EM OUf
46ste Jaargang
Zaterdag 27 October 1923.
No. 13780
Dit nummer bestaat uit twee bladen
TWEEDE BLAD
Internationaal Eucharistisch
Congres.
Herfst
Binnenland.
mi
v ^i
Bureau KOEMARKT 4 Telefoon Intercommunaal 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden f 2—, per week 15 cent, franco per
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 1—5 regels 1 .'75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend, lag» ouden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Adauge fidem Omnium in Te credentium.
Hoe vaak reeds galmde de zoete melodie dier
Eucharistische smeekbede in het plechtig „Adoro
Te" door onze kerken. Vermeerder het geloof van
allen die in U gelooven Een feit van bëteekenis
voor Katholiek Nederland gaat in 1924 wer
kelijkheid worden. Van 22 tot 27 Juli zal in
Amsterdam het 27e Internationaal Eucharistisch
Congres plaats vinden.
Nederland heeft altijd aan den spits gestaan,
waar het arbeid, liefde en offer gold voor God en
den naaste. Heel de Katholieke wereld ziet nu
met spanning uit naar de a.s. grootsche wereld-
hulde aan den Rex Eucharisticus, voor het eerst
in Nederland. Ze zullen ze daar zien samenstroo-
men, Roomschen uit alle windstreken naar de
H. Stede. Kardinalen, Bisschoppen, priesters en
mannen, vrouwen zoo goed als de kinderen van
allen rang en stand, in een bonte schakeering
van Laai en kleur. Allen zullen hier komen om hun
onwrikbar geloof te betuigen in cle H. Hostie,
Het Centrum, de Magneet van ons H. Geloof.
Al wordt ons Katholieke volk dan nog zoo
dikwijls voor lauw uitgemaakt, wanneer er
sprake is van de H. Eucharistie dan ontvlammen
de harten dan springen onze mannen en vrou
wen op den bres, desnoods ten koste van hun
leven. We hebben het gezien aan onze Eucharis
tische Martelaren. We zijn ervan overtuigd ge
worden op de Eucharistische Congressen in
Amsterdam en 's-Bosch, verleden jaar en op
de Eucharistische Katholiekendag te Bergen,
op Zoom'in Juli 11. gehouden. Nederland heeft
majestueuze kerkgebouwen. Nederland heeft
een klooster, waar eeuwigdurende aanbidding is
voor het Allerheiligste, dat er dag en nacht plech
tig staat uitgesteld. Nederland is bewoond door 5
bij uitstek Eucharistische Congregatie'?. Neder
land heeft duizende abonné's op 6 Nederland-
sche en vele buitenlandsche Eucharistische tijcl-
schriften.Nederland telt een twintigtal Eucharis
tische vereenigingen en allerlei Eucharistische
werken, waaronder na de priestersvereenigingen,
vooral de Eucharistische Bond, de Eucharistische
Kruistocht, de Altaarwacht en de Eucharistische
Volkenbond en den IJ. Geest verdienen genoemd
te worden. Een laatste bewijs van'Eucharistisch
geloof en liefde in ons land is wel de monstrans,
voor enkele weken geplaatst op de II. Landstich
ting.
Het is zeer zeker een der kostbaarste ter wereld.
Den heiligen en vooral Eucharistischen Pius X
heeft het zoo verheugd dat zijn Nederlandsche
zonen en dochters vooraan stonden, toen de
Decreten over de veelvuldige H. Communie en
over de Kinder-Communie de .wereld waren
ingezonden. Waarom ons land zoo Eucharistisch
is
Het is door een bevoorrechte liefde van Jezus
Christus zelf
Niet minder dan 27 opgeteekende Eucharisti
sche wonderen hebben sinds de 8e tot aan de 18e
eeuw in Nederland plaats gehad.
Waardeeren wij dan de Gave Gods 1 Nederland,
Katholiek Nederland houdt hoog Uw naam
Holland let op .-Uw saeck
Wij allen weten dat een Eucharistisch Con
gres is eeri groote bijeenkomst van priesters c-n
leek en om het Allerh. Sacrament wijder en dieper
te bestudeeren en tevens om door een grootsche
manifestatie openlijk getuigenis af te leggen van
ons onwrikbaar geloof in de wezenlijke tegen
woordigheid van Jezus-Christus in de H. Eucha
ristie, het Centrale Geheim van onzen heiligen
godsdienst. Wanneer wij dat weten, dan kunnen
wij ook gemakkelijk
lijk begrijpen, welk een groote
zorg aan de voorbereiding ervan irioet worden
besteed. Gezien dc algemeene onverschilligheid,
Vooral coram Sacratissimo, dan is het duidelijk,
De zomer, de tijd van de natuur in rijp, vol
dragen leven bloeiend en geurend, het jaar
gedeelte van meer zonnelicht, dan stcrgeflonker,
is zoo lang reeds weer voorbij en volop doorleven
We thans den herfst, de periode van overrijp en
uitgebloeid en eindelijk stervend natuur-levén,
de maanden van schoonste kleurentinten en har
monie, maar ook van vernielende, snerpende
buien en vlagen.
Trek naar buiten, in de vrije, verfrisschende
lucht, naar de geurige, sterkende bosschen, glan
zend overgoten met getemperden herfstzonne-
glocd en streelende warmte en ge proeft met vol
genot het nagerecht van het blijde zomerfestijn,
dat wel duidt op spoedig einde maar niet minder
bekoorlijk is voor geest en hart. De pikante, vaak
drukkende hitte is nu verdwenen, te machtig was
ons ook geworden, we verlangden weer naar
lichtere spijs, naar frisscher temperatuur met
de zoete koelte van 'n zacht briesje en versluierd
Zonnelicht achter grillig-schoone wolken-weefsels.
En te midden van die weldadig-werkende sfeer
frijkt daar een eikenwoud in bonte kleuren.
dat wij nog niet ten volle kunnen zeggen „Credo
Domine Dat moet veranderen Oportet Illum
regnare Ons geloof in de H. Eucharistie moet
grooter, ons vertrouwen vaster en onze liefde
warmer worden. Ons leven dient meer Eucharis
tisch te zijn De vredes-engel wordt nog steeds
door het slagzwaard bedreigd. Welnu vrede zal
er heerschen, liefde in de huisgezinnen, levensge
luk alom, als Jezus-Christus heerscht door zijn
Goddelijk Hart in de 11. Eucharistie. Daarom
moet en zal het a.s. Eucharistisch Congres een
ongekende triomf worden voor het Hoogwaar
dig Altaar-Sacrament.
Reeds is een Comité van voorbereiding be
noemd. Iecler Diocees van Nederland heeft
haar vertegenwoordiger.
Van verschillende zijden hoorden we van voor
bereiding tot collectieve deelname aan het Con
gres. Vooral de groote steden behooren schitte
rend vertegenwoordigd te zijn. Geen sociale of
godsdienstige vereeniging blijvè ten achter.Zeker
duizende buitenlanders zullen aanwezig zijn.
Nederland moet de hoofdplaats innemen. Uit
ieder gezin ga minstens één lid op. naar Amster
dam. Men bespreke dat nu reeds, men spare daar
zoo noodig voor. Wat we vandaag doen kunnen,
laten we dat niet uitstellen tot morgen, laten we
daarom allen, ieder in zijn of haar omgeving het
Congres voorbereiden.Allen moeten wij meedoen,
niemand blijve achter. Herhaalde malen hebben
we in de couranten gelezen „Vrouwen wat doet
ik vraag U nu mannen en vrouwen, wat
doet gij Allen moeten wij meedoen, niemand
blijve achter
Er is nog volop tijd, doch dien tijd moet ook
volop gebruikt worden. Drie zaken zijn hier on
misbaar en wel gebed, offer en arbeid.
lo. Bidden moeten wij en veel bidden tot
welslagen van het Congres. Vraagt en gij zult
verkrijgen. Gods zegen zal niet uitblijven, wan
neer wij er Hem met aandrang om vragen. Immers
het gaat nu om den aanbiddelijken Persoon van
Jezus-Christus zelf. Een gebeds-actie moet en
zal ook komen, we vernamen er reeds iets over.
Gebeden moet er worden in de huisgezinnen,
in de scholen (het kindergebed is zoo machtig),
in de pensionaten, overal. Vooral daar waar de
Intronisatie van het H. Hart heeft plaats gehad.
Laten wij, in deze maanden van voorbereiding
ook eens wat vaker, wat vurigere communiceeren
2. Offers moeten er gebracht worden Offers
in dezen tijd Ja, juist in dezen tijd, nu het offer
ons zwaarder, Gode aangenamer zal zijn. Hoe
mooi en buiten verwachting schitterend is het
jubileumfeest van Hare Majesteit onze beminde
Koningin geslaagd. Niemand is dan ook terugge
deinsd voor offers. Het volgend jaar zal het gel
den een feest voor den reeds eeuwen jubileerenden
Koning, voor Wiens H. Eucharistie wij nooit
genoeg kunnen doen. Gaarne moeten wij ons
geld offeren. Nog veel meer moeten wij tot wel
slagen van het Congres het offer van ons zelf
geven. Onze zin eens niet doordrijven, enz. Een
kleine versterving iederen dag zou zeer veel ten
goede uitwerken.
3e. Arbeid. Gewerkt moet er worden door ons
allen. We. moeten niet zeggen, daar zorgen ande
ren wel voor. Zoo we lichamelijk of zinnelijk
winst kunnen behalen laten we dat ook niet aan
anderen over. Het Comité van voorbereiding zal
werk te over hebben.
Neen, eensgezind moeten onze Roomsche man
nen en vrouwen de handen uit de mouwen slaan
(we veronderstellen, dat de dames nog mouwen
hebben). In deze voorbereidingsmaanden moeten
we schrijven over de H. Eucharistie-in de tijd-
chriften, niet minder in de dagbladen.
Treffen wij nu reeds maatregelen, om onze vpr-
ecnigingen met vaandels, vlaggen en zooveel
mogelijk rnenselien te doen opgaan naar de IJ.
Stede. Lezen we veel en doen we lezen over cle
H. Eucharistie. Spreken willen we er over door
in vergaderingen en bijeenkomsten, vooral ook in
particuliere gezelschappen de aandacht te vesti
gen op deze luisterrijke gebeurtenis. Een ware
Voldoening zullen wij het mogen noemen, zoo het
-1 ti ■■in nu ..i,i in—ui ■li i i nr
Congres mede door ons aandeel in de voorberei
ding, schitterender slaagt dan alle voorgaande.
Wanneer we alle kerken open wenschen te zien,
wanneer we erkennen moeten dat er betrekkelijk
nog weinig geloovigen de veelvuldige en dagelijk-
sche H. Communie in beoefening brengen, wan
neer we eindelijk er naar verlangen onzen Emma
nuel door de straten te dragen, dan moet nood
zakelijk eerst het geloof vermeerderen van allen,
die in de IJ. Eucharistie gelooven. „Adauge
fidem omnium in Te credentium
Dat geve het a.s. Eucharistisch Congres in de
Mirakelstad
Ginneken. W. J. A. de V.
dat hierover na beëindiging van het gerechtelijk
onderzoek het volle licht zal opgaan en dat,
indien inderdaad misstanden aangetoond wor
den, zonder aanzien des persoons zal wórden
recht gedaan.
I)e regeerSncj cn de departementen.
Het „Vad." schrijft:
„Het is merkwaardig, dat de oekase der Re-
geering' op de 'regeeringsdepartementen zelf
Weinig gezag heeft.
Er is, zooals men Weet-, de bezuinigingsoeka&e
afgekomen, die bijzondere verhoogingen in den
rang verbiedt. Waterstaat informeerde nog eens
bijzonder bij Financiën omtrent de uitvoering
van den maatregel en kreeg bericht dat een
herhaling en bevestiging van het verbod behels
de. Het hield er zich aan. Andere departementen,
waaronder nota bene Financiën zelf, deden alsof
er geen oekase bestond en brachten op de be
grooting velerlei posten, waarin de verboden
verhooging feitelijk Werd gecamoefleerd. De
zaak heeft de aandacht der Rekenkamer ge
trokken. Men voelt dat hierdoor niet alleen en
kele oogen worden gemaakt, maar ook de een
heid van het gezag verloren gaat. Er bestaat,
zoonis men Weet, een college van secretarissen-
generaal, dus een lichaam, dat die eenheid zoo
goed zou kunnen handhaven. De heeren komen
geregeld bij elkaar, bespreken vermoedelijk cle
zaken, maar gaan feitelijk ieder hun eigen gang.
,,De zaak schijnt thans ook de aandacht der
Regeering te hebben getrokken, want, naar wij
vernemen,, is de thesaurier-generaal van Finan
ciën aangewezen om een rapport uit te bren
gen over het college.
„Een tweede staaltje van die afwezigheid van
eenheid levert de instelling van presentielijsten.
De Regeering stelde presentielijsten voor de
ambtenaren in. Het eene departement heeft ze,
het andere niet en doet dus net of er nooit een
oekase daaromtrent is afgekomen."
Waar het. belastinggeld blijft.
Wij brengen, alléén aan Rijks directe belas
tingen (met inbegrip van successierecht) thans
jaarlijks ongeveer 265 millioen gulden op. Veel
meer dus dan in 1913 de gewone dienst der gan-
sehe Staatsbsgrooting kostte. Ongerekend de
indirecte heffingen, die wij in warenprijzen be
talen, ongerekend ook provinciale lasten en,
vooral, de hier en daar ontzaglijke gemeente
belastingen Ongerekend, bovendien het school
geld, dat op vele plaatsen geheel het karakter
(en den omvang) heeft gekregen van een tweede,
progressieve, gemeentelijke inkomstenbelasting,
geheven builen de Gemeentenet om. En in weerwil
van het feit, dat wij in onze Rijksbelastingen al
zoo geweldig veel moeten opbrengen voor het
onderwijs.
En die 265 millioen worden in hoofdzaak op
gebracht door nog geen 200.000 personen. Want
het belastingaandeel der inkomens van minder
dan 2000 is germg.
Die millioen en nu, die uit het kleine hoopje
menschen worden geperst, gaan voor 't grootste
deel, voor meer dan 200 millioen heen aan On
derwijs en Arbeid.
Ilct academisch ziekenhuis te Leiden.
Bij de opening van het nieuwe anatomische
laboratorium, dat deel uitmaakt van het lang
zamerhand berucht geworden complex der
ziekenhuisgebouwen te Leiden, heeft de Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
Dr. de Visser, een rede gehouden. Hij vermeldde
.daarbij o.a., dat de uitvoering der plannen voor
het ziekenhuis oorspronkelijk geraamd was op
5 millioen, maar dat het ten slotte reeds 15
millioen gekost heeft.
Alles was zooveel duurder geworden en tegen-
gdoopen en in de (in ruime mate geschonken)
critiek vond Zijne Excellentie behalve onbillijk
heid ook Veel onkunde.
Wij veroorlooven ons in verband hiermede de
opmerking, dat toch ook reeds geruimen tijd
gesproken wordt van ernstig wanbeheer bij den
ziekenhuisbouw en dat de schorsing van den
Rijksbouwkundige voor de gebouwen van on
derwijs toch ook in de eerste plaats hiermede
verband heet te houden.
De geheele aangelegenheid is thans blijkbaar
nog bij de justitie in onderzoek. Het verbaast
ons dan ook, dat Minister de Visser in het open
baar een dergelijk vergoelijkend oordeel uit
spreek:, en de geuite critiek bestrijdt. Hangende
het onderzoek door de justitie past het ieder
geen oord cel uit re spreken cn zeker geldt dit in
de eerste plaats voor een Minister van de Kroon.
In elk geval kan men nu nog niet spreken van
onbillijke en onjuiste critiek. Wij vertrouwen
pracht, gedoemd helaas weldra zijn praal te moe
ten laten vallen, maar toch in dit laatste tint-rijke
teeken van levenskracht niet minder schoon,
misschien nog schooner, dan in den aanvang en
in dc volheid van zijn bloei. Als door de gangen
en zalen van een wondermooi tooverpaleis,
kunstzinnig gestoffeerd met een kleurigen schat
van tapijten en fonkelend van zilveren, gouden
en diamanten rijkdommen, zoo wandelt ge er
langs zijn paden, omgeven door een haag van
schilderachtige, met zonneglans besproeide hoo
rnen en struiken. Alle beklemming van hart en
geest wordt hier verdreven, men ademt er met
ruime horst en laat zijn geest gaan langs natuur-
pracht naar wolken-gewemel, tot ver achter de
wereld omgevende onmetelijkheid, naar hcrnel-
êche regionen, waar troont de Maker Aan al de
aardsche heerlijkheid in ons onbegrijpelijke maje
steit.
En ga nu ook een anderen dag weer eens mede,
wanneer de herfst zijn tweede natuur toont in den
grilligen, onhebbelijken ,vorm van woeste storm
vlagen en zwiepende regenbuien een voorproefje
van den naderenden winter wordt u dan voorge
zet. Niet dan met groote moeite gelukt het den
Herwonnen Levenskracht.
Bovenstaande vereeniging heeft haar jaar
verslag uitgegeven. Als motto daarvoor is ge
nomen de zin, door een der Kamerleden bij de
behandeling der begrooting voor het Departe
ment van Arbeid, dienstjaar 1923, gesproken
„Uitgaven voor de volksgezondheid, mits goed
besteed, geven nut voor de geheele gemeenschap.
Zij geven besparing."
Het bestuur vond het noodig deze woorden
nog eens in herinnering te brengen.
Nu men alom doende is op alles en nog wat te
bezuinigen, komen ook de giften en gaven voor
„Herwonnen Levenskracht" en andere ver
eenigingen in het gedrang. En toch, juist in dezen
tijd heeft men daar meer hulp noodig dan anders,
omdat juist in dezen tijd ook meer hulp moet
worden verstrekt.
Een klein overzicht mag dat duidelijk maken.
In het jaar 1922 kwamen bij „Herwonnen
Levenskracht" 335 aanvragen binnen om hulp
Dat was met de 282 patiënten, die nog op hulp
wachten, tezamen 617 patiënten, die geholpen
moesten worden.
Stellen we nu eens de gemiddelde verpleeg-
duur voor eiken patiënt op 6 maanden, ik geloof
niet dat dit te ruim gerekend is,en den verpleeg-
prijs op 3.- gemiddeld, ook dit is niet te hoog,
dan zouden we om die 617 patiënten te helpen
reeds 617 X 3.— X 180 dagen 333.180.—
noodig hebben.
Bijna 31/., ton gouds.
Zoo groot zijn de inkomsten van „Herwonnen
Levenskracht" helaas niet. Bij lange na zelfs
niet.
Dit blijkt alweer het beste, als we de cijfers
voor 1922 nagaan, het jaar. waarvan in het
verslag gezegd wordt, dat het 't beste jaar is
voor de verpleging, zoolang „Herwonnen Levens
kracht" bestaat.
Er werden uitgezonden in 1922 45_ mannelijke
en 5 vrouwelijke leden, 34 vrouwen van leden en
187 kinderen. Dat is tezamen 271 patiënten. Aan
deze patiënten werd voor verpleging uitgegeven
138.655.Voorwaar geen klein bedrag, doch
toch nog bij lange na niet zoo groot als het be
stuur voor de verpleging van al hare patiënten
noodig heeft.
En nu de mogelijkheid dit te bereiken. V erder
in het verslag wordt dit door het bestuur aan
gewezen.
Een verhooging der contributie voor alle leden
van 2 cent per week voor „Herwonnen Levens
kracht" zou uitkomst kunnen geven.
kordaten wandelaar zijn weg te vervolgen, met
alle macht moet hij zich tegen den krachtigen
drang van het ongure, onstuimige .weer inwer
ken en met den wind en regen vliegen tegelijk
afgerukte, in kringen voortgejaagde bladentros-
sen op hem aan en om hem heen. Nog zoo pas
prijkten ze als schoone pronk zacht ruischend aan
even bewogen takken, nu worden ze gewenteld
en gesard, ^otdat ze vernield in hoeken en plas
sen blijven liggen, om hun zekeren ondergang
af te wachten.
De geheele natuur geraakt langzamerhand
van streek en al wachten ons nog wel dagen van
aangename zonne-overwinningen, toch wordt 't
ons dan des te duidelijker, dat ook de herfst-
schoonheid vergankelijk is en er weldra het fa
tale einde zal zijn in den overgang naar den
harren wintertijd.
Een opwelling van somberheid komt dan in
ons op, andere treurige gedachten dringen zich
er om heen, de dag van Allerzielen rijst op voor
den geest, de gedenkdag van zoo droevige feiten,
in 't midden van den herfst. Stil biddend betreden
véle het kerkhof, waar dc zoo onmecdoogend dooi
den dood weggerukte dierbaren nu liggen, diep
onder zerken in donkere aarde. Wind en weer
gaan hier hun vrijen gang en koelen vrij hun drift
om alles boven en onder den grond te vernielen,
maar 'niet, om dèt te verhinderen, zijn zoo velen
gekomen ze kunnen immers de macht der na
tuur niet tegenhouden, doch wel kunnen zij bid
den, dat God de onsterfelijke zielen, die uit de
hier rustende lichamen zijn heengegaan, met
spoediger bevrijding van alle kwellingen en
pijnen van het schrijnend-louterend vagevuur
begenadige. Het feest van Allerheiligen groept
zich ook bij deze gedachten en schoon doemt er
op het drievoudig geheel van strijdende, lijdende
en Zegevierende Kerk
Wij, op de wereldtobben en kampen mctaller-
lei wederwaardigheden van dit leven, dc zielen
in '1 vagevuur lijden om hun vele tekortkomingen
in dien aardscben strijd, maar zalig is de troost,
te weten,dat achter de wolken de Zon der hoop,
d>' Zon van het eeuwige geluk blijft stralen, in
wier warmte de heiligen zich r-ceds verlustigen
en waaraan zij vurig verlangen de zielen in 't
louteringsvuur en ook ons deelachtig te maken.