DAGBLAD MG OR SCHIEDAM EH OMSTREKEM. 46ste Jaargang. Zaterdag 23 Juni 1323. No. 13673. Bussru KOEMARKT 4. Telefoon intercommunaal 85. Postbus39. Abonnementen per 3 maanden f2.per week 15 cent, franco per post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. AdvertintiSni 15 regels 1.75 ®lk« regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden medsdeelingen 75 ct. por regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden ep aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen TWEEDE BLAD Binnenland. Fascisme en kiesrecht. Met belangstelling heeft men zich afge vraagd, hoe de regeering van Mussolini, die door een machtsgreep aan het bewind is ge komen, zou trachten liet kiesrecht-vraagstuk op te lossen. De dictatuur kan niet ten eeuwi gen dage duren. Eens moet het Italiaansche volk zich duidelijk uitspreken en zijn leiders kiezen. Het voorstel tot wijziging van de kieswet is thans, met de goedkeuring van den premier, door den onderstaatssecretaris Acerbo ingediend. Het komt in hoofdzaak op het volgende neer Het aantal afgevaardigden blijft op 535 be paald. Het Rijk wordt voor de Kamerverkie zing als een geheel beschouwd met een Centraal stembureau (Cour d'Appel) te Rome. Dat wil zeggen, dat, evenals hier te lande, de stemmen van iedere partij over geheel het Rijk worden samengesteld. Er zullen ten hoogste 20 kies kringen zijn. Elke. kieskring krijgt een aantal zetels naar verhouding van het bevolkingscijfer. De kiezers worden in de gelegenheid gesteld hun stem uit te brengen naast den naam van den candidaat hunner keuze. De keuze der partij geschiedt door op het stembiljet een streep te halen over de lijst van de partij, die men Wenscht te steunen. Na de verkiezing worden alle stemmen van iedere partij :n hét Centraal Stembureau samen gesteld. De partij, d;c het grootst aantal stemmen heeft, ziet zich onmiddellijk 2/3 van het totaal aantal zetels (dus 356 van de 535) toegewezen. Het totaal aantal stemmen van die éónc partij gedeeld door 356 is de kiesdeeler van die partij. En de 356 zetels worden onder hare candidatcn over de 20 kieskringen naar verhouding van het in iederen kieskring door de meerderheids "- partij verkregen stemmenaantal, gedeeld door den aldus verkregen kiesdeeler, toegewezen. Al de andere partijen samen moeten zich met 1/3 der zetels (179) tevreden stellen. Het totaal van de stemmen, Welke op deze „minderheids"- partijen gezamenlijk zijn uitgebracht, gedeeld door 179 vormt de kiesdeeler, die voor de ver- dceling der zetels onder de minderheidspartijen wordt gebruikt. Zooals men ziet is dit stelsel er op berekend om aan een kleine minderheid gedurende een parlementaire periode van vijf jaren een overwegende meerderheid in de wet gevende vergadering te verschaffen. Er zijn in Italië vier groote politieke partijen, als wij de kleinere rn kleinste nevenpartijen uitschakelen. Slechts deze vier partijen het fascisme, de katholieke volkspartij, de liberalen en de socialisten, komen voor een eventueele relatieve „meerderheid" in aanmerking. Krijgt een dezer partijen ook slechts iets meer dan een vierde van de uitgebrachte stemmen, dan wordt zij daardoor tot nationale meerderheidspartij met twee-derden van de Kamerzetels. En zij kan, zonder compromissen met andere partijen Le moeten sluiten, geheel naar eigen inzicht re- geeren. Het stelsel komt dus neer op de over- heersching van de meerderheid door een min derheid. („Tijd.") Kerk te koop. Er komt een kerk onder den hamer Gebouw, banken, preekstoel alles Een kostbare, maar brooze gave Vlinderig vleierke, Bloem op den wind Lacherke, schreierke, Schat van een kind. De groote Vlaamsche dichter René de Clercq, maker van zoovele kleine, maar diep-treffende intieme gedichten, begint met het boven aan gehaalde viertal verzen, een dichtjuweeltje, ge wijd aan 's Hemels reine gave en teeren, broozen schat het kind. Ter wereld gekomen als een hulpeloos, nietig wicht, met dichte oogjes en gesloten vuissjes, wint het terstond voor altijd de diepe zorgzame liefde zijner moeder en de liefdevolle zorgzaam heid van zijn vader. Nog inniger gelukkig en nauwer vereend voelen zich de ouders thans, dan op den eersten huWelijksmorgen als van den Hemel neergedaald, is hun een gave geschonken, blank als een lentebloesem, geurig als uitgele- zene kruiden. Angsten, leed en pijnen zijn ver geten en alleen de pas-geboren kleine is nu het voorwerp, dat aller volle belangstelling waard is. Een licht-blijde sfeer van zachten vrede en zuivere vreugde deint er in de frissehe kamer, waar in fijn-bekleede wieg in dekens en doeken zacht als, zijde de kleine, onwetend nog van alles, ligt te sluimeren. Nu en dan gaat zonder gedruisch de deur open voor familielid of kennis, die vol belangstelling komt zien naar moeder en kind. En dan dat oogenblik, waarop het kind voor 't N'euw ziet, het er met uit, maar toch is de kerk in 't jaar 1830 nog geheel gerestaureerd, dus in puin ligt ze nog niet; Maar ze doet geen nut, geen dienst meer. Er komt niemand meer ter kerk. Er is eenvoudig geen „gemeente" meer. 't Gebouw staat daar als een eenzame herin nering aan vervlogen tijden, Waar echter thans niemand meer naar omziet. Eens werd hier 't Evangelie gepredikt. Het heil, dat in Jezus Christus is. Toen kwam er wel volk. En al was het dat de Roomsch-Katholicken hier sinds de dagen der Hervorming talrijk bleven, hadden niet de gruwelen van Sonoy de menschen te meer aan den „ouden godsdienst" verbonden toch hadden de predikers, die 't Evangelie vanChristus brachten later eerbied afgedwongen. En zoo Woonden de twee religiën vrij vredig naast elkaar. Wat roomsch was, blééf. roomsch. Wat gereformeerd was, bleef gereformeerd. Totdat het modernisme kwam. Dat „den ouden God" onttroonde om het met de lasterlijke woorden van ds. Theesing te zeggen en het Evangelie voor bankroet verklaarde en het Christendom de grootste ramp dezer eeuw achtte te zijn. Is 't wonder, dat de kerk werd leeggepreekt En nu wordt, 28 Juni, te Harencarspel in N.-Holland, 't gebouw maar verkocht. Letterlijk lees ik er van „De (Ned. Herv.) Kerk is daar overbodig ge worden, daar alle Protestantsche bewoners in dit dorp in den loop der jaren tot de R. K. Kerk zijn overgegaan." Zoo is de gang van zaken geweest 1 Ze kregen in hun kerk steenen voor brood en toen gingen ze er uit, zochten elders Als onze „anti-papisten" in Gods Naam eens een veldtocht tegen dat kerkverwoestende mo dernisme ondernamen, wat zouden ze dan een goed werk kunnen doen Het bovenstaande lazen we in het anti-revolu- tionnaire „Friesch Dagblad", 't Is merkwaardig genoeg 't. hier over te nemen. Met den laatsten zin zijn we 't volkomen eens. Maar er is voor ons ook wel wat uit te leeren. Blijkt ook hier weer niet, dat de R. K. Kerk de schaapstal is voor de dwalende schapen Moeten we 't hun niet zoo makkelijk mogelijk maken er te kunnen komen Bidden voor de dwalende broeders en zusters is goed, noodzakelijk, maar we moeten meer doen Ons leven dót is zoo van invloed 1 Gemengd Nieuws. De,...Hunnen in actie. Bij de nota over den toestand in het Ruhrgcbied, die de Duitsche gezant dezer dagen aan onzen minister van Buitenlandsche Zaken heeft overhandigd, was, naar men aan de ,,N. Rott. Crt." mededeelt, als bijlage het hiervolgend omstandig proces verbaal van de incidenten te Dortmund gevoegd „In de instructie tegen een onbekende ver scheen Z. uit Dortmund, 31 jaar oud. Deze ver klaarde gewezen te zijn op de beteekenis van den eed Op Zondag den lOden dezer kwam ik van een bezoek te voet uit Barop met mijn vrouw en twee kinderen tusschen 9 en 10 uur 's avonds, precies den tijd kan ik niet zeggen, omdat mijn horloge was blijven stilstaan, naar Dortmund terug, en kwam over de Grosze Heinstrasse, die in de buurt van de Kreuzschule, waarin Fransche eerst zijn oogjes opent en met groote, Water klare kijkers in 't rond blikt, Wonderlijk verbaasd. Blijde oogen van vader en moeder richten zich naar hem en heerlijk is hun genot, wanneer de straling hunner lachende blikken den eersten lach toovert in de rag-fijne trekken van den klei ne een fonkelend kristallen bron van onschuld en waarheid parelt hun tegen uit de heldere diepten der zielespiegels van hun lieveling. Dan volgen dagen, weken, maanden, in niets- missende bezorgdheid doorgebracht, om toch den kleine niet in het minst iets te kort te doen en den dikwijls lastigen dreumes in al zijn schreiende Wenschen te bevredigen, totdat eindelijk de langzame groei zoover is gevorderd, dat zijn verlangens niet enkel meer door schreien, maar nu ook door eenige den vreemde nog onduidelijke klanken Worden kenbaar gemaakt. Telkens hoort men de zelfde terug en heel wat moederlijk geduld en langen tijd is er voor noodig, om dien klanken-wirwar te vergrooten en er tenslotte de eerste duidelijk verstaanbare woorden uit te doen erkennen. Den geheelen dag, van vroeg in den morgen tot laat in den namiddag is de gansche huishouding om beurten bezig, den kleine zijn eerste taai-vruchten op allerlei wijze te la ten zeggen; ieder, die komt, moet ook dat groote nieuws vernemen en poogt zelf den kleuter tot praten te overreden, zelfs bij 't slapen gaan hoort men nog het laatste zwakke stamelen der honderdmaal dien dag herhaalde klanken. Dan ligt het daar als reine engel, verzonken in onge kende schoone kinderdroomen, bewaakt als troepen zijn ondergebracht, is gelegen. Even voor de Muellerbrueeke verscheen een patrouille van ongeveer 4 a 8 man, onder aanvoering van een officier, ik kan echter niet met zekerheid zeggen of het een officier was, in de looppas, door de tuinen bij de Grosze Heinstrasse. Op de straat zelf liep een groote colonne van 40 60 Fransche soldaten, in de looppas. Door den leider van de troep, die zich aan den spits van de zoo juist ge noemde patrouille bevond, werd ik met mijn familie in hrt Fransch aangeroepen en leidde uit die aanroeping af, dat ik moest blijven staan. Ik bleef dan ook onmiddellijk staan, en toen de patrouille en de gesloten colonne bij ons aange komen waren Werd mijn Vrouw met mijn beide kinderen Weggestuurd, terwijl ik in de colonne Werd geduwd en weggeleid. Op het zelfde oogen blik kwam een mij onbekend mannelijk persoon argeloos langs den Weg en Werd door den leider van de troep, die in de linkerband een rijzweep en in de rechterhand een pistool hield, ernstig met de rijzweep mishandeld en eveneens bij mij geduwd. Op hetzelfde oogenblik Werden nog twee voorbijkomende mannelijke burgers ge arresteerd, bij ons geduwd en Weggeleid. Een jong meisje van ongeveer 20 a 23 jaar werd even eens met ons meegevoerd en door de achter ons loopende Franschen op trappen onthaald. In de Sonnenst.rasse aangekomen, liep een mannelijk persoon aan de rechterkant van het trottoir uio Je andere richting ons tegemoet en deze Werd zonder eenige aanleiding door den leider van de troep door twee pistoolschoten neergelegd. Hij Was onmiddellijk dood en wij moesten, nadat de colonne had halt gehouden, hem met vier man in looppas van het trottoir halen en in de colonne meevoeren. Dit door mij meegedragen lijk Werd door de achter ons loopende Fransche soldaten getrapt. Toen wij eenige meters verder Waren ge gaan, kwam er Weer een mannelijk persoon in burger ons tegemoet, die weenend zonder eenige aanleiding door den Franschen officier, althans leider van de troep, met twee pistoolschoten Werd geveld. De neergeschotene bleef liggen, terwijl de officier met zijn colonne en ons en met medene ming van de door hem neergeschotene terug ging en de Baroperstrasse insloeg. En eveneens argeloos ons tegemoet komend mannelijk per soon, die aan de rechterkant van het trottoir liep, werd door den reeds genoemden leider met twee pistoolschoten geveld. Hij was eveneens onmiddellijk dood en moest door 4 inmiddels naar ons gezonden mandolinespelers het wa ren jongelieden worden opgeraapt en meege dragen. Daarna moesten wij, met meeneming van twee lijken, tot aan het eind van de Baroper- en Wilhelmstrasse (dat is direct tegenover het stede lijk ziekenhuis) marcheeren, Waar wij de twee lijken op de plaats moesten neerleggen, cn Wel met hoofd naar het Oosten en met de voeten naar het Westen, waar in den nacht van 9 op 10 dezer de twee Fransche adjudanten waren doodgescho ten. Wij, gearresteerden, stonden midden tusschen de Fransche soldaten cn de commandanten. Nadat wij de lijken hadden neergelegd, bleven mijn makkers aan den kant staan, waar de sol-, daten stonden, en toen ik zag, dat zij onmiddel lijk met kolfslagen door de Fransche soldaten werden mishandeld, ging ik opzij, waar de com mandant van de troep stond. Achter diens rug ontkwam ik toen en hoorde nog twee schoten vallen, die, naar ik meende, op mij waren gemunt. Verder zou ik willen vermelden, dat de leider van den troep, die voortdurend in zijn rechter hand het pistool in den aanslag had, voordat wij op de plaats kwamen, waar wij de lijken hebben geen koning, totdat weer de morgen-zon zijn fijne oogleden streelt en hem Wekt tot nieuwen onbezorgden dag. Weldra komt dan een ander groot gebeuren het huisgezin verblijden de dreumes wordt steviger in zijn beentjes en waagt het al, alleen aan stoel of kast zich vast te klem men. Hiermee zelf niet tevreden en aange spoord door vleiend vragen van allen zet hij den eersten stap zonder steun lukt het de eerste maal niet, dan een volgende keer en met den dag vorderen de looplessen. Eindelijk kan hij alle hulp van anderen missen en dan zijn er de jareft waarin de ouders de meeste vreugde van hun kind kunnen beleven.'tHolt en stoeit in onschuldigplei- zieren den ganschen dag door 't huis, luid schat cut zijn klare lach en klinkt 't fijne stemmetje, vra gend, niet te bevredigen, moe zoent het 's avonds allen goeden-nacht en vergeet weer in onge- stoorden slaap den langen dag van spel en pret. 't Zijn de jaren van vlinderen en vleien, van onrustige beweging als een bloem op den wind,\ an lachen en schreien, voor ieder is het een scha van een kind. Maar ook zijn het juist de jaren van ontluikend begrip en van eerste vorming van karakter, waarbij de ouders de zware taak heb- ben deze in de goede banen te leiden. Ilun lieve ling voelt zich aanbeden en vertroeteld cn merkt, dat overal zijn eigen ik vóór alles en allen geldt, 't Genot dezer verheerlijking voelend, maar nog niet beseffend de kwade gevolgen ei vanvleit of anders dwingt het al meer om steeds snellere en betere bevrediging van zijn steeds grilliger wordende wenschen. 't Gevaar voor de toekomst neergelegd, met de achter ons komende Fransche soldaten zachtjes sprak, waaruit ik afleidde, dat deze ons achter den rug moesten doodschieten of doodslaan. Ik heb Dortmund heimelijk verlaten, omdat ik moest aannemen dat ik, als overgebleven getuige, door de Franschen eveneens zou worden ver moord." Rookcn. Zooals met zoovele zaken het geval is, heeft ook het rooken zijn vóór en tegen, De principieele nief-rooker beroept er zich op. dat het rooken slecht voor de gezondheid is, en het. is geen kunst, om deze bewering met Weten schappelijke bewijzen uit de hygiënische litera tuur te staven. De verstokte rooker troost zich echter met de gedachte, dat het rooken een uit stekend middel is, om mond en keel te desinfee- teeren, zoodat hij zich prophylactisch beschermd waant tegen allerlei infecties, niet het minst tegen de griep. Nu heeft Dr. George Wolff, van het Hygië- nisch-bacteriologisch instituut te Berlijn, in het „Archiv für Hygiëne" een onderzoek gepubli ceerd, dat de rookers, voor zoover zij deze gun stige eigenschappen van tabaksrook nog niet door eigen ervaring bewezen achten, in hun over tuiging zal staven, zoodat wij het niet ondienstig achten daaromtrent iets mee te deelen. Dr. Wolff heeft aangetoond, dat zoowel influ- enzabacillen als diphteritusbacillen, pneumo- cocccn, choleravibrionen, typhusbacillen enz., in hun ontwikkeling door tabaksrook dermate belemmerd Worden, dat er op voedingsbodems geen ontwikkeling mogelijk blijkt, als deze aan den rook van slechts 1 sigaar worden blootgesteld hierbij bleek de uitwerking van den rook van lichte tabak niet geringer dan die van zware. Ver der heeft hij gevonden, dat op voedingsbodems, waarop influcnzabacillen reeds een dag lang ge groeid waren, de bacillen gedood werden na bloot gesteld te zijn aan den rook, afkomstig van ruim 5 gram tabak cultures van de overige boven genoemde micro-organismen werden hierdoor echter niet merkbaar beinvloed. Interessant is ook zijn waarneming, dat een hoeveelheid van een bepaalde (natuurlijk onschadelijke bacterie soort, gebracht op de slijmvliezen der mondholte van een rooker, veel sneller Werd vernietigd dan bij een niet-rooker. Negentien dagen in gevaar. De familie van den Franschen zeeman uit Havre, Francois Plantagenet genaamd, dien men reeds omgekomen waande bij de schipbreuk van de „Raymond" aan de kust van New Foundland, heeft, naar de „Times" meldt, thans eindelijk bericht van hem ontvangen. Hij bevindt zich thans in het ziekenhuis te St. Pierre. Op 24 April, den dag der schipbreuk, redde hij zich met drie zijner makkers in een sloep. Negentien dagen zwalkten zij op den oceaan rond. Op den derden dag passeerde hen een schip, zonder dat men hen evenwel opmerkte. Op den vierden dag was hun kleine voorraad provisie uitgeput. Op den elfden dag konden zij zich mees ter maken van een blok ijs, waarmede zij hun dorst leschten. Den 8sten Mei stierf een van hen, Albcric Crepincl, van uitputting en honger. Zijn lijk werd in zee-geworpen onder de oogen van zijn vader, die zelf in een erbarmelijkcn toestand verkeerde. Den volgenden dag stierf een andere zeeman. Dufas genaamt, en toen ten slotte de boot opgemerkt, werd, waren nog slechts Plan tagenet en Crepinel Sr. in leven. dreigt in zijn duidelijksten vorm en ongelukkig de ouders,die daar blind voor den kleinen dwinge land in alles zijn zin geven. Laat hem rossen en ravotten, zooveel hij wil een onschuldig uit vieren van zijn speelsch temperament kan niet schaden maar stelt maat aan zijn onredelijke dwingelands-manieren, want anders zult ge u spoedig verwijten, van uw lieveling een mokkend verwend kind te hebben gemaakt, dat u, zich zelf en anderen tot last zal blijven. De tegenwoor dige tijd geeft er zoovele voorbeelden van, dat kinderen, vooral als zij wat ouder worden, om vader en moeder niet veel meer geven als ze maar kunnen uitgaan en niets hun dwaze Wen schen in den weg wordt gelegd, dan leven zij uiterlijk tevreden en doen alsof het ouderlijk tehuis hun nog interesseert, maar het eigenlijke motief voor deze schijnbare genegenheid zit in 't cigenzuchtig besef, dat zij alleen van thuis de gelegenheid krijgen, hun lusten te verzadigen. En wie draagt de schuld van deze ongelukkige, rampzalige vei'houding Groolendeels de slappe, verwaarloosde opvoeding waarvoor de ouders aansprakelijk zijn te stellen. Komt men echter in huisgezinnen, waar de kinderen van jongs af aan geleerd hebben te luisteren en zich te beheerschen men merkt dat zoo gauw dan heerscht daar een niet te verwoesten sfeer van liefde cn oprechtheid. Ouders en kinderen bindt daar een band zoo hecht en zacht, dat niets vermag dien te ver breken. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1923 | | pagina 5