voerd van buitenlandsche havens naar andere
buitenlandsche havens, op grond van de anti
drankwetgeving in de Unie, in de Ver. Staten
kan worden in beslaggenomen.
De Oostenrijksche legitimisten zijn het
met de Hongaarsche eens geworden om Otto, den
oudsten zoon van den te Funchal overleden Ka-
rel van Habsburg te erkennen als keizer van
Oostenrijk en koning van Hongarije, Bohemen en
Kroatië.
De staking in de Zuid-West-Duitsche me
taalindustrie is door het niet-erkennen der 48-
lirige arbeidsweek door de arbeidersvereni
gingen verscherpt. Derhalve is de door den
bond van industrieelen aangekondigde uit
sluiting der metaalarbeiders in de districten
Frankfurt a. M., Darmstadt, Hanau, Offen
bach en Overursel heden in werking getreden.
Door de uitsluiting worden ongeveer 30.000
arbeiders getroffen.
Staten-Generaal.
Minister Ruys de Beerenbrouck heeft daar
op geantwoord, dat om verschillende redenen
het niet wel doenlijk is den Maandag als dag
der stemming aan te wijzen.
Minister van Karnebeek.
De Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr.
Mr. van Karnebeek, heeft gisteren de werkzaam
heden aan zijn Departement hervat.
Stads- en Gewestelijk Nieuws,
Deken A. VERHOEVEN
EERSTE KAMER.
Ziiling van Dinsdag, 16 Mei.
Aan de orde is de begrooting v an o or-
1 o g.
De heer van Embden (V. D.) betoogt
dat de defensie niet voldoende tot bezuiniging
zal kunnen bijdragen, als niet een bedrag, dat
voor oorlog op 30 millioen ware te stellen, wordt
gefixeerd. Dit zal te meer noodig zijn, als het
defensiebeleid is toevertrouwd aan een minister
in een rechter coalitiekabinet, dat door het drij
ven van de protestantsch-christelijke partijen
hooge oorlogsbegrootingen moet doen aannemen
De heer Bergs ma (V. B.) dringt aan op
krachtiger bewapening en practischer inrichting
van de marechaussee. Spr. maakt bezwaar tegen
de bereden politie te Amsterdam.
De heer I denburg (A. R.) betwist, dat
minister van Dijk niet naar bezuiniging zou stre
ven.
De heer M e n d e 1 s (S. D.) acht het niet
noodig uitvoerig zijn standpunt uitéén te zet
ten. Hij kan volstaan met een verklaring dat
zijn partij tegen deze begrooting zal stemmen.
Intusschen komt hij nog even op tegen de
rede van den heer Idenburg om voor ontwape
ning te strijden.
De heer V e r h e ij e n (R. K.) betoogt dat
de Katholieken het eens zijn met den heer
Idenburg én niet met den heer Mendels. Door
den heer Idenburg is de kwestie zuiver ge
steld. De R. K. staatspartij zal zich niet van het
hooge doel afwenden om den staat te ver
dedigen.
De Minister van Oorlog, de heer Van D ij k,
zal zich tot het zuiver-zakelijke uit de redevoe
ringen bepalen. De vergelijking van den heer
van Embden ging mank. Men moet vragen
wat thans de defensie zou kosten op de basis
van 1912. Dan zou het totale bedrag 85 millioen
zijn en het is thans 71 millioen. Spr. wijst dus het
verwijt af dat in zake het antwoord aan den Vol
kenbond tot hem is gericht. De Nederlandsche
regeering heeft zich geheel aangepast bij hetgeen
de Volkenbond wenschte.
Nopens de kwestie van de noodzakelijkheid
van het behoud van een leger, sluit spr. zich
aan bij den heer Idenburg. Wij moeten doen zoo
veel als kan en met onze middelen mogelijk is
Vervolgens verdedigt spr. de noodzakelijk
heid van het behoud van de politietroepen en
zet hij nog eens de bedoeling van deze troepen
uiteen.
Het wetsontwerp woi'dt goedgekeurd met
25 tegen 6 stemmen.
Goedgekeurd werden nu Hoofdstuk VI (Ma-*
rine), Begrooting voor Posterijen en Telegram
die, Verhooging Hoofdstuk VI (kosten aanbouw
onderzeebooten enz.)
Hoofdstuk Xa (Arbeid).
De heer Slingenberg (V. D.) acht het
bedrag van 80 millioen voor woningvoorzie
ning niet zoo bijster veel. Afschaffing van de
Huurcommissies acht spr. nog allesbehalve
gewenscht.
Mevrouw Pothui sS m i t (S. D.) vraagt
den Minister hoe het staat met de uitvoering
van de Warenwet en met den arbeid van de
Melkcommissie.
De heer Van Wassenaer van Catr
w ij c k (C. H.) acht de bijdragen aan de wer-
keloozenkassen veel te hoog.
De heer R e n g e r s (V. B.) vraagt den Mi
nister als hij het Melkbesluit uitvoert, eerst
overleg te plegen met de producenten.
Minister A a 1 b e r s e antwoordt. Hij acht
80 millioen voor den woningbouw ook niet zoo
heel veel, maar de heer Slingenberg vergat,
dat in dit bedrag ook de premies zijn vervat.
Van het verstrekken van huur-toeslagen wil
spr. terugkomen, omdat dit stelsel niet goed is.
Men kan er alleen afkomen door de woningpro
ductie goedkooper te maken.
Opheffing van de Huurcommissiewet kan op
dit oogenblik niet plaats hebben, omdat woe
ker nog steeds niet is uitgesloten zoolang er
woningtekort is. Spr. zal naar geleidelijke op
heffing streven in de richting als reeds eerder
is gepoogd.
Overleg inzake het Melkbesluit zegt spr. toe.
Het hoofdstuk wordt goedgekeurd.
Goedgekeurd wordt het ontwerp suppletoire
Hoofdstuk Xa voor 1921, onteigening te Lo-
pik, wijziging der Vleeschkeuringswet.
De vergadering wordt verdaagd tot heden.
Binnenland,
Wederom is plotseling het kerkelijk hoofd van
katholiek Schiedam ons door den dood ontvallen.
Hedenochtend vroeg verspreidde zich de mare
door onze stad, dat de hoogeerw. deken Antonius
Verhoeven, was overleden.
Deken Verhoeven aldus vernemen wij
had vanochtend om 7 uur de H. Mis gelezeD en
zou om 9 uur bij de vormplechtigheden, welke
heden in de Havenkerk plaats hadden, tegen
woordig zijn.
Toen men den Deken op zijn kamer kwam
roepen, kort voor de plechtigheden een aanvang
zouden nemen, kreeg men geen gehoor.
Dit wekte bevreemding en naderbij gekomen,
eonstateerde men, dat deken Verhoeven was
overleden.
Men kan zich de consternatie voorstellen, door
dit schielijk overlijden in de pastorie verwekt.
Hoewel de Deken zich in den laatsten tijd niet
al te wel bevond en gister zelfs een medicus had
ontboden, had toch niemand in zijn omgeving
vermoed dat het verscheiden van dezen hoogst-
verdienstelijken priester zoo aanstaande was.
Aan Deken Verhoeven verliest katholiek Schie
dam ongetwijfeld een zeer ijverigen herder, die
buitengewoon veel voor den bloei van het katho
licisme in onze stad heeft verricht.
Geboren den 31en Mei 1851 te Gemert, vol
bracht hij de lagere studies aan de Latijnsche
school aldaar. In 1870 trad hij in de Orde der
E. E. P. P. Dominicanen en begon den 24en
Sept. het noviciaat te Huissen. Op denzelfden
datum van het volgend jaar legde hij zijn religi-
euse professie af. Alsdan begon hij de hoogere
studies en had het geluk in 1877 de H. Priester
wijding te ontvangen. Zijn oversten hadden al
spoedig bemerkt, dat hij met -een meer dan
gewonen aanleg begaafd was en daarom be
noemden zij den jeugdigen priester tot professor
der fraters in de philosophie en de mathesis.
Dit professoraat bekleedde hij tot het jaar 1889,
waarin hij tot prior gekozen werd van het kloos
ter van het H. Hart aan de Van Oldenbame-
veldstraat te Rotterdam. Het was in die stad,
dat hij tevens als president van de St. Jozef-
gezellenvereeniging veel nuttigen en vrucht
baren arbeid heeft verricht. In 1897 riepen zijn
oversten hem als pastoor naar Tiel. Degenen,
die met den toestand dezer plaats bekend zijn,
zouden kunnen verhalen, wat hij daar tot stand
gebracht heeft, om alleen maar te noemen de
stichting van het R. K. Ziekenhuis, en hoe er
zijn naam en arbeid nog altijd in dankbare
herinnering voortleven. Niet lang echter moch
ten de Tielenaren hun geliefden herder in hun
midden hebben, want reeds in 1902 werd hij
als pastoor verplaatst naar Schiedam.
Ook de Bisschop van Haarlem erkende zijn
verdiensten door hem in 1918 na den dood
van den H. Eerw. heer Coppens, tot deken
van Schiedam te benoemen.
Veel heeft deken Verhoeven gedaan voor het
katholieke vereenigingsleven in onze stad.
Bij zijn zilveren priesterfeest in Aug. 1902
en zijn 40-jarig priesterjubilé op 17 Aug. 1917
en bovendien niet het minst ter gelegenheid
van zijn professiefeest op 25 Sept. 1921 hebben
zoowel de parochianen zijner parochie als de
katholieken van dë geheele stad uiting gegeven
van hunne groote sympathie voor deken Ver
hoeven en de waardeering van zijn veelomvat-
tenden priesterlijken arbeid.
Behalve voor het patronaat, de St. Jozefs-
Tweede Kamerverkiezingen.
De lieer Snoeck Henkemans had aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken gevraagd
of hij bereid was, teneinde zooveel mogelijk
ook de visschers der kustplaatsen in de gele
genheid te stellen aan de stemming voor de
Tweede Kamer deel te nemen, te bevorderen,
dat deze stemming plaats hebbe op een Maandag.
gezellenvereenging, het St. Liduinagesticht,
waaraan door zijn initiatief een mannenafdee-
ling werd verbonden, heeft hij zich in zijn kwali
teit van gedelegeerde des Bisschops bij het
R. 'K. Parochiaal Armbestuur zeer verdienste
lijk gemaakt.
Niet alleen de parochianen van St. Jan ver
liezen in Deken Verhoeven een volijverig pas
toor, maar ook velen buiten die Prochie zagen
zich een trouw raadsman ontvallen.
Was voor de omgeving van den hoogeerw. De
ken zijn plotselinge dood een volkomen verras
sing, Deken Verhoeven persoonlijk had zich, ge
zien de plotselinge sterfgevallen van de Dekens
Daniëls en Coppens en van zijn trouwen mede
helper en vriend pastoor Langewen, alleszins
voorbereid op een plotselingen dood.
Als een heilig, ijverig priester, met God steeds
voor oogen, heeft hij geleefd en op hem zijn ge
heel van toepassing de troostrijke woorden, dat
de dood den rechtvaardige niet verrast, maar
voor hem een heerlijke verlossing, een opgaan
naar zijn beminden God en Heer beteekent.
Hij ruste in vrede.
De plechtige Requiem-Mis zal Zaterdag te
91lt uur plaats hebben, waarna het stof
felijk overschot van den hooggeachten overlede
ne zal grafwaarts worden gedragen.
De Inkomstenbelasting.
B. en W. hebben het volgend schrijven aan
den Gemeenteraad gezonden
Onlangs is in een verslag van de le Kamer ge
wezen op de groote moeilijkheden waarin tegen
woordig de Gemeenten verkeeren door overne
ming door het Rijk van de aanslagregeling der
Inkomstenbelasting.
Werd vroeger de heffingsfactor bepaald,
nadat de aanslagen voor het Voljaarskohier wa
ren opgemaakt, thans moet reeds in den tijd,
dat de beschrijvingsbiljetten uitgaan, die factor
worden bepaald.
Men moet onder de nieuwe orde van zaken dus
den factor vaststellen a's de gegevens nog abso
luut ontbreken.
Het is dan ook geen wonder, dat, waar de
tijdsomstandigheden tegenwoordig zoo veran
derlijk zijn, men telkens voor verrassingen staat.
Thans heeft de Inkomstenbelasting 1921/22
weer een belangrijk saldo opgeleverd.
In dat jaar was benoodigd 1.034.000.
Neemt men aan voor kwade posten een be
drag van 150.000.—, zooals ook bij de begroo
ting 1922 voor de inkomstenbelasting 1920/21
werd aangenomen, dan heeft de opbrengst het
benoodigd bedrag f 200.000.—overtroffen.
Thans staan wij weder voor de vraag, welke
factor zal worden bepaald.
Moest men verleden jaar 1.034.000 vinden,
nu 1.040.000,-— dus vrijwel hetzelfde bedrag.
Mag men nu van die meerdere opbrengst van
2 ton over het vorige heffingsjaar uitgaan
Zeer zeker niet.
In 1921 toch werden getroffen de inkomens
over 1920 en toen zat men nog volop in den goe
den tijd.
Nu echter worden de inkomens over 1921
getroffen en toen zat men midden in de malaise.
Het mag zijn, dat de loonen nog niets lager
waren, zeker is het dat veien werkloos en bui
ten betrekking waren. En in handen en bedrijf
werden slechte zaken gemaakt.
Hoewel niemand met zekerheid kan zeggen
wat de resultaten zullen zijn en het in zekeren
zin een tasten in den blinde is, zal wel het alge
meen gevoelen zijn, dat de omstandigheden die
'21/22 boven de raming deden komen, meer dan
opgewogen worden door de omstandigheden die
nu in omgekeerden zin werken.
Was er dus eerder reden voor verhooging dan
voor verlaging van den factor, erkend moet
worden dat de belasting reeds zeer hoog is
opgevoerd.
Dezer dagen is een statistisch overzicht ge
geven door de Gemeente Rotterdam van de
belastingheffing in verschillende Gemeen
ten. Dit overzicht leggen wij hierbij over,
O.a. was daarbij een overzicht voor 27 grootere
gemeenten van de gemeentelijke inkomstenbe
lasting voor gezinnen van gehuwden zonder
kinderen.
De daarbij gevoegde grafische voorstelling
geeft den toestand in die Gemeenten aan voor
zuivere inkomens van 1800, 3000, 10.000 en
100.000.
Daaruit blijkt o.a.
le. dat in Schiedam voor de hoogste inkomens
niet de onevenredige verzwaring van druk wordt
toegepast, die het stelsel van verscheidene
Gemeenten vooral van die welke de opcenten-
heffing op de Rijksinkomstenbelasting invoerden
kenmerkt.
2e. dat bij het inkomen van f 1800 13 Ge
meenten beneden en 13 boven Schiedam zijn
bij het inkomen van 3000, 12 beneden en 14 bo
ven, bij het inkomen van 10.000, 13 beneden en
13 boven, en bij het inkomen van 100.000 8
beneden en 18 boven.
Zoodat met volle recht kan worden gezegd,
dat Schiedam inzake belastingheffing den mid
denweg bewandelt.
Wij meenen dat dit tot tevredenheid moet
leiden, waar Schiedam toch behoort onder de
fabriekscentra, die niet in de gunstigste omstan
digheden verkeeren.
Evenwel, al behoort men onder de middelmati
ge, toch komt het ons voor, dat de tegenwoordige
druk is aan te merken als een maximale.
Waar men dus lager niet kan en hooger niet
wil gaan, ligt het voor de hand den factor onge
wijzigd te laten en te hopen, dat dit nog goed zal
uitkomen.
Wij zijn uitgegaan van het thans uitgetrokken
bedrag.
Ondertusschen is wel gebleken, dat diverse
posten niet juist zijn geraamd.
O.a. zijn de schoolgelden 30.000.te hoog
geraamd, waartegenover weer de netto uitgaven
voor het L.O. door het doen verdwijnen van de
boventallige onderwijzers als gevolg van de met
1 Januari ingevoerde reorganisatie, met een
belangrijk bedrag, stel een 20.000.zijn ver
laagd.
De bijdragen voor trekkende en uitgetrokken
werkloozen zullen het geraamde bedrag van
f 55.000.- verre overschrijden. Naar de bedra
gen van de vorige maanden is het totaal bedrag
over 1922 te schatten op ruim f 100.000.
In verband met het daaromtrent bij de vast
stelling der begrooting besprokene hebben wij
ampel de vraag overwogen, of dit jaar de
uitgaven kunnen worden verlaagd wegens daling
der materiaalprijzen. Het lid van ons College
belast met de zorg voor de Gemeentewerken
heeft echter pertinent verklaard, dat daaraan
voor dien dienst niet viel te denken, zoodat
wanneer dit bij Gemeentewerken zoo is, op
een verlaging der uitgaven in dezen niet kan
wordtn g«r«k«*4,
(Wij mogen er aan herinneren dat de kosten
van het drukwerk op dezen grond reeds lager
werden uitgetrokken).
Men zou de vraag kunnen stellen, of niet 1922
uit het te verwachten saldo van 1921 kan worden
geholpen.
Inderdaad zal 1921 een goed saldo opbrengen.
De cijfers zijn nog niet aanwezig om het bedrag
te kunnen|vaststellen.
Maar wij schatten het op rond 3 ton.
Het is echter hier de vaste regel om de saldos
den gewonen weg te doen volgen en volgens de
zen komt het saldo van 1921 toe aan 1923.
Er is thans minder dan ooit reden om daarvan
af te wijken.
Niet alleen dat 1922 reeds een groot saldo van
1920 ontving - 260.000.zoodat men dien
dienst zou flatteeren met twee groote saldo's,
maar bovendien heeft 1923 daaraan zeer groote
behoefte, waar, zooals de Minister van Financiën
in de Memorie van Antwoord op het verslag van
de le Kamer inzake de Staatsbegrooting voor
1922 opmerkte, „het nationaal inkomen niet
alleen nominaal, maar ook - gelijk zienderoogen
geschiedt in zeer feitelijken zin achteruitgaat."
Voor onze Gemeente toegepast op een paar
zeer tastbare dingen, hoe zal men, bij een sterk
terugloopend inkomen reeds in 1923 het even
wicht vinden tusschen inkomsten en uitgaven,
als men alleen maar denkt aan de rente en af
lossing voor niet productieve uitgaven, die sinds
het begin van den oorlog met i f 225.000.per
jaar zijn gestegen (hierin begrepen de credieten in
uitvoering), aan de salarissen, die blijkens de
pensioensgrondslagen van 250.000.tot een
800.000.per jaar opliepen, aan de pensioen
lasten die in dien tijd van 34.000.—
158.000.werden
Zeer zeker mag men, met dit voor oogen,
1922 niet begiftigen met een tweede groote
saldo ten koste van 1923, dat dan in het geheel
geen saldo zou ontvangen, terwijl 1922 nog in
zooverre in gunstiger conditie is, dat het nog de
dividenden over het boekjaar 1920 ontvangt.
Op grond van het bovenstaande kunnen wij
tot ons leedwezen niet anders doen dan U voor
stellen het heffingspercentage onveranderd te
laten.
Wij zeggen „tot ons leedwezen" ook daarom,
omdat wij zien dat de factor in onderscheideoe
Gemeenten wordt verlaagd.
Nu weten wij wel dat ons voorstel is gebaseerd
op een gezonde financieele politiek zonder ge
bruikmaking van kunstmiddelen, doch wij
kennen den toestand in andere Gemeenten niet
en weten niet, of daar evenzoo wordt gehandeld.
Ten aanzien althans van eenige groote Ge
meenten, zou men geneigd zijn daaraan eenigs-
zins te twijfelen, daar, hetgeen men daarvan
ziet, aan een zekeren wedijver inzake lage belas
ting doet denken.
Hoe dit zij, wij meenen daaraan niet te mogen
mee doen en ons te moeten richten naar onzen
eigen toestand en ons gelijk gezegd te moeten
laten leiden door de beginselen van een gezond
financieel beheer, dat wij nog steeds hebben
kunnen volhouden.
De meerderheid van ons College kan zich dan
ook niet vereenigen met het mede hierbij over
gelegd advies van de meerderheid der Finan
cieele Commissie, dat er op neerkomt om het,
op het voorbeeld van andere Gemeenten, ook
maar eens te wagen met een lageren factor en
dat strekt om het vermenigvuldigingscijfer dat
nu 1.1. bedraagt, te stellen op 1.
Ons voorstel gaat in ontwerp hiernevens.
R. K. Kiesverecniging.
Gisteravond hield de R.K. Kiesvereeniging
„Recht, Plicht en Orde" alhier, in de groote zaal
van den R.K. Volksbond, weer een propaganda-
vergadering, die gelukkig veel beter was be
zocht, dan de vorige.
Als spreker trad dezen avond op de heer
Kuiper, Tweede Kamerlid en le Candidaat op de
Dordtsche lijst voor de nieuwe verkiezingen, die
na eenige inleidende woorden van den voorzitter
den heer Th. Mouwens, 't woord nam.
In enkele trekken schetste spr. eerst de veel
vuldigheid der thans bestaande politieke partijen
(hij schatte ze op een dertigtal) en begint daarna
te bespreken wat wij Katholieken in den komen
den verkiezingsstrijd te doen hebben.
Iets nieuws in dien strijd is het medestrijden
der vrouwen, waarvan spr. wijl de vrouw zich
op politiek gebied niet zoo licht op slechte wegen
laat leiden, een opschuiving naar rechts ver
wacht. Maar juist in dit verband meent spr.
echter, dat er wat meer vuur in onze rijen moet
komen, al zij dan toegegeven, dat deze keer bij
alle partijen een zekere laksheidvalt te bespeuren.
Dat meer enthousiasme moet er komen, omdat
er voor ons Katholieken zoo Veel op 't spel staat.
Immers, men ziet het, dat gevaren van vele kan
ten dreigen want zooals altijd na een 4 jarige
bestuursperiode van eenzelfde regeering 't ge
val is, zijn er tal van personen ontevreden, en
thans na deze zeer moeilijke periode zeer vele,
eenerzijds, omdat men meent, dat de regeering
niet|genoeg heeft bezuinigd en daarom de belas
tingen zoo hoog zijn gestegen, anderzijds vfijl men