Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
firatis-Ongevalleiiverzekeriisg
44ste Jaargang.
Zaterdag 23 April 1921.
No. 13019.
EU ILL
De Graaf en zijn Heelster.
0 IÉ tl 11
BureauKoemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 39.
Abonnementen per 3 maanden f2.per week 15 cent, franco per
post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels f 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
MQ voiles
levenslange "11111 veillea van
geheele 1111 hand, B 11Uil
InvalldlteU IJ U veel eteegis*»l»U I vU een dnim
De vevzekeving weidt gcwaavfcetgi doei de HsUandiehe Algeaieeae Veraeberlngibanh te lehleisaa.
kQ veilles
van een
wijsvinger
M
veilles
eiken ande
ren vinger
Dit nummer bestaat uit twee bladen
en een Geïllustreerd Zondagsblad.
Buitenlandse!! iMieuws,
DUITSCHLAND EN DE ENTENTE.
In naam van de Rijksregeering heeft minister
Simons in den Rijksdag gisteren de volgende
mededeeling gedaan
Na het afbreken der onderhandelingen van
Londen heeft de Rijksregeering onmiddellijk
pogingen aangewend om een nieuwe basis voor
onderhandelingen met de geallieerden te vinden,
oen basis, die de keus bood, met de geallieerden
die vraagstukken te bespreken, die alleen voor
een degelijk practische oplossing van het vraag
stuk van herstel mogelijk zijn. Dit betrof in
de eerste plaats, zooals bijna alle partijen hadden
verklaard, voor de kwestie van den opbouw. De
opbouw is ook volgens het oordeel van de Rijks
regeering de allerdringendste vraag in het pro
bleem van het herstel. Op het Departement
van den opbouw werd dan ook onverwijld een
plan voor de technische uitvoering van het sys
teem uitgewerkt. Het resultaat van dezen arbeid
zult gij, althans in groote lijnen, in de nota vin
den, die aan de commissie van herstel is toege
zonden, en waarin aan deze commissie verschil
lende stelsels van opbouw ter keuze werden
voorgelegd. Een dezer systemen beantwoordt
aan het memorandum, dat door de Duitsche
vakvereenigingen is opgesteld. Op bijzonderhe
den kan ik hier niet ingaan.
Het tweede vraagstuk betrof het verschaffen
van de sommen, die van Duitschland werden
geëischt, teneinde aan de eischen tot herstel
der tegenstanders ook op financieel gebied recht
te laten wedervaren. Aangezien het financieel
prestatievermogen van Duitschland uiterst be
perkt is, moest volgens de opvatting van de
Rijksregeering het hoofddoel daarin bestaan
de middelen te bezorgen, volgens het plan van
de internationale leening. De fondsen dezer
leening zouden ter beschikking der entente kun
nen worden gesteld. Op grondslag van dit onder
zoek heeft de Rijksregeering daarna getracht,
met de tegenstanders in voeling te treden, ten
einde tot nieuwe onderhandelingen te komen.
De pogingen werden gedeeltelijk ondersteund
door aanbiedingen van andere zijde; zij zijn voor
een gedeelte gevoerd door particuliere personen,
en gedeeltelijk zijn zij ook te danken geweest
aan het feit, dat de entente-vertegenwoordigers
zichzelf ter beschikking hebben gesteld om met
hen deze vraagstukken te bespreken. Al deze
pogingen zijn echter mislukt. Nadat zij mislukt
zijn ben ik niet in staat, op alle bijzonderheden
in te gaan, aangezien het niet overeenkomstig
de gewone consideraties bij de internationale
betrekkingen zou zijn, een persoonlijkheid of
e®n macht te noemen, die tot bemiddeling be
reid is geweest. Wij hebben bij de pogingen om
°Pnieuw in verbinding met de entente te komen,
verbindingen waartoe de Rijksregeering zich
in het belang van het Duitsche volk tegenover
de uitermate zware strafbepalingen zich abso
luut verplicht voelde, ook (en zelfs in de eerste
plaats) aan een bemiddeling van de Vereenigde
Staten gedacht, en dit, omdat de Vereenigde
Staten aan de oplossing van alle oorlogsvraag
stukken kunnen bijdragen, door hun aandeel
aan den oorlog, door hun besliste invloed uit
oefenen op den afloop van den oorlog, en vooral,
omdat zij van alle mogendheden de eenige is,
wier financieele kracht haar in staat stelt, werke
lijk tot de oplossing van het vraagstuk van het
herstel bij te dragen. Bovendien is Amerika een
macht, wier belangen niet slechts rechtstreeks
aan de regeling van het tusschen de entente en
Duitschland hangende geschil zijn verbonden,
maar ook een macht van welke men kan ver
wachten, dat zijn opvatting van het vraagstuk
minder door hartstocht en belang is vertroebeld.
Toen nu alle andere middelen om in contact te
komen in gebreke bleven, stelde de Rijksregee
ring zich de nieuwe vraag, op welke wijze men
met de Vereenigde Staten in verbinding zou
kunnen treden. Wij bevinden ons met de Ver
eenigde Staten nog formeel in oorlogstoestand.
Langs gewonen diplomatieken weg was het dus
niet mogelijk de Amerikaansche regeering te
naderen. Wij moesten van een omweg gebruik
maken. In dezen toestand besloot de Rijksregee
ring tot de Amerikaansche regeering de nota te
richten, waarvan het Hooge Huis door de pers
kennis*heeft gekregen.
In de nota stelden wij ons op het standpunt
van de onvoorwaardelijke onderwerping aan
de scheidsrechterlijke beslissing van de Vereenig
de Staten in het vraagstuk van het herstel en
van een grondig onderzoek van het prestatie
vermogen. Amerika werd daardoor in staat ge
steld een scheidsrechterlijke procedure in te
leiden, waarbij Duitschland de gelegenheid zou
hebben gehad alle argumenten, die te zijnen
gunste spraken, Voor te leggen. De Duitsche
regeering heeft deze argumenten en alles wat
naar haar meening volgens het vredesverdrag
tot haar goed recht behoort, en daarbij in het
bijzonder het onderzoek naar het prestatiever
mogen van Duitschland, niet nogmaals in hear
voorstel omschrijven, omda.t elke verdere „Ver-
klausulierung" volges de vaste overtuiging
van de Duitsche Rijksregeering van Amerikaan
sche zijde als een gebrek aan ernst van ziens
wijze zou worden opgevat.
De Amerikaansche regeering
heeft dit aanbod van de Duitsche
regeering niet aanvaard.
In het antwoord staat het volgende
„De Amerikaansche regeering is niet in de
mogelijkheid om haar toestemming ertoe te
geven inzake de kwestie der schadeloosstelling
op die wijze, haar bemiddeling te verleenen,
dat zij als scheidsrechter bij de regeling van deze
kwestie medewerkt. Intusschen is zij doordron
gen van den ernst van de opgeworpen kwestie
en van de beteekenis daarvan voor de geheele
wereld en de regeering der Vereenigde Staten
is zelf ten zeerste bij een spoedige en rechtvaar
dige oplossing van de kwestie geinteresseerd.
De Amerikaansche regeering wenscht drin
gend, dat de onderhandelingen terstond wor
den hervat en geeft andermaal uitdrukking aan
(Naar het Duitsch).
61
Ja, en de oude toovenaar heeft op zijn
sterfbed die papieren aan den agent van Schu
macher ter hand gesteld.
Hel en duivel, hij bezat papieren van
mij en een afschrift van ons plan.
Van uw plan, Musdemon
Vergeef mijheer graaf. Waarom moest
uwe Genade zich ook aan dien kwakzalver
Combysulsum onderwerpen, dien ouden vei-
rader.
Luister Musdemon, ik ben niet gelijk gij
die geen mensch vertrouwt. Ik heb niet zonder
reden vertrouwen gesteld in de kunst van dien
ouden Cumbysulsum.
Laten we ons niet ongerust maken, ede
le graaf. Dispolson is dood, zijne papieren zijn
Weg, binnen weinige dagen zal er geen spraak
meer zijn van hen, voor wie ze moesten die
nen.
7 Li elk geval zou men mij niets kunnen
tenbste legg^.
l Cn 00k mij niet, die door Uwe Hooge-
h*ld wordt!
haar ernstige hoop, dat de Duitsche regeering
spoedig voorstellen zal i'ormuleeren, die een
geschikte basis voor onderhandelingen aan
bieden.
Indien de Duitsche regeering dezen weg in
slaat, zal de Amerikaansche regeering het in
overweging nemen om de kwestie op een voor
haar aannemelijke wijze onder de aandacht te
brengen (bring to the attention) van de gealli
eerde regeeringen opdat de onderhandelingen
terstond worden hervat".
Hiermede is de bemiddeling, door het aan
vaarden van het scheidsrechterschap, van de
hand gewezen.
Niet van de hand gewezen, maar in gekwa-
lificeerden vorm aanvaard, is het voorstel der
bemiddeling tot verzoening, namelijk dat der
Duitsche regeering aan de Amerikaansche regee
ring voorstellen doet toekomen die door de
Amerikaansche regeering als geëigend worden
beschouwd om, zooals het in de nota is uitge
drukt, als basis voor verdere onderhandelingen
met de ententemogendheden te dienen. Hieruit
blijkt, dat thans onmiddellijk moet onderzocht
worden, op welke wijze de voorstellen der Duit
sche regeering tegenover de Amerikaansche
regeering dienen te worden geformuleerd.
De regeering zelf zal in de eerste plaats over
deze vraag een besluit moeten nemen. De nota
kwam eerst heden in het bezit van. het departe
ment dat natuurlijk nog geen tijd heeft gehad
de kwestie te bespreken. De kabinetszitting
zal hedennamiddag plaats vinden en de regee
ring zal eerst morgen in staat zijn, het Hooger
Huis over het geheel der voorstellen inzake het
herstel te woord te staan en te antwoorden.
In dit verband zou ik dan ook zoo vrij willen
zijn uitvoeriger terug te komen op hetgeen ik
hier thans slechts in groote trekken heb weer
gegeven. De regeering is ervan overtuigd, dat
zij bij het formuleeren der voorstellen tot aan
de grenzen moet gaar van hetgeen het Duitsche
volk voor het herstel kan doen. Dit is des te
meer het geval, daar wij helaas bij het beoordee-
len van den toestand, waarin wij ons op finan
cieel en economisch gebied bevinden, haast het
heele buitenland tegon ons hebben gehad. Vol
gens onze inlichtingen meent men in de wereld,
dat Duitschland zijn eigen prestatievermogen
onderschat.
Deze overtuiging moet in elk geval geleidelijk
uit de wereld verdwijnen, niet doordat wij be
loften afleggen, waarvan wij weten, dat zij ze
niet kunnen houden, maar doordat wij aan het
buitenland klaren wijn schenken en voortgaan
op den weg, dien wij reeds te Brussel hebben
betreden en die tot het onheil van alle betrok
ken volkeren, door het plotselinge bijeenroepen
van de conferentie van Parijs en het eenzijdig
vaststellen van de plannen der entente door de
besluiten van Parijs werd verlaten.
De Berlijrtsche bladen bespreken reeds het
antwoord van Harding. De meeste bladen vin
den, dat dit antwoord te verwachten was en
voornamelijk bij de conservatieven is men van
meening, dat de weigering van Harding ook het
beste antwoord voor Duitschland is.
Volgens het „Berliner Tageblatt" heeft Harding
O zeker, beste Musdemon, gij kunt op
mij rekenen, doch laten we ons haasten ik
ga een bode aan den kolonel zenden. Kom
mijne lieden wachten mij, wij moeten naar
Drontheim terugkeeren, gouverneur Levin is
zeker vertrokken. Ga voort met mij trouw te
dienen en trots alle Cumbysulsum en Dis
polson van de heele wereldVerlaat u
op mij bij leven en dood.
Ik verzoek Uwe Genade mij te gelooven
Beiden verdwenen in 't struikgewas en
weldra hoorde men niets meer, dan 't verwij
derd geluid hunner schreden.
Terwijl voorgaand gesprek plaats greep in
een der wouden in de nabijheid van 't meer
Smiasen, waren de oproerlingen uit de lood-
mijn van Apsil te voorschijn gekomen.
Ordener zag in den beginne niets dan een
lange rij fakkels die hun licht weerkaatsten
op bijlen, vorken, knodsen met ijzeren pun
ten, zware hamers, pieken en andere grove-
wapens, waarmee de opstandelingen gewapend
waren.
Boven de wanordelijke troepen uit wap
perden roode banieren, waarop verschillende
deviezen te lezen stonden, als Leve Schu-
macker. Leve onze verlosser. Vrijheid voor de
mijnwerkers. Vrijheid voor den graaf van Grif-
fenfeld. Weg. met Guldenlew. Weg met de ti
met zijn antwoord verstandig gehandeld en
bewezen, dat hij heel de menschheid wil dien er,
door te erkennen, dat een regeling van het schade
vergoedingsvraagstuk voor de gansche weield
noodzakelijk is. Alles hangt nu van de Duitsche
voorstellen af. Het blad meent, dat men thans
op den goeden weg is, en dat de hoop blijft be
staan, dat de stap van de Duitsche regeering
ten slotte toch nog eenig gunstig resultaat zal
opleveren.
Men kan echter natuurlijk nog niet voorzien,
of dit snel genoeg zal geschieden om aan het
verlangen naar daden van het Fransche imperi
alisme paal en perk te stellen.
De „Vossische Zeitung" zegt, dat met het
antwoord van Harding de hoop is vervlogen
om met vreemde hulp iets te verkrijgen. Er
bestaat geen staat en geen regeering, die bereid
zou zijn ten gunste van Duitschland inzake het
vraagstuk van het herstel bij de ententeregee-
ring.en tusschen beide te komen.
De conservatieve „Deutsche Zeitung" slaakt
een zucht van verlichting, omdat aan Duitsch
land door hat antwoord van Harding het recht
weer is gegeven, zelf besluiten te vatten. Alles
wat men door het verzoek van Simons aan Har
ding heeft bereikt, is een verlies van meerdere
dagen, die hadden moeten worden besteed voor
het treffen van dringende tegenmaatregelen
tegenover de dwangmaatregelen van de Fran-
schen, die met zekerheid kunnen worden ver
wacht.
De conservatieve „Deutsche Tageszeitung"
gaat niet zoover, maar vindt het toch erg twijfel
achtig, of door de nieuwe gebeurtenissen verdere
bezettingen door de entente zullen kunnen wor
den vermeden. Men moet er steeds mede reke
ning houden, dat de Fransche politici van het
geweld zelfs bij de verste tegemoetkomingen
van Duitschland een reden zullen uitlokken om
in Duitschland binnen te rukken.
ENGELAND.
Bij de bespreking van de drankwet in het La
gerhuis verklaarde de attorney-general, uit naam
van de regeering, dat het onmogelijk was voor
de regeering, in deze zitting een herziening van
die wet in te dienen. De centrale raad ter contro
le van den drankhandel had eenige verruimng
van de bestaande beperkingen aangeraden, en
deze verruiming was'onderworpen aan en goed
gekeurd door het kabinet. Hij verklaarde, dat
drankverbod noch toepasselijk noch gewenscht
was in dit land, maar hoopte, dat het mogelijk
zou zijn, algemeene overeenstemming te ver
krijgen nopens de herziening van de drankwet,
die de regeering het volgend jaar van plan was
in te dienen.
rannen. Dood aan Ahlefeld.
Woeste kreten en 't geschal der hoorns weer
galmden door de oude bosschen.
Geen menschelijk wezen ontmoette de ben
de op zijn weg. Bij haar nadering verdween
de gems op de rotsen en de boer in zijne hut.
XXXII.
Alles stond klaar bij de gravin van Ahle
feld om luitenant Frederik te ontvangen.
Het vertrek van generaal Levin had Schu-
macker en Ethel van bescherming beroofd,
en sedert eenige dagen waren er te Munck-
holm dingen geschied, waarvan de gravin geen
recht begrip had.
Wie was de jonge man, die 't hart der
dochter van den ex-kanselier heroverd had
Welke waren de betrekkingen van Ordener
met de gevangenen van Munckholm Welke
was de reden van zijne onverklaarbare afwe
zigheid op 't oogcnblik, dat beide ko .linkrijken
vervuld waren van zijn aanstaand huwelijk
met Ulrika van Ahlefeld, die hij scheen te
miskennen. Wat was er gebeurd tusschen
Levin de Knud en Schumacker
De gravin wist niet, wat van dat alles te
denken. Tot oplossing van al die geheimen
besloot ze eindelijk zelf naar Munckholm te
ALLERLEI.
Op een vergadering van de werkloosheids
commissie te Portsmouth werd een brief van
het hoofdbureau te Bristol voorgelezen, waarin
werd medegedeeld, dat de admiraliteit er ern
stig over dacht, om 10.00U arbeiders, op de rijks
werven in de verschillende havens werkzaam,
te ontslaan.
In Mei zou met dit massa-ontslag een begin
gaan.
Op een avond, dat Ethel alleen in den tuin
der gevangenis was en zeker voor de zesde
maal met een diamanten ring een letter op den
steenen pijler der deur, die Ordener had zien
vertrekken, had gegraveerd werd deze plotseling
geopend. Het meisje beefde; t was de eerste maal
dat deze poort open ging, sedert zij zich achter
hem gesloten had.
Een groote in 't wit gekleede vrouw stond
voor haar. Een valsche glimlach lag op hare
lippen en ze verborg in haren vreedzemen blik
een uitdrukking van haat en onwillekeurige
bewondering.
Ethel beschouwde haar met aandacht, bij
na met vrees. Behalve hare oude baker was
deze de eerste vrouw, die zich op Munckholm
vertoonde.
Kind, zei de vreemdelinge zachtjes, zijt
gij de dochter van den gevangenen van Munck
holm
Ethel wendde haar gelaat af. Er was iets
in de vreemde vrouw, dat haar afkeer inboe
zemde en zij antwoordde
Ik heet Ethel Schumacker. Van mijn
vader weet ik, dat men mij in mijn wieg gravin
Tongsberg en prinses van Willing noemde.
Zegt uw vader dat, riep de groote vrouw
verwonderd. Daarna voegde zij er bij g'j moefc
I wel ongelukkig zijn.