Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
firafls-OngevalieDverzekering
44ste Jaargang.
Maandag 4 Juli 1921.
No. 13076.
m
Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 89.
Abonnementen per 3 maanden ƒ2.per week 15 cent, franco per
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels ƒ1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
levenaluHfe J" ^|ii| veiliee vu II0 f» tKI
invaliditeit t J»U lJ vaat a! aagtl U E U U *n daim
Du venekerlaf wordt |ewaarkev|d deer de Halludwha Kigamaue Tanakaviagakaab sa Mehiadam.
fcjj vardal
van aea
wijsvinger
vardal
eiken endo
ren viager i
Buitenlandscit Nieuws.
-L
NOORWEGEN.
Naar Wolff uit Ghristiania bericht is de sta
king der zeelieden van de Noorsche kustvaart
Vrijdag geëindigd.
De loonei der matrozen en stokers worden ver
laagd met 12 pGt., evenals die der machinisten.
FRANKRIJK EN DUITSCHLAND.
Men meldt uit Parijs
De Fransch-Duitsche economische onderhan
delingen zijn tot 10 Juli geschorst. Hier is men
voldaan over den voorloopigen uitslag. De prijs
van de koopwaar, door Duitschland te leveren,
zal bepaald worden door een Franschman en
een Duitscher, terwijl de commissie tot herstel
den derde zal aanwijzen. Wat de levering in natu-
ra aangaat, stelt men voor de betaling door
Frankrijk over 5 jaar uit te strekken. Dit acht'
men hier nog te kort. Rathenau zal niet te Parijs
komen. Wellicht zal er een nieuwe Fransch-Duit
sche conferentie met Rathenau te Wiesbaden
plaats hebben. Eenige bladen zouden de intrek
king der sancties wenschelijk achten, nu Duitsch
land de bepalingen omtrent vergoeding en ont
wapening ernstig tracht na te komen niet ech
ter de sancties aangaande de bestraffigng dei-
oorlogsmisdadigers. Daarvoor alleen moeten de
bezetting der drie Roersteden en de douanegrcns
echter niet gehandhaafd blijven.
Het „Journal" meent, dat Dusseldorp in elk
geval bezet moet gehouden worden.
De „Petit Parisien" betoogt, dat deDuitsche
regeering de banken aan beide Rijnoevers
controleeren moet, wil ze aan de bepalingen no
pens het herstel voldoen en dat de douane-grens
dit onmogelijk maakt.
OPPER-SILEZIE.
Volgens berichten uit Opper-Silezië, vindt de
ontruimingsactie voortgang, zonder dat de ordo
verstoord wordt. Op 6 Juli zal de Duitsche Selbst
schutz over de Opper-Silezische grens terugtrek
ken.
Naar de Duitsche bladen uit Gleiwitz melden,
is gisteren het spoorwegverkeer met. het Opper-
Silezische industriegebied gedeeltelijk hervat.
ier treinen hebben tusschen Gleiwitz naar Op-
peln geloopen. Gistermorgen vertrok een trein
van Gleiwitz via Gross-Strehlitz en Oppeln naar
Breslau.
GRIEKEN EN TURKEN.
De Temps" deelt mede, dat voor de ont
ruiming van Ismid Grieksche hulptroepen en
zelfs negen Grieksche matrozen de wijk dei-
Muzelmannen en der Joden hebben geplunderd.
Geloofwaardige getuigen zagen honderden
huizen in brand staan. Er zijn 60 lijken, waarvan
de meeste de handen op den rug gebonden had
den. De Grieksche bevelhebber weigerde tus-
schenbeide te komen. De Fransche kapitein
Delor heeft 4000 Muzelmannen toevlucht gege
ven in de Fransche school en fcerk. Het huis van
de paters assomptionisten werd ook door brand
bedreigd.
Een Fransche torpedojager begon den brand
te blusschen, wat Grieksche soldaten trachtten
te verhinderen door geweervuur, maar zij moes
ten vluchten voor de krachtige houding der Fran
sche troepen.
De matrozen van een Amerikaanschen torpe
dojager beschermden de Amerikaansche kolonie.
De Muzelmansche bevolking uit de streek
heeft generaal Pelle een dankbetuiging gezonden.
AMERIKA.
Uit Washington wordt bericht, dat de Senaat
der Vereenigde Staten de resolutie, welke een
einde maakt aan den staat van oorlog tusschen
Duitschland, Oostenrijk en de Vereenigde Sta
ten,met 38 tegen 19 stemmen heeft aangenomen.
In verband met de aanneming in het Ameri
kaansche parlement van de vredesmotie, welke
een einde maakt aan den staat van oorlog tus
schen Amerika en de centrale rijken, staat, ge
lijk gisterenmorgen reeds aan de New-York
Herald" werd ontleend, Harding's voornemen
uit het bezette gebied aan den Rijn terug te
trekken.
De tag te Berlijn ontving hieromtrent uit
Washington de volgende nadere bijzonderheden
De ratificeering van het vredesverdrag
kan wellicht nog een half jaar op zich laten
wachten. De regeering der Vereenigde Sta
ten heeft derhalve besloten om de Ameikaansche
troepen Onmiddellijk uit het gebied van den Rijn
terug te nemen en wel op zijn 'aatst op 4 Juli.
De Engelsche, Fransche en Belgische regeeringen
zijn daarmede in kennis gesteld.
Te Washington verluidt, dat deze maat
regel het gevolg is van de toepassing van een
internationalen rechtsregel, dal. vreemde troepen
niet op grondgebied mogen blijven van een
land, dat met een ander in staat van vrede ver
keert.
Bovendien wordt in regeeringskringen te
Washington verklaard, dat er geen aanlei
ding bestaat om de Amerikaansche troepen
langer aan den Rijn te laten, daar Duitschland
het bewijs levert, dat het zijn verplichtingen
wil nakomen. Staatssecretaris Weeks zal hetbe-
vel tot, terugkeer nog voor 4 Juli uitvaardigen.
ALLERLEI.
Uit Parijs wordt geseind, dat generaal Bail-
laud in Parijs overleden is, ten gevolge van een
val met een vliegtuig. Hij was bevelhebber van
het 20e legercorps in liet Oosten en bezitter van
liet grootkruis van het legioen van eer.
De geallieerde regeeringen zijn het er over
eens geworden, dat van de 6./2 die van de door
Duitschland te betalen som voor schadeloosstel
lingen onder de kleine staten zou worden ver
deeld, slechts 5 aan Zuid-Slavië zal worden
toegekend. Dit besluit is'genomen door de Verte
genwoordigers van Servië, Frankrijk en Enge
land.
De „Vorwarts" verneemt uit Liegnitz, dat
in den nacht van 6 op 7 Juni op het exercitieveld
te Kuest.rin 18 kanonnen, die v.emietigd
moesten worden, gestólen zijn. Alhoewel
voor het transport van deze stukken een groot
aantal manschappen en paarden noodig zijn,
schijnt niemand er iets van te hebben gemerkt.
In Italië zijn thans 300.000 werkloozen.
400.000 arbeiders werken maar drie dagen in de
week.
Het Engelsche Lagerhuis heeft Vrijdag ge
debatteerd over de besluiten van de Washing-
tonsche arbeidsconferentie. Minister Macnamara
stelde een motie voor, die de goedkeuring van
het Huis laat uitspreken over de houding van de
Engelsche regeering ten opzichte van die beslui
ten. Hij zei, dat de meeste conventies en bepa
lingenvan deWashingtonsehe conferentie door de
regeering aanvaard en uitgevoerd waren doch
van de zes conventies konden er twee niet worden
aanvaard, n.l. die met betrekking tot moedei-
schapszórgen en die omtrent den wekclijkschen
werktijd van 48 uren.
De reden der afwijzing van de eerste dezer
conventies was, dat zij alleen betrekking heeft
op werkende vrouwen terwijl hier te lande onder
de algemeene ziekteverzekeringswet ook aan niet
werkenclë vrouwen van verzekerde werklieden hij
bevalling uitkeering wordt -verleend. De confe
rentie omtrent de 48-urige werkweek was niet te
vereenigen met de vrijwillige overeenkomst hier
te lande aangegaan tusschen de vakverenigin
gen van spoorwegpersoneel en de spoorwegmaat
schappijen waarbij werd bepaald, dat de weke-
lijksche werktijd ten hoogste48 uur zal bedragen,
doch met extra Zondagswerk voor zekere cate
gorieën van het spoorwegpersoneel om de drie
Zondagen. De regeering was bereid deel te ne
men aan de andere conventie voor de vaste re
geling van den werktijd.
De oud-minister en arbeidersafgevaardigde
Georges Barnes, die als eerste regeeringsge-
delegeerde aan de Washingtonsche conferentie
heeft deelgenomen en daarvoor bepaalde in-
striifties had ontvangen, betreurde het besluit
van de regeering om de beide andere conventies
niet te bekrachtigen, hetgeen zij naar zijn mee
ning moreel verplicht was. Ook Glynes, leider van
de Labourpartij laakte de houding der regeering.
Hij wilde het parlement laten uitmaken of beide
conventies al dan niet bekrachtigd dienen te
worden. Lord Robert Cecil was eveneens van
meening, dat de regeering na eenmaal officieele
gedelegeerden met vaste instructies naar Wash
ington te hebben gezonden, zich nu niet kan ont
trekken aan Je plicht, de daar genomen besluiten
uit te voeren.
Minister Chamberlain meende, dat over het
algemeen de arbeidswetgeving in Engeland
verder gaat dan in de meeste andere landen en
ofschoon de regeering van liarte heeft medege
werkt aan de stichting van het nationaal ar
beidsbureau onder den Volkenbond lijkt een uni
forme wetgeving vooral in zake de werktijd moei
lijk, zoolang sommige groote lan den als Amerika,
Duitschland en Rusland buiten den Volkenbond
staan en derhalve niet gebonden zijn aan de be
sluiten van de arbeidsconferentie.
Biuneulaud.
Belasting waardevermeerdering van onroerend
goed.
Door het bestuur der vereeniging van Chris
telijke Werkgevers en Groothandelaren in Ne
derland (Christelijke Werkgevers-Vereeniging)
is in verband met het bij de Tweede Kamer
i ngekomen Ontwerp van Wet om een belasting
te heffen van de waardevermeerdering van on
roerend goed en van de tegen dit ontwerp van
wet ingebrachte bezwaren een adres gezonden,
waarin wordt verklaard, dat, wanneer jdit ont
werp tot Wet zou verheven, hierdoor een zeer
onbillijke belasting tot stand zou komen. Hier
voor voert adressant eenige argumenten aan.
Het bestuur der vereeniging spreekt ten
slotte den wensch uit, dat de kamer het ont
werp van wet onaannemelijk zal verklaren.
A. F. van Wezel f.
Aan boord van een der stoomschepen der Hol-
land-Amerika lijn, die op weg was naar Holland,
is overleden de heer A. F. van Wezel, een dei-
bekendste zakenlieden in den diamanthandel.
Hij was naar Amerika gegaan om zijn zaken af te
wikkelen.
Van Wezel is de onbekende edelmoedige gever,
geweest, die een millioen francs heeft geschonken
voor den wederopbouw van België en een millioèn
v'oor Frankrijk.
Het was de eerste die Nederiaödsche dia
mantslijpers en klovers naar Amerika bracht,
om daar het vak te beoefenen. Ook heeft hij
daar een eigen fabriek opgericht
De overledenen Iaat vele millioenèn na.
l)e dienstweigeraar Groencudaal.
De vereeniging van Socialistische predikanten
heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer
aan de ministers van binnenlandsche zaken, van
oorlog en van justitie, waarin wordt aangedron
gen op de onmiddellijke invrijheidstelling van
den dienstweigeraar Herman Groenendaal, in
afwachting van een wet, die de rechten en plich
ten van dienstweigeraars om des 'gewetens wil,
regelt.
Het Marinebudget.
Blijkens het Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer over de suppleloireMarinebegrooting voor
1919 werd van verschillende zijden de klacht ver
nomen, dat hier weder verhooging ,van een
der hoofdstukken van de Slaatsbegrooting
wordt voorgesteld. De leden, hier aan 't woord,
meenden, dat aan dergelijke verhoogingen een
einde behoorde te komen en dat het met het
oog op 's Lands financiën meer dan tijd was.
dat de regeeririg zich hield aan eenmaal vast
gestelde begrootingen.
Ook werd in dit verband herinnerd aan
hetgeen de minister van Financiën 9 Juni j.l.
bij de behandeling van de jongste wijziging
der successiewet in deze Kamer heeft gezegd,
namelijk dat de leden, die niet spreken en niet
stemmen tegen wetsontwerpen als deze, mede
doen aan de verhooging der uitgaven. Wat
baat het, zoo werd gevraagd, uitgaven af te
stemmen, die reeds zijn gedaan Opdrijving
der uitgaven kan in dezen niet, aan de Kamer
worden verwelon, maar uitsluitend aan den
minister, die vooruitloopende op goedkeuring
der Skaten-Generaal, de begrooting over -
schrijdt.
Ons leger.
Liet voorloopig verslag der Tweede Kamer in
zake het voorstel van wet van de heeren Bomans
en Deckkers tot het nemen van maatregelen ter
voorkoming van de inlijving der voorloopig
vrijgestelde dienstplichtigen der lichting 1921
is Zaterdagavond verschenen
Met de strekking van het voorstel kon men
zich vrij algemeen vereenigen.
Int.usschen had de overhaaste indiening van
dit voorstel op denzelfden dag, waarop de mi-
nisberiéele crisis was ontstaan, op verscheide-
nen leden niet een onverdeeld gunstiger, indruk
gemaakt.
Deze leden achtten het optreden van de voor
stellers, waarbij zelfs de schijn van zekeren
politieken wedijver niet vermeden werd, niet
gelukkig. Zij betwijfelen of dit de juiste ma
nier was om gewichtige zaken te behandelen.
Te minder om gewichtige zaken te behandelen.
Te minder aanleiding bestond er ,naar de
liierbedoelde leden opmerkten, voor zulk een
voorvarendheid, omdat er volstrekt geen peri-
culum in mora is.
Daargelaten de vraag, of een spoedige op
roeping van de bedoelde 10.000 man niet op on
overkomelijk technische moeilijkheden zou
stuiten, is de regeering allerminst verlicht deze
aanstonds met 1 Sept. op te roepen en in te lij
ven.
Wat betreft de wenschelijkheid, dat de be
langhebbenden spoedig zekerheid verkrijgen
omtrent de vraag, of zij al dan niet zullen moe
ten opkomen, zouden de leden, Kier aan het
woord, wenschen aan te voeren, dat liet mid
del, voor de bereiking van dit doel gekozen, on
deugdelijk is. De Staten Generaal kunnen
geen enkele wet, dus ook niet de thans voor
gestelde, tot stand brengen zonder de mede
werking der regeering.
En het mag wel ais zeker worden aangeno
men, dat geen der miristers, behoorende Lot
het tegenwoordige kabinet, zoolang liet demis-
sionnair is, bereid zal worden gevonden aan
het tot stand komen van de wet, wordt zij dooi
de Staten-Generaal aangenomen, zijne mede
werking te verleenen. Zekerheid zullen de be
langhebbenden dus toch niet kunnen verkrij
gen, zoolang de huidige crisis niet is opgelost.
De bijzondere spoed, door de voorstellers be
tracht, mist derhalve ook uit dit oogpunt be
zien allen grond.
Bestond dus bij verscheidenen leden beden
king tegen de overhaadting, wqarmede het on
derhavige wetsvoorstel werd ingediend, ook
het feit zelf, dat een voorstel als dir van de
zijde der Kamer zerd aanhangig gemaakt,
achtten dezelfde leden niet zonder bezwaar.
In elk geval oordeelden deze leden, onder
wie er zich bevonden, die er prijs op stelden,
uitdrukkelijk te verklaren, dat zij in beginsel
allerminst tegen het gedane voorstel gekant
waren, het noodzakelijk, dat de beslissing over
de in dit voorstel vervatte vraag worde uitge
steld, totdat de crisis zal zijn opgelos» en er
gelegenheid zal hebben bestaan van het oor
deel ter regeering te dezer zake kennis te nemen.
Uitstel van de mondelinge'beraadslaging over
dit wetsvoorstel tot de normale hervatting der
werkzaamheden van de Kamer in Sept. a.s.
werd in verband hiermede in overweging ge
geven.
Wenschte een deel der leden, hierboven aan
't woord, zich in verband met de bij hen be
staande bezwaren hun stem over het voorstel
voor te behouden, ook waren er onder deze
leden enkelen, die verklaarden, bezwaar
lijk hun stem daaraan te kunnen geven. Want
ook tegen de strekking van het voorstel be
stond bij hen bedenking. Deze leden zagen in
de voorgestelde schrapping van het 2e lid van
art. 2. der meergenoemde wet van den 16 en
Febr. 1921 een gevaar voor onze weerkracht.
Zeer vele leden daarentegen verklaarden
zich met het wetsvoorstel zeer wel te kunnen
vereenigen. Sommigen van hen wenschten zelfs
te getuigen, dat, zij de indiening daarvan met
geestdrift hadden begroet.
Vele leden spraken den wensch uit, dat de
Kamer dit voorstel spoedig in openbare be
handeling zal nemen en er hare goedkeuring
aanhechten.
Dat door de voorstellers te grooten spoed zou
zijn betracht, konden de hier aan het woord
zijnde leden niet toegeven.
Ook het bezwaar tegen de strekking van het
voorstel te berde gebracht, achtten meerdere
leden niet gegrond
Sommige leden gaven als hun oordeel te
kennen, dat een maatregel als de thans voorge
stelde, eigenlijk overbodig is, wijl art. 4 van
de Militiewet bepaalt, dat elke lichting „ten
hoogste" 23.000 man bedraagt.
Verscheidene andere leden, die in verband
met de boven weergegeven beschouwingen
reeds thans wenschten te verklaren, dat zij in
de toekomst niet bereid zouden worden gevon
den aan eenige uitbreiding van de werking der
wet houdende tijdelijke afwijkingen van de
Militiewet hunne medewerking te verleenen,
omdat zij een jaarlijksch contingent van 13000
man ten aanenmale onvoldoende achtten,
meenden zich intusschen tegen het thans in
betandeling zijnde voorstel niet te moeten ver
zetten op grond van de omstandigheid, dat,
ware de nieuwe diensplichtwet tijdig tot stand