste deskundigen voorlichting ingewonnen, waarover een regee- fing maar kon beschikken. Do cijfers waren zorg vuldig uitgewerkt door de Farnsche, Belgische, Italiaansche, Engelsche en Japansche financieele deskundigen, nadat zij ten volle met Duitsch land overleg hadden gepleegd. Nadat zij kennis hadden genomen van alles, wat de Duitsche deskundigen te neggen hadden op hun voor stellen, waren zij tot het besluit gekomen, dat Duitschland in staat was om te betalen. Was het inderdaad e%n overdreven eisch, vroeg de eerste ministei, dat Duitschland de eerstvolgende twee jaar 100 millioen pond ster ling zou betalen plus 12 percent van zijn uit- leveMlnng* 1pi roOct va* geheels 1 1 Invaliditeit 3 M voel al 0*91 De verzekering wordt gewaarborgd de Hellandaehe Algemeene V*nthait*gifca*h te »ehlo4 voer Dit zou ongeveer een kwart of een vijfde zijn van wat Engeland betaalt aan oorlogsschul den en Frankrijk moet alleen dit jaar al vijf of zeshonderd millioen pond steiling vinden. 1 Aan Duitschland werd slechts gevraagd voor 130 millioen te zorgen. Bij een beschouwing van de toepassing der sancties, zei de premier „Men zal nooit met Duitschland tot overeenstemming geraken als het weet, dat ge geen geweld zult gebruiken om de regeling van de aanspraken af te dwingen, j Als Duitschland kon gelooven, dat de ge- allieorden, ondanks de rechtmatigheid van hun eischen geen geweld zouden gebruiken, zouden deze nooit een cent van dat land los krijgen. Alle geallieerden zijn echter besloten, daar wel voor te zorgen en zijn van plan, hun rechtmatige eischen nopens schadevergoeding van Duitsch land af te dwingen binnen de grenzen van zijn draagkracht en als zij dat niet waren, zoud.en zij nooit een regeling krijgen. D e kwestie van Duitse h- land's uitvoer. kq iwiiii va* m* wQivlnget 1 M veillei eiken udt* in vingei 1 Het voornemen bestond, de wet op de beffing van Duitsche goederen, gistermiddag bij het Engelsche Lagerhuis in te dienen,.maar daar dit, volgens de regelen van het Huis algemeene be schouwingen met zich gebracht zou hebben, werd de indiening tot heden uitgesteld. Lloyd Geörge zei, dat hij ten zeerste ervan overtuigd was, dat, na den noodigen uitleg, de wet zou worden aangenomen. Het was van het hoogste belang, de wet er zoo gauw mogelijk door te krijgen. Hoe eerder d>t geschiedde, hoe meer vruchten het af zou werpen. Lord Robert Cecil verklaarde Wij zijti 'm eere gehouden aaij^onze onderteeken*ng te Versailles. Moésten er wijzigingen worden ge maakt, dan zou dat enkel kunnen gcsclr'eden met volled'gc en vrijwillige medewerking van alle onderteekenarc-n. De tijd voor een herziening van het verdrag was nog niet aangebroken. Clynes, die het woord voerde namens de Arbeiders Partij, zeide, dat men het er algemeen over eens was, dat Duitschland moest betalen. Het was echter spr.'s klacht, dat niet alle po gingen waren uitgeput om een schikking door overeenstemming te bereiken. Hij wilde weten, hoeveel van de recente be slissing Fransch was en hoe weinig Britsch. Hij keurde een straffe militaire actie op het huidige oogenblik af en betoogde, dat men Duitschland enkel kon doen betalen door de kanalen van den normalen handel, terwijl de genomen maat regelen de economische moeilijkheden van Enge land nog zouden toenemen. Lloyd George antwoordde, dat het noch een Fransche, noch een Engelsche, maar een geallieerde regeling was en zei, dat de eemge uitwerking van Clynes' redevoeijng zijn zou, dat deze den Duitschen tegenstand zou stijven. Gij zult nooit een regeling met Duitschland krijgen, als het van te voren weet, dat gij de betaling der schuld niet af zult dwingen. Stel u voor, dat Duitschland gelooft, dat Clynes inderdaad de zienswijze weergeeft van het En gelsche volk en dat zij hun eischen, al achten zij die rechtvaardig, nimmer met géweld zullen afdwingen, welke Duitsche regeering zou dan ooit iets voorstellen. Nadat hij had gewezen op de ontoereikendheid van de Duitsche voorstellen, zei de premier, dat Simons geen opdracht had gehad om een regeling te treffen. Duitschland was niet op een overeenkomst voorbereid. Het was duidelijk dat, hoezeer Simons ook wenschte, tot een vergelijk te komen, hij het niet waagde een regeling te treffen. Duitsch land was niet overtuigd, dat een regeling nood zakelijk was en wij zijn tot daden overgegaan, om Duitschland van de noodzakelijkheid daar van te overtuigen. Ik geloof, dat hieruit een regeling zal voortspruiten, en ik geef de voor keur aan een vergelijk boven een overwinning op Duitschland. Het innen (van de schadeloos stelling) .gaat voort, overeenstemming of geen overeenstemming. En ik geloof, dat, wanneer Duitschland beseft, wat zijn huidige houding beteekent, er een vergelijk zal komen. Het kan door tegenstand alles verliezen, doch niets winnen. In den loop van het debat over de verklaring van Lloyd George, vroeg Mac Lean of er, indien van Duitsche zijde een aanbod mocht inkomen, eenige kans zou bestaan, dat er nog eens opnieuw zou worden begonnen. Lloyd George antwoordde „Het zou doelloos zijn, indien Duitschland hier kwam met een soort aanbod, als dat 't welk het de laatste maal had gedaan. Dat zou enkel maar nieuwe geprikkeldheid veroorzaken. Duitschland moet een aanbod doen, dat als voldoende kan worden beschouwd. Het is aan Duitschland om dat aanbod te doen. Het heeft geen doel in het vage weg met onderhandelingen te beginnen zonder te weten, wat Duitschland zal aanbieden". (Naar het Duitsch). 29 Benignus Spiagudry uitte een kreet van schrik en do priester beschouwde hem met verwondering, doch de binnenkomende had hem herkend en richtte het woord tot hem. Hoe vind ik u hier Ik dacht niet uw gezicht vandaag nog eens onder de oogen te krijgen. En ik mijn zoon, zegen het toeval, dat den herder bij het schaap voert, antwoordde de priester. Ha, hernam de reus met een schater lach, dat is de eerste maal dat ik mij bij een een schaap hoor vergelijken. Pas op vader, indien gij den gier wilt vleien, noem hem dan geen duif. Hij, die van een *ier een duif maakt, troost mijn zoon en vleit niet. Hij meent, dat ik u vrees, ik beklaag u slechts. Gij moet waarlijk eene goede dosis me delijden hebben, mijn waarde heer ik dacht, dat ge haar geheel uitgeput liadt voor dien ar men duivel, wien gij vandaag uw kruis toondet om hem mijne galg te verbergen. Deze ongelukkige, antwoordde de pries- Rr, was minder te beklagen dan gij, want hiJ weende en gij lachte. Gelukkig hij, die °P 't oogenblik van boeting, de zwakheid van don menschenarm bij 't woord Gods eV- ktnt. Goed gezegd vader, gelukkig hij die weent. Onze man van heden had geene an dere misdaden bedreven, dan dat hij zooda nig zijn koning beminde, dat hij het portret van zijne majesteit op kleine koperen me- daljes graveerde, die hij vervolgens kunstig vergulde, om ze der koninklijke beeltenis waar diger to maken. Onze vorst is hem niet ondank- baai' geweest en heeft hem tot belooning van zooveel liefde een mooi koord van hennep ge schonken, tot dat nadere inlichtingen voor mijne gasten, hem heden op 't openbaar plein van Skongen werd uitgereikt door mij, grootkanselier van de orde van de Galg. De lozer heeft wellicht reeds geraden, wie de bewoner van den toren van Vigla was. Spi agudry herkende hem dadelijk als den man, dien hij zoo vaak zijn treurig ambacht had zien uitoefenen op de markt te Drontheim, en zonk bijna neer van schrik, toen hij aan de persoonlijke beweegreden dacht, die hij sedert den vorigen dag had, om dien akeligan man te vreezen. Hij boog zich naar Ordener en zeide nauwelijks hoorbaar„Dat is Ni- chol Orugux, de beul van Drontheim-huis.!' Ordener werd met schrik bevangen en betreur de don weg en 't onweer. Doch weldra maakte zich zekere nieuwsgierigheid van hem meester en ofschoon hij de verlegenheid van zijnen ouden gids beklaagde, luisterde hij opmerkzaam naar de woorden van den reus, evenals men in onze die rentuinen gretig naar 't gebrul van leeuwen en tijgers luistert. Den armen Benignus ston den de zinnen er niet naar om die physiologi- sche opmerkingen te maken. Hij zat achter Ordener verborgen, wikkelde zich diep in zijn ruimen mantel, bracht de hand behoedzaam DE TOESTAND IN RUSLAND. Over den toestand te Petersburg wordt uit Kopenhagen aan de „Vassische Zeitung!' ge seind,dat bij den strijd omKroonstad de arLillerie Dinsdag gedurende don ganschen dag rustte, terwijl 'savonds om 9 uur de strijd opnieuw ontbrandde. Kroonstad zou over groote hoe veelheden levensmiddelen en munitie beschikken Het garnizoen van Kroonstad is 3000 man sterk en de bevolking bedraagt 14.000 inwoners. Kroonstad heeft tot hiertoe vrijwel met succes en zonder belangrijke verliezen gestreden. In den artilleriestrijd zijn de opstandelingen nog steeds de baas, ondanks het feit dat Krasnajo Gorka do bolsjewiki trouw is gebleven. Bij een infanterieaanval, die de roode troepen Dinsdag van Sestrorezk uit op Kroonstad hebben ge richt leden deze troepen zware verliezen. In het geheelverloren de bolsjewiki reeds 7000man Trotsky is te Krasnajo Gorka aangekomen. Te Moskou zouden botsingen hebben plaats gehad, waarbij 50 dooden en 8000 gewonden zijn geval len. Aan „Politieken!' wordt nog uit Helsingfors gemeld, dat de revolutionnairen tot in Peters burg zijn doorgedrongen en enkele belangrijke punten van de stad hebben bezet. I11 de straten wordt tusschen sowjettroepen en revolutionairen gevochten. Volgens dit bericht zou ook Krasna- jogorka zich bij Kroonstad hebben aangesloten. Zweedsche bladen melden dat de troepen van Kroonstad, dank zij hun artillerie S t. Petersburg geheel beheerschen. „Svenska Dagbladet"beweert echter dat de postie van de sowje.t-regecring voortdurend verbetert, al geeft het blad toe dat de geest die bij deze troepen heerscht nu niet precies uitstekend is. Uit het binnenland van Rusland komen ook voortdurend berichten over onlusten, vooral in het Dongebied, moet er zwaar zijn ge vochten tusschen de revolutionairen en de roode troepen. In West-Rusland heorschen ongeloof lijke wantoestanden. Bij Psekof zijn verschil lende sowjet-commissarissen over de Estland- sche grens gekomen Bij de Finsche grenzen zijn groote troepen vluchtelingen uit St. Petersburg gearriveerd. Zij werden echter niet in Finland binnengelaten. Draadlooze berichten zeggen dat Lenin het tiende congres der communistische partij Woens dag te Moscou heeft geopend. De communist Geycr bracht de groeten van de Duitsche communistische partij over. Volgens te Riga uit Petrograd ontvangen be- ichten zijn alle bolsjewistische leiders in auto's uit Petrograd gevlucht. De Russchische legatie te Riga heeft bericht ontvangen dat, K r a s n a j a G o r k a e n O r a- n i e n b a li m. door de opstandelingen zijn be zet. Sinds 17 uur is de Poolsch-Russische vre desconferentie niet bijeen geweest, de Bolsje wiki verklaren, dat Joffe ongesteld is. De „Times!' verneemt uit Riga Dutjatsjofski ontving versterkingen uit Smolensk en ving gisteren een krachtig offensief aan tegen het front van Petrograd, doch leed zeer zware ver liezen, Trotcky gaf bevel, het geheole Zuidwes telijke leger naar Moskou te hulp te zenden, doch de commandant van dat leger seinde terug, dat zijn troepen niet te vertrouwen waren. De 40.000 matrozen en soldaten van Kroon stad beschikken over voldoende .munitie en mijnen. aan de pleister, trok zijne pruik nog dieper in 't gezicht en zuchtte zwaar. Ondertusschen had de vrouw op een groo- ten aarden schotel een schaapsbout opge- discht. De beul plaatste zich vlak tegenover Ordener en Spiagudry, richtte het woord tot hen en zeide Heeren vreemdelingen. Heden ben ik slechts de arme beul eener arme provincie, doch ik ben dezelfde die, vier en twintig jaar geleden, aan gewezen werd om Schumacker te onthalzen. Schumacker, don graaf van Griffenfeld, riep Ordener. Dat1 verwondert u, mijnheer de zwij ger. Ja van denzelfden Schumacker, dien het toeval nog in mijne handen speelt, wan neer het den koning behaagt het uitstel in te trekken. Ledigt deze kruik, heeren, dan zal ik verhalen,waarom ik geen vorderingen gemaakt heb in mijne betrekking. Ik was in 1676 knecht van Rhum Stu- ald, koninklijke beul van Kopenhagen. Tij dens de veroordeeling van Schumacker was mijn mester ziek geworden en ik werd, dank zij mijne beschermers, benoemd om hem te vervangen in die eervolle executie. Den loden Juni (ik zal nooit dien dag verge ten), plaatste :k, geholpen door den t mmer- man, om vijf uur s «morgens op hot pie n van den Citadel een groot schavot, dat wij met zwart behmaen u;t eerb'ed voor den rang van den veroordeelde. To acht uur stond de garde om 't, schavot geschaard en de ulanen van Slees wijk hadden moc'te om t volk te koeren, dat zmh op het plem verdrong. Ik stond boven op do trap met den sabel in de hand. Aller blikken waren op mij geves tigd op het oogenblik was ik de voornaam ste persoon der twee koninkrijken. Mijn for tuin zei ik, is gemaakt, want wat zouden al die groote Itófiren zonder mij beginnen, die den dood van Schumacker gezworen hebben. In mijne verbeelding was ik reeds konink lijke beul in de hoofdstad ik hield knechton. Luister de klok op do citadel slaat tien uur. De veroordeelde komt uit zijn» gevangenis over het plein, bestijgt met vasten tied en tevreden gelaat het schavot. Ik wil hem de haren binden, hij stoot mij weg en doet het zelf.,, Ik had mij langen tijd de haren met meer in orde gebracht, zei hij tot den aal moezenier. Ik bied hem een zwarten band aan voor zijne oogen, doch hij weigert. „Vriend, zei hij, dit is wellicht de eerste maal dat eene ruimte van een paar voet de twee uiterste ambtenaren van 't rechtswezen vereenigt, den kanselier en den beul." Deze woorden zijn in mijn hoofd gegrift gebleven. Ook weigert hij het zwarte kussen, dat ik onder zijne voeten wilde leggen, hij omhelst de.i priester en knielt neer, na luid tot het volk gezegd te hebben. „Ik sterf onschuldig.!" Toen verbrijzelde ik niet een knödslag zijn wapenschild, roepende ais naar gewoonte „Dit gebeurt niet zonder recht.!' Dit trof den graafhij verbleekte en zeide haastig „De koning heeft het mij ge geven, de koning kan het mij ontnemen.. Hij legde zijn hoofd op het blok, de oogen naai hot westen gekeerd en ik, ik hief mot ei e handen mijne sabel opLuister goe P dit oogenblik hoor ik een geroep „Genade, m naam des konings, genade voor Schumacker. (Wordt vervolgd.) 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 1