7 TwinK DAGBi-MD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN. JwinK Rotterdam en Schiedam. wondervolle nieuwe preparaat wascht en verft tegelijkertijd. Met behulp van bent U in de óeleQenheid steed5 tn de modekleur gekleed te <jaan Een verweer. LUX 45ste Jaargang. Maandag 30 Januari 1922. No. 13248. Bureau KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus39. Abonnementen per 3 maanden 2.per week 15 cent, franco per post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentiên: 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. II (Slot). Wij zullen nu de door weth. Houtman als „onjuistheden" gequalifeerde passages in onze artikelen over de „Regeling der wederzijdsche belangen RotterdamSchiedam" punt voor punt nagaan, teneinde zijn beschuldigingen te weerleggen. Het cursief gedrukte is hetgeen weth. Hout man als „onjuist" qualificeert. HET HAVENPLAN. 1. Hel is onjuist dal wij een voorgelegd plan van Rotterdam zoo maar aan den Raad te slikken geven In dit plan zijn vele wijzigingen op onzen aandrang gemaald en is, zooals bovenvermeld, een compromis geworden, waarover wij gedurende vijf jaar herhaaldelijk met den Raad overleg pleeg den Ons antwoord hierop luidt De „N. Schied. Crt." schreef woordelijk dit „Wij kunnen ons niet indenken, dat Schie- „dams vroede vaderen het doorRotter- „dam uitgewerkte plan zoo maar „zullen slikken." Dat het (Driehaven)plan „door Rotterdam is uitgewerkt" is voor geen tegenspraak vatbaar. Het „Driehavenplan" was immers reeds op 2 Nov. 1920 in de vergadering van de afd. voor Bouw- en Waterbouwkunde van het Kon. Instituut van Ingenieurs door den directeur van gemeentewerken te Rotterdam in détails Uiteengezet. Of in dit Driehavenplan, ter goedkeuring aan den Schied. Gemeenteraad aangeboden (mogelijk op enkele ondergeschikte punten ge wijzigd, maar in hoofdlijnen niet afwijkend van het Rotterdamsche ontwerp) vele voor Schie dam buitengewoon gunstige wijzigingen zijn verkregen, meenen wij sterk te mogen betwijfe len. DE GROND IN OUD-MATHENESSE. 2. Hel is onjuist, dat de redaclie als een nadeel voor onze gemeente noemt den vastgeslelden prijs van f 2,50, omdat de boekwaarde reeds f 3.29 be draagt Immers de zaak is zooRotterdam draagt aan Schiedam over 8 H.A. in Oud Mathenesse en door Schiedam wordt aan Rotterdam ruim 3 H}A. overgedragen beiden voor den prijs van f2.50 per vierk. M. Schiedam verkrijgt dus pl.m. 5 H.A. meer terug dan wordt afgestaan, dus hoe lager de prijs, hoe voordeeliger Tegenover deze „onjuist-verklaring" stelt de red. van de „N. Schied. Crt." het volgende In de vergadering van den Gemeenteraad van Schiedam d.d. 20 Mei. 1921 is aangenomen een voorstel van B. en W. tot aankoop van de Mij t. expl. van onr. goederen „Oud-Mathenesse", te Rotterdam, van een perceel weiland in den pol der Oud-Mathenesse (n.l. aan den Singel nabij het station naast de smederij van den heer Bongers), groot 1.37.40 H.A., voor den prijs van 2.50 per M2 (Off. Raadsverslag 1921 blz. 234). Schiedam verkoopt bij de Regeling der wederzijdsche belangen RotterdamSchiedam 3 H.A. grond, gelegen in Oud-Mathenesse die ih de boeken van Grondbedrijf te Schiedam te boek staan voor f 3.29 per M2. Grondbedrijf te Schiedam verliest dus op dien grond 30.000 M2 maal 79 cent 23.700. Rotterdam verkoopt aam Schiedam 8. H.A. grond voor 2.50 per M2, zijnde de prijs, die daar laatstelijk voor grond gemaakt is (zie bovenaan gehaald Raadsbesluit). De gemeente Schiedam verkrijgt dien grond dus geen cent beneden de waarde. Uit de bij deze transactie van verkoop en koop genoemde cijfers kunnen wij dan de zijde van Schiedam slechts VERLIES, geen winst calcu- leeren. Onjuist was dus de bewering van weth. Hout man, dat de redactie van de N. Sch. Crt. ten onrechte een nadeel voor de gemeente zag in den Vastgestelden verkoopprijs van 2.50 voor grond, die voor een waarde van 3.29 te boek staat. GRONDPRIJZEN. 3. Hel is onjuist, wanneer de redactie zegt, voor de gronden in Nieuw Mathenesse betaalt Rotterdam f 3.en voor de terreinen der Water leiding f 15.daar voor alle gronden in Nieuw Mathenesse, welke daar aan Rotterdam worden overgedragen, f 15.per vierk. M. wordt betaald. De redactie antwoordt op deze beschuldiging Op bladz. 140 van de Bijlage 14 c (behoorende bij schrijven van B. en W. van Schiedam, d.d. 1 Juli 1921, A. no. 130 (1920) staat letterlijk op regels 27 tot en met 36 het volgende „2o. Als koopprijs zal worden betaald a. voor de perceelen in Oud-Mathenesse bei derzijds f 2.50 per M2 b. voor de gedeelten van Schielands Hoogen Zeedijk f 3.- per M2 o. voor de perceelen in Nieuw-Mathenesse f 3.- Ma d. voor het gedeelte van de Oosterhaven 1.- in totaal e. voor de terreinen der Waterleiding c.a. f 15 per M2 een en ander naar de grootte, zooals die uit kastrale metingen, nader zullen worden vastge steld (De cijfers in de vet gedrukte regels stemmen geheel overeen met de door weth. als onjuist gebrandmerkte GROND AAN DE MAA.S. 4. Onjuist is de vergelijking dezer gronden met de elders verkochte gronden in Rotterdam voor f 2550. Hierop antwoorden wij De redactie van de „N. Schied. Crt." had in de offieieele verslagen van den Raad der gemeente Rotterdam gevonden, dat Rotterdam in Delfshaven diverse perceelen grond, waarvar. er echter geen enkel aan de rivier de Maas lag, in de jaren 19181921 verkocht had voor prij zen varieerend tusschen 25 en 55 per Ma. De gemiddelde prijs is dus 40.per M2. Schiedam krijgt voor grond aan de Maas, inclusief den Watertoren c.a. f 15 (zegge vijftien gulden) per M2 uitbetaald. Derhalve nog niet eens de helft van den gemiddelden prijs van hetgeenRotterdam voor den grond in Delfshaven maakt Bij een vergelijking van de waarde van den opgehoogden Schiedamschen grond aan de Maas (tevens gelegen aan een straatweg) met grond, die niet aan de Maas, doch in de buurt in een stratenplan (b.v. Schied. weg) ligt, zal iedere onpartijdige taxateur toch aan eerstge- noemden grond een hoogere waarde toekennen dan de helft van den bovenaangeduiden gemid delden prijs. De taxateurs van door Rijk of Gemeente be-, lastbare objecten moesten tegenover de belasting betalers ook eens een dergelijke wijze van taxee- ren toepassen als bij de regeling der wederzijd sche belangen RotterdamSchiedam ter be paling van de waarde van de kostbare Schiedam- sche gemeenteeigendommen aan de Maas heeft plaats gehad Weth. Houtman is in gebreke gebleven andere ter beoordeeling geschikte cijfers te geven. GROND ACHTER DE GLASFABRIEKEN. 5. Hel is onjuist, dat hel stuk grond tus schen de glasblazerijen en de nieuwe grenslijn, waarvoor Rotterdam oorspronkelijk f 8 per vierk. M. eischte en waarvoor wij nu f 3.betalen, een zeer onvoordeelige en voor exploitatie ongeschikte strook grond is. Wij houden tegenover den heer Houtman, staande dat het stuk grond bij het Roode Hek, hetwelk Schiedam zal verkrijgen, zeer onvoor- deelig en voor exploitatie ongeschikt zal blijken te zijn. Schiedam verkrijgt daar wel een stuk grond enz. voor 3.maar let wel dit is onopgelioogd, deels een stuk van den boezem (tamelijk diep waterWaar het aan de eene zijde begrensd wordt door een vunzige sloot achter de glas fabrieken en aan den anderen kant niet aan de nieuw te graven haven komt te liggen, doch langs de straat achter de terreinafscheiding der kade( loodsen b.v.)Iigtdit stuk allerongelukkigst. Vooraleer dit stuk gereed is om om als bouw grond te worden uitgegeven, zal 't Schiedam op 'n paar aardige duiten komen te staan 1 Dat grond of huizen aan den Rotterd. dijk zulk een waardevol bezit is, als de weth. wil doen voorkomen, is ons uit de prijzen op publieke vei lingen en bij onderhandsche verkoopingen nog nooit gebleken. Wel weten wij dat zulke objec ten nu niet bepaald tot het courantste onroerend goed behooren. DE SPOORWEGKWESTIE. 6. Ook de spoorweggeschiedenis is onjuist voor gesteld en zal ik straks over het artikel van de Kamer van Koophandel u itvoeriger bespreken. Verder zeide weth. nog het volgende Wat vervolgens de spooraansluiting betreft, de Kamer stelt zich hierbij op den geheel ver keerd standpunt. Van de gemeente Rotterdam kan niet geëischt worden, dal zij ons de spoorwegaan- sluiling garandeert, daar deze afhangt van de H.S.M. Trouwens de H.S.M heeft reeds verklaard daartoe genegen ie zijn. In dezen hebben wij den meest veiligen weg bewandeld, door te bevorderen dat de beide Directeuren met de H.S.M. vooraf overleg pleegden. Men moet vertrouwen hebben in een groot man als burgemeester Zimmerman. De belofte in het contract stelt weth. dan ook wel op prijs. De N. Schied. Crt. en de Kamer v. Kooph. hebben dit punt te zwak ingezien. Welh. heeft nog niet ingezien dat Rotterdam ooit in gebreke is gebleven in zake spoorwegaan- sluiting. Hierop het volgende Weth. Houtman is in gebreke gebleven mede te deelen wat dan wel als de juiste spoorwegge schiedenis dient te worden aangemerkt. Onder verwijzing naar ons vorig artikel, hou den wij onze meening staande, dat bij de regeling den wederzijdsche belangen aan Schiedam weer heel wat is beloofd, maar dat Schiedam aan woorden nognoo it iets heeft gehad. Behoorlijke contractueele waarborgen èn van de zijde der H. IJ. S. M. ên van de zijde van Rotterdam zijn dingen waaraan men houvast heeft. „Words," „words" staan in deze bij ons en waarschijnlijk ook bij het overgroote deel van Schiedams industrieelen gelijk met nul. DE WAARDE DER WATERLEIDING. 7. De redactie berekent de waarde der Water leiding op een half millioen, waarbij zij mededeelt, dal de werkelijke waarde nog beduidend hooger is in verband met de afschrijvingen. Hier worden ech ter de volgende fouten gemaakt le. De boekwaarde van het terrein mag niet in aanmerking komen, daar hiervoor afzonder lijk f 15.per vierk. M. wordt betaald. 2e. Ook de waarde van den inventaris mag niet in de berekening worden opgenomen, daar deze eigendom blijft van Schiedam. 3e. Voor de gebouwen en machinerieën zijn de stichtingskosten zonder afschrijving genomen en niet de boekwaarde. En daar wil men dan, nota bene, nog de afschrijving bijtellen. De boekwaarde, die de redaclie dus berekent op een bedrag, beduidend hooger dan een half millioen, bedraagt pl.m. f 167.000. Wij antwoorden hierop dit Inderdaad heeft de redactie van de N. Schied. Crt. o.m. het volgende geschreven „Men mag dus veilig de huidige boekwaarde „der Schiedamsche waterleiding op een half „m i 11 i o e n stellen. „De werkelijke waarde is, in aanmerking ge- „nomen, dat er jaarlijks flink is afgeschreven, „natuurlijk beduidend hooger. Het ging dus om de reecle waarde van de waterleiding. Uit het debat in de Raadszitting alhier, op Vrijdag 13 Januari 1.1., bleek, dat de redactie van de „N. Schied. Crt. toen zij de werkelijke waar de op meer dan V» millioen schatte, den bal niet had misgeslagen. Wat toch is gebleken Een lid van de commissie v. d. Technische be drijven w.o. de Waterleiding ressorteert, verklaar de dat „onomstootelijk vaststaat lo. dat eerst f 600.000 (zegge zes ton) voor de waterleiding aan Rotterdam is gevraagd 2e. dat B. en W. uit eigen beweging dit be drag tot f 300.000 (zegge 3 ton) hebben verlaagd 3e. dat men daarna, in een royale bui, met het bedrag nog verder omlaag is gegleden Wie staat dóar nu niet paf van Zou het hooggeprezen dossier wellicht nog meer van zulke onomstootelijk vaststaande fei ten bevatten DE GEVOLGEN VAN DE REGELING DER WEDERZIJDSCHE BELANGEN. Thans zijn we aan het laatste punt gekomon, zijnde het volgende Ik zou kunnen voortgaan meerdere onjuist heden aan te wijzen. Men moet erkennen, dat een dergelijke materie als deze een sludie vereischl. Waar zoo kort na het verschijnen van het compromis-voorstel de kritiek verscheen, hadm.i. de redactie haar licht niet alleen bij een paar firma s moeten opsteken, die haar belangen wellicht niet vol ledig behartigd zien, maar ook elders moeten polsen of al die gegevens wel juist waren. Hierop diene het volgende De redacties van dagbladen zijn gewoon zoo vlug mogelijk te werken. Het zal haar toch zeker wel zijn voorbehouden haar licht daér op te steken, waar zij meenen dit het beste en onpar- tijdigste te kunnen doen. De beschuldiging dat de redactie van de „N. Sch. Crt." alleen „bij een paar firma's, die „haar belangen wellicht niet volledig behartigd „zien" haar licht heeft opgestoken, berust op geen schijn van bewijs en moet de redactie der halve als volkomen ongegrond afwijzen. De zaak waar het hier om gaat, dient niet te worden vertroebeld. Zij betreft alleen ditof de levensbelangen van de gemeente Schiedam al dan niet ernstig in het gedrang zijn gekomen bij de Regeling der wederzijdsche belangen Rotterdam -Schiedam en of die levensbolangen al dan niet zoodanig zullen worden geschaad, dat uit een oogpunt van algemeen belang tegen die regeling en daarin vervatte grenswijziging en verkoop van Schiedamsche gemeente-eigendommen dient te worden opgekomen. Welnu, het standpunt door de gemeente Rot terdam, altijd bij haar havenpolitiekingenomen, vindt men in de rede van den heer Burgdorffer, dir. v. gemeentewerken te Rotterdam, (gehouden in de vergadering van het Kon. Inst, van Inge nieurs op 2 Nov. 1920) over „De uitbreiding van de Rotterdamsche haven in de laatste jaren. Doelende op de annexatie van Pernis (met het oog o.a. om de terreinen van de Mij. „Rotterdam—- West" te bemachtigen) zeide hij „Het behoeft „geen betoog, dat Rotterdam... zich niet he „MONOPOLIE van aanleg en exploitatie van „havens kan laten ontnemen. „Bij het plan en het trekken der grenzen voor „de onteigening is dan ook geen rekening ge rou „den met belangen van de eigenaren van deze „particuliere haven." Denkt men dat de Schiedammers nu zóo on- aoozel zijn, om te gelooven, dat door het «oaopo- wore# in 76 prachtvolle kleuren Qeleverd. S)e behandeling te zeen eenvoudig en kan óemakkelyk door Uzelf thuis .yerricht worden, DE LEVER'5, zeep m* Fabrikanten ■van. 55 listisch Rotterdam een andere gedragslijn is aan genomen jegens de gemeente Schiedam, toen het Driehavenplan en wat daarmee verband houdt werd opgemaakt Zou men inderdaad in Rotterdam meenen, dat ons de portée ontgaat van een plan, dat samenge- weven is met het Itotterdainsche kanalenplan, waarvan door den heer Burgdorffer in meerge noemde vergadering van het Kon. Instituut van Ingenieurs is gezegd ,Hoewel met de zeevaart slechts is verwij derd verband staande, dient toch mel ding te worden gemaakt van het z.g. Kanalenplan ook al omdat de aanleg van een ring van kanalen gepaard gaat met den aanleg van industriehavens. Dit kanalen plan heeft ten doel, de Verbinding van de Delftshavensche Schie, de Rotterdamsche Sctie en de Rotte onderling en met de Maas te verbeteren, en tevens, door don aanleg van industrieterrein, met de daarbij ,behoorende havens van geringe diepte, „de industrie te bevorderen." Aangezien aan Schiedam geen behoorlijke waar borgen zijn gegeven, dat a. het oude plan van Plaatselijke Werken te Rotterdam, om de Delfshavensche Schie met de Parkhaven te verbinden en ten N. der Park haven een schutsluis aan te brengen, positief zal worden uitgevoerd en b. de grondaankoop in Oud-Mathenesse (w.o. de bewuste 3 H.A. van Schiedam) niet in zich sluit dat de havens van het Driehavenplan, dwars door den dijk tusschen Schiedam en Rotterdam, in verbinding zullen worden gebracht met do Delfshavensche Schie (ten N. van de spoorbaan), achten wij het lot, dat Schiedam te wachten staat bij de verwezenlijking van de oogmerken van Rotterdam, niet twijfelachtig. Wij zeggen: bij de verwezenlijking. En dat zeggen wij daarom, omdat het met tot de onmogelijkheden zou behooren, indien binnen af- zienbaren tijd zou kunnenblijken, dat de gemeen te Rotterdam, op wier ingezetenen, tot nog voor kort een hoofdelijke schuldenlast drukte van 375 (volgens „De Financier") te veel hooi op haar vork neemt. De heer Burgdorffer zei niet, zooals .o.aweth. Houtman, dat een Rotterdamsch en een Lands belang betrokken zijn bij de verwezenlijking van het Driehavenplan c.a. Zie hier woordelijk wat de directeur van Ge meentewerken van Rotterdam van het Drieha venplan heeft gezegd „Het belang, dat do gemeente Rotterdam bij dezen aanleg heeft, is gelegen in de WENSCHE- LIJKHEIÜ (sic. 1) van vermeerdering der haven- NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT VLAARJ3IHGE.n

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1922 | | pagina 1