DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN
FEUI LLETON.
De Diamantenschat
45ste Jaargang.
Dinsdag 23 Mei 1922.
No. 13344.
Bureau: KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus: 39.
Abonnementen per 3 maanden 2.—, per week 15 cent, franco per
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Bij of krachtens wettsii of verosdeulnfien voor
geschreven en andere oftlcieele af- eu aan
kondigingen vaa het Gemeentebestuur.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gezien artikel 1 der Verordening betreffende
de Makelaardij te Schiedam, vastgesteld den 7en
Maart 1899 (Gemeenteblad no. 3), gewijzigd den
26sten Mei 1914 (Gemeenteblad no. 13)
Brengen ter algemeene kennis, dat de Ge
meenteraad in zijne openbare vergadering van
19 Mei j.l., tot Makelaar in meubilaire- en lijf
goederen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, byou-
teriën en gouden en zilveren voorwerpen heeft
aangesteld den heer CORD HEINRICH SCHWA-
GERMANN.
S c h i e d a m, 22 Mei 1922.
Bniteniandseh Nieuws.
DE A.S. HAAGSCHE CONFERENTIE.
Door de Nedcrlandsche delegatie worden
op het oogenblik te Genua nog de noodige be
sprekingen gevoerd in verband met de voorbe
reiding van de Haagsche conferentie.De terug
keer van mr. Patijn kan tegen Donderdag worden
tegemoet gezien. De uitnoodigingen tot de Haag
sche conferentie zullen dezer dagen door den
president der conferentie te Genua in overeen
stemming met de Nederlandsche regeering wor
den verzonden.
Naar aanleiding van geruchten, volgens welke
de kosten der vreemde delegaties ter Haagsche
conferentie voor rekening van Nederland zouden
komen, vernemen wij van het Departement van
Buitenlandsche Zaken, dat deze geruchten van
allen grond ontbloot zijn.
De telegraaf- en telefoondienst
te Genua.
Marchese, de directeur van den telegraaf- en
telefoondienst op de conferentie van Genua,
heeft aan den Romeinschen correspondent van
de „Times" eenige bijzonderheden over de
werkzaamheden van dien dienst medegedeeld.
Meer dan vijf millioen woorden zijn wegge-
seind- cn -de rekening voor de J-ayansehe dele
gatie alleen beloopt ongeveer één millioen
lire. Op één dag bedroegen de ontvangsten der
telegraaf een kwart millioen lire en in één uur
zijn 4.000 woorden naar Londen geseind.
Zeshonderd telefoons en een speciaal kan
toor zijn te Genua en langs de Italiaansche
Riviera voor het gebruik der verschillende
delegaties geinstalleerd en zelfs de kleine
kantoren, zooals te Rapallo en Santa Marghe-
rita hebben van 10 April tot 14 Mei ongeveer
4.000 telegrammen, waarvan ongeveer de helft
voor de boschewistische delegatie, afgezonden.
Tezamen zijn meer dan 130.000 telegram
men verzonden en ongeveer even zoovele ont
vangen. Weliswaar hebben de telegraaf- en
telefoondiensten 12 millioen lire gekost, maar
de schitterende wijze, waarop deze diensten
gewerkt hebben, zijn voor Italië een groot succes
en een blijvende reclame geworden.
Resultaten.
Lloyd George verklaarde bij zijn terugkeer
te Londen in een intervieuw, dat de vrede tus-
schen dertig naties was verzekerd gedurende
een tijdsverloop, dat aan de Haagsche conferentie
van deskundigen genoeg tijd zou laten tot be
handelen en tot het opstellen van een aanbe
veling van de regeeringen, waardoor men naar
hij vertrouwde, tot den permanenten vrede zou
geraken.
Er bestonden nu betere gevoelens tusschen
67
Verder ging haar vermoeden niet. Geen duis
terder gedachten in verband met den mogelijken
Japhet Bland waren nog in hare ziel opge
komen.
„Ja," zeide zij stooterig, „men kan zich
Voorstellen dat deze onbekende zich met een
goede bedoeling op den achtergrond houdt.
Maar hoe het zij, ik weet niets van den man en
U evenmin, mijnheer Bostock
„Wij hebben allen in de courant gelezen dat
zijn vader vermoord werd," zeide Bostock
somber. „Het zou wel eens kunnen zijn dat hij er
op uit was den man die hem vermoord heeft,
aan den kaak te stellen."
„Ja, maar, dit was, volgens u, niet liet doel
Van zijn streven."
„Misschien niet het hoofddoel," maar een
van de andere plannen die hij ook op het oog
had."
„Maar het hoofddoel, zou hij niemand
daarvan deelgenoot maken vroeg zij, met een
aanmoedigenden blik.
„Misschien zou hij wel geneigd zijn het aan
haar te vertellen," zeide Bostock, na een oogen
blik van stilzwijgen.
MHaardacht Fidelia. Wie had er van een
de naties, die vroeger nauwelijks betrekkingen
met elkander onderhielden. Met wien ik ook
sprak, zeide de premier, bij iedereen bestond
een hartstochtelijk verlangen naar vrede. Hij
zeide er in het minst niet aan te twijfelen,
dat ook het Fransche volk den vrede wenschte.
Voorts gaf hij nog te kennen, niet persoon
lijk de Haagsche conferentie te zullen bijwo
nen, daar deze een conferentie van deskundi
gen zou zijn. Hij was ervan overtuigd, dat bet
den Russen ernst was met hun wensch den
vrede te bevorderen.
Amerikaansche als het Fransche te Berlijn aan
nemelijk worden geacht.
De Berlijnsche regeering verwacht Woens
dag minister Hermes uit Parijs terug om verslag
uit te brengen over zijn besprekingen met de
commissie voor de vergoedingen. De Duitsche
draadlooze, dienst herhaalt, dat deze niet zoo'n
ongunstigen loop hadden als sommige Fransche
bladen willen laten gelooven.
IIET HERSTEL.
In Berlijnsche politieke kringen blijft men
met betrekking tot de besprekingen welke op
't oogenblik door dr. Hermes, den rijksminister
van Financiën te Parijs met de Commissie van
Herstel worden gevoerd, optimistisch gestemd.
Men gelooft, dat deze onderhandelingen niet
zullen eindigen, zonder dat men tot 'n bepaald
voorstel is gekomen ten aanzien van de Duitsche
schadevergoeding.
Wat de stemming onder de leden van de
Commissie van Herstel betreft, verluidt, dat
van Engelsche en Amerikaansche zijde wordt
aangedrongen op de definitieve vaststelling van
het bedrag, dat Duitscbland als schadeloosstel
ling zal hebben te betalen.Van Engelsche zijde
heeft men het plan gelanceerd, de Duitsche
schadeloosstellingsschuld die in totaal 132 mil
liard mark bedraagt, te verminderen tot 45
milliard. Voor de rente en de delging van deze
schuld zou dan nog een uitgave van circa
4 milliard goudmark per jaar noodig zijn.
Aan den anderen kant staat evenwel de Fran
sche regeering op het standpunt, dat men
thans moet trachten, tot een voorloopige op
lossing van de kwestie te geraken. De Fransche
opvatting is, dat het op het oogenblik onmo
gelijk is, reeds over de definitieve bepaling Van
Duitschlands schuld aan de geallieerden te
spreken, daar men niet weet, welk uitstel of
kwijtschelding van betaling door Engeland of
Amerika zal worden verleend, terwijl men
bovendien het prestatievermogen van Duitscb
land nog niet definitief kan bepalen.
Om die reden is Frankrijk bereid, om voos i
loopig voor drie of vier jaren het door Duitscb
land te betalen jaarlijksch bedrag vast te stel
len onder voorwaarde dat deze bedragen uitde
door DuiLschland te sluiten internationale lee
ning zullen worden voldaan. Na afloop van de
periode van drie of vier jaar zouden dan op
nieuw onderhandelingen in zake Duitscalands
betalingscapaciteit kunnen worden aangeknoopt.
Duitsche rechtsche kringen verklaren zich
openlijk voor het Engelsch-Amerikaansch voor
stel.
Daarentegen is men in de kringen in de om
geving der regeering meer het Fransche voor
stel gezind. In deze kringen wordt gezegd, dat
de definitieve vaststelling van de Duitsche scha
devergoeding op dit oogenblik ten gevolge zou
hebben, dat Duitschland daardoor meer zou
moeten betalen als in het Londensche plan was
bepaald, terwijl Duitschland, wanneer de Fran
sche opvatting ingang zou vinden, gedurende de
volgende vier jaar niet meer dan ongeveer 300
millioen goudmark aan rente zou hebben te
betalen
Voorts is men van meening, dat nadat weer
vier jaar zullen zijn verloopen, de atmosfeer,
waarin dan de onderhandelingen zullen plaats
vinden, voor dusdanige besprekingen veel gun
stiger zou zijn dan op het oogenblik het geval is.
Uit het bovenstaande mag dus blijken, dat
ten slotte beide voorstellen, zoowel 't Engelsch-
vrouw gesproken
„Ik begrijp niet waar jullie het toch
over hebt," zeide Lady Scardale toen einde
lijk.
„Professor Bostock en ik hebben de zeld
zame gave van ons allerlei akelige dingen
in de verbeelding voor te stellen."
„Dat hebt ge ook," antwoordde de Raaf.
„Jullie staat over dien verwenschten Japhet
Bland, of hoe de kerel ook heeten mag, te
redeneeren alsof hij een vriend van je is."
„Zou er werkelijk een Japhet Bland be
staan vroeg Lady Scardale, ongeloovig.
„Zeker," antwoordde Fidelia, op stelligen
toon, en zij liet hare oogen op Bostock rus
ten.
„Maar, Fidelialief, hoe weet je dat?"
„Men komt soms dingen vanzelf te weten,"
antwoordde Fidelia „en, bovendien, u herin
nert zich dat Mijnheer Aspen ons verteld heeft,
dat Seth Chickering en Rat Gundy ook in zijn
bestaan geloofden.
„Wat mij betreft," zede kapitein De Raaf,
„mag die Japhet Bland gerust te zijner tijd ko
men, om zijn aandeel te halen. Dit zal ons niet
veel verarmen. Ik vind dien persoon bij verre
niet zoo belangwekkend als de man met den
rooden baard. Het kan wel eens zijn dat ik in
een van deze donkere nachten, ook met dien heer
slaags raak."
„Gelooft u ook in den man met den rooden
IERLAND.
Uit Londen wordt d.d. 22 Mei gemeld De
Engelsche regeering maakt zich erg bezorgd over
de tusschen Collins en De Valera gesloten over
eenkomst en weet er niet goed weg mee.
Het is niet duidelijk uit den toestand op te
maken, of de Valera nu liet verdrag aanvaardt,
of dat Collins den vrijstaat opgeeft. Het laatste
acht men hier niet waarschijnlijk, maar voor
dat alle feiten bekend zijn, is de regeering wel
gedwongen den toestand ernstig in te zien.
De regeering heeft De Valera en Collins uit-
genoodigd te Londen te komen en zij worden
daar nu tegen het einde van de week verwacht.
Zij kunnen niet eerder komen, omdat een bij
eenkomst van het Ard Feiss Woensdag plaats
vindt.
Men begrijpt hier echter duidelijk de poli
tiek van de Valera die er naar streeft om de
Britsche troepen opnieuw Ierland te laten be
zetten, doch dit zal hem niet gelukken. Het
is echter moeilijk te zeggen, of het verdrag
de nederlaag zal lijden, maar in ieder geval
zal de Britsche regeering geen overijlde stappen
doen.
President Griffith is gister uit Dublin naar
Engeland overgestoken met een afschrift van de
nieuwe Iersche constitutie, die juist voltooid is.
Reuter seint- uit Londen
Twadell, lid van het parlement voor Noorde
lijk Ierland het Ulster-parlement is gisteren
te Belfast doodgeschoten. Hij wandelde kalm
pjes in eender straten van de stad toen hij door
vier mannen werd overvallen, die hun revolvers
op hem afvuurden. Een der schoten raakte hem,
zoodat hij op slag dood was.
GRIEKEN EN TURKEN.
Volgen® van het Grieksch Turksche front ont
vangen berichten, is er weer eenige gevec.hts-
activiteit te constateeren, vooral in de sectoren
van Broessa en Oeschak.
ITALIANEN EN ARABIEREN.
Reuter meldt uit Malta, d.d. 22 Mei. Volgens
geruchten uit Tripoli hebben de Italianen een
groot offensief onder generaalBadoglio ontketend
tegen de oproerige Arabieren in Tripoli. De Itali
aansche strijdkrachten,die blijkbaar inhoofdzaak
uit plaatselijke lichtingen bestonden, zijn de
laatste maand aanzienlijk versterkt. Het heet,
dat de Italiaanen verscheidene bombardeer
vliegtuigen gebruiken, die zware verliezen aan
de opstandelingen hebben toegebracht.
ALLERLEI.
Pierpont Morgan, de bekende Amerikaan
sche bankier, die Zaterdag te Londen is aange
komen, bleef daar slechts twee dagen. Daarna
vertrok hij naar Parijs om deel te nemen aan
de internationale conferentie van bankiers, be
noemd door de Commissie van Herstel, die zich
gelijk bekend, zal bezig houden met het onder
zoek, of het mogelijk is, aan Duitschland toe te
staan, een internationale leening ter afdoening
van de schadeloosstelling aan te gaan.
Uit Berlijn, d.d. 21 Mei. Ter gelegenheid
van de plechtige ontvangst van een Weensche
mannen-zangvereeniging in het Rijksdag-
baard, mijnheer Bostock? vroeg Fidelia.
„Ja, zeker," antwoordde deze, „ik heb den
man meer dan eens gezien."
„Neen, dat bedoel ik niet. Gelooft u dat hij
werkelijk is wat hij schijnt te wezen, of dat,
zooals kapitein De Raaf zegt, de baard wel eens
kon afvallen, als er eens sterk aan getrokken
werd
„Dit weet ik niet," zeide Bostock, norsch.
„Ik kan hieromtrent geene gissingen maken.
De man was altijd weer verdwenen, eer men
maar goed zien kon wie men voor zich had."
„Nu," zeide Fidelia, gelaten, „later zal
alles wel uitkomen." Ons schiet niets over dan
rustig het einde af te wachten. En nu, mijnheer
Bostok, zullen wij ons nu eens een oogenblik
je in het schermen meten
„Van harte gaarne," zeide Bostock, met
een gloed in zijne oogen, alsof hij ten strijde
gereed was.
gebouw te Berlijn, hield de Rijksdag-voorzitter
Loebe een rede, waarin hij er o.m. aan herin
nerde dat nog steeds het streven van Duitsch
land er op gericht is op een vereeniging van
de beide landen Duitschland en Oostenrijk tot
een geheel.
Ook minister Koster, die daarna nog het
woord voerde, sprak in dien geest.
Uit Munchen d.d. 21 Mei.- De onderhandelin
gen tot beëindiging van de staking der metaal
arbeiders hebben tot eene overeenkomst ge
leid. Men hoopt, dat binnen eenige dagen het
werk zal worden hervat, waarschijnlijk Vrijdag.
Uit Londen, d.d. 22 Mei. Officieel wordt
medegedeeld, dat de onderhandelingen tus
schen de werkgevers in de ijzerindustrie en
de Amalgamated Engineering Union a.s. Woens
dag te Londen hervat zullen worden.
Uit New-York d.d. 22 Mei. Volgens een te
legram uit Managua, de hoofdstad van de repu
bliek Nicaragua, is daar gisteren een opstand
uitgebroken, gericht tegen president Chamaorro.
De opstandelingen maakten zich meester van de
vesting, die de stad beheerscht. Ten gevolge van
de interventie van den Amerikaanschen gezant,
trokken de opstandelingen zich echter terug.
Gisteravond was alles rustig in de stad.
Naar uit Berlijn wordt gemeld, zou de Ke-
malistische regeering toestemming hebben ver
leend tot het instellen van een onderzoek door
een geallieerde commissie naar de Turksche
gruwelen in Klein-Azië.
Uit Weenen wordt gemeld, dat volgens
een bericht uit Linz a/d. Donau de voormalige
bondskanselier Mayer aan een beroerte is over
leden.
Blnneoiiiid.
Vereenigde Vergadering van de beide Kamers'
De sluiting onderscheidde zich in weinig
van vorige sluitingsplechtigheden.
Toch waren er eenige nova. Allereerst de
persoon van den President. In den voorzit
terszetel ditmaal niet de martiale figuur van
generaal van Voorst tot Voorst, die reeds eenige
weken ongesteld is. Ook niet de waarnemende
nestor mr. Reekers, die zij het niet zonder
moeite den laaten tijd de vergaderingen van
den Senaat had gepresideerd. Evenmin dehecrea
van den Berg, van der Does de Willebois, Gcertse
ma en van Nierop.die allen (om onbekende rede
nen) verstek lieten gaan. Maar de heer Cremer,
in leeftijd op hen volgende, deed het en keurig,
de borst gesierd met een grootkruislint van de
Huisorde van Oranje en tal van ridderorden, die
de borst van onzen oud-gezant te Washington
terecht sieren.
Dan waren er betrekkelijk velen be
trekkelijk, want in totaal waren er slechts
24 van de 150 leden die voor het laatst deze
zaal betraden dr. Lely, mr. Rink, de Kanter,
Albeda, en Wijk, die de afscheidszitting niet
hadden willen verzuimen en links en rechts (ook
inpolitieken zin) handdrukken wisselden.
En tenslotte was er de heer Braat, hee-
lemaal uit Hekelingen er voor overgekomen,
die als een oase was te midden vaneen woestijn,
den rooden Kamerhoek, waar niemand was opge
komen. En Braat, niet wetende, dat men een
rede, namens de Koningin uitgesproken, staande,
aanhoort, bleef zitten, toen jhr. Ruys de Beeren-
brouck binnentrad en de sluitingsrede aanving
gelukkig was mr, Seenge goedig genoeg om den
Plattelander tot opstaan te bewegen.
De voorlezing van de sluitingsredevoering
duurde nauwelijks twee minuten. Toch liet
zij niet na indruk te maken op de weinigen, die
er van getuige waren („Vad.")
XXV.
Wie zal de overwinning behalen.'
Kapitein De Raaf bleef nog eenige minuten
met Lady Scardale naar het schermen kijken.
Fidelia was, zooals wij weten, zeer ervaren in
deze kunst.
Maar hij bleet niet lang. Hij wist dat het oogen
blik naderde, waarop Lydia het instituut zou
verlaten om naar huis te gaan, en hij had
den geheelen dag verlangend naar dit oogenblik
uitgezien. Hij stond dus spoedig op en zeide dat
het zijn tijd werd om te vertrekken, loen hij
was heengegaan, bleef Lady Scardale nog een
oogenblik in de zaal, doch ook zij werd spoedig
weggeroepen, om een andere les hij te wonen.
Zoodra de deur achter haar was dichtgegaan,
gaf Fidelia een zucht van verlichting en zei
de dat zij liever met schermen wilde ophou
den.
„U schijnt niet met uwe ziel bij uw werk
te "zijn, juffrouw Locke," zeide Bostock heel
ernstig.
„O, neen. Ik ben er in het geheel niet met
mijn ziel bij. mijnheer Bostock, antwoordde
zij.
„Dat zag ik wel."
„Mijn hart was vervuld van geheel andere
dingen."
„Zou ik mogen vragen wat uwe gedachten dan
bezighield Hij liet zijn floret zakken en bleef
in eerbiedig luisterende houding tegenover haar
staan.
„Wij hebben voor vandaag genoeg geschermd,'
mijnheer Bostock."
(Wordt vervolgd)