Hier wordt eenvoudig alle macht aan de re
geering opgedragen. Was er eerst willekeur van
schoolbesturen te vreezen, thans is die van re-
geeringszijde niet uigesloten.
We betwijfelen dan ook zeer, of de voorstan
ders van de bijzondere school zich op die manier
met ha den en voeten gebonden aan de welwil
lendheid van, ook een onwillig, minister zullen
overleveren.
Mr. A. van Wijnbergen, lid der Tweede Kamer,
schrijft in „De Tijd" o.m.
Met groot genoegen ontvingen we zooeven het
wetsontwerp, tengevolge waarvan het mogelijk
zal worden al die verhalen omtrent duren of over-
bodigen schoolbouw tot dq ware proportie tjrug
te brengen. Het voorstel komt in hoofdzaak hier
op neer, dat de minister gedurende één jaar,
van 1 October 19211 October 1922, dien scho-
lenhouw eens zelf wenscht te controleeren, zoo
wel de openbare (die ook buiten noodzaak of te
duur kunnen worden opgericht), en ook de
bijzondere.
Gedurende den tijivan één jaar mag aan geno
men besluiten tot het bouwen van scholen,
zoowel openbare als bijzondere geen uitvoe-
ring gegeven dan na verleende machtiging door
de Kroon.
Wij schenken gaarne het gevraagd blijk van
vertrouwen, zeker aan den huidigen minister
van onderwijs, en wij juichen den maatregel van
harte toe, omdat nu zal blijken, hoeveel waarheid
gl de verhalen van onnoodige en te dure scho
len bevatten. Immers alleen „uitwassen", zoo
heet het in de M. v. T„ zullen worden gekeerd.
om in het station de trein naar Rueil te vor
men; ook nog in de puinhoopen zijn gereden.
Degenen, die werkloos aan den tunneluitgang
moesten toezien, hoe de gloed daarbinnen steeds
toenam,zoodat het geheel een reusachtigebakkers
oven geleek, en wisten dat die wagons vol men-
schen waren, hebben wel ontzettende oogenblik-
ken doorleefd.
Door een der parallel tunnels, welke hier en
daar in onderlinge verbinding staan, is men
ten slotte er in geslaagd, om bij de brandende
wagons te komen.
Toen vond men in dien wirwar van staal,
gebroken glas en verkoold hout, steeds nieuwe
lijken.
Minister Le Trocquer die juist uit Nederland
teruggekeerd is, was een der eersten, die op de
plaats des onheils verscheen.
De minister heeft aan de pers verklaard,
dat de rails „vrij" waren, toen de tweede trein
den tunnel .inreed, zoodat het systeem Aubin
moet geweigerd hebben.
Gemengd Nieuws.
Het spoorwegongeluk in den
tunnel van Batignolles. Naar aan
leiding van de noodlottige botsing in den tunnel
van Batignolles bevat 't Journal een artikel, waar
in een afgevaardigde voor Parijs Molinie, uiteen
zet, dat men reeds lang bezig was met grootsche
plannen om een totale hervorming te brengen
in de wijze, waarop het spoorwegverkeer aan
de zijde van de gare St. Lazare is ingericht. Ten
aanzien van den tunnel van Batignolles is reeds
besloten, dat deze zal komen te vervallen.
Wanneer men dezen tunnel wegbreekt, zul
len ook de op den heuvel gebouwde wegen en
huizen moeten vervallen en juist heeft men on
langs reeds een aanvang gemaakt met de af
braak van een gedeelte dezer onteigende ge
bouwen. Een andere moeilijkheid is echter dat
de Metromalt kunnen blijven rijden.
Volgens de bestaande plannen zal zooda
nig gewerkt worden, dat geleidelijk drie van
de vier gewelven v.an den tunnel kunnen worden
weggebroken (het vierde blijft, krachtig ver
sterkt, bestemd voor de Métro), zoodat een ruim
teriein beschikbaar komt voor de verbreeding
daar ter plaatse van het spoorwegnet.
Behalve de misstanden te Batignolles heeft
men ten westen van Parijs nog andere gevaar
lijke toestanden inzake het spoorwegnet. Zoo de
hoogst gevaarlijke kruising a niveau bij Asnières
waar het sneltreintraject dat der buurtspoorwe
gen snijdt.
Het spoorwegongeluk, dat indertijd bij
Asmeres heeft plaats gehad was dan ook reeds
aan dezen misstand te wijten.
Als een andere groote verbetering zal het
ondervonden worden, dat de gare St. Lazare
aan de zijde van de Rue de Rome een apart
ondergrondsch station krijgt voor 't buurtver
keer, zoodat de bovengrondsche perrons Ge
heel beschikbaar blijven voor het groote ver
keer.
Iemand, die in den stilstaanden trein heeft
gezeten, welke in den tunnel door den anderen
werd achterop gereden, vertelde aan een verslag
gever van de Echo de Paris het volgende
De schok was vreeselijk. De vensterrui
ten vlogen in scherven en verwondden ver
schillenden mijner medereizigers.
Ons rijtuig bleef echter overeind staan en
elkaarhelpend, zochten wij temidden der
ontploffingen van de gasreservoirs," der vlam
mende wagons naar den tunneluitgang Honder
den menschen liepen half krankzinnig van angst
in den tunnel rond. Leden van eenzelfde gezin
trachtten zich te verzamelen, overal klonk
het gekerm der gewonden.
Het vreesebjkste schouwspel boden ech
ter de door den schok verpletterde wagons.
Wanhopige pogingen wendde men aan om
zwaar gewonden nog naar buiten te bren
gen vóór de hitte ondragelijk werd. Iedere
seconde was kostbaar. Een man met een af
gerukt been zak ik smeeken om zijn gewond
zoontje te redden, dat nog in den brandenden
wagon zat.
Ik zag een romp uit de puinhoopen trek-
ken.ïk heb menschen gezien, die in denbranden-
den wagon terug gingen om hun parapluiete
zoeken, die ze hadden vergeten
De machinist van den aangereden trein
welke naar men weef, tot stilstand was.
gekomen door het breken van de luchtrem
deed alles; om te redden wat hij kon. De lo
comotief en de vier eerste wagens konden nog
rijden.
Hij liet afkoppelen en reed dat gedeelte naar
miten, zoodat deze vier wagens van de 21
waaruit de trein bestond, gered werden.
Aan het andere uiteinde van den tunnel
gelukte het aan het treinpersoneel de reeds
brandende laatste acht wagens "af te koppelen,
die reeds m brand geraakt waren en ia vlammen
gehuld uit den tunnel kwamen.
De aanrijdende trein bestond uit 9 wagons
een daarvan met de locomotief bleef in den
tunnel achter, zoodat in het geheel daarbinnen
18 rijtuigen zijn Verbrand.
Had men niet onmiddellijk na het ongeluk
de seinen op onveilig gezet, dat zou een aantal
wagons, welke uit het depot vanCIichy kwamen
De lage markenkoers. Na de daling
van de mark beneden 3 cent zijn in het Limburg-
sche de karavaantochten weder begonnen naar
Duitschland om inkoopen te doen.
Langs de grenswegen van Venlo naar Kal-
denkirchen, van Vlodrop naar Dalheim, van
Heerlpnvia deLocht of denHolz of vanMaastricht
over Vaals naar Aken, trekken duizenden
Hollanders de grens over, hun zakken goed
gespekt met papieren marken, om later belast
en beladen met allerlei soort van waren terug
te keeren.
Al is die uitttrek niet zoo groot als in het
begin van het vorige jaar,toch gaat er een massa
de grens over. In sommige opzichten is dit heen
en weer trekken voor deHollanders nog gemakke
lijker geworden dan vroeger door de betere com
municatie, die er met de Duitsche steden is.
Voor een daalder brengt men u per auto
van Heerlen naar Aken en voor een hulden van
Heerlen naar de Kerkraadsche grens. Controle
op de passen is er bijna niet. Officieel moet men
in het bezit zijn van een door den Duitschen
consul geviseerd paspoort, doch van de honderd
Hollanders die inkoopen gaan doen, zijn er geen
vijf die een pas hebben.En datwetendeDuitschers
zeer goed.
Zoo nu en dan worden er eens eenige aan
gehouden. Deze betalen dan 110 of lbo mark
boete al naar de valuta en kunnen dan. .hun
weg voortzetten om inkoopen te doen. Hieraan
kan men zien, dat er den Duitschers niet veel
aan gelegen is. Anders zouden ze de menschen
na de betaling van de boete terugzenden. Maar
de Duitschers zijn veel te blij, dat de Hollanders
komen koopen en de paskwestie is dan ook bij
zaak. Zelfs is er een Hollandsche auto-onderne
ming die op Aken is gaan rijden, nadat
de autoriteiten in het grensdorp officieus toege
zegd hadden, de reizigers nooit naar passen te
zullen vragen. De Duitsche grenscommiezen
laten den uitvoer van de meeste artikelen oog
luikend toe, ook al is de uitvoer streng genomen
eigenlijk verboden.
Met karrevrachten gaan de Duitsche waren
de grens over en bij de Hollandsche rijksont
vangers wordt dagelijks voor duizenden gul
dens aangegeven.
Alleen op den uitvoer van levensmiddelen
wordt streng acht tegeven en levensmiddélen-
smokkelaars worden streng bestraft. Maar wat
zullen de weinige Duitsche grenskommiezen daar
daar tegen doen Meer werd constateerddatHolf.
zoowel als Duitschers zich schuldig maken aan
het feit levensmiddelen over de grens te brengen,
alhoewel er nog steeds nood in Duitschland is.
Groenten en fruit zijn veel goedkooper dan in
Holland, evenals kruidenierswaren en meel,
boonen, enz. Eieren komen in Duitschland op'
vier cent. In groote hoeveelheden gaat dit alles
's nachts de grens over en de Duitsche grens
beambten staan machteloos hier tegenover.
Smokkelde men vroeger het Hollandsche vee
naar Duitschland, thans gaan bijna iederen nacht
Puitsche koeien en paarden de grens over.
Voor de Hollandsche winkeliers in het grens
gebied is deze ongebreidelde invoer een groote
schadepost.
reiken kon, dat buitenlandsch kapitaal deelneemt
in het herstel van den West-Siberischen boterhan-
del. Voorgesteld werd, dat men zich met buiten-
landsche coöperatieve ondernemingen in ver
binding zou stellen ten einde hen te interes
seeren voor Siberische boterfabrieken en koel
huizen.
Vóór den oorlog was de hoeveelheid boter,
die jaarlijks door de Omsk-spoorlijn vervoerd
werd, ongeveer 100 millioen K.G. De Altailijn
voerde verdere hoeveelheden .aan en daar kwam
nog boter bij te Omsk, Petrolavlowksk, Kargan
en Tscheliabinsk.
Deze boter was grootendeels bestemd voor
export' en werd verscheept via Baltische ha
vens.
Windau beschikte over koelhuizen voor 3000
ton en exporteerde ongeveer 50 pet. van de
Russische productie.
Aan alle voornaamste verzamelstations in
Siberië waren koelhuizen ingericht.
De fabrieken daarentegen waren meest slecht
ingericht en hadden slechte opslagplaatsen.
Het voornaamste bezwaar is thans echter, dat
de speciale wagons voor boter-vervoer niet meer
beschikbaar of in onvoldoenden staat zijn. Vreem
de ondernemers zullen hierin eerst verbetering
moeten brengen, voordat zij verder aan het werk
kunnen gaan. De fabrieken hebben behoefte aan
centrifuges, papier en verder verpakkingsma
teriaal.
Het algemeen Zuivelblad teekent bij dit
bericht aan,dat bet de vraag is, of het gelukken
zal, om in het geheel gedesorganiseerde Rusland
binnenkort de zuivel-industrie op gezonde wijze
te organiseeren.
Mocht dit geheel of gedeeltelijk gelukken, dan
is de zaak echter ook voor ons land van zeer
groot gewicht, omdat Siberië zeer groote hoeveel
heden kan produceeren en dus een geduchte
concurrent kan worden.
Belangrijke uitvinding.
De academie der wetenschappen te Parijs
heeft kennis genomen van een mededeeling over
een uitvinding van een mededeeling over een
uitvinding door den Franschen geleerde Claude
van een toestel, dat een snelle en voordeelige
productie van waterstof mogelijk maakt.
Claude onttrekt de waterstof aan een be
staande gasachtige verbinding van waterstof
en koolzuur, die hij onder een druk van 37 at
mosfeer brengt en daarna afkoelt tot 207 graden
onder nul.
Het koolzuur wordt vloeibaar en de zuivere
waterstof wordt er van afgescheiden.
De waterstofproductie bedraagt 220 kubieke
meter per uur.
De uitgaven voor deze beweging worden
gecompenseerd door de productie van kool
zuur.
gelukken, enz. Dan is er een groote verzameling
uniformen, petten en allerlei andere kentee-
kenen, die in den loop der jaren door het perso
neel gedragen werden een complete spoortrein
vervaardigd van hout, eenige fraaie antieke geld
kisten, die vroeger op de stations gebruikt wer
den, modellen van knalsignalen fakkels, enz.
Een hoogstbelangwekkende verzameling is die
der schrifturen. Men ziet er couranten van 1847
af, waarin over spoorwegzaken geschreven werd,
dienstregelingen van 1844 af, een vrijwel comple
te verzameling plaatsbewijzen, voorts allerlei
schrifturen en prenten, betrekking hebbende op
de spoorwegstakingen, de acties van het perso
neel en eveneens alles wat in woord en beeld
verschenen is over de spoorwegellende.
De bedoeling van den heer van Vloten is om
het museum óók toegankelijk te stellen voor
met-spoorwegpersoneel, mits men hem zulks
vooral schriftelijk verzoekt.
Betalingen g e s t a a k t. Men seint
uit Franfort a.d. M.
De bankiersfirma Richard Weil te Ludwigs-
hafen heeft tengevolge van valutaspeculaties
haar betalingen moeten staken. Het passief
bedraagt ongeveer M. 40 millioen.
LITURGIE.
De Steenbergsche vliet. Tengevol
ge van de droogte, waardoor de Steenbergsche
Vliet bijna geheel droog was, is men thans begon
nen met het kunstmatig volpompen. Gedurende
de laatste dagen is het water reeds een meter
gerezen. Men verwacht, dat deze week de Vliet
bevaarbaar zal zijn voor de schepen, die bieten
naar de fabrieken vervoeren.
Petroleum. Omtrent het gebruik van
Petroleum als brandstof voor de industrie in
Griekenland, wordt gemeld, dat dit op het
oogenblik nog zeer gering is. Slechts ongeveer
een twaalfde gedeelte van alle motorische kracht
wordt in Griekenland door petroleum verkregen.
Ei zijn evenwel teekenen, die er op wijzen, dat
het aanwenden van petroleum in de industrie
zich sterk zal uitbreiden. De invoer n worden
grooter en de Standard Oil Company heeft reeds
in Polonica tanks doen oprichten met een ca
paciteit van 10.000 ton. Dezelfde maatschappij
heeft tanks doen oprichten in Piraeus en Dra-
etsona. In laatstgenoemde plaats zal ook de
Atlantic Petroleum Co. Ltd. tanks bouwen.Een
groote sloot rot het grootere gebruik van petro
leum zal de herziening van de invoerrechten
op petroleum geven. Tot nu toe is de invoer van
petroleum in Griekenland verboden, daar er
een staats-monopolie bestaat. Van invoeren
buiten het monopolie om wordt 50 lepta per
wagon geheven. In 1919 bedroeg de invoer, bui
ten het monopolie om, 7.528.724 K.G., tegenover
8.804.857 K.G. in December. Daarbij dient op
gemerkt te worden, dat de maand December in
1920 niet is medegedeeld. De groote invoer van
benzine in Griekenland wordt toegeschreven
aan het toenemend autoverkeer voor transport.
De invoei in 1920 is bijna vervijfdubbeld in
vergelijking met 1919.
De Zaansche houthandel. Men
schrijft uit Zaandam aan „De Nederlander"
Reeds in begin van den «oorlog (1914) waren
vele stoomhoutzagerijen in de Zaanstreek, vooral
m Zaandam, stopgezet. Telkens al werd het
hout bewerkt ingevoerd. In de laatste weken
biedt onze zeehaven een levendigen aanblik
door het vele hout dat wordt aangevoerd. En
nu de balkenaanvoer weder een aanvang heeft
genon en werken de zagerijen weder volop. We
vernemen dat ook de laatste stoomhoutzagerij
„De Vlijt die sinds 1914 geheel stilstond,
weder inwerking wordt gesteld, Zelfs wordt
de grootste stoomhoutzagerij van de N. V. ek-
kers Houthandel uitgebreid met het bouwen
van een stoomschaverij. Van de honderden
windzaagmolens van vroeger treffen we hier
n°g enkele aan. Alles is tegenwoordig stoom
kracht met de nieuwste machines. Zooals be
kend, is de houthandel de belangrijkste handel
aan de nijvere Zaanstreek.
Siberische boter. Een speciale cor
respondent van de „Times" meldt uit Riga, dat
op de laatste conferentie van verbruikscoöpera
ties te Moskou overwogen werd, hoe men be-
E e n spoorwegmuseum. Door de di
rectie der Ned. Spoorwegen daartoe in staat ge
steld, heeft de heer G. W. van Vloten, amb
tenaar N.S., heden in een der zalen van het twea-
c administratiegebouw te Utrecht een museum
geopend van spoorwegcuriositeiten.
rr.^eeds vroeger, in 1913, ter gelegenheid van het
ou-jarig bestaan der Staatsspoor,heeft genoemde
heer zijn verzameling tentoongesteld en daarmede
veel succes geoogst. Doch daarna is hij steeds
voortgegaan met het verzamelen van allerlei
fut"' °P hefc sPoorwegwezen betrekking
hebben,daarbij door de directie en talvan ambte
naren gesteund.
Nadat de directie gisteren het museum bezich
tigd had, werd verder gelegenheid gegeven er een
kijkje te nemen. De ruime zaal wordt door een
glazen dak verlicht, zoodat alle voorwerpen goed
tot hun recht komen.
Ondoenlijk is het om aile keurig gerangschikte
en opgestelde zaken te noemen. Wij willen daar
om slechts enkele in algemeene trekken aangeven
Er zijn allerlei spoorvlaggen van 1863 af, portret
en van vroegere directeuren en commissarissen,
lan aarns in verschillende vormen die dienst
deden voor de treinverlichting, verschillende
s a ïonsbollen, seinborden, signaalhoorns van
den gewonen koehoorn af, modellen van
bruggen, caissons voor pijlers van de
spoorwegbruggen, profiels van allerlei rails,
kabels een groote verzameling stempels en
penningen een groot aantal schilderijen, foto's
teekeningen en prenten van stations, spoorweg
terreinen, locomotieven, wagons, spoorwegon-
EEN EN TWINTIGSTE ZONDAG NA
PINKSTEREN.
Als we het Evangelie van dezen Zondag
goed overwegen, dan kunnen we daardoor met
groote zekerheid bepalen, hoe het staat met
ons recht op den Hemel. De Meester immers
is niemand anders dan God en de schuldenaar
is iemand van ons. Staan we vreemd op te zien,
dat in het maatschappelijke een dienaar zulk
een ongehoorde schuld heeft tegenover zijn
meester waarvan de betaling onmogelijk moet
schijnen als we ons op geestelijk terrein be
geven erkennen we nederig dat onze schuld
tegenover God absoluut onmogelijk is af te
doen, daar we als eindige schepselen staan
tegenover den Oneindige. En ziet nu hoe God
barmhartig is en alleen op het erkennen van
onze schuld en de belofte, dat we ons besl zullen
doen te betalen, ons niet slechts uitstel van
straf geeft, maar algeheele kwijtschelding Slechts
ééne voorwaarde wordt gesteld wat wij tegen
over onzen medemensch doen, wat God wel
heeft willen doen ten opzichte van ons, dat
wij vergeven en wel van ha te vergeven wat
iemand ten onzen laste mocht hebben misdaan
Hoe gemakkelijk heeft God het ons derhalve
gemaakt in den Hemel te komen Zelfs onze
zonden zijn geen beletsel, als we maar van
goeden wil ons toonen, Hem beterschap be-
loven en Zijn goddellijk voorbeeld van verge-
vingsgezindheid navolgen. En wat al titels
hebben we daar niet toe Hoe zullen we ver
gelijken een beleediging van een medemensch
aan ons met onze zonden tegen God „Aan
Gods wil immers, is alles onderworpen en
niemand is er, die uwen wT kan wederstaan.
Gij zijt de Heer van al het geschapene". Met
andere woorden; God heeft op onzen d:enst een
absoluut recht, en alles wat wij tegen Zijn
w'l doen is diefstal van Zijne eer! Maar wie
onzer kan bij zijn evenmensch spreken van
absolute rechten! Stemt deze gedachte niet
als van zelf tot vergevingsgezindheid, dat we
de beleedigmgen aan ons gedaan beschouwen
gaan als menschelijke zwakheden, waar we zoo
gelukkig zijn dat de oneindige Heilige God onze
tekortkomingen wel wil beschouwen als tekort
komingen uit zwakheid. En wat zullen we
titels laten gelden van grootheid De ware
grootheid is de grootheid van God d.i. onze
grootere volmaaktheid van daar„Gelukkig
zij, die onberispelijk op den weg zijn, die wan
delen in de wet des Heeren." En als dan de
Heiligheid zelve ons onze schulden wil verge
ven ongedachtig Zijn oneindigheid, zullen wij
die in deze verhouding ons allen klein moeten
voelen, ons dan groot wanen tegenover onzen
gehjke, die onze beleedigde Laten we liever
met het epistel onze ongenoegzaamheid erken
nen en „sterk zijn door den heer en door de
kracht zijner sterkte." De gevaren immers die
ons omringen zijn zóó groot, de vijanden' die
ons belagen zoó sterk, dat staan blijven en
overwmnnen niet ons werk is, maar het werk
van Gods genade in ons.
En hoe zullen we recht doen gelden op die
genade als we in laatdunkendheid ons verhef
ten boven onzen medemensch Erkennen we
nederig Gij o Heer zijt ons een toevlucht ge
worden van geslacht tot geslacht." Erkennen
we Gods groote liefde in de leiding van het
weerspannig Israël. Niettegenstaande zijn vele
afdwalingen wilde de Heer telkens weer de
Vader zijn voor Zijn Volk als ze maar tot in
keer kwamen en door groote wonderwerken
zelf wilde Hij het bevrijden van al zijn vijan
den! Z00 zal ook ons de Vader barmhartig
heid bewijzen, als we, ook na vele afwijkingen
nu maar Hem willen dienen En al erkennen
T'll Van den door Satan geslagen
Job het beeld van onze z;ele terug, d:e met
wonden overdekt daar kwijnend neder l:gt op
den weg naar den Hemel, we weten hoe Job
door God in eere werd hersteld toen hij de
beproevmg had doorstaan. Zoo zal ook onze
z-el worden opgeheven door den emdeloos
Barmhar'tge, als we zelf maar barmhartig wil-
len zijn. Hermneren we ons dus nog eens hoe
Christus het gebod der naastenliefde stelde ge
lijk met het gebod der liefde tot God. Laat
dat gebod voor ons geen doode letter zijn maar
een levensbeginsel dat tot daden aanzet. Hoe
zeer wij dan ook overtuigd zijn, dat we door
onze oude schuld feitelijk niet voor Gods aan
schijn kunnen bestaan, hoopvol mogen we op
zien naar boven en vertrouwen op de godde
lijke belofte „Zalig de barmhartigen, want zij
zullen barmhartigheid erlangen."