DAGBLAD VOOR OMSTREKEN Virginia's levensloop. FEUSLtETO 44ste Jaargang. Maandag 1 Augustus 1921. No. 13100. Bureau: KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal «5. Postbus: 39. Abonnementen per 3 maanden 2.per week 15 cent, franco per post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentiën: 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. -per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Biiiteniaudseb Nieuws. DE INTERNATIONALE ONTW APENING. Reuter deelt mede, dat Amerika elk denkbeeld van afzonderlijke onderhandelingen met mogend heden, welke uitgenoodigd zijn voor de confe rentie betreffende de beperking der bewapenin gen en de kwesties van het Verre Oosten, zal verwerpen. Vernomen wordt, dat althans één mogendheid de wenschelijkheid van zulk eqn partieele conferentie heeft bepleit. Verder wordt nog gemeld, dat Briand Woens dag j.l. den gezant der Vereenigde Staten, Myron T. Herrick, in audiëntie heeft ontvangen. Het onderhoud liep hoofdzakelijk over de a.s. Washingtonsche conferentie, welke den 11 en November bijeen zal komen. Indien deze datum zou worden gehandhaafd, zal Briand zijn voornemen, om zelf zijn land op die conferentie te vertegenwoordigen, niet ten uitvoer kunnen brengen. In dat geval zou hij Rerié Viviani verzoeken, Frankrijk op de conferentie van Washington te vertegenwoordigen. Viviani zou dan verge zeld worden door Albert Sarraut. OPPER-SILEZIE. Naar Reuter verneemt is het Engelsch-Fran- sche geschil veel verbeterd de verschillende misverstanden zijn uit den weg geruimd en de toestand tusschen beide regeeringen is thans op geheel voldoende wijze opgehelderd. De bladen behelzen een mededeeling, waarin gezegd wordt, dat de door Engeland tot Frank rijk gerichte nota gevolgd is door een accoord, dat officieel verklaard wordt bevredigend voor de Engelsche en de Fransche regeering te zijn. Onder deze omstandigheden is er geen kwestie van de bewoordingen der nota te publiceeren. De vrees, dat de solidariteit in de actie der bond- genooten belemmerd zou worden, is verdwenen. De „Westminster Gazette" zegt, dat de Engel sche nota aan Frankrijk gevolgd is door een over eenkomst tusschen beide landen, welke officieel geheel bevredigend wordt genoemd voor beide partijen. Volgens de Temps" zou Donderdag de Duit- sche regeering aan den Franschen gezant te Berlijn een nieuwe nota hebben overhandigd, waarin de Duitsche regeering mededeelde, dat zij liet vraagstuk van het zenden van troepenver- sterkingen naar Opper-Silezië niet uitsluitend van een juridisch standpunt wenscht te beschou wen, doch voornemens is het besluit van den oppersten raad, die weldra bijeen zal komen, aan te nemen. Het Parijsche blad voegde er aan toe, dat deze Duitsche nota, die zeer hoffelijk was op gesteld, er toe zou bijdragen de taak van den op persten raad bij het nemen van een besluit te ver gemakkelijken. Officieel wordt te Berlijn thans medegedeeld, dat hier van een tweede Duitsche nota in deze kwestie geen sprake is. Er is slechts een nota overhandigd en wel als antwoord op de Fransche nota van 16 Juli. Dit antwoord ging gepaard met den bekenden brief van minister dr. Rosen aan den Franschen gezant Laurent. In dezen brief werd de vraag gesteld of het transport van troepenversterkingen naar Opper-Silezië door alle drie de geallieerde mogendheden werd Verlangd. Later is toen nog een tweeden brief aan den Franschen gezant gericht, die eveneens betrekking op de kwestie der troepentransporten had. Vermoedelijk is het deze brief, die de Temps" als tweede nota bestempelt. Het blad publiceert den inhoud van den brief, die daarop neerkomt, dat Duitschland verklaart het besluit van den 42 „Natuurlijk ben ik baar vriendin. Ik houd zelfs veel van haar. Maar er bestaat toch zoo iets als recht en eerlijkheid, niet waar En ik gevoelde mij verplicht, u alles te zeggen, wat ik wist. Nu spijt het mij, dat ik het gedaan heb zeide zij, terwijl zij als een kind begon te snikken. „Wat gaat het mij ook aan Maar de gedachte maakte mij ziek, en ik wist niet beter dan het u te zeggen. Hoe kon ik er met Madeline of tante Johanna over gesproken heb ben Of met mr. Eraser, die reeds alles weet? Nu, ik wasch mijn handen in onschuld En meteen liep zij weg, met de houding eener belee- digde koningin. Het gehoorde had op Amyott een diepen indruk gemaakt, waardoor luj haar verstoord heid niet scheen op te merken; maar nu gevoelde hij toch, dat hij misschien wel wat onbeleefd te gen haar was geweest. „Vergeef mij, Miss Neville, zei hij vriendelijk, terwijl hij zijn hand op haar schouder legde, om haar tegen te houden. „Ben ik niet eenigszins te verontschuldigen Gij hebt mij een blik doen slaan in een wereld, die ik niet mag binnengaan. Ja, ik ben arm en zou even graag rijk zijn als ieder ander. Maar gesteld, dat uw gegevens waar zijn, hoe zou ik dan de zaak kunnen aanvattenHoe zou ik Madeline kun nen berooven van hetgeen zij altijd als het hare oppersten raad te zullen erkennen. Dit zegl, natuurlijk niet dat Duitschland zijn in den eer sten brief uiteengezette juridisch standpunt op geeft. Integendeel wordt in den tweeden brief het standpunt, dat reeds in den eersten brief tot uiting kwam, herhaald en onderlijnd. Wat den toestand in Opper-Silezië zelf betreft, wordt bericht, dat er alleen goede orde heerscht in liet gebied, dat Zaterdag nog door de opstan delingen bezet was. Het gebied, dat zoogenaamd door de zelfweerbaarheid ontruimd is, is vol stormtroepen, waaronder vooral veel uit Beieren. Tot 16 Juli lokten de leden van de Orgesch en van het Oberland onophoudelijk botsingen uit en vie len op klaarlichten dag de Polen en Franschen aan in de straten van de steden, die door de ge allieerden bezet waren, zelfs te Oppeln. Op 16 Ju li hielden, op een geheimzinnig bevel uit Berlijn de straat-aanvallen te Oppeln en andere steden plotseling op, maar op het platteland duurde het, schrikbewind voort. Het zijn niet meer alleen de Polen, die er slachtoffer van zijn, maar ook de Duitschers, die van lauwheid beschuldigd wor den. de opperste raad. Volgens Havas heeft het. Reuter-bericht over de aanvaarding van de door Frankrijk voor gestelde oplossing van het Opper-Silezische vraagstuk door Engeland groote voldoening gewekt. De openbare meening m Frankrijk zal het zeer op prijs stellen, dat de Engelschen de verzoeningspoging van de Fransche regeering in gunstigen zin beantwoord hebben. Men zal de bereikte overeenstemming over de te vol gen gedragswijze opvatten als voorbode van een algemeene vriendschappelijke regeling in zake de kern van de zaak. Tot de vergadering van den Oppersten Raad op 8 Augustus zal ook België worden uitge noodigd. Amerika zal een gedelegeerde als auditor sturen. Men zal eerst de kwestie van de versterkingen en daarna die van de ver deeling van het plebiscietgebied regelen. Ver volgens zal men het vraagstuk van de von nissen van Leipzig overwegen. Waarschijnlijk zal het vraagstuk van de schadeloosstellingen niet in zijn geheel aa> de orde komen, daar de ministers van finan ciën onmiddellijk daarna verschillende kwes ties van technischen aard, zooals de betaling van de bezettïngskosten, moeten behandelen. De Raad zal beginnen met handhaving van drie sancties, doch tevens rekening houden met de algemeene opinie, dat de beslissingen omtrent de sanctie aan de beoordeeling van de commissie van de garanties moeten wor den overgelaten. Waarschijnlijk zal de raad zich bezighou den met de middelen om den hongersnood in Rusland tegen te gaan. Aangezien ae missie- Hansen mislukt is wegens de onvervulbare voorwaarden, welke de Sovjet-regeering stel de, zal deze alleen de voedselvoorziening en hulpverleening moeten controleeren. Wellicht zal de Raad ook de Oostersche kwestie ter hand nemen, hoewel Griekenland geen bemiddeling van de geallieerden wenscht. De zitting van den Raad zal waarschijnlijk acht tot tien dagen duren. ENGELAND. Lloyd George heeft, in zijn verklaring in liet Lagerhuis over de positie van den koning en het Nortcliffe-interview o.m. het|volgende ver klaard „Z. M. wenscht bekend te maken, dat heeft beschouwd „Is dit mijn zaak?" antwoordde Virginia bits. Maar zij zag iets in zijn gelaat, dat haar toorn terstond deed bedaren. „Ik heb er over gedacht. Er is één weg," zeide zij fluisterend. „En die is Hij schudde het hoofd ongedul dig en bloosde. „Waar denkt gij aan Zij trouwt immers met Fraser", zeide hij scherp. Dat weet ik wel. Maar als het blijkt, dat Fraser haar niet waardig is en hij opzettelijk voor haar verbergt, dat gij we licht de recht matige erfgenaam zijl, en dat hij valsch, zelf zuchtig en oneerlijk is „Zwijg In Godsnaam zwijg 1" viel Amyott haar in de rede, terwijl hij de hand op haar mond legde. „Ge zegt daar vreeselijke dingen, miss Neville „Vergeef mij, Cara Madonna Virginia be gon haast te schreien. „Ik voel, dat ik in dit huis slecht wordt. En hoe kan het ook anders. Laat mij gaan, mr. Amyott. Ik heb u niets meer te zeggen." Hij stak zijn arm door den haren. „Ik heb u doen schrikken arm kind zei hij vriende lijk. „En wel bezien, hebt gij niet anders dan uw plicht gedaan. Gij meent het goed met ons. Ik zal er over denken," vervolgde hij, alsof hij een poging deed om zijn gedachten te verza melen. „Er is nog een andere oplossing, waarop niemand van ons gerekend heeft. Gij zegt, dat Fraser alles moet weten, tenminste alles, wat mijn oom wist. Hij zal er zeker gebruik van ma ken." in tegenspraak met hetgeen in het interview was te verstaan gegeven hij in zijn rede tot liet Noordelijke parlement in Ierland, het on veranderlijke constitutioneele gebruik had ge volgd, dat wordt in acht genomen bij troon reden in het Brilsche parlement (d.w.z. dat het kabinet daarin is gekend en de redevoeringen heeft goedgekeurd). Thomas, de leider van de arbeiderspartij, maakte van de gelegenheid gebruik om te ver klaren, „dat de positie, die Z. M. in dit land in neemt, niel, achterstaat bij die van welken anderen koning ook, waar ook ter wereld. Dat was het gevolg van „de goede en verstandige gewoonte" dat er voor hem geen verschil van klasse of geloof bestond, cn dat hij besefte, dat de belangen van het volk zijn eerste en voor naamste zorg uitmaakten. De koning had altijd als een grondwettig vorst gehandeld, en indien morgen aan den dag de arbeiderspartij aan het bewind zou komen, dan zou meende spr. do koning even ge redelijk haar adviezen aanvaarden als hij het thans die van de huidige regeering deed. Het is de plicht van iedereen in het parle ment om zich aan te sluiten bij het waardige protest dat de koniug in het belang van zichzelf en van het grondwettelijk gezag, in den lande had laten liooren. "Z. M. is een van de trouwste dragers geweest van de waarlijk grondwettige beginselen, die ooit op den Britschen troon heeft gezeten, en door de wraking der aan hem toegeschreven woorden heeft hij gehandeld in overeenstemming met hetgeen het geheele volk des lands en zijn getrouwe Lagelhuis van hem verwachtten". Wat uit New-York wordt gemeld, verklaart de „New-York Times", dat het (door Lloyd George in liet Lagerhuis als leugenachtig ge wraakte) interview niet door Northcliffe was gegeven, 'och 'oor Wickham Steed, de hoofd redacteur voor de rubriek „bui enland" van de „Times". Het interview was (zegt de „N. Y. Times") weergegeven door betrouwbare ver slaggevers. Later heeft Steed meegedeeld, dat het inter- viewwerden had bevat,die niet hadden moeten woideu gepubliveerd. Steed had geen gelegen heid gehad het interview door te lezen vóór het gepubliceerd werd Northcliffe had geen interview gegeven en dat was ook niet door de „N. Y. Times" ge meld. HONGARIJE. Naar Wolff meldt heeft in de nationale ver gadering de voorzitter Rakowsky verklaard, te vreezen, dat hij niet langer het vertrouwen van alle partijen bezat, reden waarom hij besloten had, zijn ambt neer te leggen. Zijn aftreden hield verband met de verdeeld heid in zake de koningskwestie. RUSLAND. Naar uit Hamburg wordt gemeld is daar een Duitsch schip aangekomen, dat een lading erts naar Rusland had gebracht en te Petrograd had gelost. De kapitein verklaarde bij zijn terugkomst te Hamburg, dat de stad Petrograd een vree- selijk aanzien vertoont. Alles is er zeer ver vallen. Van de huizen is alle hout afgebroken 0111 het als brandstof te gebruiken. Ook is over al het houten plaveisel opgebroken. De voor deuren van de huizen zijn meestal dichtge spijkerd en men gaat door de achterdeur bin nen. „Meent ge," vroeg Virginia hem nieuws gierig aanziende. „Ik weet het niet, maar hij haat mij" zei Amyott toornig. „De verzoe king zal vreeselijk zijn." Virginia vouwde haar handen. „Wat heb ik gedaan riep zij uit. „Misschien heb ik door stil te zwijgen hem in verzoeking gebracht. Hij moei alles weten. Ik zal hem zeggen, dat ik dien brief geschre ven heb. Het zal het beste zijn. „Ik weet niet wat het beste is," zei Ralph op een doffen toon. „Misschien is alles wel een droom." Al wandelende waren zij in het gezicht van het huis gekomen. Toen Virginia de gesloten vensters zag, die door de maan beschenen wer den, overviel haar een lichte huivering. Door een ervan, dat van de kamer van mr. Lethebridge droifg een geel licht. „Een droom, dat hij dood is?" zeide zij. „Mocht het waar zijn. Mijn lieve moeder Fran- cisca zou ik in deze wereld niet terug wenschen, want zij is zeker in den hemel, maar il Buono En toch wasook hij goed op zijn manier en God is barmhartig. Ongetwijfeld komt hij een maal ook in den hemel." Zij sprak zoo zacht en met zooveel overtuiging, dat Amyott plotse ling een gevoel van schaamte bij zich voelde op komen. ,,'t Is afschuwelijk over die ellendige we- reldsche belangen te denken, in tegenwoor digheid van zulk een mysterie," zei hij met een vluchtigen blik op het venster. „De man was altijd zoo goed en vriendelijk voor mij, De meeste zaken zijn gesloten. Bij de tram halten staan groote rijen passagiers te wach ten op de trams om mee te rijden. Ook ziet men nog eenige drosjka's rijden. Een korte rit kost 80.000 roebel, 'n kop koffie 2.600 rbl., een glas limonade 1500, een kilogram cacao 4000 en ook een pond brood 4000 roebel. Op liet oogenblik worden te Petrograd ver scheidene Engelsche en Duitsche schepen met levensmiddelen gelost. Uit Riga wordt aan het blad „Politiken" gemeld Over geheel Rusland breidt het rooverwezen zich uit. Ten gevolge van den hongersnood en de daaruit ontstane vertwijfeling en moede loosheid hebben zich een groot aantal ongure elementen der bevolking, waaronder ontslagen roode gardisten, tot benden aaneengesloten. De „Prawda" schrijft Het leven op het lana is door deze rooverbenden geheel ondragelijk geworden, die op een zoodanige wijze optre den, dat de plaatselijke overheden volkomen machteloos tegenover hen zijn. De roovers slaan de Sovjet-beambten neer en plunderen de boeren totaal uit. JOEGO-SLAVIE. Uit Belgrado wordt gemeld, dat thans vast staat, dat het communistisch complot, dat den moord op den Servischen minister Drasjkowitzj beoogde, een grooten omvang had. Er is een lijst gevonden van nog andere publieke personen waaronder zich ook de namen bevonden van den premier Paritzj, van den voorzitter van de natio nale vergadering dr. Hribar en van verschillende leden van de Servische socialistische partij. Als de uitvoerder van den moord beschouwt men thans den handelsstudent Rudolf Ircigonia. MAROKKO. De laatste officieele mededeelingen, welke uit Madrid zijn ontvangen, melden, dat de toestand in de streek van Melilla zeer verbeterd is. In ieder geval laten de berichten, welke van ver schillende zijden, ondanks de strenge censuur beginnen binnen te komen, niet in de minste mate twijfel aan de grootte van de door de Spaansche troepen geleden verliezen. Alle Spaansche posten in het landbouwge bied van Kent en de Marchiea zijn in han den gevallen der inboorlingen, die ten Oosten van de baai van Melilla de zeekust zelfs heb ben bereikt. In officieele kringen blijft men de ramp van Anual toeschrijven aan het feit, dat de inland- sche troepen op groote schaal zijn gedeser teerd. Generaal Beriiiguer is van meening, dat de afvalligheid der inlandsche troepen in hoofd zaak te wijten is geweest aan den algemeenen indruk, langs de geheele linie bij de inlanders gewekt, dat, behalve Benitz en de officieren die zelfmoord hadden (gepleegd wat de generaal ontkent) het geneele garnizoen van Igueruben in de handen van den vijand waren gevallen. Dat was de eerste vonk, welke de geheele streek in vlam zette. De laatste berichten uit Marokko melden, dat de kolonne van San Jurgo versterkingen heeft opgeworpen ter versteviging van het front Atalaion-Sidridah. Bij deze verrichtingen leden de Spanjaarden eenige verliezen door vijandelijk mitrailjeursvuur. De stellingen van Zeloean, Nador en Mont Arroeit houden hun tegenstand vol. Van de overige stellingen valt geen wijzi ging in den toestand te melden. totdat Hij voltooide den zin niet, daar hij bespeurde, dat hij alleen was. Virginia was weggeloopen en neigens te zien. Alleen meende hij haar kleedje om den hoek van hel. huis te zien verdwijnen. Ralph gevoelde zich droevig te moede. Zóó had zij te Parijs ook gedaan. Hij dacht haar vertrouwen te hebben gewonnen en zij ontweek hem. Uit lichtvaardig heid of speelschheid Maar misschien was hij wel onbeleefd tegen haar geweest. In die sombere wo ning had zij toch ook haar leed in eenzaamheid te dragen. Hij had er niet aan gedacht, om haar eenige deelneming te betuigen, doch nu zij niet meer aan zijn zijde was, herinnerde hij zich den pijnlijke trek 0111 haar mond en de uitdrukking van diep gevoeld leed in haar oogen. De buitengewone mededeeling waar van zij hem in kennis had gesteld, kwam hem n een nieuw licht voor. Hij had die met een zekere norschheid ontvangen, en toch hoe zwaar had het haar niet moeten vallen, om in zulk een kiesche zaak te handelen. Die wroeging' maakte echter weldra plaats voor een gevoel van ver lichting over haar vertrek, toen hij stappen op het kiezelzand hoorde en Fraser herkende. De beide mannen zagen elkander eenigen tijd aan, zonder een woord te spreken. Doch toen Fraser eindelijk met een ijskoud „goeden avond" plot seling omkeerde, voelde Amyott zich gedrongen hem even op den schouder te tikken en te zeggen „Weet gij iets van de zaken van oom Ma deline is natuurlijk de eenige erfgename (Wordt vervolgd.) NIEUWE OURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 1