TwinK is 2:00
iLux dewas:
>Twink
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN.
FEU I LLETO N.
De Diamantenscüat.
45ste Jaargang.
Maandag 15 Mei 1922.
Nn. 13337.
BureauKOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus39.
Abonnementen per 3 maanden 2.—, per week 15 cent, franco per
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Buiteniauds@k Nieuws,
DE CONFERENTIE TE GENUA.
De Russisch ejj|k w e s t i e.
Uit Genua verluidde^d.d. 13 Mei. Vandaag
heerscht ter conferentie een groote matheid.
Thans, nu de zaken dermate scheef gegaan zijn
overheerscht nog slechts het verlangen naar
het einde. Intusschen. wordt tusschen de Engel-
schen en de Franschen waarschijnlijk de zwaar
ste en beroemdste strijd der conferentie uitge
vochten. Barthou heeft vanochtend een regel
rechten aanval tot volledige vernietiging van
den geheelen arbeid der conferentie gedaan door
dat bij elke mogelijkheid om den schijn te redden
trachtte af te snijden. Hij betoogde, dat de con
ferentie nu maar uit moest zijn. Men had thans
genoeg met de Russen geprobeerd. De conferen
tie moest niet voortgezet in den vorm van een
commissie voor Russische aangelegenheden. Als
zulk een commissie tot stand moest komen,
moest het niet als een product der conferentie
zijn, maar als een geheel nieuw lichaam, door
de regeeringen onafhankelijk van Genua inge
steld. De Russen zouden daar niet bij moeten
worden toegelaten. Het zou een Europeesche
commissie moeten zijn, die te onderzoeken zou
hebben hoe Rusland behandeld moest worden.
Barthou legde ook groote ontstemming aan den
dag over de redevoering, die Schanzer gisteren
tot de journalisten gehouden had, en waarin
hij voor een voortzetting der conferentie gepleit
had.
Daarop hebben Schanzer en vooral Lloyd
George zeer scherp geantwoord. Natuurlijk wil
den zij zich deze algeheele vernietiging van hun
arbeid niet doen welgevallen.
Dit conflict was niet het eenige. De Franschen
richtten zich met dezelfde scherpte tegen het
niet-aanvals-verdrag, in welken vorm ook. Ook
dit meeningsverschil voerde tot heftige botsingen
De zaak werd nog verwikkeld, doordat Polen en
Roemenië zich eveneens afkeerig van dat ver
drag betoonden. Zij zagen daarin een weder on
zeker maken van hun grenzen en ook een ver
zwakken en op losse schroeven zetten van de vre
desverdragen. Zij wilden niet met de Russen
onderhandelen onder Engelsche leiding, daar zij
vreesden, dat Engeland daarbij op hun kosten
concessies zou doen. Daarom stelden zij zich
beslist aan de zijde der Franschen. Het schijnt,
dat de geheele kleine entente, teneinde een uit
elkaar vallen te voorkomen, thans deze zijde
kiest. Men ziet, dat de stormloop op de conferen
tie groote afmetingen aangenomen heeft, grooter
en gevaarlijker misschien als oorspronkelijk door
de aanvallers zelf bedoeld werd.
Toen de nood zoo hoog gestegen was, stelde de
Roemeen Bratianu voor de besprekingen af te
breken. Deze zullen waarschijnlijk Maandag
voortgezet worden, terwijl men dan nog andere
kwesties behandelen zou.
Intusschen hebben Barthou en Lloyd George
weer tezamen een bespreking gevoerd. Men hoopt
dat zij een uitweg gevonden hebben uit het slop,
waarin zij hedenmorgen in de hitte van den
strijd geraakt zijn.
Echter zal de conferentie op deze wijze niet
lang meer voortgezet kunnen worden. De Fran
schen dringen aan op een dadelijk einde.
Havas meldt uit Genua, d.d. 13 Mei. De sub
commissie voor de Russische zaken heeft van
11 tot 1 uur vergaderd. Loyd George noemde het
Russische antwoord een uitdagend document,
en deed drie voorstellen lo. het vormen van
een commissie van deskundigen, welke zich zou
bezig houden met de kwesties van de schulden,
de particuliere bezittingen, en de credieten 2o.
het sluiten, te Genua, van een voorloopig verdrag
tusschen Rusland en de andere Europeesche
landen, en 3o. de wederzijdsche verbintenis om
zich aan geen revolutionaire propaganda over
te geven.
Barthou antwoordde met hulde te betuigen
aan de gevoelens, die het voorstel van Lloyd
George bezielden. Hij toonde op krachtigen
toon aan, dat het antwoord van Rusland een
voldoende ervaring oplevert, wat betreft het
welslagen Van de onderhandelingen met de
Russen. Het is onmogelijk voegde hij eraan toe,
dat door middel van een in de voorgestelde
omstandigheden benoemde commissie, het ge
marchandeer opnieuw kan beginnen en worden
gerekt. Frankrijk zou daar niet aan meer kunnen
doen. Barthou stelde voor, dat de regeeringen
zouden worden geraadpleegd, en zouden trach
ten, de Ver. Staten meer te krijgen bij eventueele
onderhandelingen. Vervolgens wees hij erop, dat
het voorloopige non-agressie-verdrag aan de
Russen een werktuig tot intimidatie zou ver
schaffen, gedurende de besprekingen, enten-
slotte zeide hij, met betrekking tot de propagan
da men kent de waarde van de beloften der
sowjets. De Fransche delegatie kan daarom de
voorstellen \an Lloyd George niet aanvaarden,
noch een commissie van deskundigen, benoemd
door de conferentie, waarin sowjet-vertegenwoor
digers zouden zitten
Nog meldt Havas
Het eerste resultaat van de houding der Fran
schen blijkt uit de vergadering van de sub-com
missie voor de Russische zaken. Het schijnt vrij
wel uitgemaakt, dat de commissie van des
kundigen voor het voorstellen van een methode
om het Russische vraagstuk te regelen niet te
Genua zal worden benoemd, maar later door de
regeeringen, na voorafgaande overeenstemming
van de kanselarijen, en na een poging om zich
de medewerking van de Ver. Statén te verze
keren. De Commissie zou worden samenge
steld uit de geallieerde en neutrale mogendheden,
met uitzondering van de Russen, die echter,
om de besprekingen te doen vlotten, zouden
kunnen worden geroepen om inlichtingen te
geven.
Uit Genua verluidt d.d. 14 Mei.De vertegenwoor
digers der uitnoodigengde mogendheden die bede
op de villa De Albertis confereerden, kwamen
overeen, dat aan eèn commissie van gealli
eerde en neutrale deskundigen zal worden op
gedragen, om het onderzoek in zake de kwes
tie van Ruslands herstel voort te zetten. Plaats
en datum van bijeenkomst dezer commissie
zullen nog te Genua worden vastgesteld.Waar-
schijnlijk zal de commissie in Juni met haar
arbeid aanvangen en wel in Den Haag. Wanneer
de commissie tot een overeenstemming is ge
raakt omtrent de groote lijnen van een mogelijke
oplossing van 't herstelvraagstuk, zullen de
Verschillende in de commissie vertegenwoordig
de regeeringen kennis nemen van haar rapport,
en in alle onafhankelijkheid beslissen, of zij al of
niet de besprekingen zullen voortzetten. Aan deze
verdere besprekingen zullen dan ook vertegen-
woordigèrs van Rusland deelnemen. Elke mo
gendheid zal volkomen vrijheid van handelen
hebben ten opzichte van deze verdere bespre
kingen.
Het Vaticaan en Rusland.
Door bemiddeling van het Stefani-agentschap
hééft, Tsjitsjerin een nota gepubliceerd, in ant-
wóo'fd op het bekende memorandum van den
Paus, waarin, gelijk men weet, drie eischen wer
den gesteld, op te nemen in de eventueele met
Rusland te sluiten overeenkomst.
In zijn nota merkt Tsjitsjerin o. m. op, dat
liét stellèn van de drie eischen een onvoldoende
kennis veronderstellen doetv. de sovjettistische
wetgeving op religieus gebied.
De bedoelde punten zijn, zegt Tsjitsjerin,
meer dan voldoende geregeld door het decreet
van 23 Januari 1918, betreffende de scheiding
van kerk en staat. Dat decreet, waarvan de
artikelen 2, 3, 5 en 13 worden aangehaald,
verzekert, zoo heet het, in alle opzichten de
vrijheid van geweten eD de uitoefening van den
cultus en regelt het gebruik van de kerkelijke
goederen en gebouwen, voor den eeredienst,
noodig.
Men kan hierbij misschien opmerken, zegt
de „Msb". dat als de Paus de sovjettistische
wetten niet Pent, hij de sovjettistische practijk
wel kent en daarop komt het tenslotte aan.
Het einde der conferentie.
De correspondent van het „Acht Uhr Abend-
blatt" te Genua meldt, dat de conferentie hoogst
waarschijnlijk nog slechts enkele dagen zal duren
en dat Genua over een week weer zijn vroegere
aanzien zal hebben teruggekregen. De Fransche
delegatie spant zich in om het eindigen der
conferentie te verkrijgen. Barthou zou zelfs
hebben voorgesteld zoo mogelijk reeds heden
naar huis te gaan.
Het schijnt dat Frankrijk gedurende de laat
ste dagen niet zonder succes getracht heeft de
staten der kleine entente voor zijn standpunt te
winnen. Het schijnt zelfs reeds vast te staan dat
Benesj, de Tsjechische minister-president, Lloyd
George in den steek zal laten om de Franschen
te gaan ondersteunen. Deze staan op het stand
punt, dat het antwoord van de Russen ten gevol
ge van de besluiten van Cannes onmogelijk kan
worden aanvaard.
Volgens uitlatingen van personen uit de naaste
omgeving van Lloyd George is de Engelsche
premier erg slecht gemutst. Hij is diep teleurge
steld en dit niet alleen door de houding der Rus
sen maar ook door het optreden van Benesj.
Deze had beloofd hem ten opzichte van het niet-
aanvals-verdrag te zullen ondersteunen, maar
voelt zich thans beleedigd ten gevolge van orga
nisatorische fouten van ondergeschiktn aard die
op de conferentie zijn begaan. Het zal voor
Lloyd George uiterst moeilijk zijn de conferentie
nog tot 31 Mei in het leven te houden.
61
Toen hij den avond na zijn gesprek met Ipé
Raaf den kruidenwinkel weder binnentrad, was
hij stil en afgetrokken. Hij zat aan den haard zijn
pijp te rooken en bleef langer dan een kwartier
zwijgend rookwolken uitblazen. Eindelijk echter
keerde hij zijn mahoniehoutkleurig gelaat naar
juffrouw Borringer en zeide
„Suzanna, wie was die man, welke hedenmid
dag juist voordat ik hier kwam, den winkel vér-
liet 1 |i
Juffrouw Borringer zag van het kruidenzoeken
waarmede zij bezig was op en verklaarde toen clat
zij zich dit op het oogenblik niet herinnerde.
Hiram kwam haar geheugen te hulp.
„Een lange donkere man, met doffe oogen,"
mompelde hij.
„O, dat was de heer Bostock," zeide zij,
„Bostock," herhaalde Hiram, peinzend. „Wie
iB die Bostock
Nu meende Lydia dat het hare beurt werd
eens een woordje in het midden te brengen.
„Mijnheer Bostock, oom, is de schermmeester
op het instituut van Lady Scardale. Hij leert mij
daar ook schermen."
DUITSCHLAND EN HET HERSTEL.
Wolff meldt uit Parijs, d.d 13 Mei. Hermes, de
rijksminister van financiën, is even na den mid
dag vergezeld door Bergmans; von Brandt, Kaste
Ruepel, Doon, Hoderon en Kehoi te Parijs aan
gekomen, en ontvangen door dr. Mayer, den
gezant, en Fischer, den voorzitter van de Kriegs-
lastenkommission. Hermes logeert op het ge
zantschapsgebouw.
Volgens „de Neue Berliner Zeitung" heeft
Hermes de volgende leidraad meegekregen naar
Parijs hij moet nagaan welke soort waarborgen
voor een leening vereischt worden een controle
systeem als dat van de Dette Publique kan
Duitschland niet aannemen, daar het de souve-
reiniteit van Duitschland zou schenden en te
duur zou zijn. Eenig toezicht kan echter niet
geweigerd, bijvoorbeeld het toestaan, aan de
credietgevende landen, om door hun vertegen
woordigers te Berlijn inzage te krijgen in de
interne aangelegenheden van het Duitsche finan-
cieele beheer.
Met betrekking tot de reis van
den Rijksminister van Financiën dr.
llermes naar Parijs voor persoonlijke onder
handelingen met de Commissie van Herstel
verneemt de „Tel." van gezaghebbende zijde,
dat hij door de rijksregeering is gemachtigd voor
de commissie te verklaren, dat de rijksregeering
bereid is, terug te komen op haar oorspron
kelijke weigering betreffende zekere wenschen
van de commissie, welke door de Duitsche re
geering in haar jongste nota aan de commissie
waren afgewezen, met name ten aanzien van
de door de Commissie van Herstel geëischte
„Zoo zeide Hiram, zijn mooi nichtje vol be
wondering' aanziende. „Ik zou zulk een schermles
gaarne eens bijwonen."
„Wel, dat kan u doen, wanneer u maar wilt,
oom. Er is iederen dag schermles. Als u maar zegt
wanneer u komt, zal ik het Lady Scardale zeggen.
„Goed," zeide Hiram. Daarop verviel hij weder
in gepeins. Hij blies een paar groote rookwolken
uit en zeide toen tot Lydia
„Wat soort van man is die Bostock
De vraag was aan Lydia gericht, doch hare
moeder gaf ten antwoord
„Ik kan hem niet uitstaan," zeide zij.
„En wat denk jij van hem, nichtje
Lydia aarzelde. „Ik geloof dat hij een uitste
kend schermer is," zeide zij eindelijk.
„Ja, ja, maar wat soort van man is hij
„Dat weet ik zelve niet, oom. Ik geloof dat ik
het eens ben met moeder."
„Hij is toch niet verliefd op je, hoop ik?"
vroeg Hiram.
Lydia begon te lachen. „Zeker niet. Ik geloof
dat de heer Bostock, wat hij zijn hart noemt, el
ders heeft verloren.
„Waar, kind vroeg juffrouw Borringer.
„Ja, dat weet ik natuurlijk niet," zeide Lydia
„maar op de manier waarop hij Fidelia soms aan
kijkt
„Wie is Fidelia viel Hiram haar in de rede.
„Fidelia is Fidelia Locke, een groote vriendin
Laat U niet meer
afschrikken,de kleun
van Uw kleenen te
veranderende
behandeling met
eervvoudió moqelvk
en levert altyd
óoede resultaten op.
u kry§t steeds e^ale
en vaste kleuren,
welke no§ herhaaldelijk
mei
:nert
kunnen worden.
REiniGT
EM.VERFT
EQELVKERTyp
De Levers Zeep
Vlaardin^en
Fabrikanten, van Uü2»
invoering van nieuwe belastingen in Duitsch
land, alsmede de financieele controle door de
Commissie van Herstel over de Duitsche rijks
financiën. De vrees voor een opmarsch der
Franschen in het Roergebied is in Duitsch
land zoo groot, dat deze nieuwe houding der
regeering door alle partijen, met uitzondering
van de Duitsch-nationalen, wordt goedgekeurd.
Tot deze houding hebben de gebeurtenissen
op de conferentie van Genua niet weinig bij
gedragen.
van Lady Scardale," antwoordde Lydia.
„Woont die mijnheer Bostock in het academie
gebouw
Lydia schudde het hoofd. „O neen, oom. Hij
woont bij het park van Bolingbroke, te Batter-
sea."
„No. 13," voegde juffrouw Boringer er bij, die
van nauwkeurigheid hield, ook in het kleine.
„Zoo," zeide Hiram. Daarop verviel hij weder
in stilzwijgen, en toen hij zijn pijp opgerookt en
uitgeklopt had, zeide hij dat het tijd voor hem
werd naar huis te gaan.
„Zoo vroeg?" zeide juffrouw Borringer ver
baasd. Doch Hiram antwoordde dat hij slaap had
en moede was.
„Waar logeert ge 7" zeide juffrouw Borringer
„In het hotel Cadogar, in Sloane Street. Ik be-
dus vlak bij je en het is wel mogelijk dat ik mor
gen bij je kom ontbijten."
„Je aanstaande echtgenoot schijnt mij toe een
beste kerel te zijn. Je moeder vertelt mij. dat hij
weldra een mar in bonis zal zijn."
„Ja, oom maar dat vind ik niet zoo heel
prettig."
„Zeg dat niet meisje. Geld heeft zijne voor-,
zoowel als zijne nadeelen. En nu heb ik je de eer
een goeden nacht te wenschen.
Hiram stapte de deur uit en wendde zijne schre
den rechtstreeks naar Battersea. Daar had hij
veel moeite om het hem opgegeven nommer te
LEENING AAN DUITSCHLAND.
Uit Parijs wordt gemeld, dat de bekende Ame-
rikaansche bankier, Pierpont Morgan, zich gister
op' de „Olympic" van de White Star Line heeft
ingescheept. Hij zal deelnemen aan de financieele
conferentie, die te Parijs wordt gehouden enwelke
ten doel zal hebben een onderzoek in te stellen
naar de mogelijkheid om aan Duitschland een
groote buitenlandsche leening te verstrekken.
Morgan heeft van alle groote banken teNew
York en te Chicago opdracht gekregen, aan
Frankrijk en België te verzoeken zich te wil
len verbinden, geen Duitsch gebied te bezet
ten verder, indien er een leening, bestemd voor
de afdoening dér schadeloosstelling, in de Ver-
eenigde Staten wordt geplaatst.
De bankiers uit Frankrijk, Engeland Italië
België, Duitschland, Nederland en Amerika,
zullen 23 Mei te Parijs bijeenkomen, waarbij
Morgan hun dan het Amerikaansche standpunt
zal uiteenzetten.
vinden, en toen hij het eindelijk gevonden had,
ontdekte hij, dat de schermmeester op een zesde
verdieping woonde. Hiram stapte met vasten
tred al de trappen van de verschillende verdie
pingen op, als iemand, die op een doel afgaat.
De kamers van den schermmeester lagen zoo
hoog, dat Hiram een zucht van verlichting slaak
te, toen hij was waar hij wezen moest Hij lichtte
den kleinen klopper op en klopte luid aan de
smalle deur. Onmiddellijk hoorde hij het schuife
len van voetstappen en de deur werd door Bos
tock zeiven geopend. De schermmeester keek
eenigszins verwonderd naar het hem onbekende
gelaat, dat flauw verlicht werd door het op het
portaal staande lampje.
„Ik geloof dat ik het pleizier heb den heer
Bostock te zien," zeide Hiram,
„Dat. is mijn naam," antwoordde Bostock,
voor de deur post vattende.
„Zou ik u een oogenblik kunnen spreken Ik
heb u iets gewichtigs te zeggen."
Flikkerde de lamp of veranderde de uitdruk
king van Bostocks gelaat Hiram zou dit niet
met zekerheid hebben kunnen zeggen, De stem
van den schermmeester was even bedaard als
altijd, toen hij zeide
„Zeker kom binnen."
(Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
Twin If
eusnrtfec .iw.jii