DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN 44ste Jaargang. Zaterdag 8 October 1921. No. 13157. Bureau KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. - Postbus39. Abonnementen per 3 maanden 2.per week 15 cent, franco per post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentiën: 15 rebels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Binnenland. Plannen voor =ecn Nederl. Tentoonstelling te Kopenhagen. Zaterdag jl. heeft in den Haag een bespreking plaats gehad tusschen den lieerH. Jesperen,gedele geerd aestuurslid der Deensch-Nederlandsche vereeniging te Kopenhagen en het Dag. Bestuur der Vereeniging „Nederland in den Vreemde" over het event, houden eener Nederlandsche tentoonstelling te Kopenhagen in den zomer van het volgend jaar. Het Kopenhaagsche Comité had zich voorgesteld in samenwerking met de vereeniging pogingen in het werk te stellen tot het wekken van belangstelling voor deze onderneming, die inzendingen op industri eel, koloniaal, land- en tuinbouwgebied zal be vatten, naast een kunsttentoonstelling, voor drachten, concerten enz. Besloten werd tot oprichting van een comité, dat op zal wekken tot deelneming en waarvan het secretariaat gevestigd zal zijn in het ad ministratiegebouw van de Jaarbeurs te Utrecht, alwaar belanghebbenden zich reeds kunnen aan melden Aan de besprekingen namen voorts nog deel de heeren E. Moresco, secretaris-generaal van het Dep. van Kolonie Dr. Lovink van het Dep. van Landbouw, de heer Bruinwold Rie del voor de Scandinavische commissie, de ar chitect J. Koning, technisch adviseur en de heer H. Salomonson, oud-vertegenwoordiger der vereeniging voor Scandinavië. De kosten van de Volkstelling. De Minister van Binnenland sche Zaken heeft aan de gemeentebesturen een circulaire gezonden van den volgenden inhoud De kosten van de jongste volkstelling heb ben volgens aan den Minister verstrekte op gaven in een groot deel der gemeenten niet meer dan 12 cent per getelden persoon be dragen,zooals na zorgvuldig onderzoek is geble ken. Uiteraard zijn hierbij buiten beschou wing gelaten de door sommige gemeenten opgegeven kosten van huisnummering, bevol kingsregister of andere uitgaven, welke niet rechtstreeks voor de volkstelling gedaan zijn. Die uitkomst heeft aan den Minister niet de overtuiging geschonken, dat in het alge meen de vastgestelde rijksvergoeding wegens die kosten ad 12 ets, per getelde persoon on voldoende zou zijn. Voor zoover de kosten meer hebben bedragen, loopen zij vrij sterk uiteen. Het is dan ook na ingewonnen des kundig advies niet mogen gelukken een maat staf aan te leggen, welke op bevredigende wijze rekening houdt met de omstandigheden, op grond waarvan meer vergoeding redelijk zou zijn te achten. Mitsdien kan de Minister geen vrijheid vin den om verhooging van het gemelde bedrag der rijksvergoeding te bevorderen. Van Nievelt Goudriaan cn Co's Stoomvaart Mij. Ook met de directie van Van Nievelt, Goudri aan en Co's Stoomvaart Mij. had de redacteur van „Humfeld's Fin. een onderhoud over den gang van zaken tijdens dit malaisejaar. Hetgeen de directie inzake de globale resulta ten, tot dusverre verkregen, mededeelde, kwam in hoofdzaak neer op het volgende De in de eerste acht maanden verkregen resul taten zijn, ofschoon het niet mogelijk is dienaan gaande reeds thans cijfers te verstrekken, bevre digend geweest. Hiertoe hebben de vrachtovereenkomsten in belangrijke mate bijgedragen. Deze vrachtover- eenkomsten zijn thans afgeloopen, zoodat alle schepen, voor zoover niet in de lijndiensten, nu op de algemeene vrachtvaart aangewezen zijn. De resultaten in deze vaart zijn uiteraard niet gunstig,maartoch ziet het er naar uit,dat 't boek jaar 1921 ten slotte met een bevredigend winst cijfer zal afsluiten. Want de nog resteerende vier maanden van het jaar mogen ongunstig zijn en zelfs verlies laten, het is niet aan te nemen, voorzoover het mogelijk is den toestand thans te overzien, dat de uitkomsten der laatste vier maanden de reeds behaalde resultaten aanzien lijk zullen verminderen. De groote schepen, die van 6000 a 12,000 ton varen meerendeels in de lijnenvaart voor zooverre dit niet het geval is, in de algemeene vrachtvaart, waarin zij betere uitkomsten opleveren, dan de kleinere schepen. Deze kleinere schepen zijn even eens op langere reizen dan vroeger aangewezen. Vroeger, dat wil hoofdzakelijk zeggen vóór den oorlog, bevoeren deze laatste in de zomermaan den de Oostzee en konden met hunne houtladin gen aardige uitkomsten opleveren. Deze hout vaart is echter voor de Hollandsche reederijen thans van weinig beteekenis, daar de Duitsche reederijen met haren valuta-voorsprong de con currentie zeer bemoeilijken, zoo niet onmogelijk maken. Voor zooverre de groote schepen in de diensten der Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Maat schappij varen, doen zij dit tegen een vaste huur, die verband houdt, met de algemeene omstandig heden. Mede met het oog op deze lijnendiensten wer den door de dir. groote schepen bestellingen gedaan en komen deze schepen successievelijk ter aflevering. Zeven schepen met totaal 64,000 ton laadvermogen zijn thans nog in aanbouw, terwijl één schip, de „Alcyone, groot 8000 ton l.v. onlangs ter aflevering kwam. In het jaarverslag werd over den kostprijs reeds medegedeeld, dat deze hoogstens 22,750,000 zou bedragen, 7.500,000 betaald (per eind 1920) en moest dus nog hoogstens 15,000,000 worden voldaan, daar de kostprijs wegens telate levering lager zou uitvallen. Sedert eind 1920 zijn uit het destijds beschik bare saldo middelen en uit de in 1921 verkregen winsten verdere bedragen op de schepen afbe taald, zoodat thans niet meer dan nog ca. 6 1/4 millioen is te betalen. Bovendien is in 1921 het deposito der Vereenigde Nederl. Scheepv. Mij. met 1,000,000 verminderd. De beschikbare middelen en de in zicht zijnde verdere gelden zullen n i elpvoldoende zijn om het genoemde bedrag a 6 1/4 millioen geheel te betalen. T.z.t. zullen er dus op een of andere wijze voorzieningen voor de financieele behoeften moe ten worden getroffen. Deze zijn echter niet ur gent, daar de betreffende verplichtingen tot Mei- Juni 1922 loopen. ^Op de vraag of de directie een spoedige verbe tering der toestanden op de algemeene vrachten- markt voorzag, werd een ontkennend antwoord gegeven. De toestanden zijn dermate verward, dat thans niet te zien is hoe een werkelijke ver betering zal moeten intreden. De reederijen zijn onder de tegenwoordige omstandigheden al blijde, als een rondreis zonder verlies wordt af gesloten. Let wel, wij spreken hier van de algemeene vrachtvaart, niet van de lijndiensten, waarvan enkele wellicht betere uitkomsten opleveren. De directie achtte voorts de mogelijkheid niet buitengesloten, dat eenige der kleinere vracht schepen t.z.t. zullen moeten worden opgelegd. Dit kost weliswaar geld, doch onder omstandig heden minder dan de schepen in de vaart te hou den. Echter zij er de aandacht op gevestigd, dat zoodra een kleine opleving van de vrachtenmarkt plaats vindt, een maatschappij als Van Nievelt Goudriaan en Co's Stoomvaart Maatschappij met hare t.o. van het kapitaal k f 5,000,000 groote vloot van (na afbouw) ruim 190,000 ton, daarvan direct ten volle zal kunnen profiteeren. Ten slotte vroeg de redacteur of het in de be doeling lag oudere schepen te verkoopen, naar het buitenland, waar de vloot de laatste jaren met vele nieuwe en^rootere schepen werd uitge breid. Bij de tegenwoordige prijzen niet, aldus het antwoord. Wij hebben het vorige jaar verlof ge vraagd om drie kleinere en oude booten te ver koopen, toen nog 300 400 per ton l.v. ge maakt kon worden, er op wijzende dat wij nog vele schepen in aanbouw padden. Wij konden hiertoe van de in aanmerking komende regee- ringsorganen geen vergunning krijgen. Zegels plakken. De heer De Groot heeft ban den Minister van Arbeid de volgende vragen gesteld Is het den minister bekend, dat de Raden van Arbeid bij informatie mededeelden, dat personen met een vast weekloon, dat omgerekend tot jaarloon meer dan 2000 per jaar bedraagt, niet, en dat personen, wier uurloon omgerekend tot jaarloon boven de /2000 kwam, wel onder de verplichte verzekering van de Invaliditeitswet vielen Is het den Minister bekend, dat het bedrag van rentezegels, geplakt voor de eerste categorie van personen, in de vorige vraag genoemd en dus ten onrechte geplakt, aan den werkgever zijn te rugbetaald, zonder opvordering van de zijde van dien werkgever Is aan den Minister bekend de beslissing van den Centralen Raad van Beroep, waarbij is bepaald, dat geen zegels behoeven geplakt te worden door den werkgever voor personen, wier uur- week- en maandloon omgerekend tot jaarloon een bedrag van f 2000 of meer aangeeft Is het den Minister bekend, dat, mede naar aanleiding van een door den Minister dato 22 Juni 1921 aan de Raden van Arbeid gezonden circulaire, de teruggave van het krachtens de be slissing van den Centralen Raad van Beroep ten onrechte geplakte zegels aan de werkgevers, die daar om verzochten, wordt geweigerd Acht de Minister deze weigering niet zoodanig in strijd met alle begrippenvan recht onbillijkheid dat hij alsnog kan besluiten last te geven, het bedrag van het krachtens de beslissing van den Centralen Raad van Beroep ten onrechte ge plakte zegels aan rechthebbenden terug te be talen Zoo neen, kan de Minister dan mededeelen op welke rechtsgronden de weigeripg van die terugbetaling berust Vereenvoudigde premiebetaling. Afgekondigd is Staatsblad no. lt)66. Besluit van den 17den September 1921, tot vaststelling van een regeling, houdende premiebetaling over meer dan één termijn waarover loon in geld wordt uitbetaald. Hierbij is o.a. bepaald Aan den werkgever, die ten genoege van den Raad van Arbeid aantoont, dat hij gere geld meer dan 25 verzekeringsplichtige ar beiders in vasten dienst heeft kan de Raad van Arbeid vergunnen de ingevolge de Inva liditeitswet verschuldigde premie voor de ver zekering van de vaste arbeiders in afwijking van het in het eerste lid van artikel 199 dier wet bepaalde te betalen niet tegelijk met de betaling van het loon in geld aan den arbeider, doch tel kens na verloop van 4, 9 of 13 weken, doormid del van rentezegels voor vier, negen of dertien premiën. Tot zekerheid, dat de verplichting tot pre miebetaling nagekomen zal worden, stort de werkgever een waarborgsom, ten kantore van den Raad van arbeid. Deze waarborgsom bedraagt, naar gelang vergunning verleend wordt om de premiën na verloop van 4, 9 of 13 weken te betalen, onderscheiden'ijk 2.50 5.50, of 8 voor eiken verzekeringsplich- tigen arbeider, voor wien de premiebetaling, in afwijking van het in het eerste lid van ar tikel 199 der Invaliditeitswet bepaald, niet gelijktijdig met de betaling van het loon in geld zal geschieden. Bij de overeenkomst betreffende de storting ^an de waarborgsom wordt bepaald, dat de Raad van Arbeid bevoegd is om, indien de werkgever zijn verplichting tot premiebetaling ook na invordering niet nakomt, daaruit de verschuldigde premiën te betalen. De Raad van Arbeid maakt de waarborg som zoo spoedig mogelijk over aan de Rijks verzekeringsbank. De van deze waarborgsom gekweekte rente komt ten voordeele van het Invaliditeitsfonds. De Raad van Arbeid tre,t de vergunning o.a. in indien de werkgever de verplichting tot premiebetaling niet nakomt indien de werkgever in staat van faillissement is ver klaard Bij intrekking van de vergunning heeft te ruggave van de waarborgsom niet plahts, voor dat de verschuldigde premiën betaald zijn. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 November 1921. De kosten van levensonderhoud te 'sGravenhage Het Statistisch Bureau der gemeente 's- Gravenhage publiceert een onderzoek, dat het heeft ingesteld naar de kosten van levensonder houd in deze gemeente sinds Dec. 1920 tot en met Juni 1921. De berekening geschiedde door de vergelijking der bedragen door 26 arbeiders- en 4 ambtenaarsgezinnen in dit tijdvak voor het levensonderhoud uitgegeven. Uit de staten blijkt, dat de totaalkosten van het levensonderhoud in Juni bij de 26 arbei dersgezinnen 0.4% en bij de 4 ambtenaars gezinnen 1.4% lager, de kosten van etenswaren en dranken afzonderlijk daarentegen 4.2. en 1.03% hooger waren dan in Maart. Dit laatste is uitsluitend een gevolg van de hooge prijzen der aardappelen in Juni. Wel werden ook de groenten vrij belangrijk en vleesch, visch fen fruit iets duurder maar tegen deze verhooging weegt de prijsverlaging van nagenoeg alle'overige artikelen (brood, melk, vet, olie, boter en marga rine) ruimschoots op. Het verschil in de stijgings percentages is hieruit te verklaren, dat het ver bruik van aardappelen blijkens de over Decem ber 1920 verkregen gegevens, in de arbeiders gezinnen tweemaal zoo groot is,als in de ambte naarsgezinnen, terwijl voorts bij laatstgenoemde groep de prijsdaling van de boter door een achtmaal grooter verbruik dan in de arbeiders gezinnen de stijging van de totaal uitgaven voor etenswaren en dranken heeft getemperd. Van de overige posten van uitgaven daalden we derom kleeding, gas en electriciteit (verlaging van het electrisch tarief), petroleum, spiritus, brandstoffen, waschartikelen (zachte zeep en stijfsel) en huisraad, terwijl een daling intrad bij de post belastingen (verlaging van de ge meentelijke inkomstenbelasting.) Een verdere stijging is waar te nemen bij de posten huis huur en contributies enz. Het index-cijfer voor December 1920 op 100 stellend, was dit voor de arbeidersgezinnen in Maart 1921 voor etenswaren en dranken 97.5 en totaal levensonderhoud 95.3 In Junil921 resp. 101.6 en 94.9. Voor de ambte- naarsgeinnen waren deze cijfers in Maart 1921 resp. 99.8 en 95.3 en in Juni 1921 101.1 en 94. Tabaks-accijns. Aan den Minister van Financiën is door den Nederlandsdhen Bond van Tabaksver gunninghouders een re uest gezonden, waarin adressant o.m. constateert, dat zonder de Ta bakswet de tabaksindustrie en handel zich reeds in een hoogst kritieken toestand be vinden, en fabrikanten en winkeliersbonden er zelfs met de meeste inspanning niet in zijn geslaagd eenige verbetering te brengen in het vak. Wat de winkeliers betreft, is de oorzaak van dezen treurigen toestand nietgeringe koopkracht van het publiek, beperkte con sumptie, of teveel winkels, doch eenvoudig, dat de handel, die eigenlijk thuis behoort bij den bonafiden winkelier," in handen is van duizenden personen en ondernemingen, die, althans bij het inwerking treden van de Ta bakswet, niet meer in aanmerking mochten komen voor een Tabaksvergunning, n.l. kof fiehuizen, café's, restaurants, hotels etc. markt venters, de straatverkoop, Rijks- en Ge meenteambtenaren, congierges, ook van groote particuliere instellingen, kappers-, kruide niers-, visch- of vleeschwinkels waarvan adres sant voor ieder afzonderlijk de nadeelen. voor de bonafiden winkelier, de clientèle en de artikelen zelf in het licht stelt. Vooral wijst adressant op de moordende concurrentie veroorzaakt door de vliegende of liquidatiewinkels. Het leed en de schade, veroorzaakt door vliegende of liquidatiewinkels, zijn niet te be palen. Dat beperking in het uitgeven van Tabaks vergunningen dringend noodig is, getuigt een krantenbericht, dat in eene plaats als Alkmaar, met pl.m. 75 winkeliers, zevenhonderd tabaks vergunningen zijn aangevraagd. Ook al noodig uit een oogpunt van bespa ring van ambtenaren, pensioenfondsen, kos ten van invordering en administratie. De in dit request verzochte medewerking van het Rijk om den bonafiden sigarenwin kelier een zeker bestaan te verschaffen, zoo besluit adressant, is ons inziens niet in strijd met de Grondwet, omdat de Staat, eenmaal begonnen zijnde de beschermende hand in alle opzichten uit te strekken over den arbeider, gerechtigd, ja zedelijk verplicht is, den dik wijls minderbedeelden, zich „middenstander" noemenden sigarenwinkelier te behoeden voor on dergang. Uit de Pers. Beperking Schoolbouw. „De Rotterdammer" (a.-r.) schrijft over dit wetsontwerp Sedert eenige weken vraagt de vrijzinnige en sociaal-democratische pers om een wijziging van de Lager-Onderwijswet. Geen subsidie voor schoolbouw, wanneer niet van staatswege de noodzakelijkheid van den bouw eener nieuwe school is erkend. De bevredigingscommissie en de Lager-Onder wijswet geven recht op eene school wanneer er veertig (in grooter gemeenten honderd) leerlin gen zijn. Dat recht moet nu wegvallen. Daar kan misbruik van worden gemaakt. Daar wordt mis bruik van gemaakt zegt men. Daaiom geen schoolbouw zonder goedkeuring der Regeering. Natuurlijk kwam onmiddellijk de tegenspraak in de pers der rechterzijde. Een zóó bedenkelijk stelsel kan niet worden aanvaard.. De deur zou er mede worden opengezet voor nieuwe wille keur en dwingelandij. En zie nu, daar komt minister de Visser, met grooten spoed, het ontwerp indienen, dat de pers der oppositie heeft gevraagd. Nog op den dag der indiening van het ontwerp gaf de „Tijd" haar tweede hoofdartikel tegen het gronddenk beeld ervan, en het Vaderland" een artikel ervóór. Wij hadden deze gedragslijn van dr. de Visser niet voor mogelijk gehouden. Het blad vraagt verder, wat de uitwassen bij den schoolbouw zijn, waarvan de minister ge waagt. Wanneer in een plaats een school voor Chris telijk Nationaal Schoolonderwijs bestaat, en daarnaast wordt een school van specifiek Ge reformeerde richting geopend, of ook een school die een Hervormd cachet draagt, is dat dan een „uitwas" Ook als er honderd of tweehon derd leerlingen zijn Maar wanneer minister de Visser verklaart, dat in een plaats vijftig of honderd Gereformeer de leerlingen wel op de Hervormde school kun nen gaan, of omgekeerd, waarom zou dan ook niet kunnen worden verklaard, dat'de Her vormde kinderen, wier. ouders tot nog toe aan de openbare school de voorkeur gaven boven de Gereformeerde, wel op de openbare school kun nen blijven Voor willekeur wordt de deur wagewijd open gezet. De redactie meent daartegenover, dat de Grondwet aan de bijzondere school een recht geeft, dat in de wet moet verankerd zijn. Zij ziet het bedenkelijke van het wetsontwerp hier in, dat het bpstaan van een bijzondere school zal afhangen van het inzicht, ja van de luim van een minister. j|De „Residentiebode" geeft toe, dat er wel eens met geld gesmeten wordt, doordat men scho len sticht voor een klein coterietje, maar heeft ook bedenkingen tegen de voorgestelde regeling Zoozeer als wij overtuigd zijn, dat er iets moet gebeuren, zoo weinig kunnen wij voorshands gelooven, dat hier de ware weg wordt ingeslagen. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 5