Het vlootwetdebat.
Wat het verder verloop van de behandeling
der Vlootwet betreft, kan men meedeelen, dat
er op wordt gerekend, dat heden de redevoeringen
in eerste instantie zullen worden beëindigd, ook
al zijn bij de reeds ingeschreven sprekers, de
heeren Nolens, Troelstra en Schokking er nog
een paar sprekers bijgekomen, zooals b.v. de
heer Kuiper. Woensdag is bestemd voor het
Regeeringsantwoord, Donderdag en Vrijdag
voor replieken en artikelen, zoodat de stemming
zou kunnen vallen aan het einde der week.
Voor Japan.
De N.V. Kon. Nederlandsche Metaalbedrijven
te Utrecht heeft een Japan-penning geslagen. De
opbrengst van den verkoop daarvan komt, be
houdens de gemaakte kosten, geheel ten goede
aan het centrale Nederlandsche comité Ramp
Japan 1923.
Slaking geëindigd.
Aan de coöperatieve aardappelmeelfabriek
De Twee Provinciën te Stadskanaal waar de
staking, die 23 April begonnen is, thans is op
geheven, kunnen 38 man, in wier plaats reeds was
voorzien, niet weer te werk gesteld worden.
De jachtwet.
De Jachtwet zal waarschijnlijk in het begin
van het volgende jaar in werking treden.
De postcheque- cn girodienst.
Minister van Swaay heeft op de vragen
van den heer Rink in zake den Postellóquc-
en Girodienst o.a. geantwoord, niet anders
ter zake van de vooruitzichten van het her
stel te kunnen mededeelen, dat dat hij in
hooge mate het betreurende, dat het verloop
der centralisatie dwong tot sluiting over te gaan
de noodige maatregelen voor zoo spoedig
mogelijke diensthervatting heeft getroffen. De
medewerking van de Nederlandsche Bank is
daarvoor van zeer groote waarde. Alle krachten
worden ingespannen om de sluitingsperiode zoo
kort mogelijk te doen zijn. Zekerheid omtrent
het einde dier periode kan hij evenwel nog niet
geven.
De Ned. Bank heeft nog geen advies betref
fende den stand van zaken en de middelen tot.
herstel uitgebracht, doch de bemoeiingen van de
door de Bank ter beschikking gestelde deskundi
gen wettigen de gevolgtrekking, dat met de
sluiting, waartoe na onderzoek en op advies dier
deskundigen is besloten, inderdaad het einde
van den ongewenschten toestand wordt bereikt.
Terugkeer tot den gedecentralisecrden dienst
is bij het onderzoek van de Nederlandsche Bank
mede overwogen en verworpen.
Ned. U.K. Bond voor groote gezinnen.
Te Nijmegen heeft bovengenoemde Bond
zijn jaarvergadering gehouden.
Vertegenwoordigd waren 16 afdeelingcn.
De voorzitter dr. P. E. G. van der Heijden,
uit 's-Hertogenlmsch, zeide, dat de Bond, welke
thans vijf jaren bestaat, in de eerste jaren met
veel tegenwerking, ook van R.K. zijde, te kam
pen heeft gehad. Den laatsten tijd is er echter
een verandering ten goede in de ideeën gekomen
en is ook het ledental aanmerkelijk toegenomen.
De Bond telt thans 7000 leden.
De periodiek aftredende bestuursleden, de
heeren H. van Alfen te '-sHertogenbosch, J.
van Meegeren Le Venlo en B. Nieuwenhuis te
Amsterdam zijn herkozen.
Verschillende voorstellen betreffende Rijks
kinderfonds, algemeenen kinderbijslag, school
geldregeling, kindervacanties, herstellingsoord
enz. zijn aangenomen.
De gemeenschappelijke maaltijd in Hotel
Boggia droeg een feestelijk karakter en is beslo
ten met een gezellige bijeenkomst.
Spoorwegraad.
De minister van Waterstaat heeft in den
Spoorwegraad, voor den tijd van drie jaren 26
leden benoemd.
Voorzitter is A. H. W. v.d. Vegt, hoofdin
specteur-generaal der Spoor- en Tramwegen.
Raad van State.
Naar het -Nederl. Correspondentiebureau te
's-Gravenhage verneemt is de benoeming te
verwachten van mr. R. II. A. M. Romme, vice-
president van het Gerechtshof te Amsterdam, tot
lid van den Raad van State.
De werktijd verlengd.
Bij K. B. is toegestaan, dat te rekenen van
24 October af, de genoemde aantal uren per
dag en per Week arbeid verricht wordt in bloe-
menbinderijen tevens bloemenwinkels 1 jaar de
arbeiders 10 uren per dag en 55 uren per week
in slagerijen, verbonden met winkels, deël uit
makende van ondernemingen, in hoofdzaak op
den verkoop in het klein ingericht, 1 jaar de
mannelijke arbeiders van 16 jaar of ouder 9
ure»per dag cn 50 uren per week, en in stik-
stofbindingsfabrieken 1 jaar de mannelijke ar
beiders van 15 jaar of ouder 10 uren per dag
en 55 uren per week.
Toorop's Drickoningcnvcnstcr.
Jan Toorop's raanr met de „Aanbidding
der Drie Koningen" wordt niet in de oude St.
Jacobskcrk te 's-Gravenhage geplaatst.
„Jhr. Loudon", aldus schrijft Toorop aan
het „Hbl." „heeft zich nu teruggetrokken en
laat het raam niet uitvoeren. Het is voor mij
een groote teleurstelling. Dit raam heb ik
natuurlijk uit volle overtuiging en geloof ge
maakt om een algemeen-Christelijke bctee-
kenis er aan te geven, en daarbij zuiver gevolgd
t het verhaal uit het Nieuwe Testament 't is
jammer, ik had er mij zooveel schoons van voor
gesteld
„Ieder weldenkend lezer aldus vervolgt 'L
„Hbl.". zal mét den kunstenaar, het gebeurde
betreuren. De Haagsche kerkeraad heeft de
onverdraagzaamheid dus zóóver gedreven, om
het door het echtpaar Loudon aangeboden en
door kerkvoogden goedgekeurde geschenk af
te wijzeneen kunstwerk, dat niets bevatte,
wat streed tegen het algemeen-Christelijk le
vensbesef, maar dat de kerkeraad, zonder het
ontwerp-carton gezien te hebben, veroor
deelde op hatelijke aanstichting van een
in zake kunst-en-religie onbevoegde, alleen
omdat de door Roomsch en on-Roomsch als
groot Christelijk kunstenaar bewonderde ma
ker katholiek is. Hier heeft Holland zoowaar
kans gezien, om zich nog eens „op z'n smalst"
te laten kijken.
„Maar ondertpsschen gaat een groot kunst
werk van hooge artistieke cn godsdienstige
beteekenis voor ons land en voor het eerbied
waardig monument, dat het sieren zou, verlo
ren en wordt een persoonlijkheid als Toorop
in zijn diepste en edelste gevoelens in het open
baar gehoond."
Het is onnoodig om hier nog verderen com
mentaar aan toe te voegen. Wij stemmen van
ganscher harte in met deze afkeuring van de
handelwijze van den Haagschèn Kerkeraad, die
de onwelvoegelijkheid heeft begaan, zoowel den
schenker^ jhr. Loudon, als den kunstenaar,
Jon Toorop, een slag in het gezicht te geven, en
dat enkel uit louter onverdraagzame kleinzielig
heid. Vondel werd „om een onnoozel „Ave Marij-
ken" lastig gevallen, Toorop om zijn doopceel
uitgebannen, 't Is in het Protestantsche Holland
altijd dezelfde wijze cn dezelfde tekst„Liever
Turksch dan paapsch
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
R.K. Vrouwenbond.
Voor de eerste maal vergaderde gisteravond
in den Volksbond de R.K. Vrouwenbond met zijn
nieuwen adviseur, pater van Noord en 't was,
alsof een nieuw belofte-vol tijdperk voor de
vereeniging was aangebroken, want wat in lan
gen tijd niet gebeurd was, was gister 't geval :de
opkomst was schitterend, de groote zaal bijna
geheel gevuld.
Pater van Noord, opende de bijeenkomst met
den christelijken groet en zette in korte trekken
het doel ervan uiteen om den Vrouwenbond, die
een klein beetje in het moeras zit, er weer uit te
trekken en verder om de a.s. vredesactie welke
van 24 Oct. tot 1 Nov. zal plaats hebben, voor te
bereiden.
'tWas voor spr. geen pleizierige verrassing ge
weest, toen hij het telegram van den bisschop
met de benoeming tot adviseur van den Vrouwen
bond had ontvangen, want hij had daarvan, niet
veel goeds gehoord en bij informatie waren de
berichten erover niet beter geweest. En toen hij
alles wist, had hij zijn positie vergeleken met die
van hertog Alva's opvolger Don Rcquesens, die
de Nederlanden in zoo verwarden toestand
vond, dat de staatskas leeg was, de soldaten om
soldij maanden en verschillende steden het ge
zag van den Prins van Oranje hadden erkend.
Een dergelijke erfenis ontving spr. ook met
zijn adviseurschap van den Vrouwenbond, Welke
zonder bestuur en met een berooide kas en schul
den zat, terwijl bovendien nog vele leden zich
hadden teruggetrokken.
Toch stond van 't begin af aan bij hem het
plan vast, dat de Vrouwenbond niet mocht ver
dwijnen eh al kostte het, wat het Wilde, er moest
Weer een bloeiende vereeniging van gemaakt
worden. Spr. stond daar eerst als een vreem
deling in Jeruzalem en zijn eerste pogingen tot
ingrijpen leden schipbreuk. Al gauw ging het
echter beter en hij nam het kordate besluit, het
oude hoofdbestuur na het ontbonden te hebben
Weer voor de vernieuwde Vereeniging te vragen
aangevuld echter met één lid van iedere ondcr-
afdceling, zoodat er een blijvend contact tus-
schen hoofdïichaaxn en alle verdere leden tot
stand zou komen. Met deze plannen trok spr. er
Weer op uit en slaagde schitterend bij de volgen
de Tij dames die alle de hun toegedachte bestuurs
functie gaarne aanvaard hadden Mevr. Evers
(presidente), Mej. M. Kleipool (le secretaresse),
mevr. Zóctmulder-Jarisen (penningm.), mej. A.
Karis (2e secr.),mejFischer (2e penningm.),mevr
Scholte-Kemp (voor de kraamverpleging), mej.
GunneWeg (hulp in de huishouding), mej. Ph.
Jansen (Duitsche meisjes), mej. Co Jansen (klee-
renmagazijn), mej. B. Jansen (vacantie-kolonie),
mej. A. En gering (braille-schrift), mevr. Abbevé,
mej. de Groot (arbeidersbelangen) mevr. v.d.
Meer (vice-presidente).
(Met sympathie werden alle aangewezenen be
groet, zoodat de adviseur Wel kon aannemen, dat
de vergadering met het nieuwe bestuur accoord
ging).
Met dit nieuwe bestuur, ging spr. voort, was
ik er nog niet,want ook moest vooreen geregeld
binnenkomen der contributie worden gezorgd
waarvoor zich echter eenige zelatricen hebben
aangeboden.
Nu durfde spr. met goeden moed voort te
gaan om te bewerken, dat de Vrouwenbond weer
aan haar doel zou beantwoorden de ontwikke
ling-der vrouwen op verschillend gebied, om ze
Roomsch te houden, in merg en been. Werkt
een drachtig samen met het bestuur, besloot
spr. het eerste gedeelte zijner rede, en ook met
uw adviseur, die beide mooie plannen hebben
'voor de toekomst; waar evenwel niets van kan
komen, als niet allen hun noodzakelijk* n daad-
werkclijken steun toezeggen.
Hierop nam de nieuw** presidente eenige oogen-
blikken het Woord. Op dringend Verzoek van
pater van Noord, zeide ze, had ze die functie
Weer aanvaard, 't Had haar Vertrouw'en gegeven
dat de pater zoo vol goeden moed Was en daarom
Verwachtte ze ook, dat alle leden zouden mede
werken, om dal vertrouwen niet beschaamd te
maken
Ter afwisseling declameerde Vervolgens mej.
A. Engering, op zeer talentvolle wijze het mooie
gedicht Sultan's dochterke, waarna pater van
Noord overging tot het tweede gedeelte van zijn
redehet voorbereiden tot de vredesactie.
In gloedvolle, Waarlijk treffende woorden de
monstreerde spr. den ellendigen toestand der
huidige wereldWelke tot nu toe in haar middelen
omdenvrede terug teverkrijgen heeft gefaöld,om
dat ze alleen het egoisme huldigt en Vergeet het
aanwenden van het eenige redmiddel uit den
nood de beoefening der deugd van naasten
liefde, Waarin Christus zelf ons op zoo verhevene
wijze is voorgegaan. Spr. Wekte allen met kracht
op, de zoo schromelijk verwaarloosde naasten
liefde in alle'levensomstandigheden te beoefe
nen en al dadelijk zouden ze die schoone deugd
metterdaad kunnen dienen door lid te worden
van den R.K. Vrouwenbond, welke in al zijn
vertakkingen de liefde tot den naaste Voorop
stelt en door- deel te nemen aan de komende
vredesactie, Waarbij men den Hemel met vurige
gebeden en offers zal bestormen, opdat Weldra
de Wereld van aanschijn verandere.
Nadat het hartelijk applaus op deze rede was
verklonken,betrad mej. A. Engering weer het
tooneel, om nog eenige alleraardigste gedichten
met groot succes voor te dragen.
Het laatste uur hebben de heeren gebr. Zoet
mulder voor hun rekening genomen. De heer J.
Zoetmulder zong, op voortreffelijke wijze door
zijn broer, den heer W. Zoetmulder begeleid,
een schitterend repertoire ernstige en luimige
levensliedjes, welke de aanwezigen zoo'n groot
genoegen Verschaften, dat ze dezen avond nooit
zullen vergeten.
Vooral het lustige genre viel in den smaak,
onbedaarlijk is er gelachen men wilde van
eindigen bijna niet hooren.
Zoo werd deze eerste vergadering voor den
herleefden Vrouwenbond èn om het leerzame èn
hét aangename gedeelte een klaterend succes,
waarvoor alle medewerkenden de dankwoorden
van de presidente meer dan verdiend hadden.
Volksbadhuis.
In de week van 1420 October werden ge
nomen 422 baden.
lste klasse kuipbaden 20, regenbaden 00.
2de klasse kuipbaden 32, regenbaden 299.
Kinderbaden 12.
Gemeenteraad.
Slol
Ongevraagd ontslag.
7. Voorstel van B. en W. om aan de gehuwde
onderwijzeres mej. Johanna Veenstra, echtge-
noote van den heer J. LI. Klein, aan School CII
ongevraagd eervol ontslag te-verleenen.
De heer G o 11 spreekt allereerst zijn on
tevredenheid uit over het Voorstel van B. en W„
daar het volgens hem zonder voldoende bewijzen
is samengesteld -alleen een huwelijk kan z.i.
geen reden tot ontslag zijn cn de raad door
het voorstel aan te nemen een oud raadsbesluit
van 1907 zou bekrachtigen, dat gezien de ver
anderde omstandigheden in onzen tijd niet meer
kan gelden. De raad zou bovendien iets doen,
waartoe hij niet bevoegd is, daar hij niet over de
rechtspositie van het onderwijspersoneel mag
oordeelen. Daarom brengt spr. hulde aan de
betrokken onderwijzeres, die ruggegraat toont
te hebben, door niet Vrijwillig, tegen haar eigen
rechten in, heen te gaan. Het gemeentebestuur,
meent spr. ten slotte houdt ook geen rekening
met de meening der regeering, die zeker, als de
raad in den geest van B. en W. zou beslissen, dat
besluit Weer zou vernietigen.
De heer Dinkelaar (die voor Mevr.
KoetenOoms sp.reckt, daar hef vrouwelijke
raadslid zich waf onwel geVoelt) wijdt ook woor
den van hulde aan de vrouw met de ruggegraat.
Waarom, vraagt spr. kan een vrouw Wel tegelijk
koningin en gehuwd zijn en niet onderwijzeres
en gehuwd cn waarom mogen de getrouwde
vfouwen wel als schoonmaaksters, Werksters en
i n de fabrieken blijven Met welk recht maakt
men hiervoor de onderwijzeres een uitzondering,
terwijl toch de. régeering zelf op een ander stand
punt staat door b.v. verlof voor zwangerschap
te geven Minister do Visser is niet tegen blijven
en zelfs het A. R. Kamerlid Beumer, van alle
democratische en roode smetten vrij, wil de
onderwijzeres op school laten, als ze trouwt na
haar 45ste jaar. Vele paedagogen ook noemen
het blijven in 't belang van het onderwijs.
De heer II ij m a n sluit zich eerst aan bij de
wenschen van den voorzitter, uitgesproken bij
de opening der nieuwe raadzaal. Spr. zegt verder
tegen het voorstel van B. en W. te zijn, daar
1 eder Nederlander recht heeft op elke positie en
hij juicht het bovendien toe, dat de vrouw mede-
Werkt om den Welstand van het gezin te ver-
hoogen. Spr. had ook niet verwacht, dat B. en W
met bun voorstel tegen de meerderheid van de
onderwijs-commissie waren ingegaan.
De heer Slavenburg, als lid der met
't college meegaande minderheid der onderwijs
commissie, geeft als zijn meening te kennen, dat
een gehuwde onderwijzeres niet in 'L belang van
't onderwijs is, haar eerste plicht is_ in de huis
houding te zijn en met dezen plichtïkan zij niet
voldoende haar plichten als onderwijzeres uit
oefenen. De regeering staat ook op zijn stand
punt, doordat ze de gehuwde alleen op school
wil laten, in bijzondere gevallen en hier is van
geen bijzonder geval sprake. Wat betreft de
vermeerdering van inkomsten, in dit punt staat
spr. lijnrecht tegenover den heer Hijman, daar
ook op onderwijsgebied nogWerkloosheid heerscht
en dus de vrouw van een man, die zelf goede
inkomsten heeft, dient plaats te maken voor een
andere kracht, die nog zonder Werk zit. Verder
kan men niet zeggen, dat een onderwijzeres hier,
als ze trouwt gedupeerd Wordt, daar men van te
voren de usances van Schiedam in dezen heeft
kunnen weten.
De heer Evers wil opmerken, dat het ad
vies der onderwijscommissie met 21* gen 3, (war-
bij de beslissende stem van den voorzitter ge
rekend is) Wbrd uitgebracht. Spr. zelf was ver
hinderd geweest de betreffende vergadering bij
te wonen, anders zou door middel van zijn Stem
juist een advies in deh geest van 'f college zijn
uitgebracht.
[ie heer Kavelaars wijst cl* n heer Collé
er op, dat B. en W. met hun voorstel hun boekje
niet te buiten gaan, volgens de onderwijswet
hebben ze de macht hiertoe. Verder treedt spr.
i n de pensioen-kwestie en vraagt den Weth. van
onderwijs of mej. Veenstra een diensttijd van 7
jaar heeft gehad en of ze in werkelijkheid 3 jaar
haar functie heeft uitgeoefend, dan zou ze haar
tot nu toe betaalde pensioenbijdragen niet te
vergeefs hebben gestort en met 65-jarigcn leeftijd
't haar toekomend deel van het pensioen ont.
vangen.
De heer v. d. Valk heeft met belangstel-
ing het debat gevolgd en hij had van den heer
Hijman Wel verwacht, dat deze in dien geest, als
hij gesproken lieeft, de zaak zou opvatten. Ei is
altijd nog een kleine partij, die zoo denkt en
zelfs de kinderen op de fabriek wil hebben, maar
gelukkig hebben die Weinigen niet veel meer Le
zeggen. Spr. wijst er verder nog op, dat b.v. een
schoonmaakster zich slechts enkele uren per dag
buitenshuis bevindt, terwijl de onderwijzeres m
een geheel andere positie Verkeert.
Ook uit zedelijk oogpunt pleit volgens spr.
"alles voor het standpunt van B. en W.
De heer Houtman Verklaart zich eens met
de heeren Dinkelaar en Hijman hij geeft toe,
dat bij op school blijven der gehuwde onder
wijzeres het huisgezin er onder zal moeten lijden,
maar de gemeente als werkgeefster moet daar
niet zoo diep op ingaan en recht op blijven heeft
de gehuwde zeker.
Weth. de Bruin wil kort zijn; hem is
duidelijk, dat de raad het recht mist, om het
ongevraagde ontslag te geven. Rechts heelt nu
eenmaal het standpunt ingenomen: getrouwd,
dan er uit. Weth. is er zelf ook niet voor, dat alle
gehuwden blijven, een Verfrissing van krachten
is op zijn tijd noodig, maar hij is niet voor een
algemeen verbod te vinden, evenmin als min. de
Visser, de groote Voorganger van den heer Sla
venburg. Of 't hier een bijzonder geval is, dat
billijkt tot ontslag, is volgens Weth. niet eens
onderzocht, alleen uit principe heeft men hef
besluit genomen, en dat laat de minister ook
niet toe. Hij geeft daarom de leden den raad, in
t geval te berusten, want anders zal de gemeente
voor een échec, komen te staan.
Weth. v. V elzen heeft op zich genomen
het standpunt van de meerderheid van het colle
ge te verdedigen. Spr. zegt geruimen tijd er voor
noodig te zullen hebben, om den raad m deze
belangrijke zaak te overtuigen, waarom hij
diens welwillendheid wel inroept. Vooraf wil spr.
dank brengen aan de heeren Slavenburg, Evers
en v d. Valk, die reeds zoo onomwonden hun
meeriing voor B. en W.'s voorstel uitspraken.
13 Juni 1906, vervolgt Weth. dan, nam reeds
de raad het besluit, iedere benoeming van een
onderwijzeres te laten gelden tot haar huwelijk.
Bij K. B. van Juni 1907 werd echter dit besluit
vernietigd, wijl er geen algemeene bepaling in
deze zaak werd toegelaten, waf echter niet be
lette, dat reeds weer den 3en Sept. 1907 door
Mr. Janse een motie bij den raad Werd ingediend
en Welke ook werd aangenomen, behelzende, dat
gehuwde onderwijzeressen in den regel hun
ontslag zouden krijgen. In 1911 was dit hef
geval met mevr. de Boer Zonneveld.
De L. O. Wet regelt Wel niet precies deze huwe-
iijkskwêstie, maar toch laaf ze de regeeringen
ook niet koud. Reeds onder het ministerie
Heemskerk is een ontwerp van wet te dezer zake
Ingediend, maar in 1913 onder Corl v. d. Linden
werd dit ontwerp weer ingetrokken. Men ziet dus,
dat het hierin rechts tegen links gaat. De L. O.
wet van heden zegt niet, dat de gehuwde onder
wij zcres niet op school mag zijnmaar zegt ook
niet, dat ze er w el mag zijn, ze, blijft dus neu
traal en houdt alleen er rekening mee, dat, er
gehuwde onderwijzeressen zijn. In dezen is de
meening van Weth. de Bruin dus juist Verkeerd.
't Is waar, dat de regeering in een paar gevallen
besloten heeft het genomen ontslag-besluit te
Vernietigen, maar in een ander, geval heeft ze
het ook'eens bekrachtigd. K. B. zijn er ook, die
zuiver de meening van het onderwijs in *1 n
regel het B. 'en W. deelen en in 't belang van
ontslag van de gehuwde onderwijzeres Voorstaan.
Een prachtig K.B., dat alle bezwaren tegen
een gehuwde onderwijzeres te samen vat, is dat
van 7 Nov. 1904, onder het ministerie Kuiper.
Dit noemt de functie van onderwijzeres en het
moederschap onvereenigbaar, de vrouw wordt op
school te moe, om na afloop van dit Werk zich
nog met haar kinderen te bemoeien, ze denkt te
veel aan huis op school cn toch kan ze nog niet
eens alle uren buiten schooltijd aan haar eigen
kinderen besteden, daar ze nog moet studeeren
en zich telkens Weer Voorbereiden op de komen
de lessen. Zoo benadeelt ze óf haar eigen kinde
ren óf het onderwijs, het kan niet anders en spr.
zou in dit geval nog liever het onderwijs bena
deeld zien, dus moet hij er voorstander van zijn
dat i n den regel de gehuwde vrouw de
slchool verlaat.
Dat, de raad een beslissing neemt op risico, dat
de kroon die vernietigt, noemt weth. geen on
eerbiedigheid tegen het gezag en 't heeft hem zoo
gefrappeerd, dat juist de heer Collé deze op
merking maakte. Weth. ziet niet in, dat deze
onderwijzeres nu eens ruggegraat getoond heeft
te bezitten en ook de hulde haar door den heer
Hijman gebracht voor haar blijven, om den wel
stand van het gezin te verhodjïen, 'acht hij niet
Verdiend, daar dergelijke handelwijze onoeco-
nomisch en onsociaal is, nu jongere werkloozc
krachten hunkerend naar een vacature uil zien-
Als haar gezin honger leed, dan was het wa