DMGBLMSWOOR SCHIEDAM OMSTREKEN. 45ste Jaargang. Zaterdag 4 Maart 1922. No. 13277. - Telefoon Intercommunaal 85. Postbus)): 39. Bureau: KOEMARKT 4. Abonnementen per 3 maanden 2.—, per week 15 cent, franco per post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentiën: 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen TWEE DE BLAD Blnnenlan d. Electrificatie Ned. spoorwegen. Het „Haarl. Dagbl." heeft een onderhoud gehad met Ir. J. J. W. van Loenen Martinet, chef van de electrischë tractie der Ned. Spoor wegen, die o.m. mededeélde, dat de lijn Amster damRotterdam het eerst voor electrificatie aan de beurt zal komen. Na electrificatie, aldus Ir. van Loenen Marti net, wordt de rijtijd voor de treinen, die stoppen te Leiden en te Haarlem, tusschen Amsterdam en Den Haag even lang als de rijtijd van de stoom-expresstreinen vóór den oorlog, die niet te Leiden en Haarlem stopten. Die rijtijd was 48 minuten. De vervoer-capaciteit wordt sterk verhoogd, doordat men minder emplacementen, rangeersporen enz. noodig heeft. Dezelfde trein, die aankomt, vertrekt ook weer dadelijk, zon er dat er rangeer-manoeuvres noodig zijn. Het publiek zal zich moeten wennen aan vlug ui en uitstappen, zooals b.v. bij de ondergron scie spoorwegen in het buitenland, want de electri- sche trein komt „aanschuiven", stopt maar een minuut en „schuift" dan weer verder. De elec- trische treinen hebben een groote aanzet-ver- snelling, belangrijk grooter dan die van de stoomtreinen. Tusschen Rotterdam en Amster dam zullen 52 electrische treinen per dag loopen in beide richtingen voor het locaal- en bovendien 12 stoomtreinen per dag voor het doorgaand verkeer. Hiermede zal dan hetzelfde aantal zitplaatsen, d.w.z.dezelfde vervoer-ëapaciteit be reikt zijn als vóór den oorlog. De mogelijkheid bestaat, deze capaciteit te verdubbelen, wanneer met tienwagentreinen wordt gereden, in plaats van met vijfwagentreinen. Elke trein zal een z.g. „gesloten eenheid vormen, bestaande uit twee motornj uigen me bovenleiding en drie aanhangnjtuigen. Van elec trische locomotieven zal vooreerst geen gebruik worden gemaakt men is daar nog me z< ei genoeg van. Er zullen drie klassen zijn en we afzonderlijke rijtuigen voor de verschillende klassen. In één van de rijtuigen zal een ruimte gereserveerd blijven voor kleine agage. iroo c bagage wordt vervoerd met de stoomtreinen Een trein van vijf rijtuigen bevat ongeveer 340 zitplaatsen. Zooals ik al zei, is het mogelijk twee vijfwagentreinen aan elkaar te koppelen. De kwestie of coupérijtuigen of doorgangnjtuigen zullen gebruikt worden, is nog met uitgemaakt. Voor beide is wat te zeggen. Laat ik u ten slotte ten opzichte van de treinen mededeelen, dat zij electrisch worden verwarmd. Voor het gedeelte Rotterdam-Hillegom ho pen wij stroom te betrekken van de Centrale van den Zuid-Hollandschen Electnschen Spoor weg te Leidschendam, die daarvoor belangrijk zal moeten worden vergroot. Daarvoor is echte de goedkeuring van den Minister van staat noodig. Die goedkeuring is ree s ver jaar 1 April gevraagd. De Minister heeft toen omtrent de kwestie advies gevraagd aan de Commissie voor de Lands-Electriciteitsvoorzie- ning. En op dit advies wachten wij nu nog. c verdere uitwerking van onze plannen ïang van de beslissing van genoemden Minister, (c eigenlijk van de Commissie betre en e kwestie of wij stroom zullen betrekken van een of meer bestaande centrales, o a c e Spoorwegen zelf centrales zullen moe en g b°Voornhet gedeelte Hillegom-Amsterdam be staat het voornemen, stroom te betre re de Centrale „Noord" te Amsterdam, als deze tenminste bereid is tegen een bi ij Pr J leveren, anders zal de Centrale te ei sc dam (die dan nog meer uitbreiding zal moeten ondergaan dan nu reeds in de bedoeling lig) ook den stroom voor dit gedeelte van de hjn moeten leveren. t De Centrale te Leidschendam zal dan stroom voortbrengen als hooggespannen stroom van 30.000 a 40.000 volt en deze stroom za in ac langs den spoorweg te bouwen onderstations worden getransformeerd in gelijkstroom 1500 volt. Van die onderstations komen er acht, o.m. een bij Haarlem. De Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg zal moeten worden ver anderd. Die is nu ingericht op het een.phase- wisselstroom-systeem en zal moeten worden in gericht voor gelijkstroom van 1500. En wanneer denkt u, dat de lijn o er Amsterdam geheel geëlectrificeer za zijn Dat is nog niet met eenige zekerheid te zeg gen. Maar wanneer de noodige yergunninge n van de betrokken autoriteiten tijdig k™iien Worden verkregen, zou ik zeggen, da e cc bedrijf op de lijn Amsterdam-Botterdam, hetzij geheel of gedeeltelijk, ovei due Jaai Sj- opend zal kunnen worden. Intusschen 100P dat het volgend jaar het proefbedrijf tusschen Den Haag en Leiden af zal loopen. ij moe en ö.L eerst in de gelegenheid zijn, een paai proe treinen te laten loopen omdat bij de cons ruc ie Van de bovenleiding en van de rijtuigen nieuwe dingen kunnen voorkomen, die meteen wor en geprobeerd, vóórdat wij een bestelling in het groot doen. Voor dit proefbedrijf, dat na tuurlijk blijft bestaan en later in de geheele, lijn wordt opgenomen zal een .onderstation worden gebouwd aan de Loolaan bij Den Haag. De kosten voor dit pioefbedrijf bedragen on geveer twee millioen gulden. Aan de inrichting van de stations en de em placementen en aan de kunstwerken (bruggen enz.) zal weinig behoeven veranderd te worden, om ze voor electrisch verkeer geschikt te maken. Zooals ik al zei men zal met de bestaande emplacementen een veel sterker verkeer kunnen meester worden, omdat rangeermanoeuvres niet noodig zijn. Zeker, zoo eindigde de heer Van Loenen Marti net zijn mededeelingen, zal het reizen per elec- trischen trein veel aangenamer en geriefelijker zijn dan per stoomtrein. In het buitenland, in Amerika, Engeland, Duitschland, Frankrijk, Italië voldoet het tenminste in het locaal ver keer uitstekend. Op de vraag of de tarieven er ook goedkoopcr door zouden worden, antwoordde de heer Van Loenen Martinet Daar weet ik niets van Maar ik zou zoo zeggen niet goedkooper, maar óók niet duurder. De belangen van Arnhem. Men meldt aan de „Tel." uit Arnhem In verband met de verschillende plannen, die gemaakt zijn om Amsterdam een betere verbin ding met den Boven-Rijn te verschaffen welke plannen thans door een daartoe benoemde Staats commissie onderzocht worden, is een comité onder leiding van den burgemeester van Arn hem, den heer De Monchy, Zaterdag j.l. naar Den Haag gegaan om daar de belangen van onze gemeente in dit verband te bepleiten. Betreffende deze conferentie in Den Haag, deelde mr. De Monchy ons heden een en ander mede. Men weet, dat een der voornaamste plannen betreft het verbeteren van de Lek en den Rijn tot Pannerden en dat een der andere oplossingen is, het graven van een knaal door de Betuwe ter verkrijging van een directe verbinding met de Waal. De Arnhemsche commissie nu, die tot Laak heeft aan te toonen, dat, wanneer uit het oog punt der Amsterdamsche Rijnvaart, deze twee plannen gelijkwaardig waren, zeker de aan dacht moet worden geschonken aan de bijkom stige voordeelen, die het kiezen van de rich ting langs Arnhem zou hebben, zelfs al zou van een aanmerkelijk financieel verschil sprake zijn ten aanzien van dit plan. De klachten over de slechte bevaarbaarheid van den Rijn toch, dateeren al van jaren her- En verwacht mag worden dat, geheel afgezien van de Amsterdamsche Rijnvaartbelangen, de verbetering van den Rijn beneden Pannerden, toch aan de orde zouden moeten komen. Bij het kiezen van het tracé langs Arnhem zou dus tegelijkertijd dit euvel verholpen worden, en zou in de eerste plaats Arnhem aan diep- water geholpen, terwijl bovendien een belang rijk deel van Gelderland zou zijn gebaat. Er is daarbij op gewezen, dat Arnhem een voornaam overlaad station is en een overgang dus van water in landvervoer, terwijl in het bijzonder de aandacht is gevestigd op het plan tot doortrek king van de Geldersche stoomtram door het Arnhemsche Broek. Een betere bevaarbaarheid van den Rijn zou ook voor den Achterhoek een groot belang vertegenwoordigen, omdat het dan mogelijk zou worden, dat goederen, voor den Achterhoek bestemd,in groote vaartuigen dus op de meest economische wijze, naar Arnhem zoude kunnen worden gebracht om daar te worden over geladen in wagens van de Geldersche stoomtram, die een belangrijk en zich steeds ontwikkelend deel van den Achterhoek doorkruist en aan sluiting heeft op tal van belangrijke industri- eele ondernemingen langs den Rijn. Wat Arnhem zelf betreft, moet ook rekening worden gehouden met de in uitvoering zijnde plannen voor een groot stations-emplacement en een uitgestrekt industrie-terrein in het Arn hemsche Broek. De groote vraag zal zijn of het mogelijk is den Rijn zoodanig te normali- seeren, dat hij niet slechts een deel van 't jaar, maar het geheele jaar door een diepgang biedt! die de Amsterdamsche Rijnvaart noodig heefL en die de Waal altijd heeft. Dit is echter een technische kwestie. In ieder geval zal bij de beoordeeling der diverse plannen met de be langen van Gelderland in het algemeen en van Arnhem in het bijzonder rekening worden gehou den. In honorem pastoor Verbraak. De Bandoengsche correspondent van de „Loc." heeft het monument gezien, dat men bezig is te Bandoeng voor pastoor Verbraak op te richten. Op 'n hardsteenen voetstuk ter hoogte van ongeveer anderhalven Meter, staat het bronzen standbeeld van den Atjeh-held, geheel ten voeten uit. Pastoor Verbraak is blootshoofds en tuurt over een opengeslagen gebedenboekje, dat hij in zijn linkerhand houdt. Op de borst van de soutane prijken een viertal ridderorden. In de heerlijke rustige omgeving van 't Mo- lukkenpark en de Ceramstraat met het gezicht op den scherp-gekartelden Boerangrang en vlak achter het paleis van den legercomman dant heeft men dit beeld, dat een sieraad van Bandoeng beloofd te worden, een uitstekende plaats gegeven. Gemengd Nieuws. D e w e e r-v oorspellingen. „Le Jour- nal"bespreekt de ontwikkeling der meteorologie en de vraag, welke waarde aan weervoorspellen toe te kennen is. In het midden der vorige eeuw maakte de meteorologie zich vrij van haar zoo be perkten localen horizon om haar aandacht op grootere ruimte te richten. Dit was het werk van den grooten sterrenkundige Le Verrier, die den grondslag voor een internatio nale organisatie legde, en bewerkte, dat de ver schillende instituten elkaar telegrafisch op de hoogte brachten van hun gelijktijdige waarne mingen. Deze belangrijke wetenschappelijke vooruitgang was aan de volgende gebeurtenissen te danken tijdens den Krim-oorlog werd een vloot in de Zwarte Zee door een storm vernie tigd. Le Verrier maakte nu een studie van de verplaatsing van het centrum van de cycloon, die dezen storm had veroorzaakt, in de hoop om door een juist inzicht in deze gebeurtenissen de noodige kennis te verkrijgen om in het vervolg voor naderende stormen te kunnen waarschu wen. Onder den indruk van de ramp stroomden van alle kanten de noodige middelen in over vloed toe, zoodat Le Verrier zijn grootsche plan nen tot uitvoering kon brengen en een organisa tie in het leven te roepen, die thans 70 jaar later nog niet geheel verouderd is. De luchtvaart eischt ook, dat men vooruit weet hoe de bewolking van den hemel zal zijn. Langen tijd beperkte men zich tot de om zoo te zeggen anatomische bestudeering van de wolken afzonderlijk, maar er bestaat wat men zou kun nen noemen een „sociale organisatie" van de wolken. Er is een groepeering van wolken aan den hemel en die groepeeringen vol gen elkaar op een wijze, die niet willekeurig is hierdoor ontstaat de opeenvolging van tij den van bewolking in het weer. De wolken vor men dus bepaalde chronologische seriën, maar de tijd tusschen die opeenvolgende bewolkingen de duur van ieder afzonderlijk deel van de serie en het oogenblik van de verandering ontsnappen aan de afzonderlijke observatie, het verschijn sel is niet lokaal de wolkenmassa's die zich boven ons bewegen komen ergens vandaan en gaan ergens heen j ook bestaat er continuiteit van het verschijnsel in de ruimte, dat wil zeggen dat rechts en links van den voortbewegingsas der wolkenmassa's dezelfde organisatie meer of minder ver wordt voortgezet. Door op kaarten alle aanwijzingen op te teekenen, kan men een overzicht van de bewolking krijgen. Deze methode heeft het groote voordeel, dat zij aan de aviateurs een juist denkbeeld geeft van den toestand van den hemelde oude aanwijzingen, „bewolkt" „betrokken waren ge heel onvoldoende te dezen opzichte een bedekte hemel met hooge wolken is b.v. zeer geschikt voor de luchtvaart. De methode van voorspelling zoowel van den atmoslerischen druk als van den toestand van den hemel, dringt niet door tot de oorzaken van de verschijnselen. Men komt tot de conclusie dat ei inde meteorologie geenzuiver lokale waar nemingen zijn te doen de eenige wetenschappe lijke methode is de synoptische waarneming, door Le Verrier begonnen. Men kan geen on derzoek instellen in de studeèrkamer of het laboratorium men moet op een bepaald oogen blik in de ruimte zelf gaan onderzoeken. Llier- voor is noodig een dicht netwerk van waarne mingsposten, door de vlugste verbindingsmidde len vereenigd met een centraal punt, dat zelf weer is verbonden met soortgelijke organisaties in het buitenland. Men ziet nu ook, dat, daar de meteorolo gie tot nu toe niet in staat is om de oorzaken van de verschijnselen op te sporen, er nog geen spra ke kan zijn, betrouwbare voorspellingen op eenig langeren termijn te doen. Electrificatie van de Zwitser- s c h e spoorwegen. In verband met de plannen inzake de electrificatie van enkele Nederlandsche spoorwegen is het niet van be lang ontbloot eenige mededeelingen te doen over de resultaten elders bereikt. De Zwitsersche spoorwegen, die om zoo te zeggen, een overvloed aan „witte steenkool" bezitten, hebben de gelegenheid om deze te verwisselen met de zwarte al vrij snel aangegre pen en deze o.a. toegepast op een zeer belang rijke lijn, n.l. de Gothardlijn. Over de electrifi catie dezer lijn van Luzcrn naar Chiasso van de Zwitsersche Bondsspoorwegen, heeft de heer dr. K. Sachs een zestal zeer belangrijke artikelen geschreven in de Hefte (1-6) van het Elektro- technisches Zeitschrift. Het reeds in exploitatie zijnde traject, met volledige electrische bedie ning tusschen Erstfeld en Belinzona (dat eerst daags zal worden uitgebreid tot de geheele Gothardlijn Luzern-Chiasso) gaf den schrijver aanleiding, op dit geheele electrische bedrijf nader in te gaan. De artikelen omvatten o.a. de opwekking der energie en hare verdeeling, de geleidingen, de ondergrondsche werken en de locomotieven. Op die punten is alleen nader ingegaan waar bepaalde nieuwigheden zijn toe gepast. In de inleiding memoreert de schrijver dat den 4den October 1920, na vooraf gehouden proefritten, de lijn Goschenen-Airolo met den Gothardtunnel in electrische exploitatie ge nomen werd, vervolgens den 18den October 1920 noordelijk tot Erstfeld en zuidelijk op 12 December 1920 tot Biasca en op 30 Mei 1921 tot Belinzona en sedert einde Januari j.l. tot Chiasso. In het komende voorjaar denkt men de geheele lijn van Arth-Goldan (Luzern) tot de grens bij Chiasso electrisch te kunnen ox- ploiteeren. Door deze electrificatie hebben de Zwitsersche Bondsspoorwegen een belangrijk gedeelte van hun electrificatieplan uitgevoerd, welke van zoo groot practisch nut kunnen zijn voor de landen, die hierin spoedig zullen volgen. Wij denken aan Scandinavië en Oostenrijk. (Oostenrijk heeft lx/a millioen paardekracht noodig en spaart daardoor 13 millioen ton buitenlandsche kolen), welke landen eveneens spoedig hun electrifi catieplan wenschen door te voeren. Bij de Bondsspoorwegen is toegepast eenphasige stroom en lage frequentie (162/3 periodes). Deze artikelen zijn van talrijke afbeeldingen voorzien, vooral is bijzonder veel werk gemaakt van de verschillende bestaande locomotieftypes op dit gebied. Voor Nederland is het daarom belangrijk, omdat men hier in de toekomst wil werken met driephasigen stroom (met 50 periodes) en wel afwijkend van het bestaande op de lijn Rotter damScheveningen, waar met eenphasigen stroom gewerkt wordt. ^Olifanten. Olifanten kunnen bij inza melingen voor liefdadige doeleinden een aardige attractie vormen om de opbrengst zoohoogmoge- lijk te doen zijn. Dat er echter aan het gebruik van deze dikhuiden ook een nadeelige kant kan vastzitten is dezer dagen te Berlicum gebleken. Daar had het steuncomité voor den nood in Ru^and de beschikking gekregen over twee olifanten uit het circus Hagenbeek. Ze kwa men des avonds in het plaatsje aan en werden ondergebracht in een stad. Het gebeurde nu, naar men aan het „Hgz." meldt, dat de oudste der twee, door vermoeie nis overmand, een toer wilde gaan slapen en met zijn zwaar lijf leunde tegen den muur, maar de steenen schenen niet sterk genoeg om dien colossus te ondersteunen, want met een hevigen kraak stortte heel de muur in zijn volle lengte en breedte ineen en het arme dier van 3500 kilo lag tegen den grond een lage kar scheen ook nog in den weg te staan, want het beestje rolde even tegen de wielen en de spa ken werden verbroken als lucifers. Dadelijk werd alarm geroepen en in een oogenblik was er een massa menschen op de been om deze morgenvoorstelling van circa half vijf bij te wonen De opbrengst van deze voorstelling kan zeker de schade niet dekken, want metse laar en wagenmaker zullen met enkele uren niet volstaan om het gebrokene weer heel te maken en het gaat ook niet goed omeen kar die geleend was, kapot terug te brengen. Maar het ergste kwam nog.De olifant kon daar niet blijven liggen, er werd gegraven, gewerkt en gezwoegd en wel 3 uren en eindelijk gelukte het den grooten sinjeur overeind te krijgen. Buiten verwachting had hij er niet veel mee geleden, wel was hier en daar zijn dikke huid wat beschadigd, maar de pooten stonden er nog even gaaf en plomp onder als eerst en een paar uurtjes later werd al rondgezegd, dat hij zich zou laten zien aan de huizen. Dit gebeurde dan ook. Omstreeks elf uur begon de plechtige op tocht der twee olifanten, en twee geleiders en een troepje nieuwsgierigen om te collecteeren voor de Russische slachtoffers. Ford. Volgens de „Tag." voert de autofabrikant Ford onderhandelingen met de ITamburgsche overheid over den aankoop van een groot terrein voor de oprichting van een auto- fabriek. Deze onderhandelingen zullen zoo goed als zeker tot een goed resultaat leiden. Het blad wijst op het groote gevaar voor de Duitsche in dustrie, dat een vestiging van Ford mee zou kunnen brengen. Het nationale economische gevaar, dat uit het plan van Ford zou kunnen ontstaan, is ook reeds door Bremen gevoeld, waaraan een tijd geleden hetzelfde aanbod werd gedaan en is voor Bremen aanleiding geweest om het van de hand te wijzen. Ook in verschillen de andere steden heeft Ford getracht industrie terreinen aan te koopen. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1922 | | pagina 5