verscheen Kardinaal Van Rossum aldaar. In
geen 700 jaar Was zoo'n hooge geestelijke op
Noordschen grond geWeest. Toevallig waren er
bij die gelegenheid ook Hollandsche oorlogs
schepen. Men heeft dit in Zweden zeer vreemd
gevonden.
De vernedering van Duitschland is politiek
een voordeel voor Rome, omdat Wiltelsbach
aan invloed won tegenover Hohenzollern. Ook
in andere deelen van Europa ging Rome politiek
onmiskenbaar vooruit.
Spr. kwam vervolgens op Roomsehe cijfers
voor Duitschland. Er zijn thans in Duitschland
20.000.000 R.-Katholieken, tegenover 38.000.000
Protestanten.
Spr. wees vervolgens op de krachtige orga
nisatie der R.-Katholieken, waarbij die der
Protestanten verre achterblijft. In Duitschland
zijn de R. K. tot een volk in het volk georgani
seerd.
Hoe kon het Protestantisme zoo verzwakken
in Duitschland Spr. deed de tegenvraag Hoe
kon het in Holland zoo sterk worden
De oorlog heeft, zeide spr., het Protestantisme
harder getroffen dan het R.-Katholicisme, want.
het verloor zijn protestantsche vorsten en zijn
organisatie. De pastorie van den predikant ver
loor zonen en vader, dé R. K. pastorie niet. De
Protestant verloor met Duitschland alles, de R.-
Katholiek heeft een tweede vaderland over de
bergen en dat vaderland gaat het goed.
Wat kan het Protestantisme tegen deze din
gen doen Overal waar spr. kwam in de Pro
testantsche landen hoorde hij de klachtHet
kan zoo niet verder gaan. Er moet iets gebeuren.
Maar wat
Spr. meende, dat het Protestantisme het met
het R. Katholicisme nog kan opnemen op reli
gieus gebied. Daartoe wekte hij krachtig op.
De accijns op het hier.
In Verband met de plannen der regeering tot
verhooging van den bieraccijns kunnen de vol
gende gegevens van belang worden geacht.
De totale opbrengst van den accijns bedroeg
in 1918 1.124.261 overeenkomende met een
bierproductie van: 724.049 H.L. in 1919
1.460.060 950.936 H.L. in 1920 3.14.392
2.316.137 H.L.in 1921 4.415.772
2.831.957 H.L. in 1922/4.759.886 2.885.553
H.L.
In bedrijf waren in 1920 voor zoover be
kend, 245 ondernemingen. Van de hieronder
begrepen 13 kloosterbrouwerijen, waarin in
1920 uitsluitend voor eigen gebruik gebrouwen
Werd benevens van nog 8 andere ondernemin
gen van kleinen omvang zijn geen gegevens
in de statistiek opgenomen, zoodat deze betrek
king heeft op 224 ondernemingen. Deze produ
ceerden in 1920 2.316.000 H.L. bier met een
verkoopwaarde van ƒ34.370.000. De opbrengst
van bij- en afvalproducten bedroeg 1.557.000.
Verkocht is in 1920 een hoeveelheid bier
van 2.313.00 H.L. met een verkoopwaarde van
34.332.000.
Hiervan was bestemd voor binnenlandsclie
verbruik 1.187.000 ILL., met een waarde van
26.554.000, en voor buitenlandsch verbruik
126.000 H.L., met een Waarde van 7.780.000.
Het grootste deel der productie is afkomstig
uitNoord- en Zuid-Holland en Utrecht.
De totale personeelsterkte op 15 Sept. 1920
bedroeg 3239 personen, o.w. 2992 mannen, 202
jongens en 45 Vrouwen hiervan waren 579
personen werkzaam als administratief en tech
nisch personeel, de overige 2660 waren Werk
lieden, meesterknechts enz.
Van de 224 ondernemingen werkte 151 met
mechanische kracht, 59 hiervan beschikten
over 86 stoommachines met een gezamenlijk
vermogen van 9300 P.K.
Latere gegevens dan die over 1920 zijn (be
houdens die aan de statistiek der rijksinkom
sten ontleend) niet meer beschikbaar daar ten
gevolge van de bezuinigingsmaatregelen de
samenstelling der statistiek voor voortbren
ging en verbruik der Ned. bierindustrie is ge
staakt.
Het petitionnement.
Voor de beoordeeling van het petitionne
ment is kennisneming van het volgende adres
aan dc Tweede Kamer, meegedeeld door de
„Rotterdammer" en onderteek end door een
dertigtal personen te Katwijk, van niet geringe
waarde
„Gevenmetverschuldigden eerbiedtekennen
Ondergeteekenden allen ingezetenen van Kat
wijk a.d. Rijn, gemeente Katwijk
dat zij door den alhier gevestigden Rijks
ambtenaar bij de directe belastingen aange
zocht tot onderteekening van het petition
nement tegen de Vlootwet waarvan 't ontwerp
binnenkort door U in behandeling wordt geno
men, daarbij door bedoelden ambtenaar zooda
nig zijn voorgelicht, als zouden de kosten uit de
aanneming en uitvoering van genoemd Wetsont
werp voortvloeiende door de Nederlandsche bur
gers in hunne belastingen moeten worden opge
bracht en tot aanmerkelijke verhooging van de
zelve aanleiding geven
dat zij in goed vertrouwen op de juistheid van
deze voorlichting het petitionnement hebben
onderteekend
da;, zij evenwel hierna overtuigd zijn geworden
dat de door bedoelden ambtenaar gegeven voor
stelling der zaken als onjuist moet worden aan
gemerkt
Weshalve zij U dringend verzoeken hunne
onderteekening van genoemd petitionnement
als niet gedaan te willen beschouwen."
Zoo wreekt zich de schandelijke agitatie.
Op die manier zal het petitionnement averechts
werken.
De offieieele bezyiniïing.
Het verslag der Rekenkamer geeft ook
ditmaal weer bewijzen in overvloed, dat er
meer kan bezuinigd worden. Zoo erg als vroe
ger schijnt het met het geldhooien loch niet
te zijn, maar er komen toch tal van staaltjes
in 't verslag voor, waaruit blijkt, dat sommige
ambtenaren ,nog steeds niet doodrongen zijn
van den hoogen ernst der kwestie en van de
dringende noodzaak op de kleintjes te passen.
'T Is meer dan ergerlijk als er met geld gesmeten
wordt in tijden, dat men zelfs de wgewaar-
borgde salarissen vanwege den nood moet
aantasten.
Een paar staaltjes
„Voor het» vervoer van meubelen ten be
hoeve van de kanselarij te Belgrado, hier
te lande aangekocht voor 120, werd 4575
betaald, dus bijna viermaal den verkoops
prijs. Volgens mededeeling van den Minister
van Buitenlandsche Zaken was het noodig
geweest de meubelen in een gesloten tapis
sière te vervoeren aan deze omstandigheid
was het toe te schrijven, dat de kosten zoo
hoog waren geworden.
Een hoofdambtenaar van den Waterstaat
voorzag zijn bureau op 's Rijks kosten van
een klok van 125. De Kamer was van oor
deel, dat wel op een minder kostbare wijze
in de behoefte van tijdsaanwijzing had kun
nen zijn voorzien. De hoofdambtenaar gaf
dit toe, doch beriep zich er op, dat de klok ook
moest passen bij de stoffeering van het bureau.
Hieruit viel af te leiden, dat ook die stoffeering
niet i tmuntte door eenvoud.
In verband met de overbrengen in 1921
van den zetel van den Gezondheidsraad van
Utrecht naar 's-Gravenhage, werd voor tof-
feering en meubileering der nieuwe bureelen
een bedrag van ruim /14400 uitgegeven. Onder
meer werden aangeschaft drie open boekenkasten
van resp. 510, 440 en 375, en vier open
boekenkasten voor een gezamenlijk bedrag van
5810, alsmede een vergadertafel voor 1160,
een en ander met 5 pCt. korting. Deze uitgaven
maakten den indruk, dat bij het besteden der
Rijksgelden niet met de noodige spaarzaamueid
was te werk gegaan. Naar de Kamer meende
waren wel goedkooper kasten voor de berging
der bibliotheek van den Raad te verkrijgen
geweest en had ook wel een minder kostbare
tafel kunnen zijn aangeschaft.
Op de vraag, waarom de delegatie bij de
Conferentie van den Volkenbond welke met
inbegrip van den haar toegevoegden staf
uit 14 personen bestond, voor het traject
Bazel-Genéve van een afzonderlijken wagon
lste klasse gebruik had gemaakt, ten gevolge
waarvan voor 36 plqatsen, te bedrage van niet
minder an 1022.04 moest worden betaald,
antwoordde de minister van Buitenlandsche
Zaken, dat het gebruik van een dergelijken wagon
onvermijdelijk was, daar de leden der delegatie
gelegenheid moesten hebben gedurende de reis
vrij en ongestoord overleg te plegen."
Zulke voorbeelden zijn er legio.
Het laatste is vooral goed. Men ziet de heeren
met gewichtige gezichten voortdurend conferee-
ren over de geweldige zaken. Thuis en in Genéve
was daar natuurlijk geen gelegenheid voor.
En moet zulke dooddoeners moet de Reken
kamer zich gewoonlijk laten ,,kir"zen (Men weet
kruitje in 't riet). Als zij echter maar krachtig
volhoudt, zal er op den duur toch wel wat winst
te boeken zijn. De meeningen worden ook in de
kringen die de Rekenkamer controleert, lang
zamerhand wel omgezet, al lijken ze versteend.
Vermogen en inkomen.
In de Septemberaflevering van het Maand
schrift van het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek vindt men opgenomen eenige statistische
gegevens betreffende de vermogcnsaanslagen in
de Vermogensbelasting tn de aanslagen in dc
Rijksinkomstenbelasling. We ontleenen er enkele
cijfers aan.
In 19201921 waren er 159.449 aanslagen in
de Vermogensbelasting, en 19221923 was dit
getal gestegen tot 161.498. Het totaal bedrag der
vermogens, in duizendtallen guldens, was in
1920—1921 ƒ13.589.499, in 1922—1923 gedaald
tot 12.323.831.
In de Rijksinkomstenbelasting waren aan
geslagen in 19151916 679.110 physische per
sonen met een inkomen, in duizendtallen guldens
van 1.334.494, in 19211922 was dit gestegen
tot 1.638.457 personen met een bedrag, in dui
zendtallen guldens van ƒ4.291.744.
On er 19221923 zijn nog geen gegevens be
schikbaar.
Het verkeer Nederland - Duitschland.
De Duitsche rijksminister van verkeer, dr.
Oeser, heeft in een onderhoud met den Berlijn-
schen correspondent van het Hdbl. onder meer
gezegd
Naar bekend is, heeft de Fransche minister
president zich meermalen tegenover de Britsche
regeering uitgelaten, dat de spoorwegen in
Rijnland en het Roergebied nooit aan Duitsch
land moesten worden teruggegeven, doch over
gedragen aan een internationale maatschappij,
waarin op de eerste plaats Frankrijk en België
zouden vertegenwoordigd zijn. Het streven
van industrieelen uit Rijnland en Westfalen, om
bij de verdeeling van de aandeelen van een der
gelijke maatschappij niets te kort te komen, is bij
het jongste onderhoud tusschen generaal De-
goutte en Hugo Stinnes voldoende gebleken, en
ik meen niet verkeerd te zijn ingelicht, indien
ik beweer, dat ook in Nederlandsche handels
kringen belangstelling bestaat voor deelneming
aan een dergelijke maatschappij. Dit laatste
kan geen verwondering wekken,moet zelfs,indien
hetwerkelijk komt toteen dergelijke ontwikkeling
van de verkeerstoestanden, met nadruk geëischt
worden. Tevoren echter moet men zich vertrouwd
maken met de gedachte, dat zelfs in het gunstig
ste geval, bij een zoo hoog mogelijke deelneming
van Nederlandsche zijde, in de verkeerspolitiek
van zulk een onderneming, gegeven het sterke
overwicht van Frankrijk en België, slechts wei
nig invloed van Nederland zal kunnen uitgaan.
Derhalve kan er niet genoeg in het openbaar
worden gewezen op de gevaren, welke de vor
ming van een zoodanige nieuwe verkeersonder-
nemig aan de Zuid-Oostgrens van Nederland
voor dit land na zich kan sleepen.
Het Fransch-Belgische voorstel zal in de eerste
plaats ten gevolge hebben een bemoeilijking van
de wereldconcurrentie der havens Rotterdam en
Amsterdam ten gunste van Antwerpen, te meer
daar voor Antwerpen bepaalde deelen van het
midden en het Noorden der Rijnprovincie reeds
als natuurlijke „Hinterland" zijn beschouwd.
Dat de Engelsche routes via Hoek van Holland
en Vlissingen ten gunste van de Fransche Belgi
sche lijnen achterop zullen raken, wanneer het
onder Fransch-Belgische leiding staande spoor
wegnet de gezamenlijke toevoerlijnen in de hand
heeft, dat zal niemand betwijfelen, die de be-
teekenis kent van een dergelijke verkeersconcen-
tratie.
Het ware zeer belangwekkend te vernemen, hoe
de Nederlandsche regeering oordeelt over der
gelijke plannen en vooral wat uw handelskringen
en spoorwegmaatschappijen denken te doen om
zich tegen de dreigende gevaren te beschermen.
Gemengd Nieuws.
Moderne Robinson Crusoë. De
Britsche torpedojager Anzac die dezer dagen te
Sydney terugkwam, na een kruistocht door de
wateren Noordelijk van Australië, rapporteerde
op een klein eiland hetwelk zij aandeed om den
watervoorraad aan te vullen, een kluizenaar te
hebben aangetroffen, die daar alleen woon
de, en enkel schapen en geiten tot gezelschap
had.
Geruimen tijd geleden, aldus vertelde de
man, was hij op het eiland aangekomen( om
trent de reden van den komst liet hij zich verder
niet uit) en had toen twee koppels schapen en
geiten bij zich, benevens een hond. Deze was
intusschen gestorven, doch de veestapel had zich
aanmerkelijk uitgebreid, en bestond thans uit
2000 stuks. De geiten vooral hadden zich
uitstekend vermenigvuldigd. De man had zich
zelf een goed en aangenaam huis gebouwd van
wrakhout en een soort klei, die op het eiland
gevonden werd, en in de zon steenhard wordt.
Verder had hij een grooten tuin aangelegd, waarin
hij alleen groenten kweekte. Nu en dan komt een
schip van het vasteland het eiland bezoeken,
en brengt uit de beschaafde wereld enkele
dingen mee, welke de oude man nog noodig
schijnt te hebben, kleeren, boeken en ammuni
tie.Veel is dat echter niet, en de ruilhandel met
zijn producten wol, huiden en kokosnoten zou
hem veel geld kunnen opbrengen. Dat heeft hij
echter niet noodig.
Het eiland is volgens de bemanning van de
„Anzac" zeer vruchtbaar, en het bezit een
schat aan natuurschoon, hoewel het slechts
2 mijlen in omtrek is.
„De man woont er als een koning" zeide
een der matrozen, en ik voel er veel voor, zijn
onderdaan te worden."
Hoe Fransche overmoed ge
straft werd. Een Hollander was getuige
van het volgende gebeuren
In Bonn stapte een Fransch officier in den
coupé, waarin behalve een in Duitschland wo
nende Hollander, een heer in een hoek een krant
zat te lezen. De officier, waarschijnlijk vertoornd,
dat hij door dezen niet begroet werd, sloeg hem
de. krant uit de handen. De aldus bejegende
reiziger liet de krant liggen en vouwde een andere
krant open, welke hij kalm ging lezen. Na eeni-
geu tijd sloeg de Franschman ten tweeden male
den Duitscher de krant uit de handen. Deze
raapte de krant op en zette de lectuur voort,
klaarblijkelijk ongeroerd door dit staaltje van
bezettingscourtoisie. Toen de trein het station te
Keulen binnenliep, stond de Duitscher op en
vroeg beleefd „Please, your passport, Sir En
ondanks dat de Franschman zich in allerlei ver-
ontschuldiging^plooien wrong, eischte de on
verstoorbare reiziger, die zich als een der hoogste
Engelsche administratieve autoriteiten legiti
meerde, de overgave van het paspoort en liet zijn
bezettingscollega op het perron arresteeren.
De Franschman kreeg drie dagen hechtenis
De Indische politie. Borel vertelt
in „Het Vad."
Indertijd, toen ik te Tjandi (bij Semarang)
woonde, werd mijn schrijftafel 's nachts openge
broken en 300 daaruit gestolen. Daar ik in mijn
studeerkamer veel kostbaar porcelein had en
voor nieuwe inbraak vreesde, kwam op mijn ver
zoek een Europeeseh politie-opziener eens in die
kamer 's nachts de wacht houden. Den volgenden
morgen vond ik mijn schrijftafel (waar gelukkig
geen geld meer in zat) geheel door elkaar gegooid
in mijn tuin en den politieman vond ik liggen met
een leege vierkante flesch naast zich.
Arme schepsels. Tc New-York hebben
een 2000-tal vrouwelijke leden van vrijmetse
laarsloges in het hotel Waldorf Astoria vergaderd
De debatten duurde van 12 uur 'smiddags tot
12 uur 's nachts.
De dames Waren afgevaardigden naar de
NeW-Yorksche staatsconventie der „orde van
de Oosterster". Er moest gestemd worden over
de vraag, aan welke der dames het president
schap zou worden toegekend.
Ileel in het geheim, achter haast hermetisch-
gesloten deuren en dikke geluiddempende gor
dijnen, werden de beraadslagingen gevoerd
temidden van een ondragelijke hitte.
Het ging er zoo heftig toe, dat, ondanks
alle geheimzinnigheid, diverse spreeksters in
de hotel-corridor konden worden gehoord.
Twintig dames vielen in onmacht en moes
ten buiten de zaal gedragen worden. Anderen
kregen een flauwte, maar werden in de zaal
door middel van reukzouten bijgebracht.
Een man, die zijn eigen groot
vader Werd. Een Zweed, een zekere Pe
terson, zoo vertelt de Politie-gids, werd voor het
tribunaal geroepen voor een erfeniszaak enlegde
de volgende verklaring af.
„Ik heb een weduwe gehuwd met een groote
dochter. Mijn vader, die dikwijls bij ons kwam,
werd verliefd op deze „jonkheid" en trouwde
er mee, niettegenstaande het groote verschil
in leeftijd. Dientengevolge Werd mijn vader mijn
schoonzoon, en mijn schoondochter werd
mijn stiefmoeder. U volgt mij mijnheer de Rech
ter
,^Eenigen tijd nadien schonk mijn vrouw
mij een zoon, die tegelijk de kleinzoon Werd
van mij vader (door mij) en mijn oom (als broer
van de vrouw van mijn vader). .verstaat u
me goed
De rechter kon niet anders dan knikken.
„Helaas, dat is niet alles", Zeide Peterson,
op jammerenden toon. „De vrouw van mijn
vader (dus mijn schoonmoeder en schoondochter
kreeg een zoon, die tegelijk mijn broer is (als
zoon van mijn vader) en mijn kleinzoon (als kind
van de dochter van mijn vrouw)"
„Dus", zeide de rechter, „gij zijt de broer
van uw kleinzoon
„Juist mijnheer de rechter", zeide de arme
man „Dientengevolge, mijn eigen grootvader
En, diep bedroefd brak hij in snikken uit
D e „K 1 a s". Het gemeente-gymnasium te
Arnhem is, naar de „N. Arnh. CL" vertelt, in het
bezit van een afdeeling VI B. Er is een lesrooster
en de week telt vele lesuren. De „klas" bestaat
uit één leerling. Kosten 6000 's jaars.
Welke perspectieven openen zich bij een be
schouwing van dit interessante geval
De VI B-klas, een Israëliet, viert thans de
Joodsche feestdagen. Reeds eenige dagen ge
nieten de leeraren van vele extra-vrije lesuren.
Onlangs verstuikte de „klas" zijn voet vrije
uren voor de leeraren.
Dezer dagen moet het zijn voorgekomen, dat
de geheele klas zich had verslapen. Men dacht er
reeds over de klas dan maar een vrijen dag te
laten. Gelukkig blijkt de klas geen aanleiding tw,
geven om eenige weken van school te worden
gestuurd.
De oorlogsdood en. Volgens twee wer
ken, welke door de schrijvers Lyon-Caen en
Raphael Levy aan de Académie des sciences
morales et poliques zijn voorgelegd, bedraagt liet
aantal dooden van de legers uit den wereldoorlog
elf millioen. Acht millioen soldaten werden direct
bij de vijandelijkheden gedood, 3 millioen zijn
tengevolge van ziekten overleden.
De hittegolf in Juli. Dat de hitte-
gold van 6 tot 15Juli jl. vele slachtoffers in ons
land heeft gemaakt, wordt, schrijft de heer J.
Sanders in het Tijdschr. v. Geneesk. door een
mededeeling in aflevering 8 van het maand
schrift van het Centraal Bureau voor de Statis
tiek aangetoond. De sterfte in Juli 1923 bedroeg
per 1000 inwoners 10.8 tegenover 8 in Juli 1922,
en 9 in Juni 1923. De hittegolf maakte vooral in
de week van 915 Juli veel slachtoffers. Van de
6564 sterfgevallen in Juli in ons land vielen ruim
1/3 deel in deze week.
Hooge sterftecijfers werden aangetroffen voor
apoplexie (484 gevallen, waarvan 192 in de
week van 915 Juli) hartgebreken (resp. 617
en 221), gastroenteritis vooral bij kinderen
boven 1 maand (resp. 210 en 69}m gewelddadi-
gen dood, waaronder verdrinking, zonnesteek
en hyperthermic (resp. 558 en 366) en ouder
dom (resp. 534 en 212). Ook voor mazelen en
hersentuberculose werden betrekkelijk hooge
cijfers aangetroffen. Kinderen beneden 1 maand
hebben schijnbaar weinig nadeeligen invloed
van de hitte gehad in sterkere mate was dit het
geval bij kinderen beneden 1 jaar, en bij die^
van 14 jaar, doch het meest werden de ou
deren getroffen. In totaal verdronken 155 men-
schcn Aan zonnesteek en hyperthermic kwamen
302 personen om (214 mannen, 49 kindern (28
beneden 1 jaar en 19 van 14 jaar) en 39
vrouwen), waarvan 276 in de week van 915
Juli. Boven 80 jaar overleden er 13 aan hyper
thermic. Van de 253 volwassenen oefenden 155
het landbouwbedrijf uit. De gemeenten beneden
de 20.000 zielen werden het meest getroffen (28
gevallen), die boven de 20.000 zielen telden
slechts 84 dooden aan zonnesteek, waarvan 59
voor rekening van de 4 grootste gemeenten. De
sterfte van kinderen beneden het jaar ^bedroeg
57.5 per 1000 levend aangegevenen in Juli, tegen
46.6 per duizend in Juni. Deze stijging komt
zeker ook voor een deel op rekening van de hitte
golf. Terwijl er in totaal 980 kinderen stierven,
bedroeg het aantal in de 2de week van Juli
309.
Kunst en Letteren.
Don Lorenso Perosi.
Na het overweldigend succes dat Mgr. Perosi
met de uitvoering van zijn nieuwste compositie
een psalm ter nagedachtenis van zijn moeder,
ten deel viel, en de berichten uit Rome omtrent
de algeheele genezing van den maestro, heeft het
bestuur der R. K. Oratoriumvereeniging te Den
Haag Perosi uitgenoodigd haar voorjaarscon
cert in Den Haag persoonlijk te komen dirigee-
ren. Reeds vroeger bestonden daaromtrent pla n-
nen, die echter wegens ziekte van Mgr. Perosi
niet verwezenlijkt konden worden.
Het ligt in het voornemen der R. K. Orato
riumvereeniging, de beide werken uit te voeren,
die de componist kortelings in de Kathedraal
van Fabiano en thans in Augustus in Rome diri
geerde, nl. zijn Passie en de bovenvermelde
nieuwe psalm.