DAGBLAD WQQR SCHIEDAM EN OMSTREKEN. Het verbroken contract 46ste Jaargang. Zaterdag 27 Januari 1923. No. 13550. Duvean KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus39. Abonnementen per 3 maanden 2.per week 15 cent, franco per post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. *)if nummer bestaat uit twee bladen en een Geïllustreerd Zondagsblad. TWEEDE BLAD Gemengd Nieuws. De onveiligheid ten platte land e. Gisternacht werd bij de boer K. te Fijnaart gebeld en op de vraag, wie daar was, antwoordden twee personen Marechaussee. De boer opende de deur, doch zag tot zijn schrik, dat niet marechaussee's, doch 2 gemas kerde mannen met een revolver voor hem ston den. Op de vraag om 1000 of zijn leven, antwoordde de boer, dat hij even het geld zou gaan halen,doch sloeg de deur voor de neus der bandieten dicht. Direct belde de boer z'n knecht op, wiens woning door een huistelefoon met die van hem is verbonden. De knecht kwam terstond met een jachtgeweer. De bandieten sloegen uit vrees hiervoor op de vlucht. Ze gingen naar een andere boerderij, waar ze hetzelfde spelletje wilden uithalen, doch de deur bleef voor hen gesloten. De boer en zijn vrouw waren uit.Alleen de dienstbode was thuis. Deze schoof het raam op en vroeg, wie daar waren. Tot antwoord lieten zich de schurken voor het raam zien, waarna de dienstbode terugtrad in de kamer, een jachtgeweer nam en dit op de bandieten aanlegde. Toen zonk hun zeker de moed heelemaal in de schoenen, want ze gingen onmiddellijk aan den haal, zonder zich nog te laten zien. ,,D e Witte Elan d." Wie is de Witte Eland, de Indianen-hoofdman, die beschilderd met de oorlogskleuren, de vorige maand uit Vancouver te Londen is aangekomen met het doel, zoo verklaarde hij, een onderhoud met den koning te hebben ten behoeve van zijn volk Hij zeide indertijd, aldus de „Daily Mail," dat hij den koning wilde verzoeken, om beter onder wijs voor alle mannen van zijn ras in Canada. Ook sprak hij over geschenken welke hij mee bracht, voor den prins van Wales van de Gana- deesche padvinders. De „Daily Mail" heeft door haar Canadee- sche correspondenten een onderzoek doen in stellen naar het ongetwijfeld roemruchtige verleden van dezen Witten Eland. De resul taten waren echter tamelijk negatief. De Ca- nadeesche autoriteiten wisten niets van zijn be zoek aan Engeland af, en het hoofdkwartier der Canadeesche padvinders had hem niet op gedragen, geschenken over te brengen. Voorts bleek het, dat hij geen Canadees is, doch een onderdaan der Vereenigde Staten. Een verslaggever van de „Daily Mail" had een onderhoud met het opperhoofd. Hij vroeg hem „Zijt ge een Canadeesch Indiaan „Ik ben erfelijk opperhoofd der Cherokees. Toen Hypolitus Verzooien dien Zaterdag zijn nederige behuizing verliet, en het prille ochtendlicht instapte, om oudergewoonte de vleeschpro\ isie voor de komende Week in te slaan gunde hij zich de weelde, om vooraleer zijn zaken te beginnen, eerst een wandeling langs de stads wallen te maken, Welke buitennissigheid alleen voortkwam uit den inncrlijken drang (zonder dat de goede man het allicht bevroedde) om met zijn geluk alleen te zijn. Want Hypolitus Verzooien droeg de laatste dagen met zich rond een groot, gruwelijk groot genot, en een blijde glimlach gleed gestaag vanaf zijn lang gezicht, in 't gewirwar van zijn onver- zorgden ringbaard. Ge moet weten, dat bovengenoemd burger van Dommelstad, ettelijke jaren geleden, na een verlief- en verloofdheid, gehuwd was met een, wat men noemt, dood-goed mcnsch. Dat had Hypolitus geen bezwaar gevonden daar had hij niets tegen maar hij was terecht bevreesd, dat die goedheid, financiëele buiten sporigheden tengevolge zou hebben, en daar was hij wél tegen, want Hypolitus Verzooien was aan den vasthoudenden kant, en hield den knoop op den buidel. Daarom had hij den morgen na zijn sprong in de huwelijksboot, zijn levensgezellin heel plechtig zes gulden in de palm van haar hand gelegd, onder 't uitspreken van de verheugende belofte „dat krijg je nou iedere week van me, voor huishoudgeld." De onnoozele ziel had verbaasd gekeken, wat haar gulle echtgenoot, gelukkig voor een blijk van ontevredenheid opvatte, en er haastig de blijde toezegging bijvoegde „Ik zal dan wel voor het vleesch zorgen." 't Accoord ging aan Zij deed haar best om met de zeshonderd centen 't huishoudelijk schip vlot te houden hij haalde iedere week pompt zijn portie vleesch, waar ze Eigenlijk ben ik hun koning." „Men vindt het vreemd, dat u, een niet-Ca- nadees, hier komt uit naam va de Canadee sche Indianen." „De Cherokees kennen geen grenzen" ant woordde het opperhoofd trots. „Wij waren hier reeds vóór er grenzen waren." „Wanneer zult u hier in Engeland voor het eerst in een variété optreden informeerde de verslaggever." ,,Watwie heeft u dat verteld „Is het soms niet waar „Ja, om u de waarheid te zeggen, ik treed Maandagavond in het Woolwich Hippodrome op met een Indianendans" antwoordde de Wit te Eland, reeds minder trots dan zooeven. „Doch hoe wist u, dat ik zou optreden vroeg hij. De verslaggever vertelde hem, dat er uit Canada berichten waren ontvangen, volgens welke hij tot een variétégroep behoorde. De Witte Eland gaf daarop toe, dat hij reeds sedert 1901 variété-artist was, en zijn carrière als figurant was begonnen in „Antonius en Cleopatra." Wat de geschenken voor den prins van Wales betrof bleek het, dat hij een cadeautje voor den prins bij zich had, afkomstig van een troep pad vinders te Dartmouth in Nieuw-Schotland en hij heeft ook de hoop nog niet opgegeven tot den koning te worden toegelaten, hetgeen na tuurlijk een prachtige reclame voor hem zou zijn. Rooverskolonie. Te Zehdenick, een stadje noordelijk van Berlijn is het de politie gelukt een grooten slag te slaan. Tot voor een jaar heerschte in het kleine plaatsje rust en vrede. Maar toen werd het anders. lederen dag maakte het plaat^fijke blaadje melding van nieuwe inbraken en daden van geweld. Daar de Zehdenicksche politie te zwak was om tegen de inbraken iets te beginnen, werd de politie van Berlijn te hulp geroepen. Deze zond haar manne tjes, die binnen korten tijd met steun van de Zehdenickers envan de landjager uitde omgeving er in slaagde, een inbrekersbende van 13 man te vangen. De lieeren waren aanvankelijk „onschul dige" gelegenheidsdieven geweest, maar van lieverlede hadden ze zich ontwikkeld tot zwaargewapende inbrekers, die zelfs geen men- schenlevens ontzagen. Op rekening van die bende schijnen twee moorden en niet minder dan 200 inbraken te komen. Tot dusver hebben 48 benadeelden weer hun eigendommen terugge kregen. De totale waarde van den buit loopt in de tientallen«millioenen mark. E i n d e 1 ij k. Berichten uit New York ver halen een roman uit de Verèen. Staten, het „all possible"-land, welke thans geëindigd is met het huwelijk van een vrijgelatene die 36 jaar wegens moord en valschheid in geschrifte in de gevangenis te Arrizona had doorgebracht en de eigenaresse van een graveerkunst-inrichting te Greenwich in Connecticut. Miss Driver was met de gevangene in ken- zes dagen voor namen, om 't kalm te verwerken. Na een aantal nauwgezette onderzoekings tochten had Hypolitus, baas Lapman verkoren tot leverancier, daar gemelde slager het meest voor twee kwartjes bleek te geven. Jaren achtereen had Hypolitus baas Lapman van zijn minderwaardige producten bevrijd, tot een week of vier geleden, het groote feit was ge beurd. Toen toch was het als een bliksemstraal door Hypolitus hersenen gegaan, wat of zoo'n slager deed met den staart van de koe. De vraag, die op zijn lippen brandde, was spoe dig uit gesproken en Hypolitus hoorde tot zijn genoegen, dat dergelijke lichaamsdeelen, door den slager, tot het afval werden gerekend. Eer er twee minuten waren verloopen, had Hypolitus Verzooien zich voor een kwartje per week geabonneerd, op de staart van de koe, die Lapman iederen Vrijdag slachtte. Aldus was het gekomen, dat de burgers van Dommelstad hun stadgenoot iederen Za terdag zagen voorbij stappen,met iets als een in krantenpapier-verpakte parapluie, zorgvuldig onder den arm geklemd, 't Ongewone pakket had eerst hun bevreemding opgewekt de vriendelijke kwispelende staartpluim, die zich op zekeren dag aan het achtereind vertoonde, had echter weldra verraden, wat zijn nieuwe eigenaar zoo teeder met zich droeg. De ondervinding leerde Hypolitus, dat hij een gunstig handelsverdrag had afgesloten, en de overpeinzing van dat onverwachte buitenkansje, was voor hem een onverdeeld genoegen. Daarom was hij dan ook nu, langs een omweg op zijn doel afgegaan en had al wandelende de vele voordeelen nog eens vroolijk overwogen. HelaasEr dreigde iets verschrikkelijks. Hypolitus trad de slagerswinjel binnen en keek over 't knechtje heen terstond naar de plek, waar 't voorwerp zijner begeerte gewoonlijk lag. Er was niets te zien. Hypolitus knipte met de oogen, poogde Advertentiëni 15 regels f 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. nis gekomen in 1914 tengevolge van enkele brieven over de kracht om te verkoopen, welke hij in zijn gevangeniscel voor een handels firma had geschreven. Miss Driver zond hem op haar beurt een order voor een serie adver tentie-circulaires voor haar zaak en na een veelvuldige briefwisseling beloofde zij zelfs hem te huwen, als hij gratie verkreeg. Op Nieuwjaarsdag 1923 kwam de gratie af. De ge vangene kwam naar New-York en heeft daar een post aanvaard als directeur der exploitatie van een advertentiebureau aan de Fifth Avenue. Geen succes. Uit Reval wordt gemeld, dat de commissie uit den Raad van Arbeid en Landsverdediging welke belast was met het instellen van een onderzoek naar dentoestand der machinefabrieken te Petrograd haar rapport heeft ingediend. Daarin wordt geconstateerd dat de voortdurende vermindering der productie een gevolg is van het algeheel gebrek aan bestellin gen, zoowel van de regeering als vanparticuliere zijde. Verscheidene der grootste fabrieken ver vaardigen stooven en bedden. De Poetilof fabrieken zijn in gevaar zij zijn er, na onderhandelingen welke vier maanden in beslag namen niet in geslaagd, van de re geering bestellingen van rollend materieel voor de spoorwegen te verkrijgen. Het rapport verklaart ten slotte, dat het noodzakelijk is, de fabrieken aan particulie ren in pacht te geven, hetzij aan de voorma lige eigenaars of aan anderen. Bedolven. In een hotel te Camden Town is een man in den brandstoffenkelder onder de steenkool bedolven. Hij had reeds langer dan een dag in dezen benarden toestand verkeerd toen hij ontdekt werd doordat de hotelbediende, die kolen kwam halen, uit een hoop anthraciet een been zag steken. Hij ging onmiddellijk hulp halen en de ongelukkige, die reeds geheel ver nuft was, werd uit zijn netelige positie verlost. Hevig gekneusd en bijna geheel bewusteloos werd de arme man naar het ziekenhuis ver voerd. Hier ging men terstond tot een hersen operatie over, ten einde te trachten den man te redden. Doch menschelijke hulp kon niet meer baten. Ofschoon alles in het werk werd gesteld het slachtoffer van zijn plicht in het leven te houden, ontsliep hij Zaterdagavond in het gasthuis. Roofmoord. Te Menilmontant nabij Parijs heeft dezer dagen een gruwelijke moord plaats gehad. Aldaar woonde een 77-jai-ige Wëduwe die wat kleine huisjes bezat waarvan zij een aar dig inkomen trok. - Woensdagavond omstreeks zeven uur kwam de congierge de oude vrouw volgens gewoonte het middageten brengen. De oude mevrouw Vonin nam het eten aan en de congierde ging weer heen. Na afloop van den maatijd kwam de vrouw meestal zelf het eetgerei terug iets luchtigs in zijn stem te leggen en sprak „Ik kwam den staart halen." De jongen verschrok merkbaar, keek kwansius links en rechts. Je hebt hem toch zeker niet aan 'n ander ver kocht, schreeuwde Hypolitus, die het ergste vreesde. Het knechtje, dat zich bewust was van den kleinen afstand tusschen de toonbank en de werkbank, alsook van de lengte die Hypolitus armen hadden, vond het raadzaam naar een veiliger standpunt uit te zien, voor aleer hij ver dere bekendmakingen -omtrent zijn stellingen deed. En hoewel hij wist .dat zijn heer en meester verre was, loog hij „Ik zal eens vragen aan den baas." Maar zoodra hij zijn terugtocht gedekt had, riep hij „Ik heb hem bij vergissing net ver kocht aan een boer. Aan welken boer bulderde Hypolitus, en deed een stap dreigend naar voren. De jongeling ging eerst bescheiden achteruit en verklaarde toen, dat de gezochte, zich even verder in een kruideniers winkeltje bevond. Op dit oogenblik kreeg een winkelbel het op haar zenuwen. Hypolitus begreep als bij voor gevoel, vloog de straat op en jaweldaar ging de vreemdeling met Hypolitus Verzoolen's gecon tracteerde koestaartde pluim knikte als ge woonlijk, heel minzaam Hé daar donderde Hypolitus. De boer draaide zich kalm om, haalde de pijp uit zijn mond, tikte met het roer zichzelf tegen de jas en riep vragend: „Mijn?" Ja zekerschreeuwde Hypolitus, ijlings toe schietende'; dat is wijn koestaart. Je kunt me nog veel meer vertellen zei de boer ik hcl> hem gekocht en betaald." „Dat was te veel. Hypolitus greep naar de pluim, de boer liet 't ander eind niet los en de strijd begon. 'ii Kruideniersjongen wierp zijn fiets tegen den grond en schreeuwde tegen een ander lid brengen. Dien avond echter verscheen zij niet beneden. De congierge ging eens zien of zij zich Wel licht reeds te bed had begeven. Boven geko men zag hij door het raam in de deur van de eetkamer een man die blijkbaar met de oude vrouw in gesprek was gewikkeld. Toen de concierge dat zag verwijderde hij zich weer, maar daar hij na een halfuur nog niets van de vrouw had vernomen begaf hij zich ander maal naar boven. Het was toen echter reeds te laat. De man dien hij in de kamer had gezien was er niet meer en ook mevrouwVonin was verdwenen. De man had het gebouw nog niet kunnen verlaten anders had de concierge hem moeten zien heengaan. Daar de deur van de eetkamer op slot was plaatste de congierge aan de buitenzijde van het huis een ladder tegen het raam van de 'eetkamer en klom gewapend met een revol ver, naar boven. Inmiddels hielden in het huis op het por taal eenige buren ook met revolvers gewa pend, de wacht. Plotseling zagen zij de deur van de eetkamer openrukken en een man in de deuropening verschijnen. „Geef u over," riep men hem toe, terwijl men de revolvers op hem richtte. Dit zou vol doende zijn geweest om den man te kunnen arresteeren maar, hoe het kwam wist later niemand meer, de man slaagde er in hun plotseling met een grooten sprong voorbij te snellen de trappen af en de straat op. Hij Was spoedig uit het gezicht verdwenen. In de eetkamer wachtte den buren een ont zettend schouwspel. Daar vonden zij het lijk van de oude vrouw. Overal in het rond kleef den bloedspatten, terwijl het lijk zelf in een grooten bloedplas lag. De schedel der oude vrouw was geheel verbrijzeld. De inmiddels gearriveerde politie consta teerde alras, dat de moordenaar een familie lid van het slachtoffer moest zijn en de ge woonten der oude vrouw moest hebben ge kend. Men vermoedt, dat de moordenaar zich heeft willen meester maken van de huurpenningen, die de oude vrouw had gebeurd en een bedrag van 7000 francs beliepen. Een b u i t e n k an s j e. De bewoners van het dorp Milna op het eiland Brazza, in de Adria- tische Zee gelegen nabij de Dalmatische kust hebben bericht ontvangen, dat een hunner vroegere medeburgers, die twintig jaar geleden naar Chili vertro,, daar is overleden en zijn gehee- le vermogen, ongeveer 2 millioen gulden aan zijn geboorteplaats heeft vermaakt. Milna wordt bewoond door arme visschers, maar deze schenking maakt het dorpje tot de rijkste plaats in^de geheele streek De bewoneis beraadslagen thans over de beste belegging van de geërfde som.^ van zijn gilde Jan, kom eens kijken, ze zijn hier aan het touwtrekken. Jan arriveerde met gezwinden spoed. Menschen vlogen uit hunne huizen uit, en vormden alras een dichten kring. Twee handelaars, waarvan een met 'n handkar en de ander met een kistje aan 'n draagband, vergaten voor een oogenblik hun negotie- naijver, en beklommen broederlijk het voertuig, om jlen strijd beter te overzien. De loopjongens ijverig terzij gestaan door twee keffende straathonden,hitsten gansch belangloos de kampvechters op. Dit was echter geheel over bodig want Hypolitus sleurde den boer en de boer sleurde Hypolitus met een ijver die een betere zaak waardig was geweest. Nog één ruk, dan nog een en de twee tegenstanders sloegen eendrachtig achterover, om geen andere reden, dan dat de betwiste staart in twee einden was .'ebroken Hypolitus hand omknelde de pluim, de boer had het andere en betere gedeelte. Ieder wat, spotte men. Misschien was de strijd wederom begonnen maar het optreden van een pohtie-agent, die voornaam achter zijn snorrebaard de straat in stapte, de vuist aan zijn sabelgevest, werkte kal- meerend. De twee kooplui, die blijkbaar geen gerust geweten hadden, verlieten dra hun verheven standplaats en het terrein van den strijd; om eenzelfde reden poetsten, een van zin, de loop jongens de plaat. Hypolitus gooide grimmig, zijn pluimpje weg en keek terwijl hij zijn kleeren met zijn pet af klopte nog eens nijdig naar den boer, die in allerijl den aftocht blies. Doorloopen Kommandeerde de agent, bazig tegen de luidruchtige belangstellenden. Even later was de straat verlaten. Hypolitus had zeven vleeschlooze dagen en haalt voortaan reeds Vrijdagsavonds, zijn be sproken koestaart, die hij niet meer openlijk, doch heimelijk'verstoken onder zijnjasvervoert. Ondanks dat, moet hij nog vele boosaardig heden van zijn stadgenooten slikken. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1923 | | pagina 5