vetartikelen op een dwaalspoor te brengen, en het. bovendien niet aangaat, dat op de post stukken der boterbereiders tegen hun wil door een overheidslichaam een reclame als deze wordt geplaatst, verzoeken wij uwe excellentie beleefd, deze reclame uit het poststempel te doen verwijderen. Een afschrift van dit adres heeft genoemd bestuur aan den minister van binnenlandsche zaken en landbouw gezonden, waarbij het ge schreven heeft Het komt ons voor, dat deze reclame de gren zen der welvoeglijkheid ver overschrijdt, en wij verzoeken Uwe Excellentie beleefd, ons verzoek bij den minister van waterstaat te ondersteunen en al die middelen aan te wenden, welke tot inwilliging ervan kunnen leiden. Uit de verwarmingsnijverheid. De onderhandelingen tusschen werkgevers en werknemers in de verwarmingsindustrie, die naar aanleiding van aan de Haagschè werkgevers gestelde ultimata gevoerd zijn, hebben, aldus het Volk, tot het resultaat geleid, dat de bestaan de overeenkomst tot 1 April 1925 wordt verlengd. De actie zal worden voortgezet bij de ongeor ganiseerde werkgevers. Dc Koopvaardij Orde. De vereeniging, Het Nederlandsche Zeewezen te 's-Gravenhage heeft voor diensten van op offering en beleid ingesteld een eereteeken voor zeelieden van de handelsvloot, genaamd De Koopvaardij Orde. Deze orde, bestaande uit een officieele oorkonde en een gouden, zilveren of bronzen draagmedaille aan rood-wit-blauw lint, kan wórden uitgereikt aan gezagvoerders, offi cieren en verdere schepelingen van koopvaar dijschepen onder Nederlandsche vlag, indien de zeelieden zich door bijzondere diensten hebben onderscheiden. Perm. Hof van Intern. Justitie. In een openbare zitting van het Perma nent Hof van Intern. Justitie is gistermid dag voorlezing gedaan van het advies, dat het Hof aan den Raad van den Volkenbond heeft uitgebracht over de volgende vraag „Hebben de voornaamste geallieerde mogend heden door het besluit van de gezantenconferen tie van 6 December 1922 ten aanzien van de grens tusschen Albanië en het Koninkrijk van de Servcn, Kroaten en Slovenen bij het klooster van St. Naoum de opdracht uitgeput, zooals deze is erkend door de belanghebbende partijen en welke opdracht is neergelegd in de eenstemmi ge resolutie van de vergadering van den Vol kenbond van 2 October 1921 Het Hof blijkt deze vraag bevestigend te heb ben beantwoord. Henri Polak en de A.N.D.B. Uit een artikel van Henri Polak in het gister verschenen weekblad van den A. N. D. B. (getiteld Wat bezielt onze leden toch „Indien de leden niet langer geloof hechten aan onze woorden, indien zij ons houden voor vadsige plichstverzakers, voor handlangers der juweliers, voor laffe lijntrekkers, zooals velen schijnen te denken en sommigen vierkant zeg gen, dan moeten zij een einde maken aan de bestaande verhoudingen. Indien zij de overtui ging toegedaan zijn, dat een aanvallende bewe ging tot het verkrijgen van loonsverhooging mogelijk is en slagen zal, dan moetèn zij de noodige maatregelen nemen om deze mogelijk te maken en de leiding toevertrouwen aan men- schen, die er evenzoo over denken als zij en die hun dan wel het verwachte heil zullen brengen. Ik voor mij zal zeer zeker het welzijn der diamantbewerkers niet in den weg willen staan. Als men in dert Bond de overtuiging toe gedaan is, dat hoogere loonen, gunstiger ar beidsvoorwaarden, meerdere welstand, ruimer levensbestaan, bereikbaar zijn, indien ik er maar niet ware om dat alles tegen te houden, dan zal ik mij zonder rancune verwijderen van de plaats, die ik niet langer behoor in te ne men en mijn beste wenschen zullen de her nieuwde activiteit en den nieuwen aanvoerder vergezellen. Lucht moet er komen. In dc benauwde at- mosteei, zoo besluit de heer Polak, die over onze organisatie hangt, kunnen wij niet blijven voortleven." De levcnsmiddelcncredieten aan Duitschland. Uit Berlijn wordt ons geseind, dat ministe rial-director Von Stookhammcr naar Den Haag is vertrokken, om hier te onderhandelen over het liquide maken van de Nederlandsche levens- middelencredieten. Een ieder wordt geacht de wet te kennen. Onder dit hoofd schrijft de „N. Rott." Wij hebben een dezer dagen eindelijk weer eens een „Offieieële" Regeeringsmededeeling ontvangen. Zij had betrekking op de door de Directie van de Kunstzijdefabriek te Arnhem- Ede in uitzicht gestelde invoering van het drieploegenstelsel. Het is wel sterk, dat de Regeering het noodig acht van de zeldzame „officieele" berichtgeving gebi uik te maken om den inhoud van wettelijke bepalingen in herinnering te brengen. En dit niet alleen ten behoeve van den „Man in the stroef", o, neen juist ter voorlichting van hen, die geacht mogen worden de totstand- koming van onze wetten geregeld te volgen. Niemand minder dan de heeren Idenburg, lid van de Eerste Kamer en tijdelijk voorzitter van het centraal comité van de A R. partij en Schokking, lid van de Iweede Kamer en voor zatter van de Chr. Historische partij hebben den minister van arbeid verzocht de aan de Nederlandsche Kunstzijdefabriek verleende ver gunning in te trekken. Dit voorval geeft een duidelijke illustratie van den toestand, waarin wij door onze keuro- manie geraakt zijn. Zelfs onze politieke voor mannen, leiders als Idenburg en Schokking, zijn met de hoofdbepalingen eener wet niet op de hoogte. En hierbij blijft het niet. De partij besturen, namens welke zij rekwesteeren, volgen zelfs niet eens het voornaamste van wat in de pers over de toepassing van wetten, welker toepassing zoozeer hun belangstelling heeft, wordt gepubliceerd. Ware dit anders, de C. H. en A. R. partij besturen zouden uit een op 19 Augustus 1924 in „Het Volk" gepubliceerd artikel hebben kunnen leeren, dat, de huidige wettelijke be palingen de door de directie in uitzicht gestelde Zondagsarbeid reeds toelaten. Hoe het zij, de noodzakelijkheid van een officieele voorlichting over den inhoud van Arbeidswet en werktijdenbesluit ten behoeve van dé heeren Idenburg en Schokking toont wel aan, dat zelfs Kamerleden geen notie hebben van den omvang en inhoud van de huidige wette lijke voorschriften. Invordering der Rijksbelastingen. Een wetsontwerp is ingediend tot wijziging van de wet op de invordering van 's Rijks directe belastingen. De moeilijkheden, die in de laatste jaren bij de invordering van 's Rijks directe belastingen worden ondervonden, hebben tot een grooten achterstand geleid, aldus de Memorie van Toe lichting op dit ontwerp. Opdat die achterstand zoo spoedig mogelijk zonder uitbreiding van personeel kunne worden ingehaald, is het noodig, dat de bij de invordering gevolgde werkwijze wordt vereenvoudigd. Die vereenvoudiging zal eensdeels kunnen worden verkregen door wijzi ging van administratieve voorschriften, anders- deels door het aanbrengen van enkele wijzigingen in de wet van 22 Mei 1843. Het onderwerpelijke wetsvoorstel heeft ten doel vermindering van het aantal vervolgingsstukken, door de thans bij art. 13 der wet voorgeschreven aanmaning te doen vervallen, alsmede vereenvoudiging van enkele der bij de executie van dwang bevelen in acht te nemen formaliteiten. Het komt een en andermaal voor, dat be lasting van lieden, die zich buitenslands bevin den en wier verblijfplaats niet bekend is, ver jaart. Daarom worde op de regeling van de verjaring een uitzondering gemaakt op dezelfde wijze als dat is geschied voor de vermogens belasting. (De tijd, gedurende welken de belas tingschuldige zich metterwoon buiten het Rijk bevindt, telt voor de verjaring niet mede). Volgens de bestaande regeling ontvangt de belastingschuldige, die in gebreke blijft, het verschuldigde op den vervaldag te betalen, een waarschuwing, en als rfij daaraan geen gevolg geeft, nog een aanmaning om binnen drie dagen te betalen. Eerst daarna kan tot het uitvaardigen en beteekenen van een dwangbevel worden overgegaan. Daar het om practische redenen niet mogelijk is, de vervolgingsstukken met een tijdsruimte van slechts drie dagen op elkander te doen volgen, is het voor vele belastingschuldigen loonend, met betalen te wachten tot de ont vangst van een aanmaning, betgeen rente verlies voor den Staat beteekent. Het aantal belastingschuldigen, die ook aan de aanmaning geen gevolg geven en een dwangbevel afwachten, wordt evenwel steeds grooter. De geringe waarde, die het zenden van twee vervolgingsstukken heeft, moge blijken uit een overzicht van het aantal in 1923 te Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage en Utrecht opgemaakte waar schuwingen, aanmaningen en dwangbevelen. Uit dit overzicht blijkt, dat het aantal aan maningen 61 pCt. bedroeg van bet aantal waar schuwingen en voorts, dat van de 743.878 per sonen, Legen wie vervolging werd ingesteld, er 289.019 of 39 pCt. betaalden na de waarschuwing en 171.885 of 23 pGt. na de aanmaning, terwijl tegen 282.974 personen of 38 pGt. een dwang bevel moet worden uitgevaardigd. Op grond van het vorenstaande is de minister van oordeel, dat de waarschuwing behoort te worden afgeschaft. Voor de belastingschuldigen zal die afschaffing geen bezwaar opleveren indien, zooals wordt voorgesteld de termijn van drie dagen, in de aanmaning genoemd, tot tien dagen verlengd wordtvoor de belasting administratie beteekent zij een belangrijke be sparing van arbeid, die er toe zal bijdragen, dat de vervolgingen voortaan tijdig en regelmatiger zullen kunnen plaats hebben. Ten slotte wordt bij administratief voor schrift den deurwaarder de bevoegdheid ge geven om den persoon, tegen wien beslag is gedaan, ook zonder diens bewilliging als be waarder aan te stellen, alsmede om zich des- verkiezende niet door getuigen, of door slechts één getuige te doen bijstaan. Voor den belasting schuldige levert de voorgestelde regeling, waar door hem het loon van den bewaarder en van één of twee getuigen wordt bespaard, financieel voordeel op. Vergunningen en verloven. We lezen in „Cegedisco" Gedeputeerden der verschillende provincies brengen jaarlijks aan de Provinciale Staten een verslag uit, waarin ook bijzonderheden zijn aan te treffen aangaande het aantal vergunnings verlof-inrichtingen in elke provincie. Het secretariaat der Centrale Gedistilleerd Commissie heeft uit de verslagen van Gedepu teerden over het jaar 1924 die bijzonderheden verzameld cn wij zijn in staat ze onze lezers aan te bieden. We laten dan volgen een staat van het aantal inrichtingen waar op 1 Mei krachtens vergunning sterke drank in het klein werd verkocht verge leken met het jaar te voren. Daarbij dient te worden opgemerkt dat deze opgaven niet alle het zelfde jaar betreffen; zij loopen deels over 1923 deels over 1924. En hetzelfde geldt ook de verdere opgaven. Z.-Holland 185 3195 1538 47 1924 Utrecht 72 706 348 23 1923 Zeeland 109 971 340 28 1924 Drente 34 636 268 6 1923 Friesland 143 824 383 19 1924 Limburg 121 1859 661 19 1924 N.-Brabant 168 2744 1239 33 1923 N.-Holland 129 2763 1345 41 1924 Overijsel 160 1224 602 31 1923 Groningen 57 1239 549 32 1924 Gelderland 115 2104 995 11 1923 De beteekenis van deze statiestiek is tweëerlei. Allereerst toont zij aan dat het een dwaling is, wanneer men meent dat het aantal vergunningen van vóór 1904 zoo gering zou zijn. Het aantal blijft stellig niet veel beneden de helft van het totaal der bestaande vergunningen. Doch tevens kan men zich nu een denkbeeld maken van wat Plaatselijke Keuze in de toe passing zou kosten, los van het derven van het vergunningsrecht voor de gemeenten (zie het volgende staatje) Volgens de wet-Rutgers zou den houder eener vergunning van vóór 1904 bij opheffing van een lijfrente worden verzekerd ge lijkstaande met zijn verdiensten van het laatste jaar. Als men nu ruw weg 't aantal vergunningen van vóór 1904 op 8000 schat en de gemiddelde verdiensten op 1500 per jaar, dan zou de toepassing der wet Rutgers de staat jaarlijk op 12 millioen komen te staan. Afgezien van het verlies der accijns-millioenen en ook van de kosten aan nieuwe ambtenaren, met de toepassing van het plaatselijk verbod belast. Deze cijfers jokken niet het is goed dat zich de gevolgen van het ontwerp-Rutgers beter voor oogen stelle, dan tot nu toe is geschied. De Raden van Arbeid. Voor eenigen tijd werd gemeld, dat de Re geering plannen overweegt om op de Raden van Arbeid aanzienlijk te bezuinigen door deze zoodanig te reorganiseeren, dat een tiental Raden zou kunnen worden opgeheven. Naar wij vernemen, zou deze reorganisatie voornamelijk neerkomen op het mechaniseeren van de administratie. Op het oogenblik wordt reeds een proef genomen met machinale boek houding en naar verluidt zouden de voorloopige resultaten van deze proef, die nog niet is af- geloopen, niet ongunstig zijn. Om zulk een geheel doorgevoerde machinale administratie tot haar recht te doen komen, zou het land in grootere districten moeten worden ingedeeld van minstens 100.000 verze kerden, wat een belangrijke vermindering van het aantal Raden van Arbeid en een bezuini ging van eenige tonnen per jaar met zich zou brengen. Daar staat evenwel tegenover de meening van velen, dat het bedrag der bezuiniging niet alleen beslissend zal mogen zijn voor het al dan niet invoeren van het nieuwe systeem. Minister Talma toch heeft juist een betrek- kelijk groot aantal Raden gewenscht, omdat deze gemakkelijker contact met de verzekerden zouden kunnen houden dan een klein aantal, welke uitgestrekte gebieden bestrijken met een groot aantal verzekerden. Een vraag is echter, of ook bij de tegen woordige indeeling dat gewenschte contact nog wel bestaat. Intusschen wordt met groote belangstelling het definitief resultaat van de proefneming afgewacht. „Msb." Landverhuizing naar Indie. De Indische correspondent van „de Tel." schrijft Uit de mailbladen blijkt, dat er in Holland op het oogenblik gedacht wordt over de moge lijkheid, om de „landverhuizing" uit Holland gedeeltelijk af te leiden naar Indië. Waar de in benarde omstandigheden verkeerende platte landsbevolking minder gelegenheid tot emigratie naar Amerika schijnt te hebben, meent men, dat voor haar wel een gunstig oord gevonden zou kunnen worden in de tropen. Ik weet niet, of aan dergelijke gedachten inderdaad ernstig aandacht wordt geschonken, maar is dat in derdaad het geval, dan kan het zijn nut hebben daartegen met grooten nadruk te waarschuwen. Indië is allerminst het land, waar een gewone Hollandsche boerenjongen, die hoogstens de beschikking heeft over een klein kapitaaltje, een paar flinke werkknuisten en wat kennis van het kleine-boerenbedrijf in de gematigde zóne, eenige kans heeft om een behoorlijk levens onderhoud te vinden in wat wij hier noemen den „kleinen landbouw". Alle mogelijke fac toren doemen zulk een proef tot mislukking niet een omstandigheid is er aan te wijzen, welke hoopvoller zou mogen stemmen. We moeten wel tot de conclusie komen, dat er hier te lande niet de geringste kans van welslagen is voor een kolonisatie door zelf standige Hollandsche boeren. Klimaat, levens- eischen, onbekendheid met het Indisch bedrijf, met taal en volk, de onvermijdelijke groote eerste uitgaven, en het ontbreken van bruik bare vrije gronden, vormen ieder op zichzelf reeds een onoverkomelijke hinderpaal voor zulk een dwaas plan. Alleen ten aanzien van de veeteelt zou misschien nog eenige twijfel aan deze onmogelijkheid kunnen bestaan mits een kolonistengroep gezamelijk handelt, over ruim kapitaal beschikt en zeer grooten steun der Regeering ontvangt. Of onze Hollandsche boerenjongens dan wellicht in het groote Indische cultuurbedriif een plaats zouden kunnen vinden als employé's Ook dit moet ontkennend beantwoord worden omdat aan dergelijke krachten heel andere eischen gesteld worden, dan waaraan zoo'n eenvoudige boer kan voldoen. De zeer weten schappelijke 'wijze, waarop al onze groote cul tures tegenwoordig gedreven worden, maken een goede ontwikkeling van de Europeesche leiders noodzakelijk, terwijl voor de lagere baan tjes in de cultures, in Indië zelf ruimschoots krachten te vinden zijn, die goedkooper en wegens hun kennis van taal en volk en gewend- zijn aan het klimaat, ook veel bruikbaarder zijn dan de Hollandsche immigranten. Indië kan uit Holland nog twee dingen uit stekend gebruiken kapitaal en energieke jon gelieden van goede ontwikkeling, die in staat zijn leiding te geven. In dezen malaise-tijd is er zelfs voor de laatsten vrijwel geen plaats, terwijl overigens Indië iederen dag meer in staat is, om ook daarin zelf te voorzien. Dan blijft alleen de kapitaal-behoefte, die in af zienbare tijden nog zeer groot zal zijn. Maar voor onontwikkelde, niet-kapitaalkrachtige Wes terlingen, die in dit vreemde, hooge physieke en psychische eischen stellende land een nieuw zelfstandig bestaan zouden willen opbouwen, is hier waarlijk geen plaats. Men late dus der gelijke gevaarlijke kolonisatie-utopieën zoo gauw mogelijk varen Stads- en Gewestelijk Nieuws. Feestavond Oud-Vitesse. Juist vier jaar is 't geleden, dat de allen be kende voetbalclub Oud-Vitesse haar 25-jarig bestaansjubileum vierde gisteravond herdacht ze in Musis" het feit, dat voor vijf jaar terug de eerst-aangenomen naam van Vitesse in dien van Oud-Vitesse werd veranderd en dit is een feest avond geworden zoo gezellig en genoegelijk, dat alle aanwezigen er meer dan tevreden over waren en zich spoedig een dergelijk festijn zullen terug- wenschen. Nadat de drukte van binnenkomen was be daard en't bestuur van O.V. op't tooneel tusschen de bloemen had plaats genomen, sprak de voor zitter, de heer W. Verwayen tot de vele dames en heeren een hartelijk woord van welkom en wees er op, dat deze feestelijke bijeenkomst spe ciaal was georganiseerd om Oud-Vitesse's eerste lustrum te vieren en de prijzen uit te reiken, welke door de verschillende clubs bij de onlangs gehouden jubileum-wedstrijden waren gewon nen. Vervolgens gaf hij een kort overzicht van de geschiedenis der nu reeds 29 jaar bestaande club, welke steeds met de grootste tegenslagen, als desertie van leden enz., te kampen heeft gehad, maar nu 5 jaar geleden, vooral door 't werk van den heer A. v.d. Most, als een phoenix, onder den naam van Oud-Vitesse uit haar assche verrees en sinds dien een medewerking en sym pathie geniet, waarvoor de club wel zeer dank baar mag zijn. Spr. dankte dan speciaal de overige sportclubs onzer stad, de scheidsrechters, die de jubileumwedstrijden zoo goed hebben geleid, de schenkers van prijzen voor de matches en van de cadeaux voor de tombola, de pers, de feest commissie, de leden en oud-leden der club, Oud-Poseidon voor een plaquette en de aanbied- sters van bloemen de clubs Excelsior, Oud- Poseidon, Schiedam, Trekschuiten en Pseudo niem. Hij hoopte tenslotte, dat de feestavond naar aller genoegen zou slagen. Zijn wensch bleek niet ijdel, want al daddijk hierna was de zaal in de prettigste stemming, waaraan vooral onze stadgenoot, de humorist L. de Bruin met een pakkend clublied en een H.-.D.V.S.-deputatie met een inslaand huldi gingslied hun deel hadden. Toen de goede stem ming reeds zoo hoog was gestegen, werd de aandacht gevraagd voor de plechtigheid der receptie, waarvan vele gebruik maakten. De heer Leenderts, voorzitter van Excelsior, bracht hierbij nog speciaal hulde aan O.V. om het ware amateurisme, waarmee deze club de sport beoefent en waaraan vele andere clubs nog een voorbeeld kunnen nemen. Vervolgens kwam de prijsuitreiking aan de beurt en werden de prijzen als volgt toegewezen le pr. Pseudoniem (H.-.D.V.S.-comb.), bronzen beeld (gesch. door B. J. ter Braak) en II zilv. draagmedailles (gesch. door de dames der leden van O.V.) 2e pr. Oud-Poseidon, R'dam, beeld (gesch. door ter Beek) 3e pr. Trekschuiten (S.V.V.-comb.) plaquette 4e pr. Ver. Vlaardin- gen en 5e pr. R'damsche Wanderers. Hiermee was het meer officieele gedeelte van den avond voorbij en bleef er geen plaats meer over dan voor pret en jool. Behalve L. de Bruin, droegen ook de beide R'dammers L. de Groot en Max Grey er veel toe bij, om de stemming tot 't eind toe er in te houden, terwijl H.D.V.S. later ook nog eens op de proppen kwam. Een strijkje verrichtte eveneens den geheelen avond prijzens waardig werk.Intusschen werden er gretig lootjes gekocht voor de tombola, waarvoor een schat van prijzen waren beschikbaar gesteld. 't Was reeds ver in den nacht, toen allen zeer voldaan over Oud-Vitesse's feestavond huis waarts keerden. Jubilé. 11 Sept. a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat de heer P. v.d. Broek, wonende Pr. Fred. Hen drikstraat 7a, bij de gemeente in dienst trad eerst was hij werkzaam op den watertoren, daarna aan de gasfabriek. Gev. en verk. onroerende goederen. Notaris P. R. v. E 11 e k o m. Afslag 5 Sept. 192 4. 1. De z.g.n. Touwbaan, gelegen te Schiedam achter het Broersveld, met de daarbij gelegen woningen en schuren in 23 afzonderlijke percee- len in bod gebracht, totaal staande op 23.600. Verkocht voor 24.720. 2. Het heerenhuis met erf en tuin, gelegen Gem. Verg. YÓór 1904 meer minder.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1924 | | pagina 2