Uitstoomerij. N.V. DE PHOENIX A. BOSCH, Boterstraat 63, Tel 580 zaak aan, dat het „algemeen belang" meebrengt, dat Schiedam de grensregeling met Rotterdam moest accepteeren. Dat het „algemeen belang" zou meebrengen de overeenkomsten met Rotterdam goed te keuren, mag zeer zeker aan rechtmatigen twijfel worden onderworpen. Adam Smith, een Engelschman van groot gezag op het stuk der economie, achtte het bezit van goede verbindingswegen te land en te water be slis se nd voor de welvaart van een stad. Wij gelooven, dat er niet één economist van gezag in den modernen tijd is te vinden, die dit oordeel ook thansnietzoukunnenonderschrijven. Door den ingrijpenden invloed, die de ver keersmiddelen op de productie en consumptie uitoefenen, acht Philippovich b.v., het ook onontbeerlijk, dat er bevaarbare en gemakkelijke toegangen tot de spoorbanen leiden. Toen wij het Driehavenplan met de concept- overeenkomsten, de grenswijziging, het Rotter- damsche kanalenplan, het rapport der Staats commissie inzake de spoorwegtoestanden in en om Rotterdam en de havenpolitiek van 'Rot terdam, de spoorwegpolitiek in 't verleden enz. met elkaar in verband brachten, konden wij den indruk niet van ons zetten, dat voor Schie dam een val was opengezet met een paar milli- oen gulden, en een, laat ons aannemen, gunstig electriciteits-en waterleidingscontract als lokaas. Die indruk is, na nauwgezette bestudeering van alle détails en na wat er over de plannen zooal is gezegd, nog geenszins weggewischt. Het verband tusschen straat- en waterwegen, spoorwegpolitiek, de tarievenkwestie e.d. ten opzichte van havensteden in het licht te stellen, zou ons te ver voeren,'maar wij willen toch wel opmerken, dat dit zoo buitengewoon belang rijk is, dat Schiedam daarvoor de oogen niet had mogen sluiten. Met een voorbeeld uit het verleden zullen wij aantoonen hoe men het verkeer te water be letselen in den weg kan leggen ten nadeele van nabijliggende gemeenten. Zooals wij reeds releveerden, werd in 1389 door Delft de Delfshavensche Schie gegraven. De stad Delft leidde destijds haar belangrijken Uitvoer van lakens, bieren e.d. producten langs deze vaart naar Delfshaven. Toen die vaart werd aangelegd, moesten de landerijen van den Heer van Spangen (den be zitter van het kasteel Spangen) worden door gegraven. Delft had den Heer van Spangen het recht toegekend om een brug te leggen over de Delfs havensche Schie, teneinde zijn in tweeën ge deeld land te kunnen overbruggen. Rotterdam was in onderhandeling getreden met den Heer van Spangen, om het recht van het bezit dier overbrugging te koopen. De Delvenaars waren achter de plannen van Rotterdam gekomen, die inhielden, de vaart te belemmeren door het bouwen van een stee- nen brug daar ter plaatse. Zij kochten het een maal gegeven recht van den Heer van Spangen weer terug, omdat zij wel begrepen hoe nood lottig een vaartbelemmering voor Delft zou zijn. Nu kan men wel zeggen nou ja, dat is zoo lang geleden en de Rotterdammers van nu zijn anders van hun middeleeuwsche stadgenooten, maar met prof. Pothumus zullen het toch velen in den lande eens zijn, dat het van veel gewicht is te weten, hoe er door de gemeenschap naar gestreefd is, door het nemen van maat regelen, die handel en nijverheid beinvloedden, hun ontwikkeling te bevorderen. Deze kennis, zoo zeide hij, kan leiden tot scherper inzicht in den bijzonderen samenhang tusschen een be paalde economische periode en de daarin ge volgde handelspolitiek. (Rede bij de installatie der faculteit der handelswetenschappen van de Universiteit te Amsterdam, 16 Jan. 1922). Wie nu bij Philippovich leest,,Er stehen aber auch in der Gegenwart. Einrichtungen und Beziehungen, wie wir sie in der Vergangenheit lebendig gesehen haben, die dem Verkehr Schran ken setzen oder in anderer Form wirtschaftliche Zwecke verfolgen" (In hoofdstuk „Das Wesen der Volkswirtschaft", deel I, blz. 22) bekijkt de overeenkomst tot regeling der wederzijdsche belangen tusschen Schiedam en Rotterdam door een anderen bril dan die van weth. Houtman. De kaart, behoorend bij het rapport der Staats commissie inzake de spoorwegtoestanden in en om Rotterdam, toont aan, dat er over de Schie- damsche Schie (tusschen de tegenwoordige spoorbrug, naast den overweg bij het station H.IJ.S.M., en de rolbrug van Kethel) nieuwe spoorbruggen zullen worden gebouwd. Of er beweegbf re bruggen zullen komen, hoe zij geconstrueerd zullen worden er>z., daarom trent staat nog niets vast. Derhalve weet de gemeente Schiedam abso luut niet in hoeverre de vrije vaart over de Schie al dan niet gehandhaafd zal blijven. De Staatscommissie heeft alleen dit voorge steld hoogte spoorbruggen over de Schiedam- sche Schie resp. 4.00 M. N. A. P. en 3.50 M. N. A. P., voor de nieuwe bruggen over de Deljtshavensche Schie stelde zij evenwel voor 4.50 M. N. A. P. en 6.00 M. N. A. P. Wie de beteekenis Voor Schiedam kent van de vaart langs de Schie, zal zich toch wel eens de vraag stellen welke motieven hebben er toe geleid om de doorvaarthoogte der bruggen over beide vaarwaters zoo sterk van elkaar te doen afwijken Voor dengene, die zich de moeite verschaft om de spoorwegplannen ten aanzien van Schie dam aan een nauwgezet onderzoek te onder werpen, zal het antwoord op die Vraag niet moeilijk zijn. (Hij verzuime niet, vooraf ookeens een kijkje te nemen op welke wijze de doorvaart- wijdte van spoorbruggen kan worden ingekort. De dikke balken, die aan weerskanten in de doorvaart onder de spoorbrug over de Schie bij den overweg aan het station H.IJ.S.M., al hier, zijn aangebracht, zijn al een zeer treffend voorbeeld.) De Schiedamsche havens zouden nog veel meer beteekenis hebben, indien zij aan het spoorwegnet zouden zijn aangesloten. De in dustrie zou zich in nog sterker mate kunnen ontwikkelen. Wat de overeenkomst RotterdamSchiedam op het punt van spoorwegen zal brengen, zou in hoofdzaak dit zijn Rotterdam zal, voor zooveel mogelijk, bevorde ren, dat Schiedam via de sporen, welke ten be hoeve van de nieuwe Rotterdamsche haven zul len worden aangelegd, spoorwegaansluiting naar de terreinen, omsloten door Maasdijk, Ooster haven en Voorhaven en eventueel naar de ter reinen ten westen Van de Voorhaven zal krijgen. Hoe men tot laatstgenoemde verbinding zon der een nieuwe spoorbrug over de Voorhaven zal kunnen geraken, is ons een raadsel. Het nut van de spoorlijn voor de eerst aan geduide terreinen lijkt ons niet zeer groot, daar hiervan voor de exploitatie van alle Schie damsche havens al heel weinig profijt kan wor den getrokken. Wat de toezegging betreft „Rotterdam zal voor zooveel mogelijk bevorderen" beteekent o.i. al heel weinig. Zonder positieve zekerheid van de zijde van de H.IJ.S.M. heeft Schiedam niets aan die „bevordering". Een beroep op een toezegging van een „groot man als burgemeester Zimmerman" kan Schie dam niets baten. Wij willen niets tekort doen aan den persoon van Rotterdams burgemeester, dien ook wij gaarne een voortreffelijk en hoogstaand figuur willen noemen, maar men bedenke toch, dat na den heer Zimmeiman een ander, wellicht 'n nog grooter, misschien 'n kleiner man, diens plaats zal innemen. Evenals de heer Burgdorffer als directeur van Gemeentewerken te Rotterdam dezer dagen is afgetreden, zoo zal ook burgemeester Zimmer- mans plaats open komen. Heeft Zimmermans opvolger andere inzich ten; wat zal dan Schiedam kunnen doen zonder behoorlijke waarborgen? Aan toezeggingen, beloften heeft Schiedam nog nooit wat gehad. Irx het officieele verslag van den Gemeente raad van Schiedam d.d. 25 Aug. 1871 kan men het volgende schrijven lezen van de H.IJ.S.M. ,,De administratie der H.IJ.S.M. heeft zich, overtuigd van het wederzijdsch belang van elke verbinding tusschen spoorweg en zeevaart, niet ongenegen verklaard om te Schiedam, voor zoo veel den spoorweg betreft, daartoe mede te wer ken, indien zulks door billijke voorwaarden en doeltreffend ontwerp, opgemaakt en verwezen lijkt kan worden (Gedrukt veislag 1871, blz. 221). Dit schreef de H.IJ.S.M.. aan Schiedam in 1871. Na een periode van vijftig jaren, ligt er nog geen enkele spoorrail langs de Schiedamsche havenwerken. Nog een andere zaak, die de levensbelangen van Schiedam betreft, trekt onze aandacht. Wanneer Rotterdam het plan kan doorzetten (zooals bekend, is d e z e w e e k bij den Gemeen teraad van Rotterdam reeds een voorstel in gediend tot onteigening van gronden tusschen Rotte en Schie), om het kanaal RotteSchie Maas te graven, dan zal er slechts één straat weg overblijven, die Rotterdam met Schiedam verbindtde Rotterdamsche dijk. In dien dijk moet noodzakelijk een beweegbare brug komen te liggen, welke het kanaal zal overbruggen. Die brug zal op Rollerdamsch gebied ko men, daar zij binnen de nieuwe grens valt. Schiedam zal over den tijd van openen en sluiten dier brug niets te zeggen hebben.,. Over die brug nu, zal van en naar Schiedam het geheele verkeer van voetgangers, trams, vrachtwagens e.a. vervoermiddelen te land gaan, over die brug zal, voor zoover niet van spoor- of schip gebruik gemaakt wordt, het geheele handelsverkeer te land tusschen de twee Maas steden loopen. Hapert er iets aan die brug, zoodat het ver keer per as gestremd is, dan is er maar één mogelijkheid om Rotterdam te bereiken, n.l. den omweg maken naar het dorp Overschie, om vandaar via den Rotterdamschen straatweg tot aan de Heulbrug te rijden Wie bekend is met den toestand aan de tweede Maasbrug te Rotterdam, zal onomwonden met ons verklaren, dat het scheppen van een derge- lijken toestand in één verkeersweg tusschen Schiedam en Rotterdam in geen enkel opzicht te verdedigen is. Wij achten dit punt van zulk een overwegend belang, dat wij ronduit durven verklaren, dat hier de doodsteek aan Schiedam kan worden gegeven. Noch de geprojecteerde weg van de werf Gustoachter de nieuwe haventerreinen naar den Rotterdamschen dijk, noch de breedte van den straatweg tusschen de brug en de Koemarkt hebben iets uit te staan met dit zeer gewichtige punt. In zijn Werk over „Die Entstehung der Volks wirtschaft" schreef Dr. Karl Bücher, wiens autoriteit in ons land zeer hoog staat aan geschreven, een opstel over „Grosstadt-Typen aus fünf Jahrtausenden". Bücher zegt daarin „Zeker zal de ontwikkeling, die wij meeleven, eenmaal haar hoogtepunt bereiken. Dan zal er een toestand van bevestiging, wellicht van versterking intreden, zooals de oude steden der 16e tot einde der 18e eeuw hebben uitgewezen. „De moderne stad trots haar grootte, wijkt van de oude in zoover af, dat zij voor zich zelf niets beteekent, ze wil niet heerschen, niet uit buiten als dienend lid van een staatkundig geordend volk breekt zij de baan voor een voor uitstrevende, waarlijk sociale cultuurontwikke ling voor de gemeenschap". Zóó ziet Rotterdam haar taak echter niet in. Zij legt liever economische slagboomen voor de grenzen van een aangrenzende gemeente, daarbij stevig gesteund door een spoorwegmaatschappij, wier belangen wellicht parallel loopen met die van Rotterdam. Aan onze lezers de beantwoording van de vraag of de „N. Sch. Crt." al dan niette recht heeft gewezen op de in gevaar zijnde levens belangen van Schiedam. (Slot volgt). Tclef. No. 15. 358 8 jmrmCTgranimrriii iniBnufmniiiMiMim DE PAUSKEUZE. Pater A. J. Koenders O. C. schrijft in „De Tijd" het volgende over het verloop der Paus keuze, zooals deze in het nieuwe Kerkelijke Wetboek geregeld is. Zoodra de Paus overleden is, staat het be stuur der H. Kerk onmiddellijk stilalleen de loopende zaken, mits van niet al te groot ge wicht, worden tot. aan de keuze van den nieuwen Opperherder afgedaan door den Kardinaal- Camerlengo, in dit geval gelijk reeds ge schiedde door Kardinaal Gasparri, hierin bijgestaan door den oudste uit de drie rangen van Kardinalen, die na drie dagen weder ver vangen worden door drie anderen, welke in leeftijd op hen volgen. Zaken van ernstigen aard, die geen uitstel dulden, worden door het geheele College van Kardinalen, onder voorzitterschap van den Cameilengo, behandeld. Dagelijks komen alle Kardinalen te zamen, om zoo noodig dringende zaken te bespreken, terwijl tevens verschillende decreten omtrent de Pauskeuze worden Voorgelezen na afloop hier van leggen allen een eed af, dat zij zich hieraan getrouw zullen houden. In een dezer Vergade ringen worden o.m. beschikkingen getroffen omtrent de begrafenis van den gestorven Paus eenige commissies worden benoemd twee geeste lijken aangewezen om te gelegener tijd een rede te houden „Over den gestorven Paus" en „Over het kiezen van een Opperherder" ten slotte worden de Visschersring en het zegel van den overleden Paus gebroken. Gedurende negen achtereenvolgende dagen wordt er nu een plechtige uitvaart voor den gestorven Paus gehouden, wat de laatste drie dagen met bijzondere plechtigheden plaats vindt, terwijl den laatsten dag de lijkrede wordt uit gesproken. Onderwijl treft men de noodige maatregelen voor de keuze van een nieuwen Paus. Aan deze keuze kunnen alleen de Kardinalen deelnemen, die minstens de wijding van het Diakonaat heb ben ontvangen daarenboven zijn allen ver plicht zich naar het conclaaf te begeven, tenzij een wettige red n hun d r is naar Rom on- mog lijk maakt. Om aan alL Kardinalen zooveel mogelijk gelegenheid te geven aan de Pauskeuze deel te nemen, is bepaald, dat de opening van het conclaa' eerst den tienden dag na 's Pausen dood mag plaats hebben. Elke Kardinaal mag gedurende het conclaaf slechts twee bedienden hebben, terwijl deze geen prelaat of religieus zijn mogen, noch na- staande familieleden van den betreffenden Kar dinaal. Deze allen móeten een afzonderlijken eed afleggen, dat zij geheim zullen houden, wat zij op een of andere wijze omtrent het verloop van het conclaaf zullen te weten komen. Tevens voorden door de Kardinalen nog gekozen een secretaris, biechtvader, twee geneesheeren en apotheker, alsmede eenige andere noodzakelijke bedienden. Nadat de uitvaartdiensten voor den gestor ven Paus zijn afgeloopen en alles voor het con claaf in gereedheid is gebracht, wonen de Kardi nalen een plechtige H. Mis van den H. Geest bij, waarna een redevoering gehouden wordt oVer de keuze van een nieuwen Opperherder. Onder het zingen van den lofzang Veni Creator trekken allen in processie naar de kapel, waar de Pauskeuze zal plaats vinden. Nadat eenige decreten zijn voorgelezen en de Kardinalen nog maals den eed hebben afgelegd, zich hieraan streng te zullen houden, begeeft ieder zich naar zijn vertrekken, die hem door het lot zijn aan gewezen. Op een gegeven teeken moeten allen, die zich niet binnen de met metselwerk afge sloten conclaaf-ruimte mogen bevinden, zich verwijderen, waarna drie Kardinalen met den Camerlengo aan het hoofd, geheel de ruimte onderzoeken, teneinde te voorkomen, dat er eenige gemeenschap met de buitenwereld zou pestaan. Daarna moeten alle dienaren der Kar dinalen en overige personen, zooals geneeshee ren, biechtvader enz. in de kapel der Pauskeuze bijeenkomen, om te zien of er zich andere per sonen op onrechtmatige wijze in het conclaaf bevinden. Zoolang het conclaaf duurt mogen de Kardi nalen, alsmede alle overigen geen bezoek van buiten ontvangen, tenzij in tegenwoordigheid van anderen, aan wie de bewaking van het con claaf is opgedragen de correspondentie en zelfs gedrukte stukken moeten aan den secretaris ter inzage gegeven worden. Den volgenden morgen komen de Kardinalen in de kapel te zamen, wonen de H. Mis bij, waaronder zij de H. Communie ontvangen. Na B. A. J. WITTKAMPF, MOUTWIJNJENEVER „Absoluut spiritusvrij" Zacht Vol Smakelijk. Verkrijgbaar per glas én per maat en op kruiken en flesschen voorzien van Stedelijk Etiket van Echtheid, bij het bidden van den lofzang Veni Creator begint de keuze. Een Paus kan op drie manieren gekozen worden De eerste wijze is als die op inspiratie. Gesteld, een der Kardinalen zou plotseling verklaren, dat hij Kardinaal N. N. het meest geschikt acht om den Stoel van St. Petrus te beklimmen en hem als zoodanig ook kiest, en alle overige Kardinalen, zonder één uitzondering mits er te voren geen besprekingen zijn gevoerd als uit één mond uitroepen „Ook ik kies hem", dan zou daardoor de aangewezen Kardinaal tot Paus gekozen zijn. De tweede wijze is die door overeenkomst. Door het geheele College der Kardinalen kunnen een oneven getal (niet minder dan drie en niet meer dan zeven) Kardinalen worden aangewezen, om op een door allen nader omschreven wijze een Paus te kiezen, bij welke keuze zich allen dan zullen neerleggen. De derde en gewone manier is die door stem briefjes, waarbij de gekozene minstens twee derden der stemmen op zich moet vereenigen, mits zich daaronder niet de door hem zelf uit gebrachte stem bevindt. De stembriefjes, waarvan de vorm tot in de kleinste bijzonderheden is vastgesteld, bestaan uit een vel papier, dat drie deelen telt. Op het bovenste gedeelte schrijft de kiezer zijn naam in het midden den naam van den Kardinaal, dien hij tot Paus meent te moeten kiezen op 't onderste gedeelte een cijfer, tekst of spreuk naar believen. Het bovenste en onderste gedeelte van het stembiljet worden tweemaal omgevouwen en op twee plaatsen met lak en stempel Verzegeld de naam, van den kiezer en het kenteeken worden dus onzichtbaar, terwijl alleen de naam van den gekozene te zien blijft. Nadat, zij, die bij het uitdeelen der briefjes behulpzaam waren, de kapel verlaten hebben, sluit de jongste der Kardinalen de deur, waarna een ieder het hem gegeven stembiljet invult. Terwijl ieder het ingevulde stembiljet tusschen twee vingers in de hoogte houdt, naderen allen op de beurt het altaar, waarop een groote kelk met een pateen gedekt, geplaatst is. Na eenigen tijd in stilte gebeden te hebben, staat hij op en spreekt met luide stem den eed „Ik neem Christus, den Heer, die mij zal oor- deelen, tot getuige, dat ik hem kies, dien ik voor God meen dat gekozen moet worden". Daarna bestijgt hij het altaar, legt het briefje op de pateen en laat het van de pateen in den kelk glijden. Bevinden er zich onder de Kardinalen bed legerige zieken, dan worden ,er drie Kardinalen tot hen afgevaardigd, die den zieke den eed afnemen en zijn stem in een gesloten kistje ontvangen en naar de kapel brengen. Hebben allen gestemd, dan worden de briefjes door de drie stemopnemers dooreen geschud en geteld. Komt het aantal uitgebrachte stemmen niet met dat der aanwezige Kardinalen overeen, dan moet een nieuwe stemming plaats hebben indien wel, dan gaat men over tot het voorlezen der namen van hen, op wie een stem is uitge bracht. Ieder der drie stemopnemers leest den naam, die op het briefje voorkomt, terwijl iedere Kardinaal zulks aanteekent op een lijst, welke voor hem ligt. Nadat de briefjes aan een draad geregen zijn, worden de uitgebrachte stemmen geteld. Heeft niemand twee derden der stemmen op zich ver- eenigd, dan moet een nieuwe keuze plaats heb ben. Blijkt het, dat zulks wel het geval is, dan moet de gekozene het door hem ingeleverde briefje aanwijzen, den tekst of kenspreuk, dien hij er op schreef, noemen, waarna het briefje geopend wordt. Blijkt het, dat de gekozene op zichzelf gestemd heeft, dan is de keuze ongeldig heeft hij zijn stem op een ander uitgebracht, dan is zijn verkiezing tot Paus wettig. Zoo noodig volgt er een nieuwe stemming is er dan nog geen meerderheid verkregen, dan heeft er in den namiddag een nieuwe vergade ring plaats, waarbij weder slechts twee stemmin gen mogen gehouden worden, terwijl na afloop van elke vergadering de ingeleverde briefjes verbrand worden. Blijft dien dag de keuze zonder succes, dan kunnen den volgenden dag na de H. Mis en liet communiceeren der Kardinalen weder twee ver gaderingen met elk twee stemmingen worden gehouden, en zoo vervolgens, totdat een defini tieve keuze plaats vindt. Heeft ten slotte een der Kardinalen het ver- eischte aantel stemmen op zich vereenigd, dan vraagt hem de oudste, uit naam van allen, of hij de keuze aanneemt. Op zijn bevestigend antwoord wordt hij op datzelfde oogenblik de opvolger van St. Petrus en Opperherder der Katholieke Kerk. En terwijl de troonhemel boven de zetels der overige Kardinalen worden neergelaten, blijft de zijne onaangeroerd. De oudste der Kardinaal-Diakens verkondigt aan het volk den naam van den gekozene en den naam, dien hij voortaan dragen zal. Onderwijl bekleedt de nieuwe Paus zich met het witte pausgewaad en ontvangt de eerste huldiging der Kardinalen, waarna hij naar bui ten teedt, om voor de eerste maal zijn hooge- priesterlijken zegen aan Rome en geheel de wereld te schenken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1922 | | pagina 6