H. A. V. SCHOLTE, AMSTERMMSCHE BAHH SAFE-DEPOSIT. Kolenhandel. West.vest o. Tel. producten een onschatbaar reservevoedsel heb ben gevormd. HET BEZOEK VAN DEN JAPANSCHEN KROONPRINS AAN ONS LAND. Amsterdam. Aangaande het bezoek aan de K o o p m a n s- beurs nog het volgende Te kwartier voor vieren bereikte de kroonprins en gevolg de Koopmansbeurs. Daar zag het er zeer feestelijk uit. Op de trappen en langs den geheelen weg naar boven stonden de stadhuis boden in groot pontificaal. De voorhal van het gebouw, waar anders de tourniquets staan en de vestiaire gelegen is, was nu geheel vrijge maakt en versierd met om de pilaren geplaatste bosschages van groen en bloemen. De grond was bedekt met kleurige Oostersche tapijten en kleed jes. De plechtige ontvangst had plaats in de groote vergaderzaal van de Kamer van koophandel. Daar waren vereenigd het.dagelijkscli bestuur van de gemeente, bestaande uit de heeren Den Hertog, waarnemend burgemeester, en de wet houders De Vlugt (de nieuwbenoemde burge meester), Wierdels en Abrahams, benevens de gemeente-secretaris mr. Falkenburg voorts een groot aantal leden van den raad de Academi sche Senaat, de Kamer van koophandel, be nevens een groot aantal vertegenwoordigers van handel, nijverheid, scheepvaart en bankwezen, en het corps consulair. Voor de drie prinsen waren vóór het podium vergulde zetels neergezet. Achter hen schaarde zich hun schitterend gevolg. Zoo, met het prach tige, gebrandschilderde raam op den achter grond, leverde de hooge, statige zaal, de schoon ste die Amsterdam kan aanwijzen de eenige waar lijk-representatieve, een onvergetelijken aanblik op. Nadat de waarnemend burgemeester, de heer H. J. den Hertog, in de Fransche taal de reeds vermelde toespraak tot den kroonprins van Japan had gericht, dankte deze in zijn eigen taal. Zijn rede werd later door den Japanschen gezant bij ons hof, de heer Scichita, in het Fransch ver taald. Zij luidde als volgt Ik dank u zeer oprecht, mijnheer de burge meester voor de vriendelijke welkomstwoorden welke gij in naam van de gemeenteraad van Am sterdam wel tot mij hebt willen richten. De gelegenheid om de schoone hoofdstad te mogen bezoeken van uw land, welks naam ons allen, en reeds sinds zoo langen tijd, zoo ver trouwd in de ooren klinkt, is mij een groot voor recht geweest. Inderdaad, het waren in vroege- ren tijd alleen de Hollanders, die vrijen toegang hadden tot Japan. Zoude die geschiedenis van Déshima dan niet het beste bewijs zijn van ons wedérzijdsch vertrouwen Waarom zouden dan die oude vriendschap tusschen onze beide lan den niet nog hechter en sterker kunnen worden in de toekomst. Terwijl de Hollanders hun voordeelkonden doen met de bevoorrechte en gunstige politiek, hun door Japn toegestaan, konden wij van on zen kant, dank zij hun bemiddeling, de wester- sche beschaving leeren waardeeren. Zoo hebben de Hollanders voor een aanmerkelijk gedeelte bijgedragen tot de voorbereiding van de latere evolutie, die komen moest in ons nationaal le ven, wilden wij treden uit ons eeuwenoud iso lement, en gaan deelnemen aan het wereld con cert. Ik hoop dus van ganscher harte dat onze oude en hartelijke betrekkingen nog nauwer en hech ter mogen worden, niet alleen voor het huidige tijdsgewricht, maar ook voor de toekomst Daarna stelde de doyen van het corps consu laire, de heer M. Merens, na een korte toespraa, tot prins Iliro Hito, de leden van dat corps aan hem voor. De universiteit van Amsterdam was vertegen woordigd door den rector-magnificus, prof. dr. A. Mendes da Costa en den assessor prof. dr. H. A. van Bakèl. Namens de Kamer van Koophandel en Fabrie- brieken sprak de voorzitter, dr. H. F. R. Hii- brecht, een kort woord, waarin hij de beste wen- schen uitsprak voor de welvaart van Japan en voor de versterking van de handelsbetrekkingen tusschen beide landen. Alle leden van de Kamer hebben daarna aan den Kroonprins hunne op wachting gemaakt. Vervolgens heeft de wnd. burgemeester nog een aantal directeuren van groote lichamen op het gebied van handel en nijverheid aan Prins Hiro Hito voorgesteld. Daarna zijn verschillende ververschingen rond gediend. Te ongeveer kwart voor vijf zijn de beide Ja- pansche prinsen, vergezeld van Prins Hendrik en met hun gevolg, van het Beursgebouw naar het Centraal-Station gereden. Op het perron voor de koninklijke wachtkamer stond wederom een eerewacht van het 7e regiment infanterie met vaandel en muziek opgesteld tot het brengen van de militaire eerbewijzen, Waarn. burgemeester den Hertog en de heer Bekker, consul van Japan te Amsterdam, deden den hoogen bezoekers uit geleide, terwijl de muziek het Japansche volks lied speelde. Ongeveer kwart voor vijf vertrok de hoftrein naar 's-Gravenhage. Van Japansche zijde zijn nog gedecoreerd; Jhr. van Riemsdijk, Hoofd-directeur van het Rijksmuseum te Amsterdam met het Comman deur van de Orde van den Heiligen Schat en de heer Abr. Asscher, oude firmant in de be kende diamantslijperij te Amsterdam, met het officierskruis dier orde. A Ai* In den Haag. Aan het station S.S. in Den Haag waar de trein om 6.24 arriveerde, waren ter ontvangst van den Japanschen kroonprins aanwezig-* Luitenant-generaal Burger, commandant van het Veldleger en Gouverneur der Residentie in groot tenue en, naast hem, in ambtsgewaad de wethouder van plaatselijke werken en eigen dommen, Mr. P. Drooglever Fortuijn, vervan gende den eigenlijken waarnemenden burge meester, wethouder van Vuuren, (Mr Patijn is met verlof) die echter, door een klein lichamelijk ongeval verhinderd werd, en vele andere waar onder baron Sweerts de Landes Wyborgh, com missaris der Koningin in Zuid-Holland'; de wethouder van Financiën Mr. J. A. de Wilde en de gemeente-secretaris Mr.1 Dr. G. A. W. Ter Pelkwijk, beiden vertegenwoordigende het overig deel van het collegevan B. en W. de advocaat- generaal bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, Mr. J. Z. Mazel, die hij ontstentenis van Mr. van den Brandeler fungeerde als procureur-genraal, en de plaatselijke commandant der Residentie, kolonel W. Laatsman. De Kroonprins en Prins Kan-In begroeten deze autoriteiten op militaire wijze en reikten ieder hunner de hand. Hierna werden de and en? autoriteiten voorge steld. De Keizerlijke Hoogheden, Prins Hendrik en gevolg begaven zich hierop in de gereedstaande rijtuigen. Voor het Rijnstraat-station stond het zwart van de menschen. Als commandant der eere wacht, fungéerde de kapitein van het regiment Jagers, P. E. Hajenius. De stoet droeg, zooals dezer dagen gemeld werd het karakter van half gala, maar leverde hij de ontvangst in Amsterdam vergeleken toch een mooien aanblik op. In de eerste met vier, door jockey's bereden paarden getrokken gala-calèche, hadden plaats genomen kroonprins Hiro-Hito, de prins der Nederlanden, graaf Sutema Chinda, lid van den Japanschen geheimen raad. Hierop volgde het eveneens a la daumont bespannen gala-rijtuig, dat bezet was door prins Kan-In, naast wien alleen plaats nam de vice-admiraal van Bleiswijk Ris, hoofd van den door de Koningin aan den kroonprins toegevoeg- den eeredienst. En dan volgden in zes gewone met twee paarden bespannen hof-landauers, de leden van het medegenomen gevolg der prinsen en de overige leden van den eeredienst. Eerst in stap, later in matigen draf werd angs den vastgestelden weg, die zooals bekend, leidde langs een gedeelte van den Bezuidenhout- scheweg, het Haagsche Bosch, en het fraaie stadskwartier, waarin Lange en Korte Voor hout gelegen zijn, naar het Koninklijk Paleis gereden. Vóór het Koninklijk Paleis werden den prins de honneurs bewezen door een eerewacht uit de brigade Grenadiers en Jagers, en de Koninklij ke Militaire Kapel, onder leiding van den w.n. directeur reserve-luitenant Boer, die zijn kapel de Japansche hymne deed aanheffen. Ten Paleize waren de Opper-Hofmaarschalk Graaf van Bylandt, de Hofmaarschalk Jhr. Boreel, de Opper-Ceremoniemeester Graaf Du Monceau en de Intendant van het Koninklijke Paleis, Baron J. Iaets van Amerongen, ter hunne ontvangst aanwezig. Hier ter stede verschenen de Japansche prin sen met op het balkon. Een enkel oogenblik vertoonden zij zich aan een der vensters. Ongeveer een uur na hun aankomst reden keizerlijke gasten naar het paleis van de koningin-moeder in het Lange Voorhout, tot het brengen van een voorgenomen bezoek aan de Koningin-Moeder. Zij werden ten paleize van koningin Emma opgewacht en ontvangen door den hofmaarschalk jhr. mr. W. Roëll en den kamerheer jhr. A. van Tets, waarna jhr. Roëll hen naar de koningin-moeder geleidde, die de prinsen in de groote zaal ontvirig. Na deze ontvangst namen de kroonprins en Prins Kan-In deel aan den maaltijd bij de koningin-Moeder, waaraan verder alleen mede aanzaten H.M. do Koningin en Z.K.H. de Prins, zoodat het diner, gelijk vroeger reeds werd be richt, uitsluitend het karakter van diner de familie droeg. Aan de maarschalktafel nam met enkele leden der hofhouding van de koningin- öioeder, ook deel vice-admiraal van Bleiswijk. Jen kwart over tien begaven de Japan sche kroonprins, Prins Kan-In en de prins der Nederlanden zich, na afloop van het intieme diner bij de koningin-moeder, naar de ambts- j woning van den minister van Buitenlandsche Zaken, ter deelneming aan de soiree, welke jhr. mr. dr. van Kamebeek en mevrouw van Karnebeek van Rosaud, ter eere van de hooge gasten gaven. In de hal van die woning aan den Kneu- terdijk gelegen, werden de vorstelijke perso nen ontvangen door den secretaris-generaal van het Departement van Buitenlandsche Za ken, de gezant mr. R. J. H. Patijn en door jhr mr. b. Beelaerts van Blokland, gezant en chef der afdeeling Diplomatieke Zaken van het ministerie van Buitenlandsche Zaken. Deze geleidden het gezelschap naar den gast heer en gastvrouw, die de prinsen vervolgens m de bekende prachtige en in een zee van licht badende salons van de ambtelijke woning in aanraking brachten met tal van hooge autoriteiten van Staat, Provincie, Gemeente enz. Honderden uit die kringen hadden, vele met hunne dames in prachtige avondtoiletten gevolg gegeven aan de uitnoodiging tot deze soiree, voor welke een 500-tal invitaties waren uitgegaan. Benoemd zijn Jhr. Mr. A. Roëll, hofmaar schalk van de Koningin-Moeder, tot groot- officier m de Orde van de Heilige Schat Jhr. van iets, kamerheer van de Koningin-Moeder lot commandeur dier Orde Jhr. van der Bran deler procureur-generaal -bij het gerechtshof te s-Gravenhage, tot commandeur in de Orde van de Rijzende Zon de heer Van Vüuren waarnemend burgemeester van 's-Gravenhage' tot commandeur in de Orde van de H. Schat 3707 24 de gezantschapssecretaris Baron van Heerdt. tot Everding, tot officier in de Orde van de H. Schat, de heeren E. L. Frat Theinps en F.J.W. van Straaten, hoofdcommiezen aan het Depar tement van Buitenlandsche Zaken, C. V. Rie- mens, controleur bij het Departement van den Hofmaarschalk, en T. Legemaat, administra teur hij het Koninklijk Staldepartement, al len tot ridder in de Orde van de H. Schat. Naar wij vernemen geeft de Kroonprins van Japan, die Maandagochtend a.s. het land zal verlaten, Zondagavond, a.s. in het Hotel des Indes een afscheidsdiner, waaraan met Z.K. H. Prins Hendrik, vele hooggeplaatste autori teiten zullen deelnemen. Sta ten- Generaal tweede kamer. Zitting van Donderdag 16 Juni. Een initiatief-ontwerp. De voorzitter doet mededeeling Van een' brief van den minister-president,verzoekende de werk zaamheden, waarbij dc regeering tegenwoordig moet zijn, voorloopig te schorsen aangezien het kabinet zich dient te beraden. De heer Schaper(S. D. vraagt het woord en zegt, dat hij gaarne den minister-president nog eens zou hebben gezien, nu getooid met de Rijzende Zon. Spr. wijst er op, dat als gevolg van de gisteren genomen beslissing in zake de Dienstplichtwet, alsnog 10.000 jonge menschen van de lichting 1921 zullen moeten opkomen. Het is spr. echter bekend, dat er een initia tief-ontwerp zal komen, om alsnog die 10.000 man thuis te laten. Is de voorzitter bereid dat ontwerp nog af te doen Deze zaak is natuur lijk urgent. De voorzitter merkt op, dat liet kabinet nog niet demissionair is. De Kamer heeft onlangs een motie-ter Laan in zake die 10000 man verworpen. Intusschen zal spr., wanneer heL ontwerp inkomt, overwegen, wat hij moet doem De heer Bomansj R. K.dient daarop een initiatief-ontwerp in, om alsnog die 10.000 man thuis te laten. Hij deponeert het op de tafel van den voorzitter. (De Kamer heeft veel schik. De heer Bomans heeft dus b'ijkbaar de sociaa'-democraten dit ontwerp afgesnoept). De heer V a n d e r L a a r (c h r. s o c. dient hierop een motie in om het ontwerp-Bomans zoo spoedig mogelijk in behandeling te nemen. Deze motie wordt van verschillende kanten on dersteund. De heer K. tef Laan S, D, komt daar op vertellen, dat ook zijn fractie een wetsont werp had willen indienen. Het debat over deze aangelegenheden duurt nog eenigen tijd voort. Men spreekt over de manier, waarop het wetsontwerp zal moeten worden afgedaan. Het resultaat daarvan is, dat de heer Van der Laar zijn motie intrekt, en dat de Cen trale Sectie zal móeten bepalen, wanneer het wetsontwerp zal worden onderzocht in de af- deelingen Intusschen blijven verschillende leden op dadelijk afdeelingsonderzoek aan dringen, zoodat de voorzitter eindelijk uitroeptIk schors de vergadering voor een kwartier. Na de heropening deelt de voorzitter mede, dat de Centrale Sectie heeft besloten het ontwerp-Bomans, om de 10.000 man van de lichting 1921 alsnog vrij te stellen, in de afdeehngen te onderzoeken a.s. Dinsdag om halftwee. De Kamer keurt dit goed, De heer K e t e 1 a a r V. D. maakt nog de opmerking, dat er gisteravond amendemen ten zijn ingediend op de Burgerlijke Pensioen wet (door den heer Van Stapele), hoewel het eindverslag nog niet is verschenen. De voorzitter zegt, dat deze amende menten moeten worden ingetrokken en dan weer ingediend. De Kamer gaat hierna tot nadere bijeen roeping uiteen. kende hij, als kind, geheele hoofdstukken uit den Bijbel uit het hoofd. Hij heeft interessante beschouwingen gele verd over opvoeding, kunst-critiek en staathuis houdkunde. Een opgevoed man is iemand, die zijn gewoonten en plichten begrijpt en die zich zelf zoo heeft geoefend, dat hij op de beste wijze partij kan trekken van de eigenschappen of be kwaamheden, welke bij bezit, zegt Ruskin. Ruskin stelt dan de vraag, wanneer de opvoe ding van een kind begint. Op een leeftijd van zes maanden kan het kind een glimlach met een glimlach beantwoorden. Zonder dat het kan spetken, ondergaat het niet temin de indrukken van vreugde, smart, rustige omgeving en harmonischen omgang der ouders. Ruskin is van meening, dat wij aan een kind niet het inzicht van kleuren of het waarnemen van klanken en geluiden moeten opdringen. Hij zegt dat het kind tijd noodig heeft om zijn geest te ontwikkelen en daarvoor is eenvoudige ken nismaking of waarneming, zonder spreken, vol doende te achten. De eerste ontwikkeling van het schoonheids gevoel behoort te geschieden door het kind te omringen met vreedzame, vriendelijk-uitziende personen, de tweede, op het land, te midden van weilanden, water, dieren, bloemen en de blauwe lucht. Zonder dit kan men niet inénschelijk worden opgevoed, of men wordt een denkmachine. De opvoeding van jongens moet geheel ver schillen met die van meisjes. Jongens moeten onder strenge discipline worden gehouden, meis jes daarentegen kan men in een bibliotheek stu ren en haar naar hartelust laten lezen. Ruskin heeft ook geschreven over economi sche onderwerpen. Den toestand der Engelsche werklieden be schouwend, zegt hij, dat de ontevredenheid on der de arbeiders niet haar oorzaak vindt in den lageren levensstandaard, doch dat zij geen vreug de in hun werk vinden en daarom den rijkdom beschouwen ais den eenigen vorm van genot. Bij de verdeeling van arbeid in het huidige productie-proces is het niet de arbeid, die ver deeld wordt, doch de mensch. Verdeeld in deelen van menschen, is het klein beetje verstand, dat in den mensch is overgebleven, niet eens voldoende om een naaldof een spijker te maken,doch slechts een punt van een naald of een kop van een spij ker. Nu is het ongetwijfeld de eenige manier om veel naalden op één dag te maken, maar wanneer wij wisten met welk kristal deze punten waren gepolijst zand van de menschelijke ziel, wij zouden denken dat er toch wel eenig verlies aan verbonden is. De groote roepstem, die van alle fabriekssteden opklinkt, verkondigt luide, dat wij alles kunnen maken, behalve „menschen," Ruskin geeft duidelijk de plichten aan, welke de verschillende beroepen tegenover de gemeen schap hebben, zooais van een soldaat, een gees telijke, een dokter en een koopman. Ruskin wilde Engeland de wetten doen aan nemen, welke in de 14e eeuw in de Italiaansche stad I'lorence golden. Spr. las deze wetten voor. Daarop werd Ruskin besproken als kunstcri ticus. Hij vindt hierin zijns gelijke niet. Zijn denk beelden omtrent landschapschilderkunst vindt men neergelegd in zijn lijvig werk „Modem 1 ainters Spr. citeerde verschillende pagina's en besloot haar voordracht met in enkele zinnen aldus de hoofdzaken van Ruskin's inzichten weer te geven Het verhevendste wat een menschelijk wezen an doen is t een of ander deel der schepping te zien en het in korte woorden te beschrijven. Honderden kunnen spreken tegen één denken, «"m enc|en kunnen denken tegen één zien. ielder en duidelijk zien is poëzie, profetie en re ligie. (applaus). Aan miss Groom werd een fraaie ruiker rozen aangeboden. Zij las als toegift nog eenige pagi na s v. Montgomery's „Misunderstood," waarna- de leerzame avond door den directeur der S. B. S. en leer J. Allebé, met een kort woord van dank tot spreekster en gehoor, werd gesloten. Kantoor Schiedam WESTVEST 36 Stads- en Gewestelijk Nieuws. John Ruskin. In het gebouw der Schied. Berlitz-school, ha Kerkstraat, hield gisteravond miss Doris M. Groom, voor een klein gehoor, een voordracht in de Engelsche taal over John Ruskin. Ruskin (1819-1890) was een der vooraanstaan de personen uit het bloeitijdperk in de Engelsche literatuur gedurende de vorige eeuw, de z.g. „Victorian Era." Hij was de eenige zoon van welgestelde ouders en genoot voord van zijn moeder, reeds vroeg tijdig een degelijke Christelijke opvoeding. Zoo AandeüniversiteitteLeidenis geslaagd voor het candidaats-examen in de geneeskunde de heer J. Ris, alhier. De heer W. A. van Meurs alhier heeft het propaedeutisch examen voor scheikundig inge nieur aan de Technische Hoogeschool te Delft met gunstig gevolg afgelegd. lot leden der Commissie voor de Ongevallenwet zijn voor ddn tijd van zes jaren, door Ged. Staten herbenoemd als werk gever de heer T. A. J. Zoetmulder en als werk man de heer J. Stegman. Men wordt gewaarschuwd voor een man van groot postuur, gekleed in donker groene overjas, met groote zwarte knevel en een donkerbruine gleufhoed, die goederen af levert, zonder dat ze besteld zijn. Gisteren heeft hij in de Burgermeester Knap- pertlaan een dergelijke poging verricht, welke door zijn overredende woordenkracht slaagde. Scherp concurreerende prijzen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 2