voor Roomsch-Katholieken. Abonneert U op door contributies van de rijke mijndistricten, ten gunste van de arme districten, te steunen. De leden van het bestuur van den mijnwer- kersbond verklaarden na de conferentie, dat de beslissing van de mijnwerkers een algemeene staking op 1 April ter, gevolge zou hebben, tenzij de regeering tusschenbeide kwam. ENGELAND EN RUSLAND. In een onderhoud met den vertegenwoordiger van de ,,Pall Mall Gazette" heeft Krassin ver klaard, dat Rusland uit Engeland machines van allerlei aard noodig had, vooral landbouwma chines en vervoermiddelen, waarvoor het goed zou betalen, benevens thee, katoenen stoffen en chemicaliën, welke het op crediet zal koopen. De aankoopen van fabrieksgoederen zouden af hangen van den omvang van den Russischen uitvoer en dezen helpen bevorderen. Krassin verklaarde, dat de toestand in Rusland geregek; verbetert, de oogst bedraagt al 80 h 85 percent van dien van voor den oorlog. Rusland is reeds in staat om hout, vlas, huiden, leer, petroleum enz. uit te voeren. De Russische geestkracht, die in den oorlog aan den dag is getreden, zal voldoende zijn om Rusland binnen enkele jaren in staat te stellen heel Europa van graan, boter, eieren en vleesch te vooizien. Rusland is met den besten wil bezield, maar de toekomst van de Engelsch-Russische betrekkingen hangt groo- tendeels af van de beslissing van de rechterlijke macht inzake de handelsovereenkomst, welke met spanning verbeid wordt. GRIEKEN EN TURKEN. De bladen te Athene bevestigen, dat de qp- marsch der Grieken aan het Smyrna-front is begonnen. De opperbevelhebber heeft aan de fronttroepen een geestdriftige proclamatie ge richt, waarin de soldaten worden uitgenoodigd, ,,de overblijfselen der barbaarsche troepen te vernietigen en de vrijheid en de rechtvaardig heid der bewoners zonder onderscheid van ras of religie, te verdedigen". De Turken schijnen voornemens te zijn, de voorbereidselen van het Grieksche offensief in Klein-Azië tegen te werken, dooi een aanval hunnerzijds in de streek van Broessa. ENGELSCH-INDIE. De „Morning Post" verneemt uit Calcutta, dat de onlusten herbegonnen zijn in de streek van Raberelli. De politie is door een groote menigte, die met lansen gewapend was, aangevallen. Er zijn 4 dooden en 9 gewonden. ALLERLEI. Volgens een telegram uit Florence aan de Lessagero, zijn bij een botsing tusschen fascisten en socialisten te San Giovanni Valdarna drie dooden en een tiental gewonden gevallen. Na het verhoor van de Maandag ten huize van den kunstschilder Wolff te Neu Koln ge arresteerde communisten, is bewezen, dat zij allen daders of medeplichtigen zijn. Volgens hun bekentenis is het plan gesmeed in aanslui ting aan een vergadering van de communistische arbeiderspartij, op grond, dat de revolutie te langzaam gaat, en men eindelijk tot heviger middelen zijn toevlucht moet nemen. In den nacht van Zaterdag op Zondag begaven de daders zich naar de SiegessSule. Daar werd de deur opengedaan, en verscheidene traden de deur binnen, om daar de lont neer te leggen en het tondel in brand te steken. Aangezien het materiaal ondeugdelijk was, is ze weer uitgegaan, en heeft de ontploffing, die de vreese- lijkste gevolgen zou hebben gehad, niet plaats gehad. Binnenland. De wijziging der kieswet. Het voorloopig verslag is verschenen over het wetsontwerp tot wijziging van de Kieswet, van de Provinciale wet en van de Gemeente wet. De door de regeering voorgestelde wijzigin gen van de Kieswet werden over het algemeen in beginsel toegejuicht. Zeer vele leden stemden in met de verhoo ging van het vereischte aantal stemmen tot 75 van den kiesdeeler slechts een enkel lid meende te moeten opkomen voor het nut van de vertegenwoordiging van de kleine par tijen. Verscheidene leden willen echter nog verder gaan dan door de regeering is voorge steld en achtten een verhooging tot 99 of 100% van den kiesdeeler wenschelijk. Voor de ge meenteraadsverkiezingen zou echter, naar ve ler meening de eisch van 50 moeten blij ven bestaan, omdat in verband met een werk kring van den gemeenteraad er meer aan leiding bestaat, dat de kleine belangen-par- tijen daarin zijn vertegenwoordigd, terwijl door het regeeringsvoorstel in de kleine gemeenten het stelsel van evenredige vertegenwoordiging niet tot zijn recht zou komen. Sommige leden wenschten maatregelen zien genomen tegen het onvoltallig worden van do gekozen colleges ten gevolge van uitputting van de candidatenlijsten, hetgeen bij gemeen teraden meermalen voorkomt. Verscheidene leden betoogden de wensche- lijkheid van maatregelen ten behoeve van kie zers die op den stemmingsdag uit hunne woon plaats afwezig zijn. Sommige leden hoopten, dat eene regeling zal te vinden zijn, die het mogelijk maakt het stembiljet elders in te leveren. Andere leden wezen op Noorwegen, waar de kiezers, die den dag van de stemming afwezig zullen zijn, de gelegenheid hebben om ten hoogste drie da gen vóór dien dag in verzegelde stembussen hun stembiljet te deponeeren. Andere leden wenschten de afwezige kiezers te helpen door allen de gelegenheid te geven door middel van een gemachtigde te stem men. Eenige leden vestigden de aandaqht op vrij reizen voor afwezige kiezers, als in België. Verscheidene andere leden konden zich met de mogelijkheid van machtiging van kiezers niet vereenigen, omdat daardoor de deur zou worden geopend voor verkeerde praktijken. Verscheidene leden waren van meening, dat algeheele afschaffing van het stelsel van voor keurstemmen te ver gaat. Zij gaven de regee ring in overweging aan de onderteekenaars van een lijst de bevoegdheid toe te kennen om te beslissen, dat op die lijst alleen lijst- stemmen zullen kunnen worden uitgebracht. Verscheidene leden wenschten te zien be paald, dat in elk geval een oandidaat ten min ste de helft van den kiesdeeler moet hebben bereikt om verkozen te zijn. Eenige leden waren van oordeel, dat de stemplicht die bij de laatste grondwetsherzie ning was ingevoerd, weer moet worden afge schaft, omdat het daarmee beoogde doel niet is bereikt. Vooral in Amsterdam is de stem plicht, naar zij meenden, tot een bespotting geworden. Enkele dezer leden verklaarden bo vendien op het medestemmen van velen der kiezers die zonder stemplicht zouden weg blijven, geen prijs te stellen. Andere leden wenschten den stemplicht te behouden. In een afzonderlijke nota zet de heer Rut gers zijne bedenkingen tegen de voorgestelde wijzigingen van artikel 103 der Kieswet en dé hiermede samenhangende wijzigingen uiteen. Arbeidsovereenkomsten bij de koopvaardij. De Minister van Justitie heeft ingesteld eene commissie, aan welke is opgedragen te onderzoe ken, hoe de arbeidsovéreenkomsten tusschen den reeder eenerzijds en de kapiteins (schippers), scheepsofficieren en scheepsgezellen ander zijds opnieuw bij de wet behooren te worden geregeld om te voldoen aan de eisehen van den tegenwoordigen tijd en bij dat onderzoek voe ling te houden met de corporaties van belang hebbenden en deze corporaties in de gelegen heid te stellen hare wenschen omtrent eene regeling te doen kennen. Van de uitkomsten van dat onderzoek is verzocht een kort verslag, schriftelijk of mon deling, uit te brengen aan den Minister van Justitie, onder bijvoeging van een plan in ru we schets en hoofdtrekken, ten einde, indien de minister zich met de voorgenomen rege ling in beginsel vereenigt, met inachtneming van eventueele aanwijzingen, haar in den vorm van één of meer ontwerpen van wet met toe lichtende memorie aan den voornoemden Mi nister te doen geworden. Tot lid en voorzitter is benoemd prof. mr. W. L. P. A. Molengraaff, oud-hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, te Rotterdam. Tot leden der commissie zijn benoemd Joh. Brautigam, eerste-voorzitter van het dage- lijksch bestuur van den Centralen Bond van Transportarbeiders, te Rotterdam A. J. M. Goudriaan, directeur van van Nievelt, Gou- driaan en Go's Stoomvaart Maatschappij, te Rotterdam mr. G. Seret, secretaris der Ver- eeniging van Gezagvoeiders en Stuurlieden ter Koopvaardij, te Amsterdam; J. Stakenburg, directeur der Scheepvaart-Vereeniging Noord, te Amsterdam P. E. Tegelberg, directeur der Stoomvaart Maatschppij „Nederland", te Am sterdam L. Veenstra, voorzitter der Vereeni ging van Scheepwerktuigkundigen, te Rottci- dam 3o. aan de commissie toe te'voegen als secretaris jhr. mr. A. M. G. Sandberg, te Rot terdam. Onttrekking van woongelegenheid. Bij Kon. besluit van 24 dezer is, gelet op het bepaalde bij art. 8c der Woningnoodwet (St.bl. 1918, no. 379), gewijzigd bij de wet van 19 Ge- bruari 1921 (St. bl. no. 72), bepaald dat het in alle gemeenten verboden is zonder toestemming van burgemeester en wethouders een woning te onttrekken of onttrokken te houden aan de be stemming, die zij op 1 Juni 1920 had, of zonder diezelfde toestemming een woning af te breken. Uit de leerindustrie. De R. K. Vereeniging van Ned. Lederfabri kanten en de Bond van Ned. Lederfabrikanten hebben in een gecombineerde vergadering te Tilburg de volgende motie aangenomen gehoord de besprekingen over den onhoudbaren toestand in de lederindustrie, waarbij duidelijk naar voren is gekomen, dat de Nederlandsche lederindustrie met ondergang bedreigd wordt tengevolge van de moordende, concurrentie dooi den invoer van leder uit de omliggende landen, die door hun lage valuta veel goedkooper kun nen produceeren dan de Nederlandsche industri- eelen. achten het noodzakelijk, willen zij niet ge dwongen zijn hun bedrijven voor onbepaalde^ tijd te sluiten, dat aan deze. concurrentie paal en perk worde gesteld door tijdelijke heffing van een recht, dat het voor hen nadeelige verschil in productiekosten compenseert. Uit het mijnbedrijf. Naar aanleiding van de medeeling der mijn- directies in de contact-commissie omtrent een met 2 April a.s. in te voeren loonsverlaging voor de mijnwerkers, hebben Woensdagavond en gistermorgen de besturen van de Algemeene, Christelijke, Roomsch Katholieken en Neutrale Mijnwerkersbonden te Heerlen vergaderd om een beslis'-ing te nemen. De hoofdbesturen hebben besloten een adres te zenden aan den minister van landbouw, be vattende een protest tegen deze loonsverlaging. Voorts verzoeken de organisaties den minister hun een audiëntie toe te staan, zoo. mogelijk nog voor Zondag a.s. Verder hebben de hoofdbesturen besloten de mijnwerkers Maandag a.s. in twee congressen bijeen te roepen, een conm-es van den R.K. Bond en het andere van de drie overige organisaties. Na afloop zullen twee demonstraties worden gehouden. De vrije tijd. Het „Tijdschrift van de Maatschappij van Nijverheid" publiceert een deel van de uit komsten der enquêtes, die verschillende depar tementen van die Maatschappij hebben inge steld naar de werking van de achturenwet. Wij willen hier aanhalen wat het departement Amsterdam antwoordde op de vragen betref fende het benutten van den vrijen tijd en be steden van den vrijen Zaterdagmiddag. Dit, antwoord luidt niet verheugend. Voor zoover men kon nagaan was het be nutten van den meerderen vrijen tijd, die de werklieden verkregen hebben, niet gericht op ontwikkeling van den geest. De ouderen, zoo heet het verder, weten nog het best hun tijd nuttig te besteden in hethuis- gezin of met handenarbeid, afwijkend van hun dagelijksche bezigheden. Door de werkgevers die buiten de stad hun fabrieken hebben, werd zonder eenige uitzon dering gewezen op den tuinarbeid, dien de mees te werklieden nog na den fabriekstijd verrichten. Maar in de stad schijnen het de bioscopen en sportvoorstellingen te zijn, die het grootste deel van den vrijen tijd innemen, voornamelijk voor de jongeren. In naam van Zijne Majesteit en op be vel van Zijne Excellentie den generaal Levin de Knud, gouverneur, maakt de syndicus van Drontheimhuis bekend aan alle inwoners der steden, dorpen en gehuchten der provincie, dat lo. Op het hoofd van Han, geboortig van Klipstadur op IJsland, moordenaar, roover en brandstichter, een prijs gesteld wordt van duizend koninklijke kronen Een algemeen gebnm steeg er uit de menigte op. De omroeper vervolgde 2o. Op het hoofd van Benignus Spiagudry duivelskunstenaar, oud-bewaarder van het Splad gest te Drontheim, een prijs van vier koninklijke kronen. 3o. Dit bevel zal afgekondigd worden in de geheele provincie door de burgemeesters der steden en dorper, die zooveel mogelijk zullen bijdragen tot de uitvoering ervan. De lezer begrijpt, dat deze afkondiging niet zonder hartklopping door onzen armen ongelukkigen Spiagudry aangehoord werd. Zon der twijfel zoude zijn buitengewone an>st op gemerkt zijn geworden door de omstanders, in dien hunne aandacht niet geheel in be slag werd genomen door het eerste gedeel te van het voorgelezere. Een prijs op het hoofd van Han, riep een oude visscher, die zijne netten nasleepte. Zij konden evengoed eene som op het hoofd van Belzebub zetten. Dan behoefden ze, om de verhouding niet tc verbleken, op den gehoornden chef der duivelen slechts eene som van vijftien hon derd kronen te zetten. De Piemel beware ons, zeide eene oude bes, wier blinkend voorhoofd schudde, ter wijl ze bezig was een klos garen op te win den. Ik wilde dien Han wel eens zien, om mij te verzekeren of zijne oogen twee gloei ende kolen zijn, zooals men zegt. Ja, zeker, hernam eene andere oude, want hij heeft de kathedraal van Drontheim in vlam gezet, alleen door ze te bezien. Ik wilde het monster geheel zien, met zijn slangenstaart, zijne gaffelvormig gespleten voe ten en zijne groote vleugelen. Wie heeft u dat alles wijsgemaakt, oud moedertje vroeg een jager, op ietwat ver waanden toon. Ik heb Han van IJsland ge zien, het is een mensch evenals wij, alleen is hij hoog als een populier van vqertig jaar. Meent gij vroeg eene stem met bij zon deren klank in de groep. Deze stem, die Spiagudry sidderen deed, was die van een klein man, wiens gelaat on der een grooten vilten mijnwerkershoed ver borgen zat hij droeg kleeren van biezen en van zeehondenhuid. Op mijn woord, hernam met eenen vol len lach een forsche smid, al geeft men voor zijn hoofd duizend of tienduizend kronen, al is hij vier of veertig voet hoog, ik zal hem gaan zoeken. Noch ik, zei de visscher. Ik ook niet, herhaalden eene menigte stemmen. Wie echter trek daartoe zou gevoelen hervatte de kleine man, zal Han van IJs land morgen in de mine van Arbar bij het meer Siniasen vinden en ovei morgen in de grot van Walderhog. t -Man, zijt ge daar zeker van "Deze vraag werd tegelijkertijd gedaan door Ordener, die met geheel andere belangstel ling dit tooneel gevolgd had, en door een ta melijk zwaarlijvig, zwart gekleed klein man met een vroolijk uiterlijk die op de eerste to nen van den hoorn uit de eenige herberg van het dorp gekomen was. De kleine man met den grooten vilten hoed sloeg beide vragers een oogenblik gade en zeide met doffe stem Ja. Ingezonden Mededelingen. Verschijnt des Zaterdags. Abonnementsprijs f l.~ per kwartaal. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan het bureau KOEMARKT 4. 1040 ie De Magclhaes-herdenking. De herdenking in Spanje en Portugal van de groote ontdekkingsreis van Fernao de Magelhaes en Sebastan d'Elcano vóór vier eeuwen, waardoor niet alleen de Zuid-Westelijke doorvaart van Amerika maar ook de Stille Zuidzee werd ont dekt en geopend, en de eerste reis om de aar de werd volbracht, een werelddaad waarop Spanje en Portugal gezamenlijk onsterfelijken roem mogen dragen, vindt ook in Nederland warme deelneming. Beter dan eenig ander volk kan het Nederlandsche, welks geschiedenis zoo nauw met deze en met andere ontdekkingsrei zen der 16e en 17e eeuw is verbonden, waar- deeren wat door genoemde ondernemende zee lieden op het gebied der ontdekkingen is tot stand gebracht, daden waarvan vele volken de vruchten hebben geplukt. Om daaraan uiting te geven heeft zich een Nederlandsche Fernao de Magelhaes-Commis- sie gevormd, welke een circulaire verzendt, waarin zij mededeelt, dat zij van plan is, een bewijs van warme waardeering bij die herden king aan Spanje en Portugal te geven. Zij heeft het denkbeeld opgevat om uit naam van het Nederlandsche volk aan de Aardrijkskundige Genootschappen te Madrid en Lissabon elk een blijvend aandenken daarvoor aan te bieden, bestaande uit een schilderstuk van Fr. Hoger- waard voör Madrid en een geschilderd raam, ontworpen door Toorop Voor Lissabon welke beide die gebeurtenis in beeld zullen bren gen. Zij doet nu een beroep op vrouwen en man nen der Nederlandsche natie, om haar te steu nen tot dat doel, waar dit zoo nauw met onze eigen ontwikkelingsgeschiedenis verbonden is. Bijdragen worden ingewacht bij den pen ningmeester der commissie K. Marwang van IJsselveere, Louise de Colignyplein 30, 's-Gra- venhage. Opheffing van „De Voorwaarts" Naar wij vernemen, zal op het a.s. S. D. A. P.- Gongres de vraag onder de oogen worden gezien, of het Rotterdainsch partijorgaan „Voorwaaits" verder zal worden geëxploiteerd. Reeds houdt „Het Volk" er rekening mede, dat de Rotter- dajnsche exploitatie van dit blad wederom ter hand moet worden genomen. (Tel.). Het kolen eredivt van 1916. Naar het Hbld. verneemt moet het in de bedoeling der regeering liggen, dat de eventueele, geheele of gedeeltelijke terugbetaling van de gelden, die belanghebbenden in 1916 hebben gefourneerd tot het verleenen van een crediet aan Duitschland in verband met steenkool leveringen in ieder geval liet plaats heeft vóór een beslissing is gevallen nopens de suppletoire begrooting (memorie-post) van Landbouw ter dekking van het deficit van het C. V. B. Over de vraag, of en in hoeverre de terug betaling dier gelden (het crediet is inmiddels door de Duitsche regeering aan het C.V.B- te rugbetaalt) plaats zal moeten hebben, loopen nog onderhandelingen. Mr. Foek aanvaardt het bestuur. Bij het Departement van Koloniën is tele grafisch bericht ontvangen, dat de Gou verneur-Generaal mr. D. Foek het bestuur heeft aanvaard. Tevens kan worden medegedeeld, dat de afgetreden Gouverneur-Generaal mr. J. P. En hoe weet ge dat, om het te kunnen bevestigen vroeg Ordener. Ik weet, waar Han van IJsland en waar Benignus Spiagudry is. Op dit oogenblik zijn beiden niet ver van hier. Deze woorden joegen den armen bewaar der den schrik om het hart nauwelijks durf de hij den geheimzinnigen kleinen man be zien en dacht, dat zijn hoofd niet goed ver borgen zat onder zijn Fransche pruik en pleis ter. PI ij trok Ordener bij den mantel en zeide met zwakke stem Meester, heer, in 's-Hemels- naam, heb medelijden met mij, laat ons gaam Ordener was ook verwonderd en bezag op lettend den kleinen man, die in de vallende schemeringzijne gelaatstrekken zorgvuldigtracht- te te verbergen. Die Benignus Spiagudry, riep de vis scher, is een groot mager man, ik heb hern in het Spladgest te Drontheim gezien. Voor hem geeft men slechts vier kronen. De jager lachte. Vier kronen, dan zal ik hem niet op de hielen zitten. Een vossenvel wordt nog duur der betaald. Wordt vervolgd) De Kerkbode

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 2