Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Gratis-Ongevallenverzekering 44ste Jaargang. Zaterdag 2 Juli 1921. No. 13075 Het zwarte gevaar. FEUILLETON. Virginia's levensloop. Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 89. Abonnementen per 3 maanden f2.per week 15 cent, franco per post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentiën: 15 regels f 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage toegezonden. Incassokosten worden berekend. ug levenslange gebeele Invalllitcto H verlies een hand, veel af «eg Pe vervekerlng werft gewaarbergi toer de Hellanieehe Algeaaeeae Yen ek aria ga baak te b| verflei vaa een wfsvlagei ren vinger i Dit nummer bestaat uit twee bladen en een Geïllustreerd Zondagsblad. Het is voorzeker een treurige gewaarwording voor de geloovige protestanten te moeten con- stateeren, dat het met de orthodoxie hunner leer zoo treurig gesteld is en dat een steeds grootere verdeeldheid de verschillende sekten vijandig tegenover elkander plaatst. Nadat hunne leer herhaalde malen veranderd -is, zijn zij eindelijk zoover gekomen, dat zij zelfs de schaduw van een gemeenschappelijke geloofs leer missen. Op denzelfden stoel der waarheid ontsteekt nu eens een orthodoxe, dan weer een vrijzinnige predikant het licht voor de ge loovige schare. Het ééne schaapje sympathiseert met den meest geloovigen, het andere met den meest modernen voorganger. Het kan niet anders, of dit verschijnsel moet de noodlottigste gevolgen na zich slepen op godsdienstig gebied en twijfel en ongeloof aan- kweeken in de harten der geloovige kudde. Hoe menig rechtgeloovig protestant moet het spoor niet bijster worden bij den chaos van godsdiensti ge en ongodsdienstige denkbeelden onder voorgan gers en volgelingen. De ééne protestantsche christen verstaat onder God geheel iets anders dan de andere een derde verstaat onder dien naam „de natuur", een vierde ,,'t heelal" enz. enz. Voor den één is Christus een mensch, voor den ander een ideaal, voor den derde heeft Hij zelfs nooit bestaan. Men moge zich zelf wijs maken, schreef een maal freule De Savornin Lobman in „De Tijd" dat men aan een dergelijk geloof iets heeft, voor elk denkend, eerlijk onbevooroordeeld mensch spreekt het van zelf, dat bij een dergelijke in nerlijke verdeeldheid over de hoofdpunten, bij zulk een gebrek aan een vasten gemeenschappe- lijken geloofsgrond, de heele zoogenaamde „Chris telijke godsdienst" verloopt in één huichelachtige phrasemakerij." „Als protestante wil het mij toeschijnen,schrijft zij verder, dat de Katholieke Kerk veel betere waarborgen biedt om dupe te blijven dan ons protestantisme. Onze vrijheid van onderzoek doodt - ook als wij orthodoxen zijn opgevoed - onze blinde onderwerping, onze onbeperkte gehoorzaamheid, die het meerendeel onzer een voudig noodig hebben, omdat de monschheid, als geheel genomen, geleid en voorgelicht moet worden. Hoe schitterend steekt hiertegen de Katholie ke Kerk af metjhare éénheid,welke weldadig aan doet en de volkeren bindt 1 Nog altijd geldt van haar de heerlijke getuige nis van den H. Ireneüs „Ofschoon over de ge- heele wereld verstrooid, bewaart toch de Kerk getrouw de gepredikte heilsleer als bewoonde zij één huis, gelooft overal hetzelfde, als had zij ééne ziel, leert alom eenparig hetzelfde, als had zij maar één mond, Gelijk de zon in de ganschc wereld een en dezelfde is, zoo straalt ook het licht, de prediking der waarheid overal en verlicht 22 j Virginia zag haar verwonderd aan. „Gaat gij 's Zondags nooit naar de kerk, Madline Bidt gij nooit vroeg zij op haar eenvoudige, oprechte manier. Madeline vond blijkbaar die viaag, zoo wel als 't geheele onderwerp van het gesprek, eenigszins hinderlijk. „Ik ga niet naar de kerk, omdat ik mij minder wel voel," zei zij koeltjes. „En uw vader ook niet," vervolgde Virgi nia, die zich niet zoo gemakkelijk van haar stuk liet afbrengen. „Hoe vreemd, 's Zondags geen enkele godsdienstoefening bij te wonen Ik zou mij ongelukkig gevoelen. Gelukkig da), ik hier dicht bij een kerk ben Anders hadden zij mij nooit hierheen laten gaan." „En waarom niet 't Is toch maar een zaak van gewoonte. Als men in God gelooft, kan men altijd en overal tot Hem biddenzei Madeline, terwijl zij even de schouders op haalde en nauw hoorbaar zuchtte. Virginia hoorde het echter. „Dat kan men natuurlijk doen. Hij is overal. Maar men ge- alle menschen, die tot de kennis der waarheid willen komen." Het R. K. geloof, schreef de zelfde freule op een andere plaats, is een macht en een kracht, die, .naar mijn overtuiging de eindoverwinning moet behalen op ons protestantisme dat niets is. Ik weeriwel, dat ik nu alle moderne dominees aan den hals zal krijgen, maar ik aarzel niet, als mijn meening uit te spreken, dat het zooge naamde moderne protestantsche Christendom een phrase is niets anders. Ziedaar het getuigenis van een protestante over het afbrokkelend, zich meer en meer nrn- derniseerend protestantisme. Zouden de protestante voorgangers of dominees somtijds bevrecd zijn, dat de Roomsche Kerk partij zal trekken van de verdeeldheid onder de protestantsche broeders Men zou het haast gaan denken, wanneer wij het kabaal nagaan hetwelk dezer dagen in protestantsche kringen wordt aangeheven over de opheffing van het processie-verbod. Want hoe verdeeld onze protestantsche ge- loofsgenooten ook zijn, in ééne zaak zijn zij eensgezind, nl. in de bestrijding van Rome. Dan geldt onder hen nog immer de keuze liever Turksch dan Paapsch De invloed, de macht en de glorie van Rome is hun een doorn in hot oog. Zij kunnen het niet verkroppen, dat de Katho lieke kerk, waarvan zij zich eenmaal hebben los gescheurd meer en meer veld wint en in bloei toeneemt. Rome treedt in den laatsten tijd al te 'driest op en als het zoo doorgaat, zal onze natie spoedig haar protestantsch karakter verloren hebben. Daar heeft men de conferentiën, voor andersdenkenden in verschillende plaatsen g* houden, welke ook door de protestanten druk bezocht worden. Dan ons hedendaagsch ministe rie, waarin drie katholieke ministers zitting heb ben en waarvan zelfs de minister-president een vurig katholiek is. Vervolgens deR. K. Landdag in Rotterdam, die zulk een schitterend vei loop had En nu weer de opheffing van het processie verbod. Geen wonder, dat al deze gebeurtenissen een dominee Bolland en Krop, alsmede hunne volgelingen een nachtmerrie op het lijf jagen. Vrees en angst en groote verontwaardiging heeft hen aangegrepen. Tegen dit zwarte gevaar dient ewaarschuwd en aan de priester-heerschappij paal en perk te worden gesteld. Vandaar liet lawaai in het protestantsche kamp, hetwelk aan de woedende Aprilbeweging van 1853 herinnert, toen de bisschoppelijke hiërarchie in ons land hersteld werd. Ook Schiedam heeft alarm geblazen tegen het zwarte gevaar. Het was Woensdag-avond, dat in de groote kerk een samenkomst plaats had tegen de op heffing van het processieverbod. Dominee Beel-ens uit Utrecht moest weer dienst doen om het onrecht, hetwelk den katho lieken reeds jaren wordt aangedaan, te verde digen.Het was maar goed,dat er niet gedebateerd werd zooals tc Amsterdam, waar deze voorganger het tegen den heer Wolf sch;tterend moest af leggen. Hij kon hier dus rustig protesteeren tegen en.afgeven op die paapsche stoutigheid en die voelt zich zoo gaarne dichter in Zijn nabij heid. Men heeft er behoefte aan. Arme Made line, dat gij dat niet gevoelen kuntvervolg de het meisje, met een diep gevoeld medelij den in haar stom. „Neen, dat kan ik werkelijk niet Ik heb die behoefte niet. Ik heb alles wat ik noodig heb. Papa, noch de anderen hier, hebben er behoefte aan. Dergelijke behoeften vind ik dwaas. Ze kunnen niet bevredigd worden," zei Madeline met grooten ernst. Virginia antwoordde niet. Er was iets in haar gelaat en in den toon der stem van haar vriendin, dat haar waarschuwde niet verder te gaan. Zij gevoelde, dat zij een gevoelige plek had aangeraakt en er, in weerwil van al haar vriendelijkheid, een afgrond tusschen naar en Madeline gaapte. Zij zuchtte, terwijl haar oogen zich met tranen vulden, die zij echter terstond afdroogde. „Daar komt U Buono aan!" riep zij. „Hij zoekt naar u, Ma deline, en wenscht mij zeker honderd mijlen van bier, Nu, missschien hebt gij gelijk, dat gij alles hebt, wat gij noodig hebt. Een vader, die met u dweept, vrienden, een tehuis, een verloofde, alles. Maar ik arm schepsel Neen, neen, ik zou het'buiten den Buon Dio niet kunnen stellen, Zonder Hem zou ik niets hebbenVlug als eeii hinde huppelde zij paapsche afgoderij. Zou het niet beter zijn, dat de protesteerende dominees, in plaats van haat te zaaien in de harten onzer protestantsche geloofsgenooten tegen de katholieke kerk hunnen toehoorders eens wezen op het afbrokkelend protestantisme en hen aanspoorden om met Rome zooveel mo gelijk mede te werken ten einde het voortwoe kerend ongeloof te bestrijden en het Christelijk en godsdienstig karakter onzer natie te behouden. Doch helaas Terwijl zij hun eigen volgelingen al meer en meer naar het ongeloof zien afzakken, kunnen zij niet gedoogen, dat hun schaapjes gaan grazen op de vruchtbare weide der katho lieke kerk. Onze regeering heeft staatsmansinzicht ge- noeg, om te weten, wat haar in dit geval te doen staat en mocht door die opheffing van het pro cessieverbod éen wig gedreven worden tusschen de rechtsche coalitie, dan zal zij wel zoo verstan dig zijn om het voorgestelde artikel terug te nemen. Gods molens malen langzaam en het recht zal toch eenmaal zegevieren. Doch men ziet hier weer uit, dat, als het er op aan komt, de afkeer en haat tegen Rome in protestantsche kringen nog altijd troef is. Ik behoef hier niets meer bij te voegen. Wie zijn kracht zoekt in haat te zaaien tegen andersden kenden en afbreuk te doen aan de glorie en roem van een ander, veroordeelt zich zeiven en geeft getuigenis van zijn zwakheid. Geen toorn moet ons bezielen tegen degenen, die aldus de geloovige schare mislijden. Rome's steenrots zal door hun onwaardig gedoe niet afgebrokkeld worden. Integendeel, hoe meer zij hun snood bedrijf volvoeren en tot dergelijke middelen hun toevlucht nemen, des te meer zal het blijken, hoe arm zij zijn en des te levendiger zullen de misleiden tot de overtuiging komen, dat de R.K. Kerk alleen de stad Gods is, wier licht en grondslag de Heer zelf is, wier glans zich over het geheele aardrijk uitspreidt. Wat nu nog niet bereikt kan worden, zal toch eenmaal komen, wanneer het ongeloof de Pro testantsche kerk tot een ruïne gemaakt heeft. Intusschen moeten wij diep medelijden gevoelen met onze meer en meer afdwalende broeders en zusters in Christus, met hen, in wier hart haat en afkeer gezaaid wordt tegen haar, die toch zoo gaarne alle volken in hare opofferende liefde zou willen omvatten, en een bede moeten wij dage lijks tot God opzenden, opdat Hij het hart dier dolenden door Zijne genade treffe en hen voere tot den éénen waren schaapstal. Pater van Noord. Binnenland. Tweede Nederlandsche Katholiekendag. Zooals reeds eenige maanden geleden is mee gedeeld, zal de tweede algemeene Katholieken dag niet gehouden worden in 1921, doch in de eerste helft van 1922. Thans kan aan deze mede- deeling worden toegevoegd, dat het hoofdbe stuur in zijn onlangs gehouden vergadering heeft vastgesteld, dat de tweede Nederlandsche Ka tholiekendag gehouden zal worden in de Pink- sterweek van het volgende jaar, en wel op Dins- weg, zonder verder op Madeline te letten, die haar wilde tegenhouden, Intusschen was haar vader, nieuwsgierig, eenigszins schuw rondziende, uit een zij laantje op komen dagen. Zijn gezicht klaarde merkbaar op, toen hij zag, dat zij alleen was. „Waar is zij Ik hoorde haar zooeven zin gen," zei mr. Lethebridge fluisterend, ter wijl hij in den ledigen stoel naast zijn dochter plaats nam. „Ze is weggeloopenZe is bang voor u. Ik geloof het ten minste. Ofschoon zij u altijd il Buono noemt," antwoordde Madeline, met een kalm lachje. „Bang voor u, lieve papa Wat een grappig idee. Tussóhen vader en dochter bestond een groote gelijkenis, hoewel velen mr. Lethebridhe voor een onbeduidend man zouden hebben aangezien en Madeline bepaald schoon mocht heeten. Beiden hadden echter denzelfden lach, en afgetrokken, zwevenden blik, alsof zij aan ge heel iets anders dachten dan aan het voorwerp waarop hun oog gevestigd was. Beiden hadden eveneens dezelfde onveranderlijke» plooi in hun lippen, die geheel in tegenspraak was met de onverstoorbare vriendelijkheid die hun eigen scheen. Mr. Lethebridge glimlachte ongeloo- vig. „Bang voor mijArm kind. Dat is werke- dag, Woensdag en Donderdag 6, 7 en 8 Juni 1922. Tevens is besloten, dat deze Katholiekendag zal plaats hebben te Nijmegen. De malaise. In „Vragen van den Dag" besprak De Glercq de malaise jgjjDie heeft nu vijf maanden geduurd. De al lereerste eisch om tot herstel te karnen is v' lgens de schrijver verlaging van den kostprijs. En daar de ondervinding geleerd heeft, dat de daling van den prijs van grondstoffen, energie en bijbenoo- digdheden nog niet voldoende is ^m den kot- prijs zooveel te verlagen als noodig is, moeten dus ook de. loonen naar beneden. Maar ook op dit oogenblik is dit onuitvoer baar, omdat de prijs der meest noodzakelijke levensbehoeften nog niet gedaald is. De oorzaak Het streven van den kleinhandel om het prijsniveau zoo lang hoog te houden, dat de thans aanwezige voorraden nog met winst ge- loodsd kunnen worden. Want men hoort wel allerwegen klagen dat bij de groote prijsdaling de winkels niet goed- kooper verkoopen, maar men vergete niet, dat er nog maar heel weinig winkeliers zijn, die u ar tikelen verkoopen, welke zij tegen lageren prijs hebben gekocht. Immers toen de daling intrad, had elke winkelier een grooten, duur gekochten voorraad. Eerst als deze langzamerhand ver kocht zal zijn, en dit duurt bij het groote gebrek aan kooplust zeer lang, kan hij zijn prijzen verla gen. Logisch geredeneerd zou dus eerst dan de tijd voor loonsverlaging gekomen zijn. Daartegenover staat evenwel, dat de industrie niet zoo lang kan wachten. Zij kan alleen produ- ceeren als de loonen direct verlaagd worden. Waartegen de arbeiders zich verzetten. Om deze reden zal de verlaging van de loön- fractie van den kostprijs langs een anderen weg gevonden moeten worden, n.l. het buiten wer king stellen van de Arbeidswet 1919. Wanneer de Regeering hiertoe overgaat, dan kunnen direct de uurloonen verlaagd worden, waardoor de kostprijs daalt en de productiemo gelijkheid toeneemt. De schrijver verwacht hiervan de redding voor de productie onzer industrie. „Zoodra de werkduur weer vrij is en men zoo lang mag laten werken als voor de rentabiliteit van het bedrijf noodzakelijk is, zullen zeker het overgroote deel der stilliggende bedrijven weer loonend kunnen produceeren. Hierdoor zal de werkloosheid afnemen waar door aan de Regeering, die thans plannen tot steunuitkeering overweegt, vele financieele of fers bespaard worden. Is eenmaal de crisis voorbij en zijn handel en nijverheid weer gekomen in normale banen van een gestabiliseerde economische constellatie, dan is er gee bezwaar tegen om de Arbeidswet 1919 opnieuw in te voeren. lijk vreemd. Zij zingt lief, Madeline. Maarwst een zonderling instrumentvervolgde hij met een zenuwachtigen blik op de guitaar met de roode banden, die Virginia op het gras had laten liggen. „Haar guitaar Ge hebt dus al dien tijd ge luisterd, Papa Dat zal haar genoegen doen I" „Ja, het was lief." vervolgde mr. Lethe bridge, afgetrokken, „en zij zelf is ook een lief meisje. Maar zoo druk. Zij maakt iemand zenuwachtig. Er is geen kalmte, geen waar digheid, geen gevoel van intellectueele kracht bij haar. Maar voor velen heeft zij ongetwij feld iets aantrekkelijks," liet gij er echtei ter stond >p volgen. „Zij heeft meer verstand, dan gij wel denkt V' zei Madeline. „Maar het kost moeite, cm het er uit te krijger In weerwil van haar leven digheid en schijnbare onberadenheid, geloof ik, dat zij zelfs een zeer goed verstand heeft. Zij heeft een hoogst eigenaardig karakter." Mr. Lethebridge schudde ongeloovig het hoofd. „Wij moeten haar zoo gauw mogelijk zoeken uit te huwelijken," zei hij, na eenige oogenblikken gezwegen te hebben, met groote kalmte. „De jonge Hernby zou niet kwaad zijn. Hij was nog- al met haar ingenomen, naar het scheen. Nu, hij zit er warmpjes in en is van dezelfde religie als zij. Ik geloof wer-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 1