Benige maanden geleden h%d. de minister van
arbeid aan den Hoogen Raad van Arbeid be
richt, dat hij, overeenkomstig het advies van den
Raad, zou wachten tot April 1921 met het ne
men van een beslissing over de vraag of het. wen-
schelijk is tot invoering van de ziektewet- Talma
over te gaan. Thans heeft de minister het ad
vies van den Raad gevraagd over een hem door
dr. Posthuma e.a. toegezonden proeve van een
Ziektewet, overeenkomstig de denkbeelden van
de heeren Posthuma en Kuypers.
Een Roomscli millioen.
Op de agenda der algemeene vergadering
van den Alg. Bond van R.-.K. Rijkskieskring-
organisaties in Nederland, te houden op Zater
dag 28 Mei te Utrecht, komt o.m. ook voor een
voorstel van den R.K. Kieskring Dordrecht, om
een propagandafonds te crëeeren in navolging
van hetgeen de Anti-Revolut.ionnaire Staatspartij
tracht te doen.
Nederlandsch-Indische leening van 250 millioen.
Ingediend is een wetsontwerp tot het aangaan
van een geldleening ten laste van Nederlandsch-
Indië van 250 millioen.
Hulde aan Prinses Juliana.
De 8 kinderen, die op denzelfden datum en
in hetzelfde jaar als Prinses Juliana geboren
zijn, (30 April 1909) en die bij de hulde-betuiging
aan de verjarende Prinses,uitgaande van de ver-
eeniging Oranje Bond te Den Haag, a.s. Zater
dagmiddag de bloemenhulde met album aan de
Prinses zullen aanbieden zijn Marie Daniëls,
Den Haag, Sophia Marianna Wilhelmina De-
meline te Scheveningen, Johannes van den
Berg te Den Haag, Dirk Knoester te Scheve
ningen, Jan Leendert van Dalen te Delft, Hen-
drikus Philippus Franciscus Kooy te Delft,
Hendrik Aarts te Delft en Philippus van der
Gaag Den Haag.
Tabaksaccijns.
Maandagavond werd in café ,,de Pool" te
A'dam een vergadering gehouden van tabaks
handelaren, ten einde maatregelen te bespreken
welke in verband met den tabaksaccijns dienen
te worden genomen.Staande de vergadering werd
besloten tot oprichting van een vereeniging, die
den naam zal voeren van „Nederlandsche Ver
eeniging van Tabakshandelaren". In het voor-
loopig bestuur werden gekozen als voorzitter
de heer D. de Vries, secretaris de heer Ch. Levit,
Amsterdam.
Tevens werd besloten tot het voeren van een
actie tegen de Belastingwet op de tabak, of wel
bij aanneming van die wet door de Eerste
Kamer, te trachten wijziging te verkrijgen ten
behoeve van de klein-industrie.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag27 April.
Dj ambi-o Hevelden.
Daar de Minister schriftelijk heeft me
degedeeld, dat het bewuste art. 26 vervallen
wordt verklaard, wordt de motie-Marchant in
getrokken.
De heer T r e u b (V.B.) verklaart zich tegen
staatsexploitatie der olievelden. Spr. acht het
een cisch van wijs beleid, dat de Koninklijke
niet alleen de geheele Djambi-velden krijgt.
De heer de Monté Verloren (A. R.'
is van meening, dat uit den Indischen bodem de
grootst mogelijke voordeelen gehaald moeten
worden. In den strijd tusschen de beide grootste
machten op potroleumgebied acht spr. de eenige
goede oplossing, een belangengemeenschap te
vormen met een der beide grootmachten, mits
den Staat hierbij een behoorlijke winst wordt
gewaarborgd. De heer van Rijckevorsel
(R. K.) is van meening, dat de regeering slechts
met één der beide petromeummaatschappijen 'n
overeenkomst kan aangaan en volgens spr. is
dit de Koninklijke.
De heer v a n R a v e s t e y n (G. P.) acht het
ontwerp in strijd met het landsbelang, daar het
onze olievelden in handen speelt van de Brit-
sche imperialisten.
De Mi n i s t e r van Koloniën, de
heer de Graaff, verdedigt het ontwerp.
Met het oog op het steeds grooter wordende
verschil in baten en lasten der Indische begroo
ting is het gewenscht, dat een zoo groot mo
gelijk bedrag uit de ontginning worde getrok
ken. De exploitatie is dus uitsluitend van fis
caal belang.
De voordeelen van het samengaan van de
regeering met de Bataafsche Petr. Mij leiden
er niet toe, dat deze worden prijs gegeven, zij
het ook voor een gedeelte der Djambi-terreinen.
De voorgestelde regeling acht spr. in het be
lang van Indië en hij is van meening dat de
Indische belangen er inderdaad door zullen
worden gebaat.
Spr. wil thans nog 'geen oordeel uitspreken
over het amendement-Treub, om slechts een
gedeelte der Djambi-velden aan de Konink
lijke ter ontginning te geven.
Voorts verklaart de minister, dat geen mo
nopolie, van welken aard ook, voor Indië en
de Bataafsche in zijn bedoeling ligt.
Wat de Koninklijke betreft, het Nederland
sche hiervan is gewaarborgd, in de samenstelling
van directie en van den Raad van Beheer.
Aan het bij uitstek Hollandsche karakter van
de Koninklijke kan niet worden getwijfeld.
Spr. dringt bij de Kamer op medewerking aan.
Morgen voortzetting.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
MINISTERIEEL BEZOEK AAN HET
GROOTE DOK.
Het nieuwe etablissement van de N.V. Wil
ton's Machinefabriek en Scheepswerf, aan de
Vijfsluizen alhier, heeft gisteren bezoek ontvan
gen van een illuster gezelschap.
Ter gelegenheid van het feit, dat de „Rotter
dam", Nederlands grootste schip, voor de
eerste maal hier te lande kon dokken in het
grootste dok van Europa, hadden de directies
der Holland-Amerika Lijn en van Wilton's
Machinefabriek en Scheepswerf verschillende
autoriteiten uiEgenoodigd, om deze gedenkwaar
dige gebeurtenis met hunne tegenwoordigheid
meer luister bij te zetten.
Op het terrein der Roei- en Zeilvereeniging
„De Maas" aan de Veerkade verzamelden zich
tegen elf uur de volgende gasten do Ministers
van Binnenlandsche Zaken, van Landbouw, Han
del en Nijverheid, van Waterstaat, van Marine,
van Arbeid mr. Everwijn, chef van het Ministe
rie van Handel; de schout bij nacht Zeeman, de
luitenant ter zee 1ste klasse Diephuys adju
dant van den Minister van Marine de burge
meesters van Rotterdam en Schiedam mr. A. R.
Zimmerman en A. J. Gijsen de hoofdinspecteur
der Scheepvaartinspectie A. D. Mulder; de
inspecteur van Scheepvaart G. W.. Bouman
de havenmeesters van Rotterdam en Schiedam
de heeren Willinge en Kruier de directieur van
het dokbedrijf de heer J. Lugtde ingeneur van
her stoomwezen de heer Hoek de directie van
den Rotterdamschen Lloyd de heer Koning,
directeur van de Mij. „Nederland" de heer
Foudrenne, directeur van den Kon. Holl. Lloyd
de heer C. A. Last, hoofd-inspecteur van den
arbeid de heer baron van Haersólte, directeur
van het Scheepvaartkundig Museum de direc
teur van de Gemeente Handelsinrichtingen,
de heer Verschoor van Nisse de directeuren van
de II.-A.-L. de heeren Rypperda Wierdsma en
Piekde hoofd-ingenieur van den Water
staat, de heer De Grootde oud- hoofdingenieur
der firma Blohm en Voss de heer Max Müller
commissarissen der H.A.L. de heeren W. Wester
man, mr. W. A. Mees, L. A. E. Suermondt, J. J.
Havelaar, J. H. Veder en J. J. Ganter Cremers
commissarissen van Wiltons bedrijf voor wie
mr. J. A. Fruin, als waarnemend president
commissaris als gastheer optrad de heer B.
Wilton gedelegeerd commissaris en dedirecteuren
de heeren H. H„ F. M„ J. D. en W. Wilton, de
gezagvoerder van de „Rotterdam", de heer Baron
de directeur der Schiedamsche Gemeentewerken
Gerlach en vertegenwoordigers der Rotterdam-
sche en Schiedamsche pers.
Schitterend voorjaarsweer begunstigde dezen
belangrijken dag en na een interessanten boot
tocht per s.s. Columbus" arriveerden de 5?
gasten om half twaalf aan het bevlagde dok in
de Wiltonhaven alhier.
Hier werden de autoriteiten ontvangen door
dr. Meyer, hoofd van den technischen dienst der
H. A. L. en onder zijn leiding werd het geweldige
schip in het, reuzendok bezichtigd.
Nu wij er ons in bevonden, kregen wij eerst
een goeden kijk op de enorme afmetingen.
Wanneer men het dok met het schip bijv. van
uit het Sterrebosch bekijkt, is men moeilijk in
staat zich een behoorlijke voorstelling te maken,
van de verhoudingen, bij gebrek aan voldoende
vergelijkingspunten en den nog altijd grooten.
afstand.
Komt men echter vanuit de Maas de dokhaven
binnenvaren, dan krijgt men een grootschen in
druk van dit 46.000 tons dok.
De lengte van het gevaarte is 212 M., ofwel
de lengte van twee voetbalvelden de breedte
is tusschen de buitenwanden 51 M„ tusschen de.
binnenwanden 41 M. de hoogte bedraagt 15 M.
boven water, onder het ponton dek 6.60 M.
In het bovendeel der zijkasten zijn de verschil
lende ruimten ten behoeve van de exploitatie wa
terdicht afgesloten. De ketelruimen, de electri-
sche centrale, de motor- en pompkamers en de
overige machinale inrichtingen met enkele
schaftlokalen bevinden zich aan stuurboord
de verblijven met bad- en sanitaire inrichtingen
zijn in de bakboordkast ondergebracht. Ook is
een personenlift aan stuurboord aanwezig.
In elke der 6 pontons waaruit het dok bestaat
zijn twee centrifugaalpompen elk van 90 P.K.
aangebracht, die resp. de stuurboords- en bak-
boordsruimen kunnen afpompen.
De pompen en inlaten worden van uit een op
de stuurboordszijkast staande dekhut, het com
mandohuis, bedienden. Een lampen-inrichting
zorgt voor de controle.
Het dok is in staat tijdens gewoon laag water
schepen met een diepgang van ruim 10 M. op te
nemen.
Vandaar begaf het gezelschap zich naar de
groote scheepbouwloods, welke over 2 maanden
gereed komt.
Deze loods krijgt een lengte van 165 en een
breedte van 130 M. een totale oppervlakte dus
van 2.1 H.A. en is de grootste loods in gewapend
beton op het vasteland van Europa, ook wat
de spanwijdte der constructie betreft.
De loods rust op 88 kolommen, geheid op
3540 houten palen. Van deze loods zullen twee
loopkranen over een baan van 180 M. de ver
vaardigde scheepsonderdéelen vervoeren naar
het bouwdok.
Op de nieuwe werf te Schiedam zal men zich
n.l. niet alleen bezighouden met het dokken en
repareeren, doch zich ook toeleggen op den nieuw-
bouw ook van schepen van de grootste afmeting.
De bouw zal geschieden in bouwdokken, en niet
op scheepshellingen, volgens een nieuwe methode
ingericht, waarop de firma bereids octrooi ver
kregen heeft. Men is thans bezig met de construc
tie van het kleinste stel dokken, die geheel in be
ton uitgevoerd worden. Elk van deze dokken
krijgt een lengte van 200 Meter bij een breedte
van 30 Meter waarbinnen zich een haven bevindt
van 25 Meter. Deze haven is afgesloten door
schipdeuren. Is het schip nu klaar,dan laat men
door 2 kanalen water in haven en dokken stoor-
men, het schip komt vlot, wordt in het kanaal
gebracht, de deuren worden weggenomen en
het schip kan uitvaren. Na afloop brengt men
de deuren weer aan, het water wordtweggepompt,
en hel, dok is weer vrij voor nieuwen bouw. De
voordeelen van deze werkwijze boven de hellin
gen zijn velerlei le Hot schip wordt horizontaal
gebouwd, wat aanbrengen en ophijschen van het
materiaal vergemakkelijkt, 2e de bouwtijd op
het droge wordt korter, het s«hip kan te water
gelaten worden, zoodra het voldoende kan drij
ven, 3e. men kan het geheele dok benutten, wat
met een helling niet altijd het geval is, 4e. de
tewaterlating is bij een helling altijd gevaarlijk,
zorgeischend en kostbaar.
Voor Wilton nu zijn 2 stellen bouwdokken ge
projecteerd, het eerste stel is reeds voor een
groot deel gereed, terwijl het tweede voor sche
pen tot een lengte van 1000 voet eerst later
gemaakt zal worden, met een lengte van 300
meter en een breedte van 40 meter.
Wij merkten op, dat, vooral de minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, de heer van
IJsselstoyn bijzondere aandacht wijdde aan deze
constructie.
Z. Exc. ontmoette er den heer P.van Affaire,
baas bij de firma Wilton, een echten oud-gediende
een vakman le klasse, opzichter van deze bouw
dokken, die in 1885, toen de tegenwoordige mi
nister nog ingenieur was bij de Gemeente Rot
terdam, diens medewerker is geweest bij de
verbreeding van de groote duikerklok aldaar.
Het geheele werk is uitgevoerd in gewapend
beton door de Holl. Mij tot het maken van wer
ken in Gew. Beton te 's-Gravenhage en gebouwd
op 9423 heipalen. In Juni 1919 is met het bouwen
begonnen, thans is het dok bijna gereed.
Nadat men het dok en de in aanbouw zijnde
werken bezichtigd had, vereenigde men zich
aan boord van de „Rotterdam", waar een lunch
werd aangeboden.
De gebruikelijke serie tafelspeeches werden
allereerst geopend door den heer Rypperda
W i e r d s m a, president-directeur der Holland-
Amerika Lijn. Spr. zeide het namens de gasthee-
ren op prijs te stellen, dat de ministers en overi
ge genoodigden een dag uit hun drukke werk
zaamheden hadden willen breken orn tegenwoor
dig te zijn bij het dokken van het grootste Ne
derlandsche schip in een der grootste drijvende
dokken van Europa. Behalve een groote eer,
is dit feit ook van groot belang voor de H. A. L„
want jarenlang heeft men de hoop gekoesterd,
er eens in te zullen slagen, ook hier te lande een
stoomschip van de grootte der „Rotterdam"
te kunnen dokken. Ook namens de andere groo
te stoomvaartmaatschappijen feliciteerde spr.
de tirma Wilton met de verwezenlijking van dien
wensch. Ten slotte heette spr. allen welkom aan
boord.
De heer J h r. Mr. Ruys de Beer e h-
b r o u c k sprak als voorzitter van den minis
terraad. Spr. zeide dat in de laatste jaren genoeg
zaam is gebleken, dat Europa zonder Nederland
niet bestaan kan en dat Nederland zonder Rot
terdam niet kan leven. Namens zijn ambtge-
nooten wilde spr. een woord spreken voor den
groei en bloei van Rotterdam in het algemeen,
van de gastvrouwe in het bijzonder. Als niet-
deskundige wilde hij zich niet wagen aan een
beoordeeling van het nieuwste dat werkzaam,
nijver Rotterdam ons had getoond. Het nijvere
Rotterdam, met zijn werkzaam gemeentebe
stuur, met zijn burgemeester, die voorloopig bur
gemeester blijft, moeten wij huldigen als het sym
bool van durf en werkkracht, die ook in de moei
lijke jaren door energie en doorzettingsvermogen
de grootste bezwaren wisten te overwinnen, en
den Nederlandschen naam over de geheele we
reld hebben hooggehouden. Spr. wijdde een
dronk aan den groei en bloei van Rotterdam, aan
den voorspoed van de II. V. L. (Applaus),
De heer m r. F r u i n, secretaris van com
missarissen der N. V. Wilton's'Machinefabriek
en Scheepswerf, gaf een geschiedkundig over
zicht van de ontwikkeling van liet bedrijf.
In 1854 richtte de oude heer Bart Wilton een
scheepssmederij op in dd Baan. Aanvankelijk
repareerde hij daar zeilschepen, Hij genoot den
steun der groote Rotterdamsche reeders en in
1871 moest hij zijn bedrijf uitbreiden tot een
fabriek aan den Westzeedijk. Dank zij de mede
werking van zijn oudsten zoon den heer Bart
Wilton Jr. ontwikkelde de zaak zich sterk tot
een bedrijf met buitenlandsche reputatie. In
1901 werden 6 H. A. grond aan de Ruigeplaat
aangekocht en daarop het tegenwoordig bedrijf
gevestigd, terwijl in 1916 de niéuwe terreinen te
Schiedam, ter grootte van 68 H. A. in het bezit
werden verkregen. De wensch van den heer B.
Wilton Sr., dat zijn 5 zoons allen in de zaak
zouden worden opgenomen, is verwezenlijkt.
De uitbreiding van het bedrijf is voor een niet
gering deel te danken geweest aan den steun der
Holland-Amerika Lijn. Het 46.000 tons dok is in
1919 gekocht. Het was oorspronkelijk bestemd
voor de Oostenrijksche oorlogshaven Pola en
werd bij het vredesverdrag door Italië opgeëischt.
Dank zij de hulp van ons departement van Bui
tenlandsche zaken gaven de Italianen het dok
vrij „waarna het in Juli 1920 naar Schiedam werd
gesleept.Vooral dit binnensleepen was een pracht-
prestatie. Het verven van het dok duurde van
Juni 1920 tot April 1921 en kostte bijna 4 ton.
Spr. verwelkomde de ministers, in het bijzon
der den minister-president, die het roer van staat
in een moeilijken tijd aanvaard, met krachtige
hand voert. Nederlandss welvaart kan zonder de
scheepvaart niet bestaan en de minister-presi
dent heeft getoond deze ten sterkste te bevor
deren. Onze regeering heeft een open oog voor
de belangen van scheepvaart en industrie (ap
plaus). De m i n i s t e r v a n L. N. e n H a n d e 1
de heer V an I J s s e l .s t e ij n, wees er op, dat
de ontwikkeling van dit enorme bedrijf geheel
aan het particuliere initiatief te danken is
deze overwinning op de gemeentelijke exploi
tatie is een nuttige les voor hen, die naar natio
nalisatie en socialisatie streven.
Spr. wijdde waardeeronde woorden aan den
president-directeur den heer Henri Wilton en
verleende hem namens de regeering de onder
scheiding van officier in de orde van Oranje-
Nassau. (applaus).
De heer H. Wilton dankte H. M. de Ko
ningin voor deze onderscheiding, ook namens
zijn medewerkers.
De burgemeester van Rotterdam, de lieer
mr. Zimmerman wees als bestuurder van
Rotterdam op het groote economische bedrijfs-
gebied, dat zich tusschen R'uamMaas en
R'damHoek van Holland bevindt. Wanneer
aan de boorden van dit gebied bloei heerscht,
beteekent dit ook bloei voor Rotterdam.
Spr. besloot met een dronk op den voorspoed
der firma Wilton en de H. A. Lijn.
De heer mr. Wester ma n, sprak als pre
sident-directeur der Rotterdamsche Bankver-
eeniging, een instelling die in zoo nauwe relatie
staat met de firma Wilton en de H. A. L. Spr.
stipte de crisis-periode aan, die wij thans be
leven en gaf als zijn meening te kennen dat. wij
er slechts door hoop en wet voorzichtigheid en
na hard werken weer bovenop kunnen komen.
Gelukkig hebben wij aan het hoofd der regeering
mannen op wie wij vertrouwen kunnen.
De burgemeester vanSchiedam,
de heer A. J. G ij s e n, heette namens het ge
meentebestuur de genoodigden welkom op
Schiedams gebied.
De aankomst van het groote dok, begin Juli
1920 was voor het gemeentebestuur een ver
heugend feit, daar het getuigde van de groote
vlucht, welke de industrie hier ter stede neemt.
Namens de gemeente Schiedam wijdde spr. een
dronk aan de welvaart en den bloei van de N.V.
Wilton's Machinefabriek en Scheepswerf en de
Holl. Am. Lijn.
Nadat de lunch geëindigd was, woonden de
gasten in de „social hall" van het s.s; „Rotter
dam" een bioscoopvoorstelling bij. Gedraaid wer
den twee door Mullens opgenomen films van het
binnensleeepen van het groote dok in den N. W.
en het dokken van het s.s. „Rotterdam" op Za
terdagochtend j.l. Per „Columbus" keerden wij
tegen 5 uur naar de Jachthaven terug. Voor de
firma Wilton zal de 27e April 1921 steeds een
gedenkwaardige dag blijven, daar zij toen aan
een groep officieele personen uit Nederland het
bewijs leverde wat energieke durf, gepaard aan
stoeren ondernemingsgeest Vermag.
Gemeenteraad.
2e aanvullingsagenda voor de openbare ver
gadering van den Gemeenteraad van Schiedam
op Vrijdag 29 April 1921.
2bis. Voorstel van B. en W. tot benoeming
van een leeraar in Aardrijkskunde aan den Ge
meentelijken Handelsavondcursus.
Voorgedragen worden de heeren 1. C. K.
Minderhoud. 2. A. Noordijk Jzn.
Belastingvoorstellen Inkomstenbelasting en op
centen Vermogensbelasting.
B. en W. zeggen in een schrijven aan den
Raad
Bij onze voorstellen naar aanleiding van de
nieuwe wettelijke regeling hebben wij Uwen
Raad medegedeeld, dat de wijziging van de
inkomstenbelasting nog nader door ons moest
worden onder het oog gezien.
Wij wijzen er op, dat ten aanzien van de
heffing verschillende wegen kunnen worden
gevolgd.
In de eerste plaats kunnen opcenten op de
Rijksinkomstenbelasting worden geheven tot
een maximum van 100.
Waar de opbrengst hiervan in 1919/'20
450.000.bedroeg en de hoofdelijke omslag
bij de begrooting voor het loopende jaar op
1.125.000.is uitgetrokken, kan met deze
heffing in geen geval worden volstaan.
Verder geeft de Wet gelegenheid deze op
centen aan te vullen met een z.g. niet pro
gressieve heffing.
In het voorbijgaan zij opgemerkt, dat
deze betiteling niet juist is, daar in den aftrek
Voor noodzakelijk levensonderhoud reeds een
sterke progressie, vooral voor de lagere inko
mens gelegen is (Benthamsche stelsel)
Wanneer wij dit zouden doen, dan zou de
heffing bij een opbrengst van 1.157.000
en een belastbaar bedrag van 12.000.000.
waarop de voljaarskohieren 1920/'21 zijn ge
baseerd en nader te noemen nieuwen af
trek 6.65 bedragen.
Waar het hoogste percentage van een aan
groeiing bij de Rijksinkomstenbelasting reeds
15 bedraagt, zou alsdan de belasting voor het
hoogste inkomen 21.65 (limiet) bedragen.
Hieraan valt toch zeker niet te denken.
Afgezien nog van de grillige uitkomsten, die
men verkrijgt, door het aan elkaar koppelen
van twee heterogene stelsels mogen wij dan ook
vaststellen, dat de progressieschaal der R.I.B.
voor ons doel veel te sterk is, ook indien zij zou
worden gecombineerd met een z.g. niet pro
gressieve heffing.
Men zou ook nog een andere combinatie
van opcenten R.I.B. en eene z.g. niet pro
gressieve heffing kunnen nemen. Men is daar
in vrij.
De grillige uitkomsten van de combinatie der
beide stelsels, waarop wij zooeven doelden,
wederom daargelaten, ervaart men echter, al
komt men tot een aannemelijk percentage
voor de hoogste inkomens, dat de laagste inko
mens zwaarder worden belast.
Wij meenen dus hiermede van de opcenten
op de R.I.B. te kunnen afstappen.