DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN. ■BMÜ 44ste Jaargang. x /.ateraag j uecember 1921. ]V0 1329? Zaterdag 3 December 1921. KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus: 39. Abonnementen per 3 maanden 2.per week 15 cent, franco per post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Bureau Dit nummer bestaat uit twee bladen en een Geïllustreerd Zondagsblad. Staten-Generaal, TWEEDE KAMER. Staatsbcgrooting voor 1922. H o o f d s t u k I (A 1 g e m c e n e Beschouwingen) In haar memorie van antwoord verklaart de regeering, van den ernst, der tijden doordron gen te zijn. Dwaas ware het, de oorzaak vande malaise, waaronder het bedrijfsleven ten on zent gebukt gaat, te zoeken in bepaalde maat regelen van socialen aard in de laatste jaren, met medewerking van de Staten-Generaal, ge nomen. Zou dit juist zijn, dan zou de toestand elders, minder ongunstig moeten zijn dan in ons land. Het tegendeel echter is waar. Ten onrechte wordt beweerd dat de minister van arbeid niet genoeg overtuigd zou zijn van de noodzakelijkheid om zijnerzijds al het moge lijke te doen om de verschillende bedrijven op gang te houden. De afloop der interpellatie Drion toont aan, dat zijn uitvoerige verdediging van het door hem ten deze gevoerde beleid be vrediging heeft geschonken. Het bevreemdt dat thans van een overhaaste invoering van den 8-urendag wordt gesproken Immers eerst werd van alle zijden in de Tweede Kamer bij de regeering er op aangedrongen dat zij zoo spoedig mogelijk met een desbetreffenc, wetsvoorstel zou komen. Trouwens die invoering was allerminst overhaast. Bij de uitvoering der wet is voorts ten volle rekening gehouden met de moeilijke omstandigheden waaronder de Nederlandsche nijverheid moest werken. Over wijzigingen in de Arbeidswet 1919 aan te brengen, zal weldra een goede basis voor bespre king en overleg met de Staten-Generaal aan wezig zijn, wanneer het in de Troonrede aange kondigd wetsontwerp tot wijziging en aanvulling dier wet bij de Tweede Kamer zal zijn ingediend. Met genoegen vernam de regeering, dat van alle zijden werd toegegeven, dat ook vanarbeiders zijde met de eischen der concurrentie rekening moet worden gehouden en dat niemand het stel len van overdreven eischen van de een of andere groep, die van elke toevallige omstandigheid gebruik tracht te maken om zich een uitzonde ringspositie te verzekeren, in bescherming nam. Wanneer de practijk aan deze schoone woorden zal beantwoorden, mag met reden verwacht worden, dat zonder ernstige conflicten hot moei lijke tijdperk, dat wij thans beleven, zal worden doorstaan. Op de vraag wat de invoering van de 45-urige arbeidsweek in inrichtingen van de regeering en in de bedrijven die van de regeering afhanke lijk zijn, heeft gekost, kan bezwaarlijk een ant woord worden gegeven. De regeering meent niet onweersproken te moeten laten de opmerking, dat de toepassing der wet wordt bedorven door ambtenarij. Op de vraag in welke industrieën de 45-urige werkweek eigenlijk is ingevoerd, kan er geen rechtstreeks antwoord worden gegeven, omdat het materiaal nog niet voldoende geor dend is. Voorts wordt medegedeeld, dat er op het oogenblik nagenoeg geen enkele industrie, die met buitcnlandsche concurrentie te worste len heeft, valt aan te wijzen, aan welke niet voor korten of langen tijd een verlenging vandenwet- telijkt-n arbeidsduur is toegestaan, zoodat de 45-urige arbeidsweek bij geen der industrieën oorzaak is of kan zijn van de mailaise. De regeering meent uit de eenstemmige over tuiging omtrent den zorgelijken toestand, van 'slands financiën het vertrouwen te mogen put ten, dat de Kamer bereid zal zijn mede te wer ken tot inperking der uitgaven, ook wanneer daarvoor offers aan begeerlijke en nuttige zaken moeten worden gebracht. Alle kracht behoort thans te worden aaneengetrokken op het streven naar beterschap. Een stap in die richting is gedaan bij de aanvankelijke besnoeiing op de aanvankelijk ontworpen bcgrooting voor het jaar 1922. Op de vraag van sommige leden of de nieuwe minister van financiën in het bijzonder is opgetreden om de zoo noodige bezuiniging van de staatsuitgaven tot stand te helpen brengen en het financieel evenwicht in het budget te herstellen,kan worden geantwoord, dat de nieuwe minister van financiën ter vervulling van een bestaande onherroepelijke vacature is opge treden om zijn plicht te doen. Andere pretenties had hij daarbij niet. De zienswijze van verscheiden leden, dat het streven naar bezuiniging in de thansingediende begrooting nog slechts op onvolmaakte wijzetot uiting is gekomen, wordt volkomen gedeeld. Het zal de regeering echter verheugen wanneer deze onvolmaakte uiting op onverdeelde instem ming zal kunnen rekenen en op geenerlei wijzezal worden bemoeilijkt. Geheel zonder vrees is zij op dit punt niet. Nadat in het Voorloopig Verslag krachtig op versobering is aangedrongen, komen achter eenvolgens verschillende groepen van leden aan het woord, die op de bekende wijze bepaalde pun ten van het algemeen streven wenschen uit te zonderen. Een gewoon, maar niettemin in Adv ertentiën 15 regels 1.75; elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen .vvordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel, bpeciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. dezen tijd bedenkelijk verschijnsel. Men wil bezuinigen nog veel sterker dan de regeering men voert de meest overtuigende bewijzen aan voor de absolute noodzakelijkheid daarvan maar zoodra het offer moet worden gebracht aan eigen stokpaardje, een eigen gecultiveerd verlangen houdt men zich afzijdig. Het zal het veiligst zijn de conclusie te trekken, dat bezui niging het allereerst noodige is en'dat alle stok paardjes daarbij belmoren te worden achterge steld. Er is nog een tweede moeilijkheid, nl. dat ieder zijn eigen aanvalspunt heeft, d.w.z. het punt dat hij buitengewoon geschikt acht voor bezuinigen. Dit verschijnsel vormt een ernstig beletsel op den weg naar versobering. Men zou het haast aldus kunnen uitdrukken de grootste vijand van bezuiniging is het, vurigvcrlangen van elkeen naar bezuiniging van elkeen op de wenschen van zijn buurman. Van de drie middelen in de Millioenennota genoemd ter verbetering van den toestand lo. geen nieuwe wetsontwerpen die geld kosten, dan bij uiterste noodzaak 2o. besnoeiing van reeds ingediende wetsontwerpen 3e. herziening van bestaande organisaties en instellingen alsme de versobering van den staatsdienst in alle takken konden uiteraard het eerste en het tweede onmogelijk in dezebegrootinguitdrukking vinden. Beide strekten slechts om toekomstige opvoering der wettelijk verplichte uitgaven te vermijden Overigens wil de regeering geenszins ontkennen dat voor de versobering van den staatsidenst het belangrijkste werk nog moet verricht worden. Verschillende plannen en denkbeelden met deze strekking zijn in onderzoek en voorbereiding. Daarbij kan niet overhaast te werk worden ge gaan. Ook de regeering is derhalve ovrtuigddat de begrooting nog gebouwd is op een staatshuis houding, welke te weelderig en te omslachtig is ingericht. Met betrekking tot de klacht over de hooge kosten voor de defensie zij opgemerkt dat de regeering een aanzienlijke vermindering der uitgaven op het oog heeft. Ten deele is deze vermindering reeds tot uitdrukking gebracht in de Nota van Wijzigingen welke het VlIIste hoofdstuk der Staatsbcgrooting vergezelde. Eene- verdere belangrijke verminden' g van dat hoofd stuk zal bij tweede Nota van Wijzigingen worden aangebracht. Met. het beschikbaar stellen van gelden ten behoeve van de woningvoorziening zal niet op zoo groote schaal als in de laatste jaren het geval was, kunnen doorgegaan worden. Voorstellen tot een belangrijke vermindering van de uitgaven voor de statistiek zijn in een vergevorderd sta dium van voorbereiding. Hierbij zal tevens het vraagstuk der productie-statistiek aan de orde komen. Dc vraag of een verdere beperking van de stichting van gebouwen voor de departemen ten van onderwijs, binnenlandsche zaken en justitie mogelijk is, is in behandeling. Hetzelfde kan gezegd worden van het vraagstuk der mare chaussee-kazernes. Voorts zal de mogelijkheid ovei wogen worden om in het algemeen de bouw kosten, welke den staat direct of indirect bezwa ren te verminderen. Wat het aantal ambtenaren betreft is de re geering overtuigd, dat in tal van takken van dienst inkrimping der formatie noodzakelijk en bereikbaar is. De in het voorloopigverslag bedoelde uitbreiding der Arbeidsinspectie is thans onvermijdelijk geworden. De regeering heeft besloten de buitengewone Lractements- verhoogingen alsnog te schrappen. Ten slotte heeft de regeering besloten -tot een nieuwe re geling der vacatiegelden, die 1 Jan. 1922 in wer king treedt en een niet onbelangrijke verminde ring der kosten zal medebrengen. De beslissing omtrent een samensmelting van de departementen van oorlog en marine is aantc houden tot na de behandeling van de aanhangige voorstellen betreffende de weermacht to land en ter zee. Ook ten aanzien van de uitgaven der arbeiders klasse geldt hetgeen hierboven met betrekking tot alle uitgaven werd gezegd. Dat ook in dit opzicht de algemeen noodige bepaling wordt betracht, is bovenal in het belang der arbeiders klasse zelve. De regeering meent te moeten vasthouden aan haar zienswijze, dat van een ook, maar eenigs- zins beduidende verhooging van het totaal der aan wedden te besteden bedragen in geen geval sprake kan zijn en dat aangestuurd moet worden op een inkrimping der formatie. Omtrent de vraag betreffende het in het leven roepen van een nieuwe wachtgeldregeling voor de ambtenaren, die met het oog op de bezuinigingsplannen moch ten worden ontslagen, moet de regcering zich volle vrijheid voorbehouden. In de meening, dat bezuiniging veel op het gebied van onderwijs, kunsten en wetenschappen mag wordengezocht, kan dc regeering niet deelen. Het ligt niet in de bedoeling der regeering, om in het invoeren van nieuwe belastingen of het verhoogen van bestaande, het middel te zoeken om de financieele moeilijkheden te boven de komen. Zij hoopt, dat de Kamer haar het trouw blijven aan die bedoeling zal mogelijk maken door haar krachtig te steunen op den weg der bezuiniging. De reeds aangenomen of ingediende belastingen op welker opbrengst gerekend is staan hier natuurlijk buiten. De regeering is niet voornemens tot invoering van een weeldebelasting een voorstel te doen. Evenmin wenscht zij thans over te gaan tot, in voering van staatserfrecht of tot een hcffing- in-eens, bestaande in het zich toeeigenen door den staat van een zeker percentage in het aan deelenkapitaal van grootere ondernemingen en in het vestigen van een staatshypotheek tot een gelijk percentage op het grootere grondbezit.. De regeering is voornemens binnen kortentijd hare plannen ten aanzien van de vlottende schuld aan de Staten-Generaal mede te deelen. De stij ging van het bedrag dier schuld maakt een voor ziening noodzakelijk. In dit verband staat de regeering stil bij dc uitgaven ter bestrijding van den woningnood. Aan het einde van het loopende jaar zal in totaal vermoedelijk 280 millioen meer aan voorschotten premieën en hypotheken zijn toegekend dan Lot 1 Nov. j.I. uitbetaald was. Noodgedwongen heeft de regeering besloten dat in 1922 in totaal aan voorschotten volgens de Woningwet, premiën en hypotheken ten hoog ste een bedrag van f 80 millioen zal toegekend worden. Zij vleit zich dat het mogelijk zal zijn de gelden te vinden om op deze meer beperkte schaal den woningbouw te steunen. Mocht die verwachting onjuist blijken dan zal een verdere vermindering van het maximum niet kunnen uit blijven. Het genoemde cijfer van 80 mdlioen heeft betrekking op hetgeen in 1922 zal mogen toegekend worden. De in dat jaar te betalen sommen zullen in totaal belang rijk hooger zijn. Het hierboven genoemde getal van 280 millioen stelt zulks boven twijfel. De leden die het kabinet verdedigden tegen de aanvallen waaraan het algemeen regeeringsbeleid bloot staat, wezen er op, dat slechts zelden zoo weinig critiek is geoefend in het laatste jaarvan een vierjarige periode .Wat in het algemeen daar tegen wordt uitgebracht komt neer op een betoog dat de koers door de regeering gevolgd vrij wel zou bestaan in een voortgezette reactie tegen het streven naar politieke macht van de socialistische groepen worden onder deze laatsten de revola- tionairenverstaan dan kan het kabinetvolmondig toegeven, dat het dit inderdaad als een onderdeel van zijn taak beschouwt De vermindering van den post voor de burgerwacht is dan ook niet dan uiterst noode en alleen uit financieelen over wegingen geschied en hieruit mag niet de conclu sie getrokken worden dat het kabinet de over bodigheid van waakzaamheid zou inzien. Hen, die de bekende circulaire van den minister van arbeid als voorbeeld van een zekere reactie aan haalden, moge erop worden gewezen, dat reactie tegen de hooge bouwkosten bezwaarlijk als juist kauworden aangerekend.Van een beperking van de toegepaste middelen van werkloosheids- zorg is geen sprake. Die zorg wordt door de Ne derlandsche regeering inderdaad als van zeer urgenten en belangrijken aard beschouwd. Do subsidiën van werkloozen kassen, de extra steun aan deze kassen verleend, de steun en regeling voor niet langer rechthebbende leden dier kassen de subsidiën aan wachtgeldregelingen van werk gevers toonen aan dat de regeering naarvermogen medewerkt. De bevordering van productief werk sta echter bij de bestrijding van werkloosheid voorop. Ook hier heeft de regeering veel cn velerlei gedaan. Vooral voor de bevordering van productief werk door werkverschaffing, niet het minst in de door inzinking van het veenbedrijf zoo zwaar getroffen veenstreken heeft de regeering zich beijverd. In een honderdtal ge meenten worden met subsidies ten laste van het Departement van Arbeid, weken ter bestrijding van werkloosheid uitgevoerd. Thans wordt ook door het Staat.sboschbeheer aan de bebouwing in en nabij de veenstreeken zoo groot mogelijke uitbreiding gegeven. Het doet de regeering leed dat hetgeen zij aan gaande het aftreden van den vorigen minister van financiën heeft medegedeeld, vaag en weinig zeggende wordt geacht, er kan aan het toen ge sprokene echter niets worden toegevoegd. De persoonlijke appreciatie van de ministers van landbouw, nijverheid en handel en van koloniën laat de regeering geheel voor rekening van de leden die haar uitte. Wat de Jachtwet aangaat, het ligt allerminst in de bedoeling van de minis ters van landbouw, nijverheid en handel en van justitie om deze wet te laten rusten. Dat deze materie nog niet verder gevorderd is, moet niet aan de regeering geweten worden. De weinige directe belanghebbenden wijst erop, hoe uiterst moeilijk de jacht is op eenigszins bevredigende wijze te regelen. Dc memorie van antwoord op het voorloopig verslag op het wetsontwerp tot regeling van het middelbaar en lager landbouw onderwijs en van den voorlichtingsdienstvoor den landbouw zal dezer dagen de kamerbereiken Ter bestrijding van het beleid van den minister van koloniën wordt wederom gewezen op het Djambi-ontwerp. Van een stopzetting van het geheele ontginningswerk der Koninklijke Pe troleum Maatschappij in Indië is de regeering niets bekend. Al moge de algemeene prijsdaling van de-olieproducten gepaard aan andore voor- het bedrijf nadeelige factoren die maatschappij hebben genoopt de exploitatie op enkele ter reinen in te krimpen of geen uitbreiding te ge ven, hierin ligt nog geen aanwijzing voor een algemeene staking. Dc leden die over onvastheid in het militair beleid klaagden werd van andere zijden tegen geworpen, dat de internationale toestand voort durend wisselde. De regeering is trouw gebleven aan haar program: vermindering van militaire lasten met behoud van voldoende weerkracht. Bij de uitvoering daarvan is zij op vele zwarig heden gestuit, maar de nieuwe regeling van den dienstplicht zal naar verwacht wordt ten slotte de bezegeling brengen van het ernstig streven der regeering. Het lid, dat klaagde over conservatief mili taristische politiek en over achterstelling van de kleine luiden zal zeker niet met onverdeeld genoegen hebben kennis genomen van het voor loopig verslag waarin door vele leden wordt stelling genomen tegen de in hunne oogen al te groote bevoorrechting van de werkliedenklasse. De klachten van dit lid kunnen zeker niet aan dit kabinet worden verweten. Een zoeken naar 't cement der politieke partijen, waarop het kabinet steunt, bindt en naar de synthese der regeering mag een vragen naar den bekenden weg hceten. Naar aanleiding van de vraag hoe de regeering komt aan het bedrag van 15 pet. van het natio naal inkomen dat jaarlijks aan belastingen wordt betaald, zij er op gewezen, dat deze berekening een globaal karakter moet dragen. Uitgaande van de cijfers der rijksinkomsten belasting is als bedrag van het inkomen aangeno men 2300,000,000. hiernaast is gesteld dat het rijk in totaal aan belastingen heft 540 millioen. Het gezamenlijk bedrag der heffingen van pro vinciën en gemeente is op ongeveer 300.000.000 te ramen. Deze cijfers leiden tot de slotsom dat het percentage 35 niet te hoog is gegrepen. De regeering betreurt het dat de tijdsomstan digheden hebben genoopt meer materianle dan ideëele zaken te behartigen. Toch is ook aan het laatste de aandacht gewijd. Met name heefthier de ihinister van onderwijs kunsten en wetenschap pen het zijne gedaan. De indiening van de Zon dagswet strekt ten bewijze dat dc regeering zoo veel mogelijk doet om het godsdienstig leven te steunen. Dat dit ontwerp nog niet in behande ling is genomen is een gevolg van de jongste ministerieele crisis. Wat de partijgroepeering betreft, zij er aan herinnerd, dat, waar 3 partijen gezamenlijk op treden, allerminst verschil van gevoelen over onderdeden van het regeeringsbeleid uitgesloten is. Waar het op aan komt is dit, of het hoogere beginsel, waaruit hare beschouwingen over de grondstellingen van staatkunde en over de practische toepassing in de naaste toekomst kunnen worden afgeleid, hetzelfde is. Ten deze kan nog altijd dezelfde geruststellende verklaring als vroeger worden afgelegd. Dc in het voorloopig verslag aangevoerde voorbeelden, ontleend aan de processies, de Zondagswet en het Legervraagstuk, mogen als een bewijs voor deze stelling dienen. Het spreekt vanzelf dat een gedeeltelijk samengaan met andere groepen in zake neutrale onderwerpen niets bewijst ten nadeele van het goed recht der coalitie. Na het voorafgaande zal wel geen opzettelijke weer legging behoeven van het verwijt, dat zoowel aan antirevolutionnaire als aan Roomsch-Katho- lieke zijde een verwatering van beginsel valtwaar te nemen. Het georganiseerd overleg is in het algemeen nog niet in een stadium, dat over het al of niet bevredigende van zijn werking reeds thans een oordeel met voldoenden grond kan worden ge regeld. Een reorganisatie van het georganiseerd overleg in van de centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenaren zaken is bij de centrale commissie in voorbereiding het advies van deze commissie omtrent reorganisatie wordt binnen korten tijd tegemoet gezien, van deopmerking dat de regeering herhaaldelijk van een gegeven advies zou zijn afgeweken neemt zij met leedwezen kennis. De regeering overweegt steeds nauwgezet of zij de adviezen kan volgen. Dat afwijking regel zou moeten worden behoeft niet te worden verwacht. De regeering overweegt dc instelling van ge organiseerd overleg voor de departements-ambte- naren. De regeering acht de totstandkoming v. 'n bevredigende personeel-formatie voor de mi nisterieele departementen gewenscht en werkt reeds in die richting. Een regeling van den werktijd voor de depar tementen bestaat reeds geruimen tijd. De wijzi gingen, welke na de totstandkoming van het Bezoldigingsbesluit 1920 in enkele groepen zijn aangebracht, droegen het kenmerk van een tech nische herziening en konden moeilijk worden uitgesteld totdat een algemeene zoodanige her ziening ter hand werd genomen. Dat bij buitengewone verhooging van salaris de ambtenaren van de buitendiensten meestal ten achter staan bij die Van de departementen, NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 5