DAGBLAD MOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN. feuilleton. De schoonste Parel. 44ste Jaargang. •™°ro Zaterdag 22 October 1821.\0 I:n(i}{ BureauKOEMARKT 4. Abonnementen per Advertentiën: 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 et. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent Telefoon Intercommunaal 85. Postbus39. 3 maanden 2.per week 15 cent, franco per Binnenland. De steenkolenprijzen. De Steenkolen-Handelsvereeniging schrijft aan het Gorr. Bureau. Nu de duurte der brandstoffen, bestemd voor huishoudelijk gebruik, een groot aantal pen nen en tongen in beweging heeft gebracht, en ook wij worden genoemd als een der bewer kers van de ,,te hooge prijzen," meenen wij verplicht te zijn, een uiteenzetting van deze kwestie te geven. In de eerste plaats verklaren wij, dat wij op een enkele onbeteekenende uitzondering na, direct noch indirect financieel geinterresseerd zijn in de winst, welke de detailhandel in ons land maakt, zoodat het van zelf spreekt, dat er voor ons niet alleen geen enkele aanleiding bestaat het publiek door onredelijk hooge prijzen te brandschatten, maar dat het zelfs ons belang is, dat de winstmarge van den ge- tailhandel, welke onze brandstoffen onder het publiek moet brengen, niet te groot wordt, daar dit aan den afzet afbreuk zou doen. In de tweede plaats wijzen wij er op, dat door bemiddeling van onze vennootschap van de beide soorten, waarom het in deze gaat, eierbriketten in het geheel niet en anthraciet slechts in geringe hoeveelheden worden inge voerd, daar op het oogenblik in Duitschland en Engeland slechts zeer beperkte hoeveelhe den daarvan voor uitvoer beschikbaar zijn. In de behoefte aan huisbrandkolen hier te lande wordt momenteel dan ook voornamelijk door de Limburgsche mijnen en door België voor zien. Trustvorming of plannen daartoe hebben evenmin met de duurte der brandstoffen iets te maken. Dit blijkt reeds uit een eenvoudige Vergelijking van de veelbesproken Amsterdam- sche prijzen met die van eenige plaatsen in het Zuiden van het land, die zoowel voor aan voer uit Limburg als uit België gunstig gele gen zijn, waar van „trustvorming" geen kwes tie is en waardoor ons geen eierbriketten of anthraciet aan den détailhandel zijn geleverd. Zoo betaalt men te Amsterdam, Venlo, Sittard den Bosch, Helmond en Breda respectievelijk voor anthaciet 30/50anthraciet 20/30 en eierbriketten alles per H.L. franco thuis: f 4 05, ƒ3.75; 2.75; /3.90; ƒ3.60; ƒ2.40; /3.50; ƒ3.50; ƒ3.90; 3.70; 2.70; /3.90; 3.70 2.60 3.753.50 en 2.50. Rekening houdende met de hoogere transportkosten naar Amsterdam eener- en met de daar gel dende hoogere kosten van opslagen werkloon anderzijds, mag gerust verklaard worddn, dat de prijzen te Amsterdam tegenover die in andere plaatsen geenszins te hoog zijn. Trou wens eiken deskundige moet het duidelijk zijn dat, waar de détailhandel in Amsterdam b.v. in Sept. voor eierbriketten ƒ25.50 en voor anthraciet 30/50 gemiddeld 40 per 1000 K.G. franco aan het station Amsterdam moest be talen, terwijl deze soorten respectievelijk voor 2.75 én ƒ4.05 per H.L. franco thuis werden geleverd, van een te hooge winstmarge geen sprake kan zijn geweest. Deze winstmarge is, te Amsterdam 20 pet., lager dan di'e, welke tijdens de distributie op voorstel van de Brand stoffen-Commissies de Rijkskolendistributie als billijk heeft erkend en goedgekeurd. Waar men aan de hand van bovenstaande gegevens tot de conclusie moet komen, dat de winst van den détailhandelaar niet onredelijk is, zou een te hooge detailprijs voor anthraciet en eierkolen zijn oorzaak moeten vinden in de engros-prij- zen die de Limburgsche producenten en de im porteurs uit België - om welke beide groepen, zooals hierboven reeds opgemerkt, het hier vrijwel uitsluitend gaat, aan den détailhandel 15 Ze had hem lief o, ja dat wist hij. Ze had hem zelfs zoo lief dat ze nooit een anderen man weer zou kunnen liefhebben. Maar sedert het gebeurde van gisterenavond was hun huwelijk voor het oogenblik onmogelijk geworden. Ter- wille van zijn eer, zijn toekomst, mocht hij zich niet verbinden aan een meisje op wie zelfs maar een zweem van Verdenking rustte. De trots van de Devereux s kwam daartegen in verzet. Eens zou misschien de verloren paarl gevon den worden en dan mocht Rodney, als hij nog van haar hield, terugkomen, maar tot zoolang moest hij zijn volkomen vrijheid behouden en moesten ze elkaar niet zien. De jonge man bad en smeekte en trachtte haar op alle mogelijke wijzen te overtuigen van het tegendeel, maar f a'les niets. Daphne schudde met doods- de h 'umaar vastberaden gezicht het hoofd. Ze haar °n r'nkr van den vinger den ring. dien hij rutr tpg0geven bad 1 en verzocht hem dien te- Rodn°rntn' dit wei&erde hij beslist, in haar^teu °°k koppig ziJn- HiJ voeIde dat oeeren vrimrn 7°0rdige lemming verder rede- ncnteloos zou zij-n Hij- ging dus vlak toegezonden. Incassokosten worden berekend. berekenen. Waar van deze beide groepen de Limburgsche mijnen wel het leeuwenaandeel leveren en bij de vaststelling van de prijzen der Limburgsche kolen de staatsmijnen een leidende positie innemen, zou men, instede van den detail handel van woeker en brandschatting te betich ten de verwijten in de eerste plaats te dienen te richten tot den Staat als Voornaamste exploi tant der mijnen in Nederland. Dit wil volstrekt niet zeggen, dat een derge lijk verwijt in ons oog gerechtvaardigd zou zijn. Immers de staatsmijnen quoteeren voor de beide bewuste soorten de prijzen, van de we reldmarkt met de prijzen, welke andere landen bereid zouden zijn voor deze producten te geven. Indien men nu bedenkt, dat wegens de onlangs gepubliceerde cijfers de Staatsmij nen op het oogenblik met verlies werken, meenen wij dat ook deze producent bij een goed commercieel beleid geen andere gedrags lijn zou kunnen volgen. Ten slotte merken wij op, dat het publiek, als het meent, dat dec prijzen voor de huis- brandkolen in vergelijking met de zeer gedaal de prijzen der industriekolen te hoog zijn, het volgende in het oog dient te houden. Tijdens de afgeloopen distributie periode zijn de prij zen der huisbra-ndkolen overeenkomstig den wensch der Engelsche regeering kunstmatig laag gehouden aanvankelijk door bijpassing van het Rijk van c.a. 18.000.000, later door dat de prijzen der industriekolen door het Cen traal Verrekenkantoor voor Brandstoffen 0p aandringen van de Regeering ten bate van den huisbrand hooger werden gesteld dan anders het geval geweest zou zijn. Door dezen laatsten maatregel is door de industrie een bedrag van ca. ƒ75.000.000 betaald; welke bedrag in den vorm van verlaagde prijzen ten goede is ge komen aan de afnemers van huisbrandkolen. Het spreekt vanzelf dat, toen de handel in brandstoffen weer geheel vrij geworden wqs en deze kunstmatige prijsverrekening ophield de huisbrandkolen hier te lande alleen daördoor reeds belangrijk minder in prijs konden dalen dan dit met andere soorten brandstoffen het ge val was. De ex-keizer in ballingschap. Lady Norah Bentinck zij is geboren Lady Norah Noel, dochter van den derden graaf van Gainsborough en gehuwd met Robert Bentinck, die in het Engelsche leger dient en geparenteerd is aan graaf Godard Benticnk, op wiens kasteel teAmerongen de ex-keizervertoefde, vóór hij naar Doorn verhuisde heeft in een boek, dat on langs bij Hodder. Stoughton is verschenen onder den titel „The ex-Keizer in exile", uit voerig verhaald van het leven van den vorst op het kasteel te Aiperongen, later te Doorn. Door haar intieme betrekking tot den gast heer van Wilhelm II en het feit dat zij her haaldelijk in aanraking kwam, niet alleen met graaf Godard Bentinck, doch ook met anderen uit de oihgeving van den keizer, met name met diens adjudant Hauptmann von Ilselmann, die te Amerongen met een dochter van graaf Be- tinck is gehuwd, is Lady Norah Bentinck in staat geweest veel uit het leven van den banne ling te kunnen boekstaven. Haar werk beval veel omtrent het karakter en den persoon van den keizer, dat wij reeds meermalen uit andere geschriften gelezen heb ben, doch er is ook veel in, dat in verband met de geschiedenis van de komst van Wilhelm II naar Nederland in het begin van November 1918 en van diens verblijf te Amerongen, be langstelling kan inboezemen. Hoewel geen boek, waaraan groote historische waarde kan worden toegekend wij herinneren voor haar staan, bleek evenals zij, met vast opeengeklemde lippen „Als twee menschen elkaar zoozeer liefhebben als wij, Daphne," zei hij, „is het niet gemakke lijk voor hen om te scheiden. Ik moet je natuur lijk nu gehoorzamen ik heb geene andere keu ze. Ik erken de kracht van je argument, ofschoon ik graag de wereld voor jou zou tarten. Vader, moeder, mijn toekomst, ik wil alles voor jou opofferen. En de tijd zal komen, Daphne, dat je je trots zult afleggen, dat je mij noodig hebt en om mij zult zenden. Je zult mij bereid vinden. En intusschen, lieveling, beloof mij dit dat je niet geheel uit mijn leven zult verdwijnen. Dat je mij soms zult schrijven, dat je mij zult vertel len,* als je weggaat. Beloof mij dit en ik zal je nu verlaten, want ik zie, hoezeer je lijdt en ik— ik voel mij ook zoo ellendig I" Hij bukte zich, sloeg zijn arm om haar heen en tilde haar uit den stoel op. „Beloof het mij 1" drong hij aan. Nauwelijks verstaanbaar gaf ze hem de ge vraagde belofte. Haar krachten waren uitge put. loen drukte hij haar aan zijn hart en kuste haar vurig. „E.ms misschien morgen, misschien over jaren - zal ik je weer voor mij winnen, want een liefde als de onze wordt niet zoo gemakkelijk overwonnen, Daphne." Daphne kon niet antwoorden. Ze leunde zwaar er aan, dat graaf Godard Bentinck beslist heeft verklaard, niet alleen dat zijn nicht Norah zonder zijn weten misbruik heeft gemaakt van zijn gastvrijheid, en dat nog wel om geld te verdienen, doch ook dat het boek vele onjuist heden bevat zal dit werk van Lady Norah Bentinck toch zijn waarde hebben voor hen, die den man, die in het groot gebeuren van onzen tijd, zulk een belangrijke plaats heeft ingenomen, nader willen leeren kennen. Uit het boek geven wij eene aanhaling, die vermoedelijk voor hen, die den ex-keizer sedert zijn komst in ons land niet te zien kregen, be langwekkend kan zijn de beschrijving, die Lady Norah van zijn persoon geeft. Zij zag hem voor de eerste maal op 7 October 1920, op den dag toen het huwelijk van graaf Bentinck's dochter met Hauptmann von Ilse- mann voltrokken werd. Dien ochtend waren de gasten, die tot de plechtigheid genood waren, bijeen gekomen in den salon van het kasteel te Amerongen. „Plotseling," zoo schrijft Lady Norah, „wier pen, zonder eenige voorafgegane waarschuwing, twee lange dienaren in lange blauwe jassen, op het hoofd driekante steken en staven met zilve ren knoppen in de hand, de groote dubbele deu ren open en kondigden aan „Der Kaiser!" Alle gesprekken werden dadelijk gestaakt. Een tengere, stijve figuur in de uniform van Duitsch veldmaarschalk, deed twee korte, vlug ge stappen in de kamer, bleef toen staan, bij de deur, terwijl hij even de voeten bij elkaar trok maakte een paar korte buigingen naar rechts en links en keek toen, in de stilde, die volgde, onrustig en onzeker langs de gasten. Hij hield met zijn rechterhand een helm tegen zijn rechterzijde gedrukt en zijn linkerhand hield eenigszins het gevest vooruit van zijn sabel, die gerinkeld had bij zijn binnenkomen. Dat binnenkomen had iets dramatisch en dit werd veeleer nog vermeerderd dan verminderd door zijn zenuwachtigheid. Er was een korte pauze en gedurende enkele seconden waren aller oogen gericht op die eenzame figuur, vóór graaf Godard naar voren trad zooals hij vroeger zoo vaak had gedaan, doch toen op ruimer ter rein om hem te begroeten. Dit was de eerste maal dat ik hem goed kon opnemen. Laat ik dadelijk zeggen dat de be richten, die hem getekend hadden als een gees telijk en lichamelijk wrak, geheel misleidend waren zij waren vermoedelijk gebaseerd op het feit, dat zijn verschijning nu zoo geweldig ver schilt van die in de voor-den-oorlog dagen. Hij zag er op dat oogenblik niet op zijn best uit. Het was duidelijk dat hij in een buitenge wonen overspannen toestand verkeerde, zich be wust dat daar velen waren, Hollanders en En- gelschen, die er geen prijs op zouden gesteld hebben hem te ontmoeten, als het niet was ge weest omdat zij verwant waren aan de bruid. Men zag een grijzen man grijs in kleeding, in gelaat, in haar en met onbuigzaam gelaat en misschien kan de kleur van zijn gelaat het best beschreven worden als staalkleurig. De korte, zachte baard had geen zwarte sporen; de kne vel, lang en afhangende aan de punten, was iets witter; de wenkbrauwen een ongewoon iets waren grijshet haar, dik en krullend, met geen spoor van zwarte strepen, was van het voorhoofd naar achteren geschuierd, niet be paald steil volgens de vastelands-gewoonte, of glad, zooals in Engeland, doch met een ongelijke kuif, recht op het voorhoofd. Er was geen spoor van het oude „keizer- vuur" in zijn oogen, ook niets van de geest drift en het „aplomb" van het „hier ben ik" van vroegere dagen, merkbaar. Alles wat tegen hem aan, alsof ze op het punt was flauw te vallen. Hij leidde haar zachtjes naar een stoel en kuste haar telkens en telkens weer. „Arm kind zei hij. „Ik ga nu heen, maar bedenk dat niets de band tusschen ons kan ver breken." Ze verborg het gezichtje in haar handen en liet haar tranen den vrijen loop. Ze durfde zich niet omkeeren en hem aanzien. Ze was bang voor zich zelf. En zoo verliet Rodney, zonder verder iets te zeggen de kamer en sloot de deur zacht achter zich. Ongeveer tien minuten later kwam kolonel Devereux terug, in een zeer opgewekte stemming, Hij had Nol-ton Lorrimer gesproken, die hem haaldelijk verzekerd had, dat er niet de minste kans bestond dat de vervalsching van de hand- teekening ooit ontdekt zou worden. De wissel zou in handen blijven van den houder. Bovendien had kolonel Devereux ongeveer zevenhonderd pond aan banknoten in zijn zak, wat zijn goed humeur zeer bevorderde. Daphne schrok op toen hij binnen kwam. Haar wangen waren bleek en nat van tranen. Ze ging naar hem toe en wierp zich aan zijn borst. „Mijn arm, klein meisje zei hij. „Wat is er gebeurd „Het is alles voorbij, vader." snikte ze. „Ik heb Rodney weggestuurd. Ik heb hem gezegd dat ik nooit zijne vrouw zal worden, eer miss vroeger gesymboliseerd werd door den knevel, die zoo jolig en trotsch naar boven wees, was verdwenen en dit had zijn gelaat zóó veranderd, dat hij een geheel ander man geleek. De leven digheid, de geestdrift, de veerkracht, van den voor-den-oorlog keizer bestaan niet meer en in de plaats daarvan ziet men een kalmen, ge baarden, ouden heer, maar niet zwak of afge leefd, zooals men ons uit sommige beschrijvin gen heeft willen doen gelóoven. Neen, hij staat volkomen recht op en is een zeer opvallende fi guur. Zijn haar was niet naar militairen aard kort geknipt, maar ook niet opvallend lang men zag dat hij kleine ooren had. Hij maakte op mij niet den indruk te zijn wat men noem! een „knappe man" - hij was veeleer te klein daarvoor. Dit was de eerste maal dat hij na zijn af stand van den troon in uniform verscheen op zijn borst droeg hij ongeveer twaalf ridderorden. Nadat graaf Godard zijn gast verwelkomd hadde ex-k izer wordt altijd aangesproken als „Majesteit „Uwe Majesteit", en hij heeft liever het woord „Empcror" dan Kaiser" werd cercle gehouden en werden de gasten een voor een voorgesteld. Allen maakten een buiging, soms een diepe, soms slechts even, en zijn vrienden kregen een warmen handdruk, vergezeld van een samentrekken der hielen. Met degenen, die hij reeds vroeger ontmoet had, wisselde de ex keizer eenige vriendelijke woorden, en met enkele dames, bloedverwanten der bruid, hield hij lange gesprekken. Ik merkte op dat zijn oogen niet bleven, rusten op degenen, tot wie hij sprak, zijn blik dwaalde steeds in alle richtingen." Gemengd Nieuws. Slechte teek enen. De toestand der coöperatieve aardappelmeelfabrieken in de Veen kolonies wordt sinds eenigen tijd minder goed ingezien. De bedrijfskosten zijn te hoogde opbrengst van het meel is te laag, omdat de concurrentie te zwaar is Er zijn aandeelhouders, die hun aandeelen voor 25 pCt. en lager van de hand doen zelfs bood iemand zijn aandeelen gratis aan. Er moet te veel bijgepast worden. Vijf vrouwen verdwenen. De po litie te Versailles is bezig met een onderzoek naar de geheimzinnige verdwijning van vijf vrouwen in het tijdsverloop van een paar maan den. Dezer dagen heeft zij een vijftigjarige vrouw, Estelle Giroud, en haar 27 jarige dochter ge arresteerd. Deze beide vrouwen worden er van beschuldigd, in Maart 1920 een zekere mevrouw Lecrevolt vermoord te hebben. De arrestatie had plaats in verband met een door de politie ontvangen anomiemen brief, waarin Estelle Giroud en haar dochter verantwoordelijk worden gesteld voor het verdwijnen der vijf vrouwen. Bij het onderzoek bleek, dat spoedig de beide vrouwen zich te Crépiéres hadden ge vestigd, de sterfte onder de vrouwen en kin deren aldaar abnormaal hoog werd. Voor den oorlog had het plaatsje een bevolking van 850 zielen. Naar verluidt, worden er nog vier andere personen met het gebeurde in verband gebracht zij zullen vermoedelijk dezer dagen in hechtenis worden genomen. Droogte. Één Russische professor, Mi- chelson, heeft de voorspelling gedaan, dat de wereld zich moet voorbereiden op een periode van droogte, die volgens hem wel 35 jaar zal aanhouden.Hij heeft zijn studie gebaseerd op de theorieën van Bruckner,die moeten bewijzen,dat de wereld éen periode van droogte, slechte oog- Cowpers paarl gevonden is. En dat zal nooit gebeuren daar ben ik van overtuigd. Nooit nooit." Het speet de kolonel niet dit te hooren ofschoon hij moeite deed.zijn ware gevoelens voor zijn dochter te verbergen. Hij troostte haar zoo goed hij kon en raadde haar aan vóór alles rust te gaan nemen ze zou dan, zoo dacht hij op zijn luchtige manier, spoedig de zaak van de beste zijde gaan beschouwen en wie weet, als zij op het kasteel van zijn broer logeerden, welke partij daar nog voor haar was weggelegd. Daphne volgde zijn raad op, maar ze kon den slaap niet vatten. Onrustig woelde ze op haar bed heen en weer, kuste Rodney's portret en zwoer hem nooit te zullen vergeten. Zooals de zaken nu stonden, kwam het goed uit dat Giffard Devereux bericht stuurde naar het parket, dat hij dien morgen niet kon komen, zooals hij van pas was geweest, .maar dat hij hoopte dat Mervyn en zijn dochter hem op zijn club de Oriel, wilden komen afhalen om samen ergens de lunch te gaan gebruiken. Kolonel Devereux besloot onmiddellijk dat Daphne thuis moest blijven. Ze moest dien morgen verdere opwinding vermijden, dan zou ze den Volgenden dag haar ergste verdriet weer wat te boven zijn. (Wordt vervolgd.) t NIEUWE SCH1EDAMSCHE COURANT I. O P fT O 7 ATJ il AT) T n nr. lr/\ r.4- a m m J *11 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 1