47ste Jaargang.
Zaterdag 7 Juni 1924.
No. 19966
BureauKOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85 Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per
post 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer
met Officieel Kerkbericht 10 ets.
Advertentiën: 15 regels 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Gratis-Ongevallenverzekering f 500 bij levenslange geheele invaliditeitf 200 bij verlies van een hand, voet of oog f 200 bij dood f 200 bij verlies van een
duim; f 60 bij verlies van een wijsvinger; f 15 tij verlies van eiken anderen vinger. Pe verzekering wordt gewaarborgd door de Holl. Algem. Verz.bank te Schiedam
Dit nummer bestaat uit twee bladen
TWEEDE BLAD.
Binnenland.
Het nieuwe kiesreglement.
„Het Huisgezin" geeft nog de volgende
beschouwing
Eén ding staat vastdat geen enkele denk
richting onder ons, geen afwijkende groep, geen
ontevreden fractie meer reden kan hebben, zich
buiten het groote katholieke verband te houden.
Om twee redenen niet.
Vooreerst niet, omdat een hoogstaande com
missie het politiek advies vaststelt.
En op de tweede plaats niet, omdat men de
veiligheidsklep der vrije candidaten heeft.
.De commissie van advies heeft een ongemeen
zware taak.
Onze beste menschen op allerlei terrein moeten
daarin zitting hebben.
Onze beste menschen uit het oogpunt van
onafhankelijkheid, zelfstandigheid, onbaatzuch
tigheid, daarnaast van ruim inzicht en groot
rechtvaardigheidsgevoel.
Indien we door een voorbeeld onze bedoeling
mochten verduidelijken, zouden we willen zeggen
dat een man als professor Steger zeker in de
commissie van advies zitting zoo moeten hebben.
Deze commissie staat niet voor de taak, een
politiek advies samen te stellen, dat allen be
vredigt dit is een onmogelijkheid maar
voor de opdracht, een advies te geven, dat én
als geheel, en in zijn onderdeelen ons een uit
stekende samenstelling van onze Kamerfractie
waarborgt en rekening houdt met de verschei
denheid in geaardheid, welke men in de onder
scheidene deelen van ons land aantreft.
Voor zoover het kan, moet de commissie van
advies niet de „vrije" candidaten overbodig
maken dat kan ze niet, vermits al de voor
gedragen candidaten, die niet geadviseerd wor
den, persé vrije candidaten zijn, maar de
serieuze vrije candidaten.
De kiezers kunnen in deze richting mede
werken door niet. te gemakkelijk, bij wijze van
sport, of om een in beperkten kring en in zijn
functie verdienstelijk man 'n plezier te doen,
candidaten voor te dragen.
Ze moeten door middelmatigen en minder
dan middelmatigen voor het front te brengen,
de taak der commissie van advies niet ver
gemakkelijken, die dezulken onmiddellijk en
onverbiddelijk schrapt ze moeten de advies
commissie voor een moeilijke keus stellen.
In het algemeen zouden we dit willen zeggen
met een theoretisch volmaakt reglement bereikt
men het beoogde doel niet, indien onder hen, die
leiding te geven en leiding te volgen hebben,
niet de goede geest wordt aangetroffen en om
gekeerd zal een reglement, waarop men af te
dingen vindt, geen slechte uitkomst behoeven
op te leveren, indien onze katholieke kiezers
gemeenschap inderdaad een gemeenschap in
den vollen zin van het woord is.
en moet Dh. Schaper trachten ze er uit te praten.
Dat is meer Scbaper's stiel, zooals men zichuit
1918 herinnert. Maar het is een zware karwei en
een ondankbaar baantje. Ook thans lukt het
niet.
Helaas, de zaak is moeilijk. Het praten is
Dh. Schaper wel goed gelegen, maar thans faalt
hij. De fractie heeft besloten, alle „demagogie"
manhaftig te weerstaan. Maar men kan niet
weten als het anders moet, zal ze ook wel de
manhaftigheid laten schieten. Men moet het
maar zeggen, als de Partijraad anders wil, is het
ook goed
Inmiddels doet Dh. Schaper zijn best om dien
Partijraad gunstig te stemmen. Hij laat weer
de Koningin en de Minister paradeeren, die wel
10 pCt. offeren maar toch nog heel wat meer
overhouden dan de Kamerleden Hij haalt al
de andere hobbelpaardjes van stal, als daar zijn
de uitgaven voor oorlog, burgerwacht, militaire
politie, enz. enz. En last not least, hij vertelt
de enormiteit, dat de kortingen op de schade
loosstelling worden afgedaan „ter wille van den
financieelen toestand, door anderen (niet S. D.
A. P.-ers) hoofdzakelijk geschapen!'
Is ie goed, of niet Als er sprake is van kost-
baie sociale wetten, hooge salarissen en tutti
([uanti, dan heeft de S. D. A. P. alles gedaan.
Maar als het gaat om het tekort, door de hooge
uitgaven veroorzaakt, dan hebben „anderen"
dat veroorzaakt
En dat zegt Dh. Schaper, wel eens de nuch
terste en meest waarheidlievende onder de
S. D. A. P.-ers genoemd 1 Wat moet er dan wel
van het dorre hout geworden
Eigenaardig.
In de „Tribune" lezen we de volgende waar
schuwing
Wij waarschuwen nogmaals alle afdeelingen
en partijgenooten den Duitscher Thoormeijer
geen onderdak, geen eten en geen geld te ver
strekken.
De man, die zich met papieren als Duitsch
partijgenoot legitimeert, bestal de Hollandsche
partijgenooten, die hem hielpen, in Rotterdam
en is nu afgezakt naar Eindhoven. Wij waar
schuwen dus de Limburgers in het bijzonder.
Het zijn geen halve maatregelen, die men
in de communistische gemeenschap tegen dezen
broeder-in-den-geloove neemt en dat
louter omdat hij de socialistische theorie in
praktijk brengt.
Want sinds wanneer is „eigendom." geen
„diefstal" meerj?
Zelfs bij de communisten (hoe vloekt dit
woord met „geen onderdak, geen eten
schijnt ten slotte de natuur boven de leer te gaan.
Schaper op zijn slechtst.
Reeds meermalen is gebleken, dat het S. D.
A. P. leelijk verlegen zit met het vrijwillig aan
bod der meeste Tweede Kamerleden, om 10 pCt.
van hun schadeloosstelling ten gunste dei-
schatkist af te staan.
Hoe ze in den piepzak zitten, toont nu dubbel
en dwars een artikel van Dh. Schaper in het
i,Volk!'. De schrijver is bijzonder gevoelig
en uit zijn verhaal blijkt, dat de heele Kamer
club dat is voor den indruk, dien 't niet mee
doen aan die bezuiniging op den kiezer moet
maken. Hij heeft het dan over „de dema
gogie, welke reeds bedreven is en nog bedreven
zal worden tegen de S. D. A. P., als haar kamer
leden aan deze politieke offerande niet willen
meedoen tot schade van de schatkist
Wat je maar „demagogie" noemt. Als de
S. D, A. P. nooit erger demagogie bedreef, zou
het nog al schikken.
Om aan die „demagogie" te ontkomen, heeft
de S. D. A. P.-sche Kamerclub een en andermaal
beraadslaagd. Bij wijze van compromis was
overeengekomen, dat allen 5 percent zouden
offeren
„In de soc.-dem. Kamerfractie was éen sterke
strooming, om zich men kan het een zwak
heid noemen uit politiek oogmerk niet te
onttrekken, mits dan ook alle Tweede Kamer
leden gelijkelijk zouden handelen."
Ziezoo de S. D. A. P. dacht nu mooitjes beide
klippen van Scylla en Charibdis te zijn ontzeild
maar helaas, daar waren zoowaar spelbrekers
m de Kamer, die niet gezind bleken om niet
10 maar slechts 5 pCt. te offeren, alleen om de
S. D. A. P. uit de penarie te helpen.
De S. D. A. P. heeft toenVnaar weer opnieuw
de hoofden bij elkaar geroepen om andermaal
licht te ontsteken in de zeer moeilijke affaire
maar men kon het niet eens worden er was
geen meerderheid meer te vinden om met de
afdracht mee te doen.
Ende zoo zit de S. D. A. P, leelijk in den put
tien in België". Professorale onzin of niet
P.S. Ik woon reeds meer dan een jaar in
België, en kan als mijn indruk mededeelen, dat
ér geen vreedzamer volk bestaat dan het Bel
gische. Zelfs van de wrok tegen de Duitschers
bespeurt men weinig meer. Op vele lagere scho
len wordt zelfs de Duitsche taal onderwezen,
(b.v. te Luik).
Daar ik beter Duitsch dan Fransch spreek,
converseeren velen hier, die geen Vlaamsch
kennen, met mij inhet Duitsch. Te Arlon
worden zelfs retraites gegeven in de Duitsche
taal, in het klooster der E. E. P. P.-Jezuieten.
Liturgie.
„Kathedcr-onzin.
De heer Hettema schrijft in de „Resb."
Ik sprak onlangs over „Katheder-onzin",
d.W.z. dwaasheden door professoren op het
college gedebiteerd. Een recent voorbeeld, maar
nu niet op het college, doch in een weekblad,
werd geleverd door prof. Brugmans, hoogleeraar
in de Geschiedenis aan de Universiteit te Am
sterdam.
In de „Amsterdammer" vertelt hij oyer een
reisje, pas gemaakt door België en zegt dan o.m.
het volgende
„Het (Belgische volk) is sterk gewapend
tegen één soldaat in ons land, ziet men er tien
in België. Dat is op zich zelf al voor Nederland
een reden, om niet te spoedig over te gaan tot
ontwapening, zooals welmeenende idealisten en
politieke vernuftelingen ons niet nalaten aan
te raden."
Nu zal menigeen het een wonderlijke manier
van doen vinden, om, als men weten wil hoeveel
soldaten een land onder de wapens heeft, af te
gaan op het toeval op de toevallige omstandig
heid, hoeveel soldaten men „ziet," als men een
poosje in dat land.rondreist. Mij dunkt, het ware
toch wel zoo gemakkelijk en ook wel zoo secuur,
van bevoegde zijde (b.v. van het Ministerie van
Oorlog of van een deskundig officier) te weten
te komen hoeveel troepen België in actieven
dienst heeft. Niet alzoo onze professor. Hij gaat
liever af op de toevallige omstandigheid, of hij
veel of weinig Belgische soldaten op zijn reisje
ontmoet en bouwt daarop zijn conclusies niet
alleen, maar werpt zich zelfs op tot raadgever
in militaire zaken en spot met „welmeenende
idealisten en politieke vernuftelingen."
Nu, als een „ver nuf teling" heeft de heer
Brugmans zich in deze zaak zeker niet doen
kennen zijn geheele betoogje is zelfs gespeend
aan alle vernuft.
De lezers weten, dat België op het oogenblik
nog geen 50.000 man in actieven dienst heeft,
benevens 20.000 in het bezette gebied van
Duitschland, welke laatste voor een reiziger in
België natuurlijk niet meetellen.
Volgens den heer Brugmans zouden er in
Nederland 1/10, dus nog geen volle 5000 man
onder de wapens zijn, wat wel niemand gelooven
zal.
„Tegen één soldaat in ons land ziet men er
PINKSTEllEN.
Voor al te velen is „Pinksteren" niet het Hoog-
feest der kerk, zooals het wezen moestDoor
het doordringen van het moderne ongeloof is
het geworden voor de wereld een zomerfeest,
en niet weinigen, ook onder de katholieken,
schijnen er niet veel beter van te weten, 't Is
ook niet voldoende vandaag zich alleen te her
inneren het geschiedkundige feit dat op den eer
sten Pinkstermorgen te Jerusalem plaats had,
dat de H. Geest nederdaalde over de verzamelde
Apostelen, dan zouden we te veel denken aan
een bijzondere bevoorrechting dier leerlingen,
vergetend, dat zij slechts de eersten zijn geweest
van de niet eindigende rij van Christenen aan
wien de H. Geest zich geheel en al wil nederleg-
gen in zijn zevenvoudige gaven. Dat is ook wat
de liturgie van het Pinksterfeest ons leert. Ze
verhaalt ons het geschiedkundig gebeuren om
daaruit te komen tot de mededeeling des H.
Geestes en zijn inwoning bij ieder van ons. En
dan moet de groote omvorming van de zwakke
visschers van Gallilea tot wcreldbeheerende
Apostelen ons verlangen vermeerderen naar de
„kracht des Allerhoogsten", die ook komen moge
over ons. En het optreden der Apostelen doet
ons denken aan ons eigen geloofsleven en al zijn
ze geringer, ook wij hebben moeilijkheden, ook
wij gevoelen strijd daardoor groeit in ons
het behoefte gevoel naar steun van boven
en ons vertrouwen doet ons bidden om den H.
Geest, die mannen, welke menschelijk gesproken
zoo absoluut ongeschikt waren heeft' klaarge
maakt voor een werk waar de geheele wereld
over verbaasd moet staan. Die gedachte mag
ons geen oogenblik verlaten enen domino
factum estdoor den Heer is dat werk gedaan.
En wat die H. Geest heeft gewerkt in de Aposte
len, dat zal hij ook uitwerken in ons, als wij ons
hebben waardig gemaakt zijn zevenvoudige
gave te ontvangen.
Zoo stelden we tegenover elkander het werk
des II. Geestes in de algemeene kerk, vertegen
woordigd door de twaalf Apostelen, en het werk
des IJ. Geestes in de ziel van ieder geloovige.
Maar we moeten ook denken aan de leiding
Gods, die blijvend zou zijn in Zijn kerk „Zie
ik ben met u tot aan het einde der wereld."
Dat. wil zeggen dat de H. Geest blijvend in de
kerk woont, dat Zijn hemelwijsheid haar ver
stand verlicht, dat Zijn goddelijke liefde haar
verwarmt. En als we dan de eeuwen der kerk
geschiedenissen onzen geest laten voorbijgaan
dan zien we voortdurend, hoe de Geest des
Allerhoogsten werkzaam bleefdat bij schijn
baren ondergang de kerk steeds triupheerdeen
i in blijvende jeugd thans voor ons staat, onover
wonnen, onverwonnen en onverzwakt, onver
winbaar wijl ze is uit God. En dat moet ons be
moedigen vandaag. We zien zoo dikwerf de
gevaren die der Kerke dreigen van allen kant
we zien het toenemen van ongeloof en zede-
bederf en dan kan 't ons benauwd worden om
't harte Maar denken we aan het ecce praedixe
vohis ziet ik heb het u voorzegd opdat ge niet
zoudt onstellen als het gebeurt. Voor wie van
goeden wil zijn is de eindoverwinning, want God
verlaat zijn kerk niet en zij meer dan ieder geloo
vige afzonderlijk kan 't St. Paulus nazeggen „als
ik zwak ben, dan juist ben ik oppermachtig."
Danken we vandaag God voor de mededee
ling des H. Geestes danken we Hem voor het
stichten van zijn kerk en voor de groote eer
dat wij daar leden van mogen zijn. Bidden we
Hem uit dankbaarheid voor eigen ontvangen
gunsten, dat de waarheid des H. Geestss de
dwalende wereld moge beheeren dat de liefde
des H. Geestes den haat der wereld moge ver
winnen. Vragen we dat de eindoverwinning,
aan de waarheid beloofd, door den Geest Gods
nioge bespoedigd worden.
door een geruisch gewekt. Hij dacht aanvan
kelijk aan inbrekers en greep een revolver,
spoedig bleek hem, dat zijn vrouw zich in de
badkamer had opgesloten. Daar hij vreesde,
dat zij weer een poging tot zelfmoord zou
doen, gelastte hij haar de deur te openen.
Zij ontgrendelde deze, doch drukte met den
schouder er tegen, terwijl haar man poogde ze
open te duwen.
In zijn zeuwachtigheid dacht de dokter er
niet aan, dat hij den revolver nog in de hand
hield
Plotseling ging er een schot af. De kogel
ging dwars door de deur heen en drong van
boven af in het hart der vrouw, die dood in-
eenzonk.
De dokter meldde zich onmiddellijk zelf bij
de justitie aan. Een onderzoek wees uit, dat
de feiten zich moesten hebben toegedragen,
zooals de dokter had gezegd. Deze bleef op
vrije voeten.
Het lijk der vrouw werd in beslag genomen
en ter schouwing naar Berlijn overgebracht.
De nieuwste truc! Een juweliertje te
Toulouse is dezer dagen op een origineele wijze
opgelicht voor een bedrag van ruim 40.000
francs aan diamanten. Eiken avond neemt de
man zijn kostbaarste winkelgoederen mee naar
huis, daar hij niet in zijn zaak woont, en hij
brengt ze den volgenden morgen terug.
Zaterdag jl. nu opende hij juist zijn winkel
deur, om naar zijn woning te vertrekken, toen
een vreemdeling, die een mand eieren droeg,
aan kwam loopen. Hij gleed vlak voor de win
keldeur uit, trachtte zijn evenwicht te her
stellen en zwaaide daarbij zoo goed met zijn
volle mand, dat de inhoud op de deurmat te
recht kwam, en daar een reuzen omelet vorm
de. De vreemdeling putte zich uit in veront
schuldigingen, en verzocht den winkelier drin
gend hem een blik, een dweil en een emmer
water te halen dan zou hij zelf alles schoon
maken.
De juwelier voldeed aan zijn herhaald ver
zoek en ging naar het achter den winkel ge
legen vertrek, om de gevraagde schoonmaak
artikelen te halen. Hij liet zijn taschje met de
kostbare winkelgoederen zoolang staan. Toen
hij terug keerde, was wel de omelet nog aan
wezig, doch de vreemdeling. en het taschje
waren verdwenen, en in geen velden en wegen
te zien. De politie zoekt reeds dagenlang te
vergeefs naar dezen sluwen dief.
Gemengd Nieuws.
Vliegongeluk. Een marine-vliegtuig
is bij Tokio ten gevolge van een ontploffing ver
ongelukt. De vijf inzittenden werden gedood.
Familie-drama. Een geneesheer, die
een villa bij Berlijn bewoont, had een zenuwzieke
vrouw, die reeds tot tweemaal toe gepoogd had.
met gas en eenmaal met een scheermes zich het
leven te benemen.
Dezer dagen werd de dokter des morgens
De geest van verwildeing in
Duitschland. Onder den titel „De
moord-atmosfeer", deelt de Berlijnsche red. van
de „Msb." sombere feiten mede over den geest
van verwildering, welke thans in Duitschland
heerscht.
De Duitsche atmosfeer is op het oogenblik
met moord en doodslag verzadigd.
Naar aanleiding van den eisch om een aan
tal gevangen communistische afgevaardigden op
vrije voeten te stellen, las afgevaardigde Loebe
een lange rede voor, waarin het rapport van den
ter zake gehoorden officier van justitie verwerkt
was.
Dat rapport druipt eenvoudig van aan
slagen, wapens, bommen, granaten, dynamiet,
cholera, typhusbacillen, enz., alle zaken, welke
door de communisten grootendeels bijeengesto-
len waren en dat niet om er mee te spelen.
Tezelfder tijd gaf de openbare aanklager in
het proces-Thorman een overzicht over het tot
nu behandelde. Hij bezag de zaak, zooals hij
zeide, alleen van cultuur-historisch standpunt,
en in dien vorm bood zij een schouwspel van
verwildering aan, zooals alleen nog maar de 30-
jarige oorlog opgeleverd heeft. Een uitspraak is
nog niet gevallen, maar beschuldigers, getuigen
en beklaagden staan allen zoowat op hetzelfde
zeer lage niveau.
Intusschen heeft luitenant Ankerman, die
Maximiliaan Harden volgens zijn zeggen, alleen
maar een pak slaag had willen toedienen, maar
daarbij zoo hardhandig te werk ging, dat Harden
zijn leven slechts aan zijn bijzonder harde haar
soort te danken heeft,6 jaren tuchthuis tegen zich
hooren uitspreken. Terwijl de rechter daarmee
bezig was vond de politie den 17-jarigen moor
denaar van een anderen 16-jarigen knaap,
die Zondag j.h, ook al om politieke redenen, werd
neergelegd, terwijl een andere afdeeling van de
politie den moord op den heereboer Paschke tot
klaarheid bracht.
Inmiddels duren de onderzoekingen voort
over de communistische plannen bij gelegenheid
van de garde du corps-feesten te Potsdam met
bommen te werpen. Het aantal gearresteerden
is van 12 tot 21 geklommen en naarmate dat
aantal stijgt, schijnt ook de omvang dat van het
conflict zich uit te zetten. Gisteravond wist het
„Acht Uhr Abcndblatt" mede te deelen, dat een
deel dezer samenzwering er ook op gericht was
Noske uit den weg te ruimen.