DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN.
44ste Jaargang.
Zaterdag 12 November 1921.]y0 13134
IJ urea 11KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus 39. Advertentiën: 1—5 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
Abonnementen per 3 maanden ƒ2.—, per week 15 cent, franco per plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. pe'r regel,
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Binnenland.
TWEEDE KAMER.
Begrooting van Arbeid 1922.
De algemeene beschouwingen
Het Voorloopig Verslag vermeldt, dat ver
schillende leden, hoewel den ijver en de werk
kracht van den Minister waardeerende, meenen
dat hij te veel staart op de arbeiderswenschen
en daardoor het belang van de arbeiders zeil'
niet het best dient. De oorlog heeft een storing
in de economische wetten gebracht, ook in dit
opzicht, dat de werkgevers als stootblok werden
weggenomen. In normale tijden biedt de werk
gever, mede geleid door zijn eigen belang, weer
stand aan die verlangens der arbeiders, welke
tot te hooge productieprijzen zouden leiden.
Tijdens den oorlog alleen verslapte deze weer
stand meer en meer, zoodat zij, daartoe door
de omstandigheden een deel van hun belang
rijke economische taak prijs gaven. Daarbij
kwamen de beloften, tijdens den oorlog gedaan
en de invloed van de revolutionnaire bewegin
gen na den wapenstilstand. Een en ander geeft
in alle landen gevoerd tot een verder gaande
wijziging in de positie van de arbeiders, dan
economisch houdbaar is. Voor zoover alleen
door de economische verhoudingen deze positie
beheerschen, zal zij wellicht niet zonder
schokken met de verandering van die ver
houdingen, vanzelf de noodige wijziging onder
gaan. Anders staat 't met hetgeen, misschien
eenigszins overhaast, en zonder de noodige
soepelheid in wettelijke bepalingen is vastge
legd. Nu er een sterke economische eb merk
baar is, zal men die bepalingen moeten wijzigen
of althans de banden, welke zij aanleggen,
eenigszins losser maken. Niemand wil terug tot
volkomen vrijheid van arbeidsduur. Maar de
Minister zal toch, wil hij onze industrie niet
het laatste restje concurrentiemogelijkheid ont
nemen, een grondige herziening van de daar
omtrent in de Arbeidswet neergelegde bepalin
gen ter hand moeten nemen en daarbij moeten
streven naar minder eenvormigheid voor de
verschillende soorten van arbeid zullen naar de
mate van inspanning, welke zij vorderen of het
gevaar voor de gezondheid, dat zij opleveren,
uiteenloopende regelingen moeten worden ge
maakt en de noodige ruimte worden gelaten
voor afwijkingen, ook zonder ingrijpen van de
inspectie. De minister mag niet voor het verwijt
van „reactie" uit den weg gaan.
Vele andere leden zijn tegen deze beschou
wingen opgekomen en hopen, dat de Minister
zonder aarzelen op den ingeslagen weg zal voort
gaan en o.a. spoedig komen met een wettelijke
regeling van den arbeidsduur in land- en tuin
bouw. Ook de verdere uitvoeringsmaatregelen
van de Arbeidswet mogen niet langer worden
uitgesteld.
Indien de werkgevers onder de nieuwe ver
houdingen geen kans zien hun zaken te drijven,
moeten zij de leiding maar aan de gemeenschap
overgeven. Als de ongewijzigde Arbeidswet hier
toe ongewild bijdraagt, is dit slechts een ander
heilzaam gevolg van haar invoering.
Onder de leden, die in het algemeen mede
standers zijn van den Minister en hem gaarne
lof toebrengen voor zijn beleid, zijn er die toch
gaarne den wensch uiten, dat hij met groote
voorzichtigheid en wijsheid zal voortgaan en
de uiterst moeilijke omstandigheden, waarin
ons bedrijfsleven verkeert, niet uit het oog zou
verliezen.
Enkele leden hebben, met het oog op den
toestand van s lands financiën, bezwaar tegen
het eventueel tot stand komen van een land-
bouwarbeidswet. Andere willen liever afwach
ten wat ander landen in dit opzicht doen.
Verscheidene leden zijn teleurgesteld, dat
nog steeds niet een wetsontwerp tot regeling
van de collectieve arbeidsovereenkomst is in
gediend
Arbeid.
Verscheidene leden hebben de wijze, waarop
overwerkvergunningen krachtens de Arbeids
wet worden verleend, gecritiseerd. Wanneer zal
de uitvoeringsmaatregel inzake het winkelbe
drijf, welke bij den Iioogen Raad van Arbeid
in behandeling is, kunnen worden tegemoet
gezien is gevraagd.
Het is gewenscht, dat daarbij een verschil
zal worden gemaakt tusschen den arbeid van
mannen en dien van vrouwen.
Enkele leden hebben op een meer tijdige be
noeming van de leden der delegatie naar de
Internationale arbeidsconferenties aangedrongen
Kamers van Arbeid.
Vele leden zijn teleurgesteld, dat de Kamers
van Arbeid nog niet zijn afgeschaft. Verscheide
ne leden klaagden over den tragen gang van
zaken bij den Hoogen Raad van Arbeid. De
aandacht is gevestigd op de herhaalde publi
ceering van vertrouwelijke stukken, welke aan
dit college ter behandeling zijn toegezonden.
Is de Minister bereid daartegen maatregelen
te nemen
Arbeidsverzekering.
Verscheidene leden hebben gevraagd of de
Minister reeds zijn standpunt heeft bepaald ten
aanzien van de invoering van de Ziektewet.
Wat zijn zijn plannen daaromtrent en hoe
denkt hij over de ziekteverzekering volgens
het z.g. stelsel-Posthuma-Kupers
Is het de bedoeling van den Minister, het
wetsontwerp tot regeling van de ziekenverzor
ging, voor zoover dit van hem afhangt, nog
in dit zittingsjaar tot stand te brengen is ge
vraagd.
Ook is gevraagd hoe het staat met de vooi-
bereiding van het wetsontwerp betreffende een
Rijkskinderfonds en op welke grondslagen dit
zal rusten. Is het niet gewenscht; ter voorko
ming van de vertraging, dus de behandeling
bij den Hoogen Raad van Arbeid, voor dit
doel een bijzondere commissie te benoemen.
Aangedrongen is op giooter bezuiniging en
zoo mogelijk verdere inkrimping van het aan
tal Raden van Arbeid, en de aandacht gevestigd
op hun veel te kostbare huisvesting. Kunnen
de beide Verzekeringsraden niet worden samen
gesmolten.
Volkshuisvesting.
Verscheidene leden hebben geklaagd over het
telkens plotselinge ingrijpen van den Ministei
waardoor de woningbouw wordt belemmerd.
Verscheidene leden hebben er op aangedron
gen, dat de Minister bij het steunne van den
woningbouw zich ten aanzien van het woning
type met op een eenzijdig standpunt zal plaat
sen aan de gemeenten behoort te worden over
gelaten om te beslissen welk woningtype zij
geschikt oordeelen. Ook tegen het alcooftype
moet de Minister zijn verzet opgeven.
Eenige leden adhten het niet juist, dat het
Rijk wel toesk g geeft voor den bouw van
kleine villa's (landhuizen) maar niet voor die
van groote tehuizen voor ongehuwden.
Verscheidene leden hebben aangedrongen op
het stellen van maatstaf, waarnaar het aantal
woningen zal worden bepaald, waarvoor aan
elke bouwvereeniging steun zal worden ver
leend. Welke maatregelen denkt de regeering
te nemen om de tekorten, welke de laaste jaren
op den bouw moeten worden bijgepast, te dek
ken
Gevraagd is of het tijdstip nog niet is ge
komen om de Iluurcommissiewet in te trek
ken en sommige leden zijn van oordeel, dat
toepassing van deze wet op verhuring van on
gebouwde eigendommen aanbeveling zou ver
dienen ter voorkoming van het ongehoord op
drijven van de pachten.
Gevraagd is of gezorgd is voor goed drink
water te Maassluis.
Tuberculosebestrijding.
Eenige leden zijn van meening, dat het be
heer van het nood-sanatorium Berg en Bosch
te Apeldoorn niet in bekwame handen is.
Sommige leden hebben hun leedwezen be
tuigd, dat uit deze begrooting niets blijkt van
een krachtiger ingrijpen ten bate van de kinder-
hygiëne.
Kan de Minister niet alsnog een subsidie
toestaan voor het Centraal Genootschap voor
kinderherstellings- en vacatiekolonies
Sommige leden zouden gaarne een overzicht
ontvangen van hetgeen de Regeering heeft ge
daan en nog denkt te doen ter bestrijding vi n
de werkloosheid, die in den aanstaanden winter
ongetwijfeld zeer groot zal zijn. Het zal niet
alleen noodzakelijk zijn uitkeeringen te doen,
maar ook zal werk moeten worden verschaft.
Hoe staat het met de reeds lang toegezegde
wettelijke regeling van de werkloosheidsverzeke
ring Men zou gaarne het oordeel van den Mi
nister vernemen over het rapport, daaromtrent
uitgebracht door het N. V. V., het R. K. Vak
bureau en het Neutraal Verbond van Vakver-
eenigingen.
De arbeidsvoorwaarden voor het
spoorwegpersoneel.
In zijn antwoord op de vragen van den heer
Van Braambeek betreffende de arbeidsvoor
waarden van het spoorwegpersoneel in verband
met de inkomsten van het spoorwegbedrijf,
zegt de minister van Waterstaat, dat het prac-
tisch niet onmogelijk zou zijn omtrent eenigen
te treffen maatregel een beslissing te nemen vóór
de eerlang te verwachten behandeling van
Hoofdstuk IX der Staatsbegrooting voor het
dienstjaar 1922.
Het zoogenaamde windreelit.
Bij Kon. besluit is ongegrond verklaard het
beroep van B. en W. van Haarlem tegen het
besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland tot goedkeuring van de huur- of politie
verordening voor den Zuiderpolder onder Haar-
lemmerliede en Spaarnwoude, welke het verbod
inhoudt, binnen 37o meter van den molen der
polder gebouwen enz. te stellen of te hebben,
welke naar het oordeel van het polderbestuur
den windvang van den molen kunnen belemme-
bod in het belang van een goede bemalingvan
den polder noodzakelijk is te achten, en dat de
bepaling, dat ontheffing van het verbod kan
worden verleend, rekening houdt met de be
zwaren, ontleend aan den toekomstigen woning
bouw in het poldergebied.
ren.
B. en W. van Haarlem hebben bezwaar tegen
de hierbij vastgestelde vergrooting van den
kring, waarbinnen rondom den molen niet mag
gebouwd worden.
In het Kon. besluit is overwogen, dat het ver-
De Rijksverzekeringsbank en
de Raden van Arbeid.
Op de vragen van den heer Ketelaar betref
fende de voorgenomen overbrenging van ver
schillende werkzaamheden van de Rijksverzeke
ringsbank naar de Raden van Arbeid, antwoordt
de heer Aalberse, Minister van Arbeid, dat bij
hem overbrenging van verschillende werkzaam
heden van de Rijksverzekeringsbank naar de
Raden van Arbeid een punt van overweging
uitmaakt.
Een beslissing is echter terzake door hem
nog niet genomen. Voor overbrenging naar de
Raden van Arbeid zouden naar zijn aanvankelij
ke meening voorshands in aanmerking komen
de werkzaamheden van het vaststellen en in
vorderen der verschillende premiën, het onder
zoek der ongevallen aan de hand der gedane
ongevalsaangiften, de voorbereiding van de door
het bankbestuur te nemen beslissingen inzake
■verzekeringsplicht en indeeling der ondernemin
gen en de administratieve behandeling van aan
vragen van werkgevers om een vrijwillige ver
zekering te sluiten.
Deze overbrenging zal, indien daartoe door
den minister wordt besloten, gegrond zijn op
de overtuiging, dat daarmede een betere uit
voering der verzekering, alsmede kostenbespa
ring zal worden verkregen.
Hoeveel die kostenbesparing zal bedragen,
kan bezwaarlijk vooraf met eenige nauwkeurig
heid worden aangegeven.
In dit verband moge worden aangeteekend,
dat naar den oogenblikkelijken toestand de
dienst der agenten en controleurs der Rijks
verzekeringsbank een uitgaaf vordert van rond
één millioen gulden 's jaars.
Over deze aangelegenheid heeft de minister
zooals wel vanzelf spreekt, ook het bestuur der
Rijksverzekeringsbank geraadpleegd. Schrifte
lijk zoowel als mondeling heeft voornoemd
bestuur zijn oordeel terzake doen kennen.
Tegen publicatie zoowel als tegen het ter in
zage voor de Kamerleden leggen van de schrifte
lijke meeningsuiting van het bankbestuur be
staat bij den minister bezwaar.
Hij wil echter wel mededeelen, dat de monde
linge bespreking, welke aan zijn Departement
betreffende deze aangelegenheid is gehouden,
er toe heeft geleid, dat aanvankelijke bezwaren
welke bij voornoemd bestuur tegen de voorgeno
men overbrenging van werkzaamheden naar de
Raden van Arbeid bleken te bestaan, goeddeels
tot oplossing bleken te kunnen worden gebracht.
Hypotheken kadaster en scheepsbewijzen.
Ingediend is een wetsontwerp tot herziening
van de tarieven voor verrichtingen aan de be
waring van de hypotheken, het kadaster en
de scheepsbewijzen.
Reeds tal van jaren naar de minister van
Financiën in zijne memorie van toelichting tot
dit wetsontwerp doet opmerken is de heffing
van salarissen en rechten van het publiek,
volgens de bepalingen van 1844 en 1877, niet
meer in overeenstemming met de gewijzigde
omstandigheden.
De hoogere eischen in den loop der jaren
aan de hypothecaire en kadastrale bescheiden
gesteld, de zeer groote toeneming van het ge
bruik, dat door het publiek daarvan wordt
gemaakt, hebben de kosten van de instandhou
ding en vernieuwing van die bescheiden zoo
danig doen toenemen, dat verhooging van de
salarissen en rechten voor de raadpleging daar
van niet alleen billijk, maar ook noodzakelijk is.
Ook de tien bewaarders, van de hypotheken
enz., die voor 1 Juli 1918 zijn benoemd en niet
volgens de wetten van 17 Juni 1918 en 30 Juli
1921 de vaste bezoldiging hebben gekozen, en
die daarvoor thans nog het bij de wet vanl844
vastgestelde salaris genieten, zullen volgens het
ontwerp voortaan dit salaris in 's Rijks schat
kist moeten storten, doch, zoolang zij aan hun
tegenwoordig kantoor in functie blijven, jaar
lijks, behalve de voor hun kantoor vastgestelde
bezoldiging, eene toelage als schadeloosstel-
ling genieten. De bezoldiging van de door die
bewaarders in dienst genomen klerken, zal
voortaan door den staat worden betaald. Hier
door zal tevens een einde worden gemaakt aan
het verschil in bezoldiging der klerken aan de
verschillende hypotheekkantoren.
Bij de beantwoording der vraag, in welke
mate de hypotheek- en kadasterrechten moeten
worden verhoogd om weder eene billijke bij
drage te leveren in de kosten verbonden aan
de instandhouding en vernieuwing der hypothe
caire bescheiden, is rekening gehouden, zoowel
met de mindere waarde van het geld, als met
de hoogere eischen, in den loop der jaren aan
dezen tak van dienst gesteld.
Evenals bij andere rijksinstellingen en bij de
openbare middelen van vervoer, is het nood
zakelijk gebleken, de hierbedoelde tarieven,
vooral die voor de raadpleging der kadastrale
stukken, vrij aanzienlijk te verhoogen.
Naast de voorgestelde verhoogingen der ta
rieven, zijn bepalingen opgenomen, welke de
gelegenheid geven om vrijstelling van rechten
te verleenen als het algemeen belang zulks vor
dert en om in bijzondere gevallen kwijtschelding
vermindering of teruggave van rechten te ver
leenen
Steunverleening.
Op de vragen van den heer Van de Bilt inzake
steunverleening van rijkswege aan de nagelaten
betrekkingen van opvarenden van reddingboo
ten, heeft de minister van Landbouw geantwoord
dat de beide reddingmaatschappijen voor de
leden der bemanning harer zeevaartuigen met
den Staat der Nederlanden verzekeringsovereen
komsten hebben aangegaan, krachtens welke
aan de nagelaten betrekkingen van de omgeko
men opvarenden van de beide reddingbooten,
welke onlangs zijn vergaan, de uitkeeringen,
bedoeld in de Zeeongevallenwet 1919, zullen
worden uitbetaald.
In afwachting van de berekening en de toe
kenning der definitieve uitkeeringen door „Zee-
risico", worden namens den Staat reeds voor
schotten aan de betrokkenen verleend. De be
taalde premiën worden door den Staat aan de
reddinginaatschappijen gerestitueerd. Mitsdien
kan niet gezegd worden, dat die nagelaten be
trekkingen onverzorgd achterblijven of althans
aangewezen zijn op ondersteuning door particu
lier m;t;at;ef. D;t neemt echter met weg, dat
het zeer 's toe tejm'chen, dat gedacht wordt
aan het ondersteunen der getroffen gezmnen
op andere wijze dan door de wettelijke m'tkee-
rmgen alleen.
Voor een aanvullende ondersteuning besch'kt
de Noord- en Zmd-Hollandsche Rcddmgmaat-
schappij over e>gen middelen, waaru't aan de
weduwen en weezen der omgekomenen van de
Brandars toelagen kunnen worden verstrekt,
terwijl de beide Reddingmaatschappijen met
elkander over de stichting van een eventueel
uit bijdragen van het Nederlandsche volk bijeen
te brengen fonds in overleg zijn getreden.
len slotte heeft het Carnegie-Heidenfonds
fondsen voor het ondersteunen van de nagelaten
betrekkingen van hen, die met eigen levensge
vaar anderen hebben gered of ernstige pogingen
hebben aangewend om dit te doen.
Indien mocht blijken, dat de gezinnen der
omgekomenen op den duur in fiancieel moeilijke
omstandigheden zullen komen te verkeeren,
mag op een aanvullende ondersteuning uit dit
fonds worden gehoopt.
Onder deze omstandigheden is er voor de
regeering vooralsnog geen aanleiding om harer
zijds steunverleening in overweging te nemen.
Gemengd Nieuws.
Een strenge winter verwacht.
Evenals hier te lande heeft ook in Engeland
de winter plotseling zijn intrede gedaan. Uit
verschillende deelen van Groot-B rittannië
wordt sneeuwval gemeld, en men denkt uit ze
kere teekenen te kunnen voorspellen, dat wij
dit jaar 'n strengen winter zullen krijgen. Zoo
meent men 't vroegtijdig verschijnen van wilde
ganzen en zwanen van IJsland en Siberië op de
Hebriden als een van de voorteekenen daarvan
te mogen aanmerken. Trouwens men heeft op
gemerkt, dat ook vele andere vogelsoorten in
groote vluchten zuidwaarts trekken.
Men grondt zegt de ,Tel.", de voorspelling van
een wtrengen winter ook op het feit, dat wij zulk
een buitengewoon mooien zomer hebben gehad.
Wanneer deze mooi-weer-periode zich ook over
den aanstaanden winter zou voortzetten, zou dit
beteekenen, dat wij gedurende de meeste winter
dagen eenzelfden wolkenloozen, stalenden he
mel zouden kunnen genieten als in den afgeloo-
pen zomer 't geval was. Dit beteekent dan ech
ter tevens, dat de aarde in deze streken het be
schuttend wolkendek zal moeten missen, het
welk andere jaren onzen winter meestentijds tot
een kwakkelwinter maakt.
Kinnaird Castle verbrand. Een
groote brand heeft binnen enkele uren het
beroemde Schotsche kasteel Kinnaird Castle
in den asch gelegd. Het was een bouwwerk uit
de 14e eeuw, door de opvolgende eigenaars her
bouwd en thans bewoond door graaf Southesk.
Van de kunstschatten die het bevatte,is volgens
Engelschc bladen het meeste gered kunnen
wordenter waarde van 10.000 alleen aan
schilderijen en oude Italiaanschc, Fransche
Vlaamsche, Hollandsche en Duitsche mees
ters. Onder de moderne werken bevond zich
een Raeburn, op 10.000 geschat, die gelukkig
behouden bleef. De beroemde bibliotheek, die
uit 10000 oude en moderne boeken bestond,kwam
er minder goed af, daar slechts een klein deel
ervan gered kon worden. Of het kostbare missaal
uit het laatst der 15e eeuw en de fraaie löd'eeuw-
sche drukken van Shakespeare's werken on
beschadigd bleven, wordt niet gemeld. Noch
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT