-fw|t De commissie bestond uit de leden van de Eerste Kamer van Lanschot, Verkouteren, de Vlugt, Rink en de Jong en de leden van de Tweede Kamer Marchant, van Wijnbergen, van der Voort van Zijp, Rutgers, Bomans, Dresselhuys, de Groot, van Boetzelaer van Dubbeldam, Fruytier en mej. Katz. De Ministers, hoofden van ministerieele de partementen en de leden van den Raad van State vereenigden zich te één uur des namiddags mede in de Ridderzaal. Hare Majesteit vergezeld van Z.K.H. den Prins der Nederlanden, kort daarna in de Ridder zaal aangekomen, werd door de commissie in de vergaderzaal binnengeleid, neemt plaats op den Troon en hield, terwijl Z. K. H. de Prins naast haar gezeten is, de rede, die gister in ons blad afzonderlijk is vermeld. De voorzitter sloot daarna de vereenigde vergadering. Binnenland. Opening der Staten-Generaal. Ook dit jaar droeg de stoet, waarmee de Koningin zich van haar paleis naar de grafelijke zalen begaf, het Sobere karakter, dal daaraan in het mobilisatietijdperk is gegeven. Hij bestond, afgezien van de commando's cavalerie, die hem openden en sloten en van den door twee rij knechten gevolgden rijknecht-majoor, allen te paard, uit slechts twee rijtuigen het met twee paarden bespannen galarijtuig, waarin gezeten was Hr. Ms. opperceremoniemeester, graaf Du Monceau, en de door acht paarden getrokken staatsiekoets, de gouden koets, waarin de Koningin en de Prins hadden plaats genomen. De staatsiekoets werd geflankeerd ter rechter zijde door vice-admiraal Bauduin, cE f van bet Militaire Huis der Koningin, en ter linkerzijde door den gouverneur der koninklijke residentie, generaal-majoor Benteyn, beiden te paard. Op het Binnenhof hadden reeds des morgens groote scharen belangstellenden zich een plaatsje gezocht. Tegen 12 uur werd het Binnenhof door de politie afgezet. Inmiddels was ter plaatse ver schenen een detachement politietroepen van het leger, sterk ongeveer 75 man, waarachter, aan de zijde van het gebouw der Eerste Kamer, de belangstellenden in drie a ver dubbele rijen, op den vereischten afstand werden gehouden van de Ridderzaal. Toen de stoet bij de Ridderzaal aankwam, onder het gejuich en gewuif van de aldaar verzamelde menigte en van de velen, die achter de vensters der departementsgebouwen, de beide parlementsgebouwen enz. het schouwspel gade sloegen, werd de Koningin ook hier ontvangen met het oude Wilhelmus, uitgevoerd door de Kon. Militaire Kapel. Voorafgegaan of gevolgd door al de dames en heeren der hofhouding en begeleid door de leden der commissie van in- en uitgeleide uit de beide Kamers der Staten-Generaal, schreden de Koningin en de Prins naar den troon. Langs denzelfden weg en met hetzelfde ceremo nieel keerden H. M. en Z. K. H. naar het konink lijk paleis terug. Onze Universiteit. De rector-magnificus van de R. K. Universiteit te Nijmegen, prof. dr. Jos. Schrijnen, heeft gistermiddag in een plechtige zitting van den Senaat dier Universiteit, gehouden in het Con certgebouw „De Vereeniging" en bijgewoond door Mgr. P. Hopmans, bisschop van Breda, die 's morgens de pontificale IT. Mis in de uniVersiteitskerlc celebreerde, de bestuursleden van de St. Radboudstichting, curatoren, profes soren, lectoren en docenten der Universiteit, dames en heeren studenten en verdere belang hebbenden, verslag gegeven van de lotgevallen der Universiteit gedurende het afgeloopen studie jaar en daarna het rectoraat overgedragen aan zijn opvolger, prof. mag. G. de Langen-Wendels. Aan de rede van prof. Schrijnen ontleenen wij, dat het aantal studenten 1S9 bedraagt. De verdeeling over de verschillende faculteiten was als volgt: godgeleerdheid 11, letteren en wijsbegeerte 112, rechtsgelecrdheid66. In de gedifferencieerde literarische faculteit waren in geschreven voor de groep klassieke taal- en letterkunde 28, voor Nederlandsche taal- en letterkunde 25, voor Romanistiek 26, voor Germanistiek 16, voor geschiedenis, kunstge schiedenis en archaeologie 17. Van deze studen ten waren 20 pCt. vrouwelijke. Dit is boven alle verwachting. Eigen cultuur is de resultante, rechtstreeks of onrechtstreeks, Van het scheppen van af zonderlijke formaties, van het houden van vaste en niet-vaste bijeenkomsten, van het vieren van merkwaardige herinneringsdagen, het hou den van wetenschappelijke voordrachten en disputaties in eigen kring en dit alles zag nog het eerste jaar tot stand komen, zij het ook in eersten aanleg. In de cultuurvorming spiegelen zich de lotgevallen der wordende Universiteit. In eerste plaats moge genoemd worden de Universiteitsvereeniging, opgericht den 4den Maart ingevolge eener vergadering, samengeroe pen en voorgezeten door Mr. Dr. IT. Lübbers, met het doel de wetenschappelijke waarde en het aanzien der Universiteit te verhoogen, en door moreelen en materieelen steun een nauwer contact te scheppen tusschen de Universiteit en haar vrienden. Met vorming van eigen cultuur en het onder houden van vriendschappelijke betrekkingen tot andere cultuurorganen, hebben wij echter gemeend ons niet tevreden te mogen stéllen. Intensieve cultuuruitwisseling vraagt méér, vraagt expansie, en ook die stap is door de Universitas Carolina alreeds gezet. In de eerste plaats de hervorming van het weekblad „De Nieuwe Eeuw". Hetzelfde geldt voor de samen stelling der redactie van den tot Studia Catho- lica vervormden „Katholiek" met de namen van v. d. Grinten, Mulder en Schrijnen. Den rector was het voorbehouden met zijn Milaneeschen collega Gemelli het initiatief te nemen tot het stichten niet zoo zeer van een bepaalde vereeniging, dan wel van een entente tusschen de rectoren der katholieke universi teiten of hun vertegenwoordigers tot het be spreken van gemeenschappelijke belangen en vooral tot. het vormen van persoonlijk kontact en het vestigen of versterken van eenheids- en saamhoorigheidsgevoel. Onthulling standbeeld van Koning Willem II. Gistermiddag te 3 uur heeft op het Buitenhof te 's-Gravenhage in tegenwoordigheid van de Koningin en den Prins de onthulling plaats gehad van het nieuwe ruiterstandbeeld van Koning Willem II. Prof. dr. P. J. Blok sprak eerst een rede uit met veel historische herinneringen. Na deze rede ging de Koningin tot. de ont hulling van het standbeeld over, waarbij IT. M. het volgende sprak Waar dit gedenkteeken is uitgevoerd naar het beeld, dat mijn eigendom is en ik daartoe gaarne mijn medewerking verleende, heb ik het te meer gewaardeerd, dat de nadere keuze van dezen dag het mij mogelijk heeft gemaakt hier tegenwoordig te zijn. Zeer gaarne Voldoe ik daarom aan het verzoek thans over te gaan tot de onthulling van dit standbeeld ter eere van mijn grootvader, Neder lands tweeden Koning. Vervolgens droeg de heer Van der Voort van Zijp het standbeeld aan de gemeente over. De heer Van der Zijp getuigde o.m. in zijn rede, dat de firma Duchateau te Schiedam, zich op uitnemende wijze van de opdracht ter uitvoering van het gieten van het standbeeld heeft gekweten. Burgemeester Patijn dankte met eenige woor den. De Rijksmiddelen. De Rijksmiddelen hebben in Augustus 5.46 millioen meer opgebracht, dan een jaar geleden, ongerekend de bate uit de rijwielbelasting van 4.59millioen. Verrassende stijgingen gaven dividend- en tantiemebelasting T1^ millioen), de registratierechten (bijna 2 millioen) en het bier 3/4 millioen). Daartegenover waren de voornaamste dalingen bij de inkomstenbelasting 1 millioen), suiker 1/s millioen), gedistilleerd U/2 millioen) en successie (4 ton). Voor de eerste acht maanden is het totaal nu c.a. 6*/2 ton hooger dan verleden jaar (ongerekend de rijwielbelasting), terwijl de raming met 18.4 millioen is overtroffen. Voorzitter Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft de nominatie voor het voorzitterschap als volgt samengesteld 1. mr. D. A. P. N. Kooien 2. F. H. de Monté Verloren 3. dr. A. van Gijn. De Katholieke Kamerfractie. In hare vergadering van gisteren heeft de katholieke Tweede Kamerfractie haar bestuur, bestaande uit de heeren Z.Exc. mgr. dr. W. H. Nolens, voorzitter, jhr. mr. A. F. O. van Sasse van IJsselt, onder-voorzitter, i>. M. C. E. Bongaerts, secretaris, dr. L. IT. Deckers, penning meester, C. J. Kuiper, tweede secretaris, her kozen. De verhooging van den Tabaksaccijns. In de thans verschenen memorie van antwoord van den Minister van Financiën op het voorloo- pig v erslag van de Tweede Kamer nopens het wetsontwerp tot verhooging van den accijns op tabak, wordt, als reeds verluidde, meegedeeld, dat de verhooging van sigaren achterwege zal blijven. Verder blijkt eruit, dat de Minister binnenkort een commissie zal instellen om te onderzoeken of niet een ander stelsel voor de heffing van een tabaksbelasting kan worden, ingevoerd. De opbrengst der accijns wordt geschat op 21 millioen. Bouw van Engelsehc schepen in Nederland. Naar de „Daily Express" verneemt, hebben Amsterdamsehe en Rotterdamsche firma's op dracht gekregen tot het bouwen van zes petro- leumschepen voor de Shell Transport Cy, In elk der beide steden zullen drie schepen worden gebouwd. De totale kosten bedragen meer dan 1.200.000 pond De order is bij inschrijving gegeven. Alle mededingende Britsche firma's bleven duizenden ponden per schip boven het Hollandsche aanbod, ofschoon vele harer alle winst hadden laten vervallen. In het contract is voorzien, dat alleen Britsch staal zal mogen worden gebruikt voor den bouw der schepen en dat Duitsche machineriën zullen zijn buitengesloten. Pauselijke onderscheiding. Het heeft Z. TI. Paus Pius XI behaagd den heer W. J. R. Dreesmann te benoemen tot commandeur in de Pius-orde met de ster. Aan deze hooge onderscheiding is erfelijke adel verbonden. Reclame op poststempels. Het kort geding voor den president van de ITaagsche rechtbank inzake de actie tegen den Staat over de reclame op de poststempels, zal Maandag a.s. worden gehouden. Verruiming werkgelegenheid. In de provincie Zuid-Holland wordt in dit jaar voor verschillende werkzaamheden 1 milli oen gulden uitgegeven. 1750 15 De Staatsbegrooting 1925. Aan de millioenenota ontleenen wij het volgende De totale raming geeft het volgend beeld Gewone clienst uitgaven 605.260.027,88 ont vangsten 590.822.523, tekort 15.287.504.38 buitengewone dienst uitgaven 86.187.715, ont vangsten 21.05.496.71, tekort 65.132.218,29 totaal uitgaven 691.447.742,88, ontvangsten 611.078.020.21, tekort 80.369.722,67. Het tekort op den gewonen dienst van ruim 15 millioen geeft den toestand nog niet geheel juist weer. Vooreerst is in de begrootingen nog niet verwerkt het resultaat van de 1 Jan. a.s. in werking tredende salarisregelingen. De be rekeningen in de thans ingediende ontwerpen steunen nog op den toestand zooals deze per 1 Oct. a.s. zijn zal, 11.1. een korting van 10 pCt. op de salarissen volgens de regeling, vervat in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambte naren 1920. Hoewel een nauwkeurige becijfering van de besparingen, die van de nieuwe salarisregelingen het gevolg zullen zijn, op dit oogenblik nog niet kan worden verstrekt, kan toch met voldoenden graad van zekerheid worden gezegd, dat het tekort op den gewonen dienst tot 8.5 millioen zal worden teruggebracht. Bovendien is van de toepassing van de nieuwe salarisregelingen voor het personeel der Poste rijen, Telegrafie en Telefonie een verhooging van het geraamde winstcijfer van dit bedrijf met rond ƒ700.000 te verwachten, waai door genoemd tekort daalt tot rond 8 millioen. Aan den anderen kant zal echter de Minister van Arbeid bij afzonderlijk voorstel ongeveer 12 millioen moeten aanvragen alsStaatsbijclrage aan het Ouderdomsfonds ten behoeve van de V. O. V., zoodat ten slotte het tekort op den gewonen dienst van 1925 op 20 millioen moet worden gesteld. Tot dekking van dit tekort zijn bereids aan hangig gemaakt het ontwerp tot vaststelling eener nieuwe Tariefwet en dat tot verhooging van den accijns op tabak. Aangezien van deze ontwerpen een verhooging der middelen met 20 millioen kan worden verwacht, zal, indien ze tijdig tot wet worden verbeven, als een gevolg daarvan het tekort op den gewonen dienst 1925 volledig gedekt zijn. Ontreddering der. financiën voorkomen. Geconstateerd mag worden, dat het als de beide aanhangige wetsontwerpen aangenomen zijn - gelukt zal zijn aan het onmiddellijk dreigende gevaar voor ontedddering van 's lands financiën af te wenden. Dat hiervoor, met inbegrip van de bovengenoemde 20 millioen, ongeveer 32 millioen aan nieuwe heffingen noodig was, betreurt de regeering, maar dit was bij een te dekken tekort van ongeveer 130 millioen, of, indien men de 18.5 millioen storting in het Invaliditeitsfonds buiten be schouwing laat, van ongeveer ƒ112 millioen, onvermijdelijk. N o g g e e n normale toestand. Wanneer de regeering meent, dat het ver kregen resultaat na aanneming van de beide ontwerpen tot dekking van het voorshands nog aanwezige tekort van 20 millioen tot eenige voldoening mag stemmen, ze waarschuwt toch met den meesten nadruk tegen een mogelijke opvatting als zou thans een normale toestand in 's lands financiën zijn teruggekeerd. Vooreerst wordt gewezen op het normale en dus onvermijdelijke accres van sommige uit gaven, waartegenover voorshands alleen de voorgenomen bezuinigingen op de militaire departementen kunnen worden gesteld. Het eindcijfer van de Arbeids-begrooting voor 1925 is op ruim 49 millioen geraamd minder is aangevraagd dan het vorig jaar een bedrag van bijna 4 millioen. Op de oorlogsbegroofing voor 1925 is o.m. een bedrag van 4 millioen gulden aangevraagd voor den aanmaak van geschut en gasmaskers. Wetsontwerpen tot beteugeling van de stijging der pensioenslasten zullen eerlang worden in gediend. Uit de Pers. De troonrede. „De Tijd" (R. K.) meent, dat de Troonrede omtrent de plannen der regeering, niet den minsten twijfel laat bestaan en constateert, dat al wat aangekondigd wordt, zakelijke onder werpen zijn, die, mits de goede wil aanwezig is, in een nationale sfeer zonder partijstrijd kunnen worden opgelost. Het blad vraagt of die goede wil ook bij de oppositie aanwezig is en is geneigd deze vraag ontkennend te beantwoorden. De politieke beschouwingen aldus lezen we staan steeds in het teeken van den stem busstrijd men ziet de nieuwe parlementaire periode als „de laatste ronde", waarin het eenheidsfront der linkerzijde den aanval tegen de Tariefwet en andere regeeringsmaatregelen inzet, om aan het eind, in Juni 1925, met ver eenigde krachten de rechtsche coalitie knock-out te slaan. „De Nederlander" (C. H.) schrijft De Troonrede 1924 is een woord van blijd schap. De aankondiging van een nieuwe regeling van de ziekteverzekering en de ongevallen verzekering had het blad voor veel liefs in deze Troonrede gemist, terwijl het hoopt, dat het aangekondigd ontwerp de Staten-Generaal nim mer bereikt. Behoudens deze enkele zinsnede, zal de heden uitgesproken Troonrede aldus besluit de „Nederlander" niet nalaten, bij de bevolking een stemming van gerustheid en voldoening te wekken. Het herstel van het financieel even wicht, in buitengewoon snel tempo, eischte in menig opzicht pijnlijke maatregelen en moest slachtoffers maken. De toon der Troonrede ver levendigt de hoop, dat aan hetgeen wat al te pijnlijk dreigt, nog iets zal kunnen worden verzacht. De Hoefijzer-correspondent van het „A'lg. Hbld." (Lib.) schrijft o.a. In één opzicht stelt deze Troonrede teleur, Die van verleden jaar bevatte een zeer belang rijke uiting de belangrijkste van alle, dacht ons toen over de dringende noodzakelijkheid voor de geheele menschheid om de internationale vraagstukken tot, oplossing te brengen. Nu had men toch mogen verwachten, dat de Troonrede van 1924, uitgesproken kort na de conferentie van Londen, met eenige Woorden had gezin speeld op de toch onmiskenbare, zij het dan ook nog maar aanvankelijke verheldering van den toestand, die ook op dit punt het belangrijk ste - in vergelijking met verleden jaar is waar te nemen. Doch hieromtrent wordt geheel gezwegen. Verzuim Of overmatige voorzichtigheid Volgens „De Standaard" (A. R.) trekt het aanstonds de aandacht en stemt het tot grooten dank, dat de Koningin bij de teekening van den algemeenen toestand ditmaal niet behoeft te grijpen naar enkel sombere tint, maar liet pen seel mocht doopen in lichtere kleur. De verbete ring in den toestand van 's lands financiën vindt zijn verklaring in den arbeid van Regeering en Volksvertegenwoordiging, in de afwerking van het plan tot herstel van het evenwicht van uitgaaf en inkomst een taak, die voor 's volks welzijn in de eerste plaats moest worden verricht en die, naar 1111 blijkt, tot een goed einde kan worden gebracht. Na uiting te hebben gegeven aan veel lof en dankbaarheid, wil het blad niet verheelen, dat er ook eenige reden is tot teleurstelling. „Wij hadden toch" zoo lezen we „de aankondiging verwacht van een voorstel tot afschaffing van den stemplicht". Voorts zou 't het blad aangenaam zijn geweest, als de Troon rede had gesproken van een voorstel tot geleide lijke afschaffing van de Staatsloterij, waargij het er zich mede troost, dat de Minister van Financiën een en andermaal heeft kenbaar gemaakt, dat van hem een zoodanig voorstel te verwachten was. Stads- en Gewestelijk Nieuws. De komst van Z. M. Willem III voorbij Schiedam in den zomer van 1872. X. schrijft ons Wat de reden mag geweest zijn, dat Koning Willem III tijdens zijn langdurige regeering Schiedam nooit met. een bezoek heeft vereerd, is voor de Schiedammers steeds een raadsel gebleven. Koning Willem 1 in 1814 en Koning Willem II in 1846 waren met den grootsten luister te Schiedam gehuldigd moeiten noch kosten had de burgerij toen gespaard om van hare aanhankelijkheid jegens de geëerbiedigde vorsten te getuigen. Men mompelde, dat tijdens een bakkersoproer een koninklijk cavallerie- paard was doodgestoken, en dit de reden was van 's Konings afzijdigheid. In den zomer van 1872 zou de Zeenimf te Brielle door den Koning worden onthuld. Zooals gewoonlijk, reed de koninklijke trein Schiedam vliegensvlug voorbij te Rotterdam aan de Boompjes lag de „Valk", het koninklijk jacht, op stoom, om Z. M. naar Den Briel te brengen. In den voormiddag kwam de „Valk", met de vlag in top, aanvaren bij Schiedam zette de boot koers naar het Hoofd en stopte. Z. M. met hoogstdeszelfs gevolg verscheen op het dek om de begroeting van Schiedams burgerij te ont vangen, doch daar was niemand aanwezig dan de havenmeester. Dit fiasco verspreidde zich spoedig door de geheele stad. Na den middag, bij 's Konings terugkomst, zou men trachten goéd te maken, wat door verregaande onachtzaamheid was misdreven, 's Middags trok geheel Schiedam naar liet Hool'd de Burgemeester, het Dage- lijksch Bestuur, de hoofden van alle burgerlijke corporaties, vele notabelen en ten slotte ook de muziek der stedelijke schutterij. Lang verdrong men zich daar in gespannen verwachting nu en dan speelde de muziek ter afwisseling een vroolijken marsch, maar de „Valk" liet zich niet zien. Allerlei moppen wer den onder het ongeduldige volk getapt. „De nymf moet nog met champagne gewasschen worden", schreeuwde er een een ander bracht door een anderen kwinkslag hilariteit onder het volk. Boven, bij den lantaarn van het havenlicht, begonnen een paar bengels oneer biedig te zingen van „Wilhelllemissie van Nas- sauwen met d' ellebogen", enz. Kokkie, de waardige commissaris van politie, riep veront waardigd, dat de kwajongens daarboven den b zouden houden. „Nou, maakkie maar niet dik", kreeg hij tot antwoord, „dun is de mode".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1924 | | pagina 2